Luisteren en uw gedacht zeggen… (synodale kerk 3)

Dominicus Gent

Viering van zondag 21.11.2021

Luisteren en uw gedacht zeggen…
(Synodale kerk 3)

 

Dit is de laatste viering in een reeks van drie over hoe we met Dominicus Gent kunnen participeren aan het synodaal proces dat door de Katholieke kerk sinds midden oktober in gang werd geschoten. En die oproep klinkt als volgt: “Het is tijd om anderen in de ogen te kijken en te luisteren naar wat ze te zeggen hebben, om een band op te bouwen, om gevoelig te zijn voor de vragen van onze zussen en broers. Om ons te laten verrijken met andere charisma’s, roepingen en taken. Echte ontmoeting vormt ons om en schept kansen.”

Gaan we met Dominicus Gent in die dialoog staan? Of kijken we toe vanaf de zijlijn? Nemen we deze oproep op van harte of van smarte? Of we in dialoog gaan met kerk en samenleving? Hoe we belangrijke verschillen in visie, conflicten en moeilijkheden kunnen aanpakken? Hoe we samenwerking met kerk en samenleving kunnen aanpakken? Wat we kunnen leren uit de dialoog en gedeelde inzet met andersdenkenden?

Met Dominicus Gent hebben we een andere koers gevonden. We hebben een transitie doorgemaakt. En we willen die knelpunten ook wel degelijk benoemen. Zoals onze praktijk in voorgaan, de rol van leken en toegewijde vrouwen en mannen, onze afkeer van ambtelijk solowerk…  Maar we willen ons daarin ook niet afzonderen.

Deze viering gaat over luisteren en ook over ons gedacht zeggen. Dat zijn twee basishoudingen die een dialoog mogelijk maken. We willen ons in deze viering daarover bezinnen door te luisteren en te begrijpen hoe Jezus dat deed. En ook door te bidden, te zingen en te bezinnen.

Dat doen we steeds opnieuw door licht en inspiratie in ons midden te brengen. We steken de paaskaars aan. ‘Ik zal er zijn’ is onder ons.
 

LIED

Dat wij als wachters  
Refrein: Dat wij als wachters op de muren zijn,
Geroepen om het zwijgen te verbreken,
Een klein begin van opstanding, een teken

Nog heerst verhuld de slavernij van man en macht:
Een maatschappij die in haar schild het onrecht voert
Van leven dat wordt ingesnoerd.
Maak God, om Christus’ wil ons vrij.

Nog heerst een ongelijk gevecht:
De sterke die zijn wil oplegt
Aan de verliezer, op dood spoor
Gaat hij verarmd de dagen door.
God, wie verschaft de zwakke recht?

Nog wordt het gouden kalf vereerd
Van nooit genoeg en altijd meer.
Maar schrijnend is het tegendeel
De rekening voor ons te veel.
God, zegen wie het onrecht keert.

Nog zucht de schepping doodsbenauwd,
Aan onze zorgen toevertrouwd.
Het spansel rond de aarde barst,
Door mensenhanden aangetast.
Bekeer ons, God tot haar behoud.

Nog houdt de kerk uw naam verdeeld:
Wij maken ons van U een beeld,
Gesneden uit ons eigen hout,
Wij zoeken in onszelf behoud.
O, God, geef dat uw Geest ons heelt.

T: René van Loenen M: Kees Schuurman

 

Bijbellezing
Jezus en de Samaritaanse vrouw (Johannes 4, 1-42)

