Onze Vader (2)

Dominicus Gent

Viering van zondag 13 februari 2022

“Geheiligd zij uw naam”

(Onze Vader 2)

  

De uitdrukking “uw naam worde geheiligd” heeft alles te maken met het bijeenbrengen van mensen. Van welk slag ook. Het is uitdrukking van het verlangen om als mens en als gemeenschap erkend te worden. Dan wordt de naam van God recht gedaan. Waar mensen niet uitgesloten worden, wie ze ook zijn. Het hoort bij het onderricht dat Jezus geeft aan zijn leerlingen.

Lezing Matteus 9, 9-13.

In die tijd trok Jezus verder en Hij zag iemand aan het tolhuis zitten die Matteüs heette. Hij zei tot hem: “Volg Mij.” De man stond op en volgde Hem. Terwijl Hij nu in diens woning aan tafel aanlag, kwamen ook vele tollenaars en zondaars met Jezus en zijn leerlingen aanliggen. Toen de Farizeeën dat zagen zeiden ze tot de leerlingen: “Waarom eet uw Meester met tollenaars en zondaars?” Jezus hoorde dit en zei: “Niet de gezonden hebben een dokter nodig, maar de zieken. Gaat heen en leert wat het zeggen wil: Ik wil liever barmhartigheid dan offers. Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.”

 
Het gebed “geheiligd zij uw naam” heeft behoorlijk oude papieren. We vinden ze reeds bij Ezechiël ten tijde van de ballingschap in de 6e eeuw BC. De deportatie naar Babylonië is een mokerslag voor het joodse zelfverstaan. De verspreiding van de gemeenschap is een feit. Her en der: in Babylonië en Egypte en verder in de wereld. De bede “geheiligd zij uw naam” klinkt als het verzet van een gemeenschap die geslagen is door het politieke gebeuren. De God van Israël verbleekt in vergelijking met andere goden. Een god die niet in staat is zijn volk samen te houden en ook niet om het een land te geven waar het kan leven en wonen, zo’n god is een nulliteit. Alle respect is weggevloeid als water in de riool. Vandaar de bede: laat uw naam gerespecteerd worden. Breng uw mensen weer samen. Laat ons niet over aan de spot van al die andere volkeren. Uw reputatie is helemaal zoek. Het gaat om uw naam: die staat op het spel.

Enkele eeuwen later, de vierde eeuw BC, de doorbraak van de Griekse cultuur. Een nieuwe wereld gaat open. Ook de joden voelen er de doorwerking van. Het wereld- en mensbeeld van de Grieken is prominent aanwezig. De Bijbelse godsbeelden worden er grondig door beïnvloed. De Grieken hebben het over een andere wereld hierboven als de echte werkelijkheid. Het is de wereld van de onsterfelijke ideeën, een onlichamelijke wereld. Deze zuiver geestelijke werkelijkheid heeft de materiële wereld als minderwaardig verdrongen. God hoort enkel in die andere wereld thuis, als zuivere geest, in geen enkel opzicht bevuild door de materie. God wordt de onbewogen beweger, de eerste oorzaak, het hoogste zijnde. De almachtige, alwetende en alziende. Een god die aan zichzelf genoeg heeft. Een god die veraf staat van het menselijk lijden, ver van het onrecht in de samenleving.

Vanaf 250 BC wordt een begin gemaakt met de vertaling van de Hebreeuwse bijbel in het Grieks. Vertaling is nooit zuiver objectief. Vertalen betekent dat er soms keuzes moeten gemaakt worden. De keuzes van de vertalers zijn zeker beïnvloed geweest door het Griekse denken. Dat werkt door tot op vandaag. Het is voelbaar in het godsbeeld dat tot de vorige eeuw gangbaar was. Gelukkig is die andere betekenis niet helemaal ondergesneeuwd geraakt. Deze spreekt van een ongrijpbare presentie, een presentie als een stem die geraakt is door de lijdensgeschiedenis van de mensheid.
In de Hebreeuwse bijbel wordt geen naam gegeven aan god. Dat blijkt uit de passage in Exodus waar Mozes, door die stem gezonden de vraag stelt: “Stel dat ik naar de Israëlieten ga en ze vragen: “wat is de naam van die God” wat moet ik dan zeggen? Antwoord: ik ben die er zijn zal. Zeg tegen de Israëlieten “ik zal er zijn” heeft mij naar u toe gestuurd. En zeg ook maar dat ik dezelfde ben als de god van Abraham, de God van Isaak, en de God van Jakob. Zeg hen dat ik meega met mijn volk. God hééft geen naam, maar hij heeft naam gemààkt. Die geschiedenis is zijn naam. Dat is geen naam. Want onder geen enkele hoofding te vatten.

