Dominicus Gent
3de zondag van de advent
(15.12.2019)
Welke Jezus verwachten wij?
Wij gaan de weg van de oude woorden,
van overlevering,
die wij van onze ouders hoorden,
in eigen luisterkring,
verhalen uit geloof geboren
om onze weg te gaan,
en tekens die ons veel beloven,
als wij ze nieuw verstaan.
Wij zijn een schakel van de keten,
verbintenis van hoop,
mensen op zoek naar beter weten,
oprechte levensloop.
Er is een God aan onze zijde,
die zegt: zo ga je goed.
Wel één die roept door alle tijden:
zoek verder, het komt goed.
Jan van Opbergen.
Johannes, 7, 37-39
Op de laatste dag, het hoogtepunt van het feest, stond Jezus in de tempel, en hij riep: ‘laat wie dorst heeft bij mij komen en drinken! ”Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft”, zo zegt de schrift. Hiermee doelde hij op de Geest die zij die in hem geloofden zouden ontvangen; de Geest was er namelijk nog niet want Jezus was nog niet tot Gods majesteit verheven.
Overweging
Het tempelfeest waarover sprake is het Loofhuttenfeest (Sukkoth); een week lang dankte men voor de voorbije oogst en voor de aankomende winter werd om regen gebeden. Elke dag ging een priester in processie een kruik water putten uit de bron van Siloam om die op het altaar in de tempel leeg te gieten (plengen). Maar stel je voor: volgens Johannes stond daar ondertussen op het tempelplein die profeet uit Galilea te schreeuwen: ‘wie dorst heeft moet bij mij zijn om te drinken!
Johannes zegt hiermee: Jezus en niet de tempel is de plaats van de Godsontmoeting.
Johannes brengt een bijzonder zelfbewuste, dwarse, ja, soms arrogante Jezus voor het voetlicht. Dat Jezusbeeld steunt op de historische Jezus. Maar het is ook het resultaat van de betekenis die Jezus in de Johannes-gemeenten gekregen had tijdens tientallen jaren bezinning, gebed, actie, nadenken, studie en gemeenschapsleven: Gezalfde – Messias, Woord van God.
Bij Johannes zet Jezus zich scherp af tegen ‘de joden’. Dat heeft met de groeiende tegenstellingen tussen christenen en het farizeïsche (later Rabbijnse) jodendom te maken aan het einde van de eerste eeuw. Maar fundamenteel is de reden dezelfde als bij Marcus: noch zijn joodse omgeving, noch zijn leerlingen begrepen hem. Ten einde toe niet! Want Jezus was totaal anders dan zij van een ‘Messias’ hadden verwacht.
Als profeet, als genezer, als voortreffelijke verteller en predikant had hij het door de Romeinse bezetter onderdrukte en hongerende volk aan zich moeten binden, de joodse collaborateurs met de vinger wijzen en de leidende priesterkaste aan zijn kant moeten krijgen. Door die vaste aanhang had hij gezag en aanzien moeten winnen. Hij deed veeleer het tegenovergestelde. Zijn leerlingen stribbelden tegen toen hij Galilea verliet, de enige plek waar hij nog een beetje succes had; hij waagde zich in het hol van de leeuw: naar Jeruzalem voor het Paasfeest. We kennen het vervolg. Judas zou hem aangeven, Simon, ‘de Rots’, beweerde hem niet te kennen, de anderen vluchtten; enkele vrouwen bleven het dichtst bij hem toen hij gefolterd en terechtgesteld werd aan de kruispaal. Wat een mislukkeling.
Wat zijn leerlingen zo slecht begrepen was het Godsbeeld van onvoorwaardelijke en dus machteloze Liefde dat Jezus predikte en voorleefde. Door zijn radicale liefde voor àlle mensen doorbrak hij de religieuze normen; hij werd marginaal en vervolgens maatschappelijk gevaarlijk. Pas na zijn terechtstelling begonnen zijn leerlingen te begrijpen wie zij werkelijk hadden gezien, gehoord, geloofd, gevolgd. De komst van de Messias bleek onvergelijkbaar anders dan verwacht.
Als wij vandaag spreken van ‘Gods komst’ als voorbereiding op Jezus’ geboortefeest, wat, wie verwachten wij dan?
We geloven dat Jezus ons Gods liefde voor zijn schepping toont, ‘openbaart’. God die ons in die scheppende liefde mee wil nemen. Maar is ons duidelijk hoe ongewoon vreemd, subversief, hoe dwars dit staat op ons gewone, alledaagse doen en laten?
We zongen: “Er is geen God die zegt: ‘zo ga je goed’”.