Zodra de Heer te weten kwam dat de Farizeeën vernomen hadden dat Hij meer leerlingen maakte en doopte dan Johannes, – hoewel Jezus niet zelf doopte, maar zijn leerlingen –, verliet Hij Judea en ging weer naar Galilea. Hij moest door Samaria en kwam zo aan een stad van Samaria, Sichar genaamd, dichtbij het stuk grond dat Jakob aan zijn zoon Jozef had gegeven. Daar bevond zich de bron van Jakob en vermoeid van de tocht ging Jezus zomaar bij deze bron zitten. Het was ongeveer het zesde uur. Toen een vrouw uit Samaria water kwam putten zei Jezus tot haar: “Geef Mij te drinken.” De leerlingen waren namelijk naar de stad gegaan om levensmiddelen te kopen. De Samaritaanse zei tot Hem: “Hoe kunt Gij als Jood nu te drinken vragen aan mij, een Samaritaanse?” Joden onderhouden namelijk geen betrekkingen met de Samaritanen. Jezus gaf haar ten antwoord: “Als ge enig begrip had van de gave Gods en wist wie het is, die u zegt: Geef Mij te drinken, zoudt ge het aan Hem hebben gevraagd en Hij zou u levend water hebben gegeven.” Daarop zei de vrouw tot Hem: “Heer, Ge hebt niet eens een emmer en de put is diep; waar haalt Ge dan dat levende water vandaan?
Jezus antwoordde haar: “Iedereen die van dit water drinkt, krijgt weer dorst, maar wie van het water drinkt dat Ik hem zal geven, krijgt in eeuwigheid geen dorst meer; integendeel, het water dat Ik hem zal geven, zal in hem een waterbron worden, opborrelend tot eeuwig leven.” Hierop zei de vrouw tot Hem: “Heer geef mij van dat water, zodat ik geen dorst meer krijg en niet meer hier behoef te komen om te putten.”

 

Eerste overweging 

Het is algemeen geweten dat luisteren de beste basishouding is om een goed gesprek te voeren. Maar als drempel voor de ander wat te hoog is kan een geschikte openingszin wel helpen om het gesprek op gang te brengen. En dat wil Jezus doen. Hij neemt het eerste woord… Het klinkt nogal rechttoe rechtaan: “Geef mij te drinken” Of dat de ideale openingszin is voor een ontmoeting met een knappe vrouw aan de toog weet ik zo niet. Ik dacht eerder aan iets in de zin van: “Hoi, wie ben jij? Ik heb jou hier nog nooit eerder gezien. Zo’n leuke vrouw zou ik me echt wel herinneren.” Maar neen… “Geef mij te drinken”. OK dus, elk zijn stijl. In de tijd van Jezus kan dat misschien wel charmant geklonken hebben. Jezus krijgt geen klap in het gezicht. Er wordt een dialoog opgestart.

Een tweede belangrijk aspect in een goede dialoog is uw gedacht te zeggen. Zowel Jezus als de Samaritaanse hanteren een vrije, directe en authentieke stijl. Klinkt het niet, dan botst het…
“Geef Mij te drinken.”
“Hoe kunt Gij als Jood nu te drinken vragen aan mij, een Samaritaanse?”
“Als ge enig begrip had van de gave Gods Hij zou u levend water hebben gegeven.”
“Heer, Ge hebt niet eens een emmer en de put is diep”

Het zou zo uit een basiscursus voor dialoogbegeleiders kunnen komen. Ik citeer uit zo’n website met een cursusaanbod: “Een dialoog is een open gesprek, waarin uitwisselen van ervaringen centraal staat. Je luistert naar elkaar en stelt je oordeel uit. Door nieuwsgierig te zijn leer je nieuwe perspectieven kennen en verrijk je je blik op de wereld.” Met daaronder een flashy knop: Klik hier om in te schrijven of voor meer informatie…

De dialoog tussen Jezus en de Samaritaanse is in elk geval een pleidooi voor een grensoverschrijdende dialoog. In dialoog gaan houd in dat er grenzen worden overschreden. Dat grensoverschrijdende wordt op een mooie manier uitgelegd op de Thomas-website van de KU-Leuven. Er worden vier grenzen overschreden. Een sociale, een ethische, een etnische en een godsdienstige grens.
– Allereerst stapt Jezus over een sociale grens heen: in die tijd is het ongepast dat een man en een vrouw in het openbaar met elkaar in gesprek zijn.
– Vervolgens stapt Hij over een ethische grens heen: Jezus knoopt een gesprek aan met een vrouw, van wie iedereen weet dat zij liederlijk leeft. Zij staat bekend als een femme fatale.
– Daarna stapt Hij over een etnische grens heen: deze vrouw is een halfbloed (half Jood half heiden) en Jezus is een volbloed Jood.
– Ten slotte stapt Hij over een godsdienstige grens heen: Samaritanen bidden op de berg Gerizim, terwijl Jezus op weg is naar Jeruzalem om daar het Paasfeest te vieren.