We stappen over naar Jezus. Het heiligen van de naam vinden we in zijn bergrede. We treffen in de bergrede de geijkte formulering : “Gij hebt gehoord dat er gezegd is … maar ik voeg er aan toe”. Het gaat niet over voorschriften en reglementen, waardoor men Gods gunst kan bewerken. Het gaat om het geloof dat God de mensen liefheeft. Ook de arme weduwe die niet meer dan enkele centjes kan bijdragen. Ook de vrouwen die lijden onder uitsluiting. Ook Zacheus de tollenaar. “Heilig uw naam” betekent dan: breng al deze mensen samen niet op grond van bewezen diensten, van geslacht of geaardheid, maar gewoon omdat ze erbij horen. Omdat ze mens zijn. Dat is de naam die de geschiedenis stuwt in de richting van meer menselijkheid. God heeft geen naam. Hij is de naam die doorbreekt in de geschiedenis. In het verzet tegen elke vorm van onrecht. De naam is aan ons toevertrouwd.

Dat betekent dat nieuwe tijden ook nieuwe betekenissen ontdekken. Ook wat de godsnaam betreft. Het is merkwaardig dat de verwijzing naar God gebeurt met de term “de naam”. Die term is genderneutraal. Eeuwenlang is de godsnaam beheerst door de vadernaam. Dat is vooral het gevolg van de cultuur waarin mensen leven. Nieuwe ervaringen kunnen ook een nieuwe invulling geven aan “de naam”. Aanzetten hiervan zijn reeds rijkelijk te vinden in de Hebreeuwse bijbel. Hierover hebben we het in het tweede commentaar.

 

Een mannelijke naam?

Hoe doen we dat de naam van God heiligen. Waar zien we vandaag de Messiaanse opdracht belichaamd, stuwkracht richting meer menselijkheid, verzet tegen onrecht?
Door steeds opnieuw voor de naam van God een mannelijk beeld te gebruiken, alleen mannelijke priesters toe te laten, en aan hen heel wat privileges toe te kennen, wordt welhaast het omgekeerde waargemaakt: een nieuw onrecht in het leven geroepen. In de hoofden en de daden van de mensen zindert na dat vrouwen zich niet moeten aanmatigen beeld van God te worden, maar onderdanig het nederige routinematige werk moeten verrichten.

Ook al probeerde men het lang anders uit te leggen: het eert de mens niet om zo gedefinieerd te worden. Het is bovendien niet goed voor het geheel van de menselijke werkzaamheden. In een interview in De Standaard legt Joris Luyendijk dit WE uit hoe een divers samengesteld team 3 keer sneller ontsnapt uit een ecape room dan een homogeen team. Er zijn zoveel meer perspectieven en ideeen om tot oplossingen te komen.

Gelukkig vergt het niet veel verbeeldingskracht – maar vooral goede wil – om te zien dat, ondanks de extra tegenwind, ook vrouwen zich verzetten tegen onrecht met alles wat ze in zich hebben als het erop aan komt.

Zo las ik op de geschiedeniskalender het voor mij onbekende verhaal van de dappere Dandara. Een ontsnapte Afro-Braziliaanse slavin die samen met haar man in de Braziliaanse deelstaat Alagoas een oase van religieuze, etnische en culturele verdraagzaamheid deed stand houden tegen expedities van Nederlandse en Portugese slavenhouders… Totdat de enclave Palmares in… na 50 jaar toch werd ingenomen en zij met heel wat anderen in een steegroeve de dood tegemoet sprong. Alles liever dan slavernij.

Hoe onvoorstelbaar ook, slavernij is tot op vandaag het lot van heel veel mensen, vooral vrouwen. Als koopwaar verhandeld, soms onder het mom van het huwelijk of geloof, wordt hen alle zelfbeschikking ontnomen. Zij lijden een leven in afgedwongen servitude (het mooie woord `dienst’ zou verkracht worden als ik het hiervoor zou gebruiken) van anderen, die geen enkele rekenschap moeten afleggen. Een beetje zoals bij sommige studentendopen, maar dan levenslang en door de gemeenschap als normaal, zelfs als plicht bestempeld. Uiteraard is het opleiden van vrouwen niet erg bevorderlijk om zo’n leefwereld te voeden.

In ons Vlaamse land kunnen we vandaag Jeanne Devos ontmoeten die als jonge kloosterlinge richting India trok en zag wat er met de huishoudsters van de laagste kaste gebeurde. Ze werden op grote schaal systematisch geïsoleerd van hun omgeving en vervolgens seksueel, fysiek en mentaal uitgebuit. Bij het minste teken van protest werden ze gecriminaliseerd en wachtte een uitzichtloze formele gevangenschap. Jeanne werd hier diep door getroffen en zag het gaandeweg als haar roeping om haar zusters te helpen bevrijden, en in die context een rijk van gerechtigheid te helpen realiseren. Ze belichaamde dat beeld van God.

In het boek over haar leven, met de titel Alsof de weg ons zocht lees ik hoe haar eerste poging om huishoudsters samen te brengen op niets uitdraaide: de werkgevers laten het niet toe. Bij een tweede poging suggereert ze om te zeggen dat men anders elders zal gaan werken als me de vergadering niet mag bijwonen… Het kleine kerkje waar de meeting gepland is loopt langzaam maar zeker overvol: zo’n 800 huishoudsters dagen op. Jaren later weet Jeanne zelfs door te dringen tot de International Labour Organisation (ILO) in Geneve, die op haar aansturen in 2011 Conventie 189 goedkeurt:
huisarbeid wordt voortaan wereldwijd erkend als arbeid. Wat in 1985 begon als een geïmproviseerde vergadering is vandaag een vakbond met miljoenen leden, tot ver buiten de grenzen van India.’

Haar voorbeeld en successen brachten een ware beweging op gang die het zwijgen en isolement hielp doorbreken en immens veel kon realiseren.
Toch is het werk niet af. Er blijft een enorme opdracht te vervullen. In het meteloze India houdt het kastensysteem stand tot op vandaag en komen geregeld de meest gruwelijke verhalen van publiek verkrachte vrouwen naar buiten: het topje van de ijsberg. Maar ook in Brussel blijkt er heel wat mis te gaan met de huishoudsters die zonder papieren of als au pair achter gesloten deuren arbeid verrichten.

We vroegen Jeanne enkele dagen geleden of ze op de zoom over dit thema iets kon delen met ons hier in Dominicus in deze zondagsviering over `geheiligd zij uw naam’ in het Onze Vader. Haar positieve antwoord kwam zonder aarzelen. Ze is zelf niet zo handig met zoom op haar 87e, maar riep haar nichtje te hulp om een korte opname te maken en zo kan ze ons hier nu toch toespreken. 

Hieronder haar eerste antwoord, tegelijk een samenvatting van wat ze op de video zei.

“Ik wil wel een kort tekstje opmaken en sturen over enkele ervaringen zoals
– God die begaan is met de nood van zijn volk en me stuurt (Exodus) en zegt “Ik zal er zijn voor u”
– Een kracht in samenwerking met gewone vrouwen die: eerst doen wat nodig is, dan wat mogelijk is en plots ervaren dat ze samen doen wat onmogelijk was, de Weg
– Een mogen herontdekken van eigenwaarde en samen meer en meer Gods volk’ worden met recht en gelijkwaardigheid voor ieder, zorgen voor iedereen en voor alles wat leeft en voor moeder aarde.
– Een God waar we mogen op vertrouwen als er weerstand is om niet op te geven. -> Miljoenen huisarbeidsters in India hebben als leuze: ‘We geven niet op, we geven niet in en we worden het niet moe’
– En zo ervaren we dat die aanpak bevrijdend werkt, vrede geeft aan iedereen, het goede laat overwinnen, omdat we rekenen op God als onze kracht en hoop.” 

 

Dat het zo mag zijn Lieve God,
Jij die ons overstijgt
Iets heiligs in elke mens
laat recht geschieden
in ons en aan ons en aan heel de schepping.

Dat we voedsel vinden,
niet onder schuld gebukt gaan
en zelf aan anderen recht doen.
Laat ons zien waar het op aan komt.

Sterk ons om de rechte weg te volgen.
Want daar is het volle leven
vol kracht en heerlijkheid
alle dagen van ons leven.
Dat het zo mag zijn Lieve God.

 

 

Blijf verbonden met de gemeenschap van Dominicus Gent:
via de nieuwsbrieven: https://www.dominicusgent.be/nieuwsbrief/
via Facebook ( https://www.facebook.com/Dominicus-Gent-324436994242688/)
Abonneer u nu op ons Youtube-kanaal ( https://www.youtube.com/channel/UCBCXMCRb0cNw8Dd3tMc9elQ)

Indien u meent dat voor een bepaald object het auteursrecht van de auteur of zijn/haar erfgenamen, of het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met ons zodat de situatie kan worden rechtgezet.