Wonen en armoede

Dominicus Gent

Viering van zondag 16 oktober 2016

WONEN EN ARMOEDE

 

Welkom in deze zondagsviering, de derde in een reeks over zorg bieden. Ditmaal sluiten we aan bij de armoedebeweging die morgen, 17 oktober, haar jaarlijkse werelddag houdt. En wij willen ons in deze viering door deze armoede samen laten raken.

Maar laat ons eerst de heilige stilte in ons geboren worden. Daar waar we aangeraakt worden door het mysterie dat ons in het leven heeft geroepen.

Gij die in ons het verlangen hebt gewekt
om volop deel te mogen zijn van uw schepping
verbonden met alle medemensen.
Scherp in ons dit verlangen verder aan
Schenk ons door uw woord en door uw licht klaar inzicht
in wat wij kunnen veranderen
en wat wij niet kunnen veranderen
in de situatie van armoede die zovele mensen
rondom ons vernedert.

Aansteken paaskaars

Inleiding

Morgen, op 17 oktober, Werelddag van Verzet tegen Armoede, zal het in Gent weer luidop klinken, zowel op het Sint-Pietersplein als aan de Stadshallen. En zelfs de academici nemen de raadszaal van de universiteit in de Sint-Pietersnieuwstraat voor hetzelfde thema in: nl. dat in onze samenleving een belangrijk deel van de bevolking door de mazen van het welvaartsnet valt, haar aansluiting met het maatschappelijk leven blijft missen en gevangen blijft in armoede.

Leven in armoede betekent: uitsluiting ervaren en ervaren dat de samenleving je niet toebedeelt wat je echt nodig hebt om menswaardig te leven.

Velen in onze samenleving leggen een accent waardoor dit al onmiddellijk anders klinkt: armoede nl. als het ervaren dat jij er in deze samenleving nog niet in slaagt om te genieten wat je echt nodig hebt. Met andere woorden: hoe snel verandert een samenlevingsprobleem in een individueel probleem, een probleem waar de arme zelf verantwoordelijk voor is.

De mechanismen die leiden tot armoede zijn zeer hardnekkig. Ze lijken sterker te zijn dan het krachtigste beleid tegen armoede. Zoals onkruid dat blijft staan tegen het sterkste verdelgingsmiddel in. Als het beleid daar niet slaagt, laat staan dat individuele inzet dat zou kunnen.

Van het veelkoppige monster dat armoede is werd in de voorbije jaren herhaaldelijk de focus gelegd op het aspect wonen. Dit jaar opnieuw, want het woonprobleem geraakt maar niet opgelost, integendeel. Frank Van de Pitte, die werkt voor de VZW Samenlevingsopbouw Gent, zal het probleem duiden voor ons hier in Gent.

Maar laat ons eerst ervaren hoe de tegenstelling van rijk en arm ook in de bijbelse wereld al een belangrijk gedeelte van het menselijke bewustzijn heeft ingenomen. En hoe de bijbelse schrijver zeer krachtig is in zijn stellingname.

Lezing: Jacobus 2, 4-8; 14-2

Broeders en zusters,
u kunt niet het geloof hebben in Jezus Christus, de Heer der heerlijkheid, en u toch partijdig gedragen!  Ik bedoel dit: veronderstel, er stapt in uw bijeenkomst een man binnen met een gouden ring en in schitterende kleding, en tegelijkertijd komt er een arme binnen in schamele kleren; als u nu opziet tegen de man met de schitterende kleding en zegt: ‘Gaat u hier zitten, dit is een goede plaats’, terwijl u tegen de arme zegt: ‘Blijf jij daar maar staan’, of: ‘Ga hier op de grond zitten, bij mijn voetbank’, doet u dan niet aan discriminatie en wordt u dan geen rechters met verkeerde gedachten?
Luister, geliefde broeders en zusters:
heeft God degenen die in de ogen van de wereld arm zijn, niet uitgekozen om rijk te zijn in het geloof en om erfgenamen te zijn van het koninkrijk dat Hij beloofd heeft aan wie Hem liefhebben? Maar u hebt de arme veracht.  