Jezus stapt steeds recht op de man of de vrouw af. Dat is een basisattitude. Hij sluit groepen in de samenleving niet uit. Hij doet een ernstige poging om met mensen contact te maken. Jezus neemt het initiatief voor het gesprek met de Samaritaanse vrouw. Hij gaat de uitdaging aan.
Dat is een oproep die we ter harte kunnen, mogen, moeten nemen. Recht op de man af. Niemand uitsluiten. Over grenzen heen stappen. Contact maken. Het initiatief nemen. Het is een oproep om met Dominicus Gent in dialoog te gaan met elkaar, met de kerk, met de maatschappij. We willen luisteren, maar we zeggen ook graag ons gedacht. Kritisch en oprecht.

Paus Franciscus stelt dat het doel van een Synode niet de productie is van een aantal documenten, maar “het kiemen van dromen, het opwekken van profetieën en visioenen, het openbloeien van hoop, het stimuleren van vertrouwen, het verzorgen van kwetsuren, het weven van relaties, het leren van de anderen, het scheppen van een positieve verbeelding die de geesten verlicht, de harten verwarmt en de handen nieuwe kracht geeft.”
Dialoog kan alleen via ontmoeting. Ontmoeten kan op vele manieren. Het is een opdracht om ontmoeting mogelijk te maken. Daarom is de oproep voor een synodale dialoog zo fundamenteel. Ik herhaal de oproep van bij de opening van de viering: “Het is tijd om anderen in de ogen te kijken en te luisteren naar wat ze te zeggen hebben, om een band op te bouwen, om gevoelig te zijn voor de vragen van onze zussen en broers. Om ons te laten verrijken met andere charisma’s, roepingen en taken. Echte ontmoeting vormt ons om en schept kansen.”

Dat durven we hopen. En misschien kijken we daar ook naar uit. Kunnen we daar als gemeenschap iets meer mee doen? En hoe we dat doen? Het is een open vraag die hengelt naar een concreet antwoord.
Hoe kunnen we ontmoetingen faciliteren? Zowel offline als online. Wellicht is het belangrijk om waterputten te bouwen. Plekken van ontmoeting. Zo’n waterput is een plek van ontmoeting. En dan een geschikte openingszin verzinnen. In dialoog gaan. Ons gedacht zeggen. Dat proberen we in elk geval via ons nieuwe Dominicusproject “Bijlichten” waarmee we online waterputten willen bouwen. Openingszinnen aanreiken. Ervaringen delen. Om een verhaal zoals de ontmoeting met de Samaritaanse mogelijk te maken. Vooral het einde van die ontmoeting is belangrijk. Laten we daar nog eens naar luisteren.

“Geef Mij te drinken.”
“Hoe kunt Gij als Jood nu te drinken vragen aan mij, een Samaritaanse?”
“Als ge enig begrip had van de gave Gods Hij zou u levend water hebben gegeven.”
“Heer, Ge hebt niet eens een emmer en de put is diep”
“Wie van het water drinkt dat Ik hem zal geven, krijgt in eeuwigheid geen dorst meer”
“Heer geef mij van dat water, zodat ik geen dorst meer krijg
“Ga uw man roepen en kom dan hier terug.”
“Ik heb geen man. Ik heb er vele gehad”
De vrouw liet haar waterkruik in de steek, liep naar de stad terug en zei tot de mensen: “Komt eens kijken naar een man, die mij alles heeft verteld wat ik gedaan heb! Zou Hij soms de Messias zijn?” Toen verlieten zij de stad om naar Hem toe te gaan…
Jezus en de vrouwen. Het is een mooi verhaal. Zuster maak mij zichtbaar.

Daarover zingen we. 

Lied
Zuster maak mij zichtbaar – Kaft 6

Zuster, maak mij eind’lijk zichtbaar,
Noem vandaag mijn oudste naam,
Noem mij wijze noem mij vrouw
Laat de poorten opengaan.

Zuster, kom op uw verhaal,
Leg uw leven in uw woord,
Zoveel is verkeerd gegaan,
Omdat men u niet hoorde.

Zuster, krom hebt gij gestaan,
Richt u op en roep uw wet
Laat mij uit uw mond verstaan:
Uw geloof heeft u gered.

