Welzijnszorg over wonen… (advent 1)

Dominicusviering van zondag 28 november 

Waakzaamheid… (reeks wonen, Advent 1)

 

Welkom in deze viering. We vormen gemeenschap rond deze tafel van breken en delen, rond oude woorden die toch telkens nieuw blijken te zijn, rond elkaar met onze vreugden en zorgen.

Bedenk even hoe lang we dit al doen, volgend jaar 40 jaar! Denk even aan al die gezichten die in KUC/Dominicus voorbij zijn gekomen, hebben gevierd dat de droom van een rechtvaardige wereld niet kapot te krijgen is.

Denk even aan de duizenden en duizenden die het voor ons deden, waar ook ter wereld. Het is een oud spoor waarin we lopen, we zijn niet alleen met die droom. Dit huis vol mensen, weet jij wie het zijn, ik mag het hopen. Heb jij ons geteld, ken jij ons bij name? Dan ben je de Ene, de enige…

Laten we daarom de Paaskaars en de eerste Adventskaars aansteken, dat gebaar vat het voor ons samen. Het zijn kleine vlammen, maar een klein beetje licht kan al duisternis verdrijven. En het Paaslicht is een licht met zo’n lange geschiedenis. Waarom zou er dan geen toekomst zijn?

Lied: Dit huis vol mensen

Dit huis vol mensen, weet Jij wie het zijn?
Ik mag het hopen.
Heb Jij ons geteld, ken Jij ons bij name?
Dan ben Je de enige.

 

Over thema WONEN van Welzijnszorg, het Adventsbord en waakzaamheid

Ja, Hij kent ons bij name! Hij wil ons geborgenheid en een tedere omarming bieden. In de groene adventskrans herkennen we het beeld van deze tedere omarming. In de adventskrans herkennen we zo onze droom die ook Gods droom is. In de adventskrans zien we het beeld van een wereld die iedereen binnen-sluit, niemand discrimineert of buiten de kring plaatst. Zo raken we de kern van de adventsactie van Welzijnszorg. God is deze droom zo genegen, dat Hij mens is willen worden, dat Hij tussen ons wil wonen. God wil immers dat we ‘leven’, en dat in een leefbare samenleving voor iedereen. Dat drukken de kaarsen uit op onze adventskrans. Zondag na zondag wordt de omarming warmer en wordt zijn aanwezigheid meer zichtbaar.

Bidden we:

God,

Gij tekent voor ons een nieuwe wereld

van solidariteit en vrede uit,

Gij tekent voor ons de krijtlijnen

van uw grote plan voor mens en wereld,

en Gij nodigt ons uit om daaraan te werken.

Laat dan niet toe dat wij blijven vastzitten

in ons eigen wereldje van zelfgenoegzaamheid.

Open onze ogen en maak ons waakzaam.


Het thema van WWZ is dit jaar ‘Krijtlijnen voor een leefbare samenleving‘. Daarom zullen we als ondersteuning van de rode draad in de adventsvieringen ook het schrijfbord gebruiken. De eerste week klinkt de oproep om waakzaam te zijn. God kan pas geboren worden in een wereld waarin mensen samen sleutelen aan gerechtigheid.

Zolang we ‘wonen’ niet als recht maar als een gunst beschouwen hebben we absoluut niet voldoende gesleuteld en blijft het leven voor veel mensen ONLEEFBAAR  (zie affiche WWZ)

Na de campagne van 2020 weten we dat het recht op wonen vooral een fictief recht is.

Er zijn sociale woningen, maar veel te weinig. Er zijn huursubsidies, maar veel te weinig. Dat gebrek aan goede, betaalbare woningen maakt dat het drummen is op de woonmarkt. Schaarste betekent concurrentie, en concurrentie zorgt voor uitsluiting en discriminatie. Daar wordt zoemt de WWZ-campagne op in. Op die moeilijke weg, een weg met drempels en obstakels. Drempels rond moeilijk toewijzingsregels; discriminatie waardoor mensen geen kans maken op een woning. Uitsluiting van mensen die geen vaste verblijfplaats hebben en dus dak- of thuisloos zijn. De uitsluiting is soms heel actief en bewust, letterlijk de deur in iemands gezicht slaan. Dat keer op keer meemaken maakt moedeloos! Is onleefbaar! Ook de woningen waar mensen dan wel in terecht komen, als slachtoffers van huisjesmelkers, zijn onleefbaar. Uit huis gezet worden met vier kinderen. Onleefbaar! Keer op keer smoesjes horen van zodra je familienaam valt of ze je huidskleur zien. Onleefbaar! Geen plaats in de nachtopvang en dan maar op straat moeten slapen. Onleefbaar! Een sociale woning niet kunnen weigeren, ook als de kinderen dan een uur te voet naar school moeten. Onleefbaar!