Broeders en zusters, wat baat het een mens te beweren dat hij geloof heeft, als hij geen daden kan laten zien? Kan zo’n geloof hem soms redden?    Stel dat een broeder of zuster geen kleren heeft en niets om te eten,  en iemand van u zou hun zeggen: ‘Ga in vrede, houd u warm en eet maar goed’, zonder hun te geven wat ze nodig hebben, wat heeft dat voor zin?  Zo is ook het geloof, op zichzelf genomen, als het zich niet uit in daden, dood.

Duiding van de lezing

De oproep die we beluisteren in de brief van Jakobus is duidelijk. De brief van Jakobus behoort tot de zogeheten “katholieke brieven”. Ik weet niet hoe somber of hoe vrolijk u wordt wanneer de term “katholiek” valt. Maar bij Jakobus, toen er nog geen sprake was van “Rooms katholiek”, betekende katholiek nog wat het zegt: bedoeld voor iedereen. Zoals mag blijken uit de aanhef. “Van Jakobus, dienaar van God en de Heer Jezus Christus. Aan de twaalf stammen in de diaspora. Ik groet u”. De strekking is inderdaad universeel. Aan de hele joodse gemeenschap (twaalf stammen), verspreid over de hele wereld (de diaspora).

De scene die we gehoord hebben kan met talloze andere vermenigvuldigd worden. Straks horen we over de woonsituatie in Gent. Ik kan ook verwijzen naar de situatie geëvoceerd door Ken Loach in zijn jongste film “I Daniel Blake”, bekroond op het festival te Cannes met de gouden palm. Film waarmee vorige dinsdag het filmfestival geopend werd. Ken Loach, kranige tachtiger was er vorige dinsdag zelf bij om nadere toelichting te geven. Hoe hij samen met zijn acteurs en andere medewerkers op verschillende plaatsen in Engeland geweest was om te luisteren naar de verhalen die mensen vertellen en te kijken hoe ze leven. Over de bureaucratische doolhof in de Engelse sociale mallemolen waar mensen gek worden omdat ze gewoon niet meekunnen met de moderne gemediatiseerde wereld die ze niet begrijpen. Waar mensen door hun afhankelijkheid hun zelfrespect kwijt geraken. Waar honger als wapen gebruikt wordt tegen mensen in armoede.

Morgen 17 oktober komen mensen opnieuw samen op het Sint Pietersplein. Mensen van uiteenlopende levensbeschouwingen of politieke strekking. Bij de steen die in 1994 werd aangebracht tegenover de ingang van de grote Sint Pieterskerk. Om te luisteren naar toespraken, liederen te zingen, en vooral om de mens in armoede te zien en het woord te geven. In de seculiere ruimte wordt de zaligspreking van Jezus bewaarheid: zalig de armen van geest. Velen herinneren zich nog die eerste keer dat armen zelf het woord namen. Zo gebeurt verrijzenis. Opstanding. Wat daar gebeurt: het is niet zomaar een neutraal gebeuren dat zich buiten ons afspeelt. Er is in datgene wat plaats vindt iets wat zoekt aan het licht te komen. Er is meer aan de orde dan datgene wat zich voordoet. Er is de hoop die doorbreekt. Er is een belofte die zich toont. Broos en kwetsbaar: heel zeker, maar onmiskenbaar.

Lied: Deze wereld omgekeerd

De wijde woorden en het groot vertoon
de goede sier van goede werken
de ijdelheden op hun pauwentroon
de luchtkastelen van de sterken
al wat hoog staat aangeschreven
zal Gods woord niet overleven
hij wiens kracht in onze zwakheid woont
beschaamt de ogen van de sterken.

Zijn woord wil deze wereld omgekeerd:
dat lachen zullen zij die wenen
dat wonen zal wie hier geen woonplaats heeft
dat dorst en honger zijn verdwenen –
de onvruchtbare zal vruchtbaar zijn
die geen vader was zal vader zijn
mensen zullen an’dre mensen zijn
de bierkaai wordt een stad van vrede.

Over wonen: centraal probleem van armoede

We hebben chance. De laatste dagen was er veel te doen over het grondrecht wonen. Kranten wijden er dan ook ruime stukken aan. 230 huishoudens die elke week uit hun huis worden gezet. En … wat daar dan uit volgt … sterke toename van het aantal dak- en thuislozen, waaronder ook jonge mensen, ja ook kinderen.

In de resem krantenstukken van deze week hoorde ik vaak ook oproepen om méér. Meer geld zus, meer geld zo, …

Ik kan het er niet méér mee eens zijn. Er zou veel meer geld vrijgemaakt moeten worden voor dit basisrecht. Maar ook … ik hoor dit al zo lang. En ik zal dit blijven horen. Werken aan wonen … en aan de problemen rond wonen … gaat altijd over inzetten van geld. Als je weet hoeveel een huis of flat kost, weet je ook … het gaat steeds over véél geld. Zoals onze staatshuishouding er nu uitziet, moeten we ook niet durven denken aan het ‘anders’ inzetten van het overheidsgeld?

Eigenlijk is het vrij simpel … voor wonen geldt, wat ook elders vaak geldt … aan wie heeft zal nog gegeven worden, en aan wie niet heeft zal nog ontnomen worden … naar een berucht schrijver uit het bijbelboek, de heer Mattheüs. Er werd vastgesteld dat alle uitgaven van de overheid voor wonen in sterkere mate terecht komen bij de middenklasse of hogere inkomensgroep. 40 % van de take-up van de woonbonus gaat naar de 20 % hoogste inkomens. Als christenen zouden we moeten voor suehttam gaan … of mattheus omdraaien? Ik zou al heel blij zijn mocht een woonbeleid, erin slagen om, op zijn minst evenredig mensen te helpen. Niet de enen heel veel en sommigen helemaal niet. Dit kan toch niet?

Ik geef een aantal cijfers. Enerzijds om aan te tonen dat het woonprobleem in de eerste plaats een probleem is van een tekort aan aanbod, anderzijds om aan te duiden hoe dat overheidsgeld besteedt wordt.

Gent telt 250 000 inwoners en zo’n 110 000 huizen. Wereldwijd zien we de ‘woondruk’ op steden toenemen. Ook Gent, al is dat in feite geen ‘grootstad’, ontsnapt hier niet aan. Van waar komt die druk ? Vier grote oorzaken. 

  1. Het kleiner worden van de gezinnen: er wonen minder mensen per wooneenheid, in Gent is bijna 1 op de twee alleenstaand.  
  2. De vergrijzing: mensen worden ouder, dus hebben langer een woning nodig.
  3. Studentenhuisvesting in een studentenstad, goed voor 30 000 (studenten op) kot. 

En ten slotte 4 de migratiedruk, nu ook nog met toename vluchtelingen.

Het woonprobleem is dus in de eerste plaats een probleem van aanbod. Er is te weinig aanbod, waardoor prijzen sterk stijgen. Dat zien we bij het kopen van huizen, maar evengoed bij huren. Ben je op zoek naar een huurpand, dan kan je kiezen tussen te veel huur betalen (6 tot 800 € per maand) en schulden opbouwen; of in een slecht huis intrekken met hoge stookkosten en gezondheidsproblemen door vocht. Of je kan het simpel houden … zoeken buiten Gent.

Een tekort aan aanbod dus. Een tweede punt: de verdeling van de middelen en de bevoorrechting van de eigenaars.

Nog een paar cijfers: van die 110 000 wooneenheden worden ongeveer de helft bewoond door eigenaars, de andere (kleinste) helft zijn huurpanden. Van de ongeveer 50 000 huurpanden, zijn er 14000 sociale huurwoningen. Dit zijn typisch grootstedelijke cijfers. In meer landelijke gebieden in Vlaanderen stijgt het eigenaarspercentage naar 4 op de 5 huizen. 