T: Aleidis Dierick M: Berre van Thielt

 

Uit het evangelie volgens Marcus 7,24-30
Jezus ging naar het gebied van Tyrus.
Hij nam zijn intrek in een huis en wilde niet dat iemand het te weten kwam, maar Hij kon niet onopgemerkt blijven. Maar meteen toen een vrouw, van wie het dochtertje in de macht was van een onreine geest, van Hem hoorde, ging ze naar Hem toe en wierp zich voor zijn voeten. De vrouw was een Griekse, afkomstig uit Syro-Fenicië. Ze vroeg Hem de demon uit haar dochter te drijven. Hij zei tegen haar: ‘Laat eerst de kinderen volop te eten krijgen, want het is niet goed om het brood van de kinderen te nemen en het aan de hondjes te geven.’ Ze had hierop een weerwoord: ‘Heer, ook de hondjes onder de tafel eten van de kruimels van de kleintjes.’ Hij zei tegen haar: ‘Omdat u dit zegt: ga maar terug, de demon is al uit uw dochter weg.’ Ze ging naar huis, waar ze haar kind in bed vond, terwijl de demon verdwenen was.

 

Tweede overweging 

Luisteren en dialogeren. Het thema van deze viering. Het verhaal dat we net hoorden is er een mooie illustratie van. Ongeveer 2000 jaar geleden werd dit verhaal neergeschreven over een vrouw van vreemde origine (Griekse) die Jezus, een jood, opzoekt en hem vraagt haar dochter te genezen van een ziekte die ze benoemd als een demon. Het is gissen waar die demon voor staat, maar het zal wel een ziekte geweest zijn waar men niet mee te koop loopt, misschien een psychische aandoening.

Ze spreekt Jezus aan op een ogenblik dat hij rust zoekt. Hij wil in een huis verblijven, staat er in de tekst en wil niet dat de mensen dit weten en wenst niet gestoord te worden. We kunnen raar opkijken bij deze zin. Jezus die we als superpersoon aanzien is aan rust toe. Heeft Hij misschien een burn-out of is hij overwerkt?

De vrouw trekt zich daar niks van aan, haar nood is groot, en ze werpt zich voor Jezus voeten, ze stelt zich heel nederig op. Daar begint een conversatie die je niet onmiddellijk van Jezus verwacht. Hij luistert wel maar wil haar wegsturen want zegt Hij:’ Laat de kinderen eerst volop te eten krijgen, want het is niet goed om het brood van de kinderen te nemen en het aan de hondjes te geven.’ Als jood bedoelt hij met de kinderen natuurlijk de joden, de hondjes zijn dan de niet-joden en de heidenen.
De vrouw is niet bepaald onder de indruk van zijn antwoord want ze geeft tegenwerk door te zeggen: “Heer, ook de hondjes onder de tafel eten van de kruimels van kleintjes’” Daarmee bedoelt ze dat niet-gelovigen of mensen van andere origine ook noden kennen. Hij is door dit antwoord over de streep getrokken en zegt haar: ’Ga naar huis, je dochter is genezen’.

Luisteren en dialogeren zijn heel belangrijk als je iets wilt bereiken en al ben je het niet altijd met de ander eens, toch mag je met respect je eigen mening zeggen.

Mensen uiten vandaag ook gemakkelijk hun mening, of er altijd met volle aandacht geluisterd wordt kan men in twijfel trekken en of men een positief antwoord geeft op je vraag is niet altijd zeker.
Hierbij denk ik aan de klimaatconferentie in Glasgow die vorige zondag eindigde met een flauw akkoord onder de verschillende landen. Had men niet genoeg betoogd, samengekomen, overlegd en zijn mening over het terugdringen van de temperatuursverhoging met 1,5 ° verkondigd? Ik denk het niet. Greta Thunberg, Anuna De Wever en velen met hen hebben hun stem laten horen. “Politici, machtige mensen neem jullie verantwoordelijkheid in handen, denk eens niet puur economisch en winstgevend, negeer het touwgetrek van machtige lobby’s om de vooropgestelde maatregelen niet goed te keuren”. Heeft men geluisterd, gedialogeerd? Ik denk het wel maar we moeten nog altijd toegeven dat er mensen zijn die harder aan de touwtjes trekken dan de mensen met inzicht in de problemen bij de klimaatopwarming. Waren wij allemaal wel wakker geschud, indien deze jonge eigentijdse profeten niet waren opgestaan om de mensen bewust te maken van het probleem?
 
Al deze uitleg om te komen tot het doel van het synodaal overleg. Dit woord is afgeleid uit het Grieks van sun (samen) en hodos( weg). Is Jezus de weg, waarheid en leven. Christenen zijn mensen van de weg. Als christenen kunnen wij ook onze stem laten horen. Een synodaal overleg heeft alleen maar zin als we samen onderweg gaan. Elke gemeenschap kan nu vertellen welke kerk ze vertegenwoordigen, hoe ze zich nu voor het ogenblik voelen in hun kerk, hoe ze naar de toekomst kijken voor hun kerk. Hoe wij Gods droom voor een rechtvaardige wereld in gerechtigheid kunnen realiseren. Zoals de Syrisch-Fenicische vrouw kritisch was voor Jezus, zo zouden wij als gemeenschap ook kritisch moeten staan tegenover de kerk die we willen zijn voor morgen.
Onszelf bevragen, luisteren naar de gevoelens en mening van de ander, dialogeren en conclusies neerschrijven die dan doorgestuurd kunnen worden naar de bisschop. Deze antwoorden en suggesties worden dan doorgegeven aan Rome waar paus Franciscus en zijn experten zich kunnen buigen over de vele dromen, de hoop en de liefde die ze nog voelen om In Jezus te geloven en zijn kerk.
Ook binnen Dominicus zouden wij graag deze vraagstelling bespreken en aan jullie wordt gevraagd of we aan dat synodaal overleg willen deelnemen?

 

Lied

Tekenen van hoop 

Als hier of daar een vrouw wordt opgericht
En zich, rechtop gekomen warmt in licht,
Wordt weer een stukje schepping afgemaakt:
Zij is tot haar bestemming aangeraakt.

Als ergens eens, een man tot vrede komt
En zich niet langer in de strijd vermomt,
Dan weer is het de levenskracht die wint:
Hij durft het aan met zachtheid, als een kind.

Als in de buurt twee mensen samengaan
En elk het aandurft niet alleen te staan,
Dan wint de liefde weer van angst de strijd:
Zo komen mensen tot barmhartigheid.

Als wij hier samen delen onze kracht
En leren hoe de minste wordt geacht,
Dan bouwen wij weer verder aan het Rijk
En mogen daarmee zijn aan God gelijk.

T: Gea Boessenkool M: Berre van Thielt

 

 
Godsbegrip 

God zit niet op een troon van chroom of nikkel
Soms zit hij in een oude pereboom
En merelt,
Soms staat hij op zijn hoofd in een klein kind
Want hij is altijd soms.
Hij is geen kerk van holle eeuwigheid,
Hij is geen kathedraal van hoge lege almacht,
Hij is een nu, een hier, een altijd soms.

Maar altijd is hij overal in alles
Zoals het is, zoals het soms en altijd anders is.

Bertus Aafjes in de bundel De karavaan, 1953


Dominicaanse zegenwens 

Moge God de Vader ons zegenen
moge God de Zoon ons heel maken
moge de Heilige Geest ons verlichten
en ons ogen geven om mee te zien
oren om mee te horen
en handen om Gods werk mee te doen
voeten om mee te lopen
en een mond om woorden van verlossing te preken en moge de engel van de vrede over ons waken en ons tenslotte leiden door Gods genade
tot in het eeuwig koninkrijk.
Amen.

 

Blijf verbonden met de gemeenschap van Dominicus Gent:
via de nieuwsbrieven: https://www.dominicusgent.be/nieuwsbrief/
via Facebook ( https://www.facebook.com/Dominicus-Gent-324436994242688/)
Abonneer u nu op ons Youtube-kanaal ( https://www.youtube.com/channel/UCBCXMCRb0cNw8Dd3tMc9elQ)

Indien u meent dat voor een bepaald object het auteursrecht van de auteur of zijn/haar erfgenamen, of het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met ons zodat de situatie kan worden rechtgezet.