Het huidig woonbeleid garandeert het recht op wonen niet.  Met deze campagne wil WWZ nogmaals duidelijk drempels en obstakels blootleggen om zo te komen tot een beter woonbeleid.

We krijgen 4 weken de tijd om nog eens grondig na te denken over waar we mee bezig zijn, waar we accenten leggen in ons leven. Gebeuren er dingen rondom ons die we stilzwijgend laten gebeuren?Zwijgen we over de toenemende kloof tussen arm en rijk, ook hier bij ons? Laat het ons onverschillig dat er veel te hoge huurprijzen gevraagd worden voor versleten woningen?

Dat is waakzaam zijn, dat is uitkijken naar de wederkomst. Natuurlijk de problemen zijn complex en oplossingen zijn nooit simpel. Alles op zijn beloop laten, is ook geen christelijke houding.  

 

 Bidden we:

God,

help ons om in deze periode van de advent

echt naar Jezus uit te kijken.

Hij die zo weerloos en kwetsbaar was als een kind,

maar ontzettend groot

in zijn aandacht voor arme,zieke en uitgesloten mensen.

Laten wij de kracht vinden

om zijn voorbeeld na te volgen,

tot welzijn van ieder mensenkind.

 

 

Lied Ik zal in mijn huis niet wonen

Ik zal in mijn huis niet wonen,
ik zal op mijn bed niet slapen,
ik zal mijn ogen niet dicht doen,
ik zal niet rusten, geen ogenblik,
voordat ik heb gevonden:

een plek waar Hij wonen kan,
een plaats om te rusten voor Hem
die God is, de enige ware.

Ik zal in mijn huis niet wonen,
ik zal mijn ogen niet dicht doen,
ik zal niet rusten, geen ogenblik,
ik mag versmachten van dorst,
tot ik gevonden heb:

een plek waar de doden leven
de plaats waar recht wordt gedaan
aan de verworpenen der aarde.

 

 Bijbelfragment en commentaar 

Advent wijst op wat moet komen, wacht op wat moet komen. Ik heb wachten altijd een levensconditie gevonden. Ik weet wel dat deze tijd niet meer wil wachten, alles moet stante pede gebeuren, nu, onmiddellijk, ogenblikkelijk gebracht, opgelost, gearrangeerd. Maar ik heb altijd gedacht dat het leven zo niet in elkaar steekt: je moet maar wachten hoe je kinderen zullen zijn, hoe ze zullen opgroeien; je moet maar wachten hoe je eigen leven zal verlopen, wie je vindt of niet vindt als partner, hoe die relatie zal zijn, of je werk morgen nog bestaat, of je moeder niet veel te vlug zal sterven, of je zelf niet zwaar ziek zult worden, of je met winst of verlies kunt omgaan, wie er zal zijn om je te helpen of niet zal zijn, wie je arm zal vasthouden, wie bij je sterfbed zal zijn. In dat hedendaagse geloof in zelfverwezenlijking, daar geloof ik niet zo in…

Daarom denk ik dat de advent veel dieper gaat dan wachten op het komende kerstfeest. Advent drukt een levensvisie uit: dat geboorte blijft komen, dat geloof in levenskracht blijft komen, zelfs in de meest schamele omstandigheden. Kerstmis is een credo: ik geloof dat begin telkens weer mogelijk is, dat leven sterker is dan vernietiging. Advent is de tijd om dat diepe verlangen in ons weer meer naar boven te halen, weer meer bewust te worden, weer meer uit te stralen. Advent is de tijd om beter te leren beseffen dat al die kleine daden van zorg dragen, van aandacht en bemoediging, van voedsel delen in zovele vormen, zowel lichamelijk als geestelijk, dat al die kleine daden de duisternis overwinnen, weer toekomst zaaien.

Vandaag is dat credo, die levensvisie van krachtig verwachten, belangrijker dan ooit. Want we leven in een tijd waarin voor veel mensen het wachten zwaar wordt. Soms te zwaar. Sommigen wachten op het einde van corona, het einde van hun isolement. Maar er zijn er ook die in angst wachten op de nakende ondergang van de wereld. Er is wanhoop in veel wachten, vandaag.

Daarom doen we, wat we elke week doen: we zoeken inspiratie in het Oude boek. We nemen even de bijbelfragmenten die de officiële kerkliturgie voor vandaag voorschrijft. Daar lees ik de volgende woorden in de profeet Jeremias:

“De tijd komt, zegt Jahweh, dat ik de belofte vervul die ik Israël en Juda heb gedaan. In die dagen, in die tijd, schenk ik aan David een wettelijke afstammeling, die het land rechtvaardig en eerlijk besturen zal. In die dagen wordt Juda gered en is Jeruzalem veilig. En de stad zal heten: Jahweh, onze gerechtigheid” (Jer. 33, 14-16)

Wat we hier lezen vind ik straf: tegen alle ellende van de deportatie, tegen de tegenwerking en vervolging die hij ervaart, tegen zijn eigen schuchtere stille karakter in, spreekt Jeremias hier hoop uit op toch een samenleving van gerechtigheid. Dat wil zeggen: rechtvaardigheid en eerlijkheid voor iedereen, ook voor wie daar niet voor kan opkomen, wie te zwak is, of te stil zoals Jeremias. Ignace sprak over die gerechtigheid een aantal vieringen geleden nog sterke woorden. En hoe zal dat gebeuren, zegt Jeremias? Door een kind. Door een nieuw begin, dat begint te groeien en te bloeien, en vrucht zal dragen, veel vruchten.

Wat een verschil met het andere officiële evangeliefragment van deze zondag. We schrokken, toen Mieke en ik het lazen tijdens de voorbereiding. Lucas dondert een ondergangsvisioen over ons uit:

“Er zullen tekenen zijn aan zon, maan en sterren en op aarde zullen volkeren in angst verkeren, radeloos door het gebulder van de onstuimige zee. De mensen zullen het besterven van schrik, in spanning om wat de wereld gaat overkomen.”

Geen tekst die we hier elke week lezen… 😉 Maar ook daar zitten de andere tekenen, die van de hoop: Lucas eindigt Jezus’ doemwoorden met een merkwaardige vergelijking:

“Kijk naar de vijgenboom en alle andere bomen: zodra ze uitlopen, weet ge vanzelf, als ge dat ziet, dat de zomer in aantocht is.”

Net zoals bij Jeremias komt het nieuwe begin hier van iets kleins. En misschien betekent het volgende ook iets: voor de doemwoorden over de ondergang van de wereld plaatst Lucas het evangeliefragment van arme weduwe en haar kleine bijdrage aan de tempel. Zij heeft het meest van allen gegeven, zegt Jezus, en hij is geroerd. Ondergang tussen twee kleine tekenen van hoop…

We wachten al zo lang op dat Rijk van God, op die gerechtigheid. Soms tot wanhoop toe. Maar er is een nieuw verbond gesloten, zegt de Bijbel, zegt het evangelie: een verbond van het hart. Je vindt het niet beter uitgedrukt dan in de volgende passage van Jeremias, enkele hoofdstukken eerder dan het fragment dat ik voorlas over de vervulling van de belofte: “Ik schrijf mijn wet in hun binnenste, ik schrijf mijn wet in hun hart.”

Dat is de waakzaamheid die we kunnen oefenen in de advent: dat ons hart blijft kloppen voor de Belofte ooit gedaan, dat ons hart blijft geloven dat het kleine het grote kan keren. Ooit is het gezegd, en het gebeurt elke dag door zovelen handen en voeten, door zoveel stemmen en ogen. Laten we meedoen…

 

Tafeldienst

 Allen nu welkom rond de tafel. De tafel van mensen die hun eigen zoeken naar geluk laten doorkruisen door het gelaat van de vreemde, kwetsbare en gekwetste mens. Een tafel waar we allen genodigd zijn, waar elkeen gehoord en gezien mag worden en tot haar recht mag komen. Rond deze tafel voeden we onze honger naar vrede en onze dorst naar liefde. Zo gedenken we het laatste avondmaal van Jezus. Verbonden met allen die lijden aan onwaardige verhoudingen, waar ook ter wereld. Verbonden met allen die opstaan tegen onrecht, waar ook ter wereld. Verbonden met allen die strijden om menswaardigheid met bekende on onbekende tochtgenoten, waar ook ter wereld.

Verbonden met allen van wie we onderweg afscheid hebben genomen, onze lieve doden.

 

 

Blijf verbonden met de gemeenschap van Dominicus Gent:
via de nieuwsbrieven: https://www.dominicusgent.be/nieuwsbrief/
via Facebook ( https://www.facebook.com/Dominicus-Gent-324436994242688/)
Abonneer u nu op ons Youtube-kanaal ( https://www.youtube.com/channel/UCBCXMCRb0cNw8Dd3tMc9elQ)

Indien u meent dat voor een bepaald object het auteursrecht van de auteur of zijn/haar erfgenamen, of het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met ons zodat de situatie kan worden rechtgezet.