Vlaanderen/België heeft de afgelopen periode erg ingezet op het vergroten van het aandeel eigenaars. Waar in de jaren 60 er een verhouding van één eigenaar tegen 1 huurder stond, is dit op 50 jaar wel heel erg veranderd. Eén van dé redenen daartoe is het ‘belastingsvoordeel’ . Wist u dat een gemiddelde eigenaar vandaag ongeveer 40 000 € toegestopt wordt door de overheid om haar/hem te helpen eigenaar te worden. Een private huurder ontvangt : niks (of onder heel uitzonderlijke voorwaarden). Hij bouwt geen kapitaal op, hij betaalt en ontvangt niets. 

Daarenboven … bijna alle premies die er bestaan worden uitgereikt aan eigenaars. In de oude Gentse stadswijken is  1 op de 3 woningen in slechte of heel slechte staat. Stadsvernieuwingspremies zijn klein en veronderstellen eerst een eigen inbreng, eerst uitvoering van de werken en dan – na afloop van de werken – een bescheiden premie. Het beleid wil mensen een ‘broodje’ als lunch en ondersteuning bieden. Wie even door die wijken loopt, weet dat een ‘broodje’ niet veel arme gezinnen zal bereiken. Zij hebben geen grote ‘spaarpot’ en kunnen dus niet voorschieten. De kosten aan hun slechte huizen zijn bovendien zo groot dat 3000 of 5000 € hen weinig helpt. Voor middenklassegezinnen is het meestal het verschil tussen een jaar met of zonder reis.  Wie wordt geholpen en wie niet?

O ja, er is ook de sociale huisvesting, en inderdaad, hier wordt ‘groot’ geld voor uitgetrokken. En zeker hier, nog steeds veel te weinig, met wachtlijsten die dit jaar opliepen tot 120 000 mensen, 15000 meer dan vorig jaar. In Gent is er een wachtlijst van 7 000 tot 10 000 mensen. Gemiddelde wachttijd voor een woning: tussen de 3 à 4 jaar. Een gezin met vier of meer kinderen zit snel aan 10 of meer jaar wachten. Als er dan nog kinderen ‘in huis zijn’.

Hoe kan het anders ? Vier aanzetten.

Op beleidsvlak

* Moeten we niet durven denken de woonbonus, of de belastingaftrek, te verminderen of af te schaffen, of af te schaffen voor de hoge inkomens. Onderzoek toont trouwens aan dat net die belastingaftrek een prijsopdrijvend effect heeft op de markt. Dit uit de markt halen zou de prijzen net kunnen laten dalen voor alle mensen. 

* Moeten we niet aan ander soorten premiesystemen denken? Zo werkten we, in samenwerking met het OCMW van Gent  – in een project in de Dampoortwijk – een nieuw soort ondersteuning uit. Noodkopers konden 30 000 € gebruiken om hun slechte woning op te knappen. De 30 000 € worden terugbetaald bij verkoop van de woning. Een op maat aangedragen oplossing. Eén waarvan mensen ook fier zijn dat ze ‘niets krijgen’. ‘Uiteindelijk betaal ik alles terug, maar wordt ik wél nu geholpen. Een systeem dat veel geld kost, maar ook eentje dat slim investeert. Middelen komen terug en kunnen later voor eenzelfde doelgroep nogmaals gebruikt worden. Zo zet je een rollend fonds op dat een probleem aanpakt  ipv geld aan individuen te geven. Niet langer een ‘broodje’ geven, maar een ‘vislijn’ aanbieden, een instrument dat gebruikt kan worden door velen en velen van eten zou kunnen voorzien.

* ‘Tiny Houses’ of kleine huisjes. Een student van 19 jaar werkt aan een ‘klein verplaatsbaar’ huis. Mits er zelf aan te werken kan je het maken voor 20 000 €. Een open deurdag te Gent verzamelde uit het niets meer dan 300 mensen! Jonge mensen weten dat ze niet meer zo groot zullen kunnen wonen. Ze willen ook niet een gans leven vasthangen aan hoge schulden. Ze willen anders, meer samen, kleiner, minder. Een grond als persoonlijk goed, als basis van mijn rijkdom? Of inzetten op gemeenschapsgrond? Waar we samen zorg voor dragen en rechten op hebben?

Een laatste aanzet is er één op persoonlijk vlak, van inzet. Zo onthoud ik de ondersteuning van vrijwilligers bij het zoeken naar een woonplaats van vluchtelingen. Zonder het durven aanspreken van het eigen netwerk, een misschien hopeloze zaak. Maar net in het persoonlijk engagement kan ieder verschil maken. 

Oplossingen voor wonen aanreiken is moeilijk. Hard werk. Er is weinig wit of zwart en heel veel grijs. Zoals steeds gaat het over keuzes. Wie heeft, wie krijgt? Wie weet dat hij niet krijgt ? Wie weet dat hij krijgt?

Lied: Lied tegen de nieuwe armoede

Er schreeuwt een mens, onrecht,
de schreeuw van de hongersnood.
Er werd op hoog gezag besloten
een deel der mensheid hoeft geen brood.
Opdat wie rijk is rijk kan blijven
wie heeft, hem wordt gegeven, onrecht
de rest mag dood

Dit is jouw uur, onrecht,
geen god die nog hoger scoort.
Je hebt al haast de hele wereld,
alleen nog niet het laatste woord.
Dat staat met licht geschreven in de geesten
van mensen, niet van beesten, onrecht,
en dat plant zich voort.

Inleiding tot vrije inbreng

Armoede maakt als sinds de mensengeschiedenis lang is deel uit van het menselijk bestaan. Het lijkt hopeloos de armoede te keren. En toch slagen mensen erin het geloof op te brengen om steeds opnieuw in te gaan tegen armoede en de mensonwaardigheid die armoede met zich brengt.

Ook onder u in deze gemeenschap blijft dit geloof leven.

Diegene onder u dit dit wenst nodig ik uit om even aan te geven welke bezieling je drijft om in jou inzet te volharden.

Inleiding op tafelgebed

Laat ons dan aan tafel gaan.

Brood en wijn delen samen rond een tafel: niets beeldt reëler ons verlangen uit dat wij samen deel hebben aan de schepping die ons is toevertrouwd. Niets is reëler om het leven te vieren. En hoe sterk was het appèl van Jezus om mensen die als minsten gerangschikt staan in de samenleving, bij dit gebeuren centraal te stellen.

Laat ons dan ook rond deze tafel brood en wijn delen en vandaag in onze gedachten laten binnentreden alle mensen in onze stad en daarbuiten, gekend en ongekend, die getekend zijn door het tekort en de armoede.
Laat ons tevens in gedachten brengen alle mensen die blijvend bezig zijn, dag in dag uit, met voedselbedeling, met bedeling van kleding, met tweedehandswinkels, met huisbezoek, met opvang van allen die zich bevinden in de put van de thuisloosheid en dakloosheid. Laat ons hier aanwezig weten alle mensen die ons door hun bezig zijn de wereld in armoede niet doen vergeten.

En denken wij aan de mensen uit onze gemeenschap die hier niet kunnen zijn. En denken wij aan onze lieve doden. En denken we ook aan al die Gentse stadsgenoten die naamloos en ongekend door de stadsdiensten begraven werden.

Onze Vader

Vredeswens

Mensen omgeven met hoop die door hun levensomstandigheden wanhopig geworden zijn : het blijft onze opdracht, die we aankunnen met een hart vol vrede in onszelf. Die vrede kunnen wij hier aan elkaar schenken als het brood en de wijn dat wij zullen delen. De vrede die ons is toegezegd zij dan ook met u allen.

Communie

Slotlied: de tafel der armen…