Dat zegt bijzonder helder wat Jezus bedoelde. Hij wilde het jodendom vanuit zijn kern vernieuwen. Jezus had JHWH, de Heer van ‘Ik-zal-er-zijn’, ervaren als onvoorwaardelijke Liefde die elke mens een beeld van God wil zien worden. Dat maakt de joodse Thora niet minderwaardig. Jezus legt er (de bergrede! Mt. 5-7;) de noodzakelijke en diepste grondslag van bloot: dankbare en liefdevolle verbondenheid met alles wat bestaat. Verwonderde en dankbare Liefde: ‘God, zichzelf, anderen en de wereld liefhebben met heel uw hart en heel uw ziel en heel uw verstand; dat is de grondslag van de hele Wet en de profeten’ (Mt. 22, 37-40;). Het zette Jezus’ leerlingen op weg om de veiligheid van voorgeschreven gedrag (tempel, sabbat, besnijdenis, voedselwetten) en van zekerheden over goed en kwaad los te laten. Inderdaad: ‘Er is geen God die zegt: zo ga je goed’.
‘Gods komst’ betekent gelovig luisteren naar de oproep tot een leven van onvoorwaardelijke liefde.
Wie daarop ingaat, verliest de vaste grond onder zijn voeten, haar/zijn zekerheden over ‘mezelf zijn’, mijn loopbaan, engagement, succes, mijn maakbare wereld vallen weg. Want het gaat er helemaal niet om dat ik moet uitblinken in het stellen van hoogstaande morele daden die door God of mensen op applaus worden onthaald. Het gaat erom, beetje bij beetje, dankbaar en verwonderd echt van God, echt van onszelf, echt van de mensen en van de schepping te leren houden. Van alle mensen, dicht en ver: ‘met hart en ziel en verstand en al onze krachten’.
Wie daaraan begint, wordt een ruimte ingezogen waar de behoefte aan liefde oneindig is, alsof je boven een onpeilbare, grenzeloze diepte loopt. Die leegte maakt ons bang, doet naar veilige regels grijpen, naar zelfbehoud. Maar biddend in die lege ruimte ontstaat vertrouwen, een plek waar niet langer het ‘moeten’ overheerst, maar waar echte vrijheid groeit. Daar verliezen we onszelf en ontvangen we onszelf telkens weer door overgave aan de scheppende bron van Levend Water.
‘Laat wie dorst heeft bij mij komen en drinken!
Laat ons bidden dat Gods Geest die bron in ons wekt.
Schriftlied
Die chaos schiep tot mensenland
die mensen riep tot zinsverband
Hij schreef, ons tot bescherming,
zijn handvest van ontferming,
Hij schreef ons vrij, met eigen hand.
Schrift die mensen oorsprong schrijft.
Woord dat trouw blijft.
Dat boek waarin getekend staan
gezichten, zielen, naam voor naam,
hun overslaande liefde
hun overgaande liefde
hun weeën die niet overgaan.
Schrift die mensendagen schrijft
Licht dat aan blijft.
Zijn onvergank’lijk testament:
dat Hij ons in de dood nog kent
de dagen van ons leven
ten dode opgeschreven
ten eeuwig leven omgewend.
Schrift die mensen toekomst schrijft.
Naam die trouw blijft.
Huub Oosterhuis
Overweging
Schrift die mensentoekomst schrijft…
In deze traditie mogen wij ons inschrijven. Echter niet gratuit. Het vraagt iets van mensen die in het spoor van Jezus hun leven zin en richting willen geven. Radicaal, onvergelijkbaar, totaal anders, ongewoon vreemd is het wat Jezus predikt. Mochten we er alsnog aan twijfelen, zich als christen bekennen is niet vrijblijvend. Antwoord geven aan die oproep tot onvoorwaardelijke Liefde is ingrijpend en heeft verstrekkende gevolgen. De vraag is dan: kan een mens dit wel? Waar haal ik de kracht, de wijsheid, de moed om te doen wat goed is? Met wat en met wie weet ik mij verbonden om de weg te gaan?
Het hoeft geen betoog dat een warme gemeenschap, sterke voorbeelden, woorden van appreciatie en bemoediging, reflectie, … belangrijke factoren zijn om stappen te zetten, om vol te houden, of zelfs om telkens opnieuw te beginnen.
Het is beslist van alle tijden maar vandaag voel ik meer dan ooit de nood aan voorbeelden die leven wekken, aan vrouwen en mannen rondom die zich niet willen verliezen in alles wat mensen neerhaalt – kwetst – vernedert. Want ondanks alle negatieve berichtgeving gebeurt er veel dat de toets aan Jezus’ oproep doorstaat.
Ik probeer streng te zijn voor mezelf – goede en eerlijke keuzes te maken. Echter. Ik betrap mezelf erop dat ik vaak nog strenger ben voor anderen. Ik kan perfect benoemen hoe anderen zouden moeten … En ik ben dan vooral streng voor rijke mensen – de bedrijfsleiders, ceo’s, de hoge omes, zelfstandigen met dikke auto’s, … . Voor mij een gemakkelijk publiek om snel een oordeel over te vellen (wat niet wegneemt dat verdeling van rijkdom, winst, etc. mag en moet bevraagd worden).
Laatst mocht ik mijn voornoemde vooroordelen bijstellen.
Op een late, donkere winteravond nestelde ik mij voor de televisie voor een aflevering van Tegenlicht. Tegenlicht op zondag is een programma van de VPRO, Nederlandse televisie. (een kritische kijk op allerlei ontwikkelingen in de samenleving).
Ik leerde er Hamdi Ulukaya kennen: migrant in de VS – zoon van Turks-Koerdische ouders – ceo van een bedrijf dat Griekse yoghurt CHOBANI produceert. Hamdi is miljardair, maakt winst op financieel gebied maar ook op maatschappelijk gebied. En dat is de eyeopener!
In 2005 koopt Hamdi een verlaten yoghurtfabriek in Utica in de staat New York. Hij begint met vijf voormalige werknemers en binnen een paar jaar domineert hij de Griekse yoghurtbusiness.
Een succesverhaal? Jawel, economisch zeer zeker maar al helemaal qua bedrijfsvoering. Die wijkt behoorlijk af van die van zijn concurrenten: fulltime werknemers kunnen aandelen verwerven en meer dan dertig procent van het personeel bestaat uit vluchtelingen en migranten. Het bedrijf vindt creatieve oplossingen en doorschuiftrajecten voor nieuwkomers die de taal niet kennen. Ze proberen er voor elke werknemer de gepaste job te vinden.
Het stadje Utica was op sterven na dood (zoals vele industriegebieden in de VS). Door de komst van Hamdi’s zuivelfabriek worden er nieuwe bedrijven gestart en bloeit de lokale economie.
In het lokale opvangcentrum dat nieuwkomers wegwijs maakt, is het een komen en gaan van mensen op zoek naar werk en huisvesting. En stel je voor: men werkt er aan campagnes om méér migranten naar de regio te trekken. Ze houden er hun hart vast voor Trumps antimigratiebeleid.
Hamdi Ulukaya nestelt zich niet in zijn succes. Hij reist de wereld over om lezingen te geven en probeert andere ceo’s te bewegen zijn voorbeeld te volgen. Hij is ervan overtuigd dat zijn bedrijfsmodel een sleutelrol kan spelen in de aanpak van groeiende inkomensongelijkheid, integratie en racisme.
Die man, Hamdi, opent mij de ogen. Er is een andere wereld mogelijk!
Ook de wijze waarop hij praat, zich beweegt, zijn werknemers te woord staat, … is inspirerend. En toch rijdt de man met een dikke auto J.
Daar, in de staat New York, maar ook in Europa, in België, zijn er zeker en vast ondernemers die het winstmodel naadloos koppelen aan sociaal en maatschappelijk welbevinden van hun werknemers.
Die bewust, met ‘hart en ziel en verstand van al hun krachten’ de vanzelfsprekende winstmodellen de rug toekeren en nieuwe, eerlijker wegen gaan. Mensen die aangevuurd worden door het Licht – die gaan voor een wereld waar mensen waardig leven mogen.
Lied aan het Licht
Licht dat ons aanstoot in de morgen
voortijdig licht waarin wij staan.
Koud, één voor één en ongeborgen
licht overdek mij, vuur mij aan.
Dat ik niet uitval,
dat wij allen
zo zwaar en droevig als wij zijn
niet uit elkaars genade vallen
en doelloos en onvindbaar zijn.
Licht van mijn stad de stedehouder
aanhoudend licht dat overwint.
Vaderlijk licht, steevaste schouder,
draag mij, ik ben jouw kijkend kind.
Licht, kind in mij, kijk uit mijn ogen
of ergens al de wereld daagt
waar mensen waardig leven mogen
en elk zijn naam in vrede draagt.
Alles zal zwichten en verwaaien
wat op het licht niet is geijkt.
Taal zal alleen verwoesting zaaien
en van ons doen geen daad beklijft.
Veelstemmig licht, om aan te horen
zolang ons hart nog slagen geeft.
Liefste der mensen, eestgeboren,
Licht, laatste woord van Hem die leeft.
Huub Oosterhuis
De Jezus die we leren kennen in het evangelie van Johannes is iemand die op een zeer intieme wijze verbonden is met de ultieme bron van Liefde. Dat genereert in hem een bijzondere kracht waardoor hij, tegen de stroom in, radicaal kiest voor de Liefde waardoor elke mens beeld van God kan worden. En, met een voorkeursoptie voor de minsten en de kleinsten, de arme, de gekwetste mens.
Ook vandaag, hier en nu, zijn er mensen die tegen de stroom in deze Jezus gestalte geven. Soms in grootse projecten, vaak in kleine handelingen en beslissingen, het alledaags doen en laten.
Laten we bidden dat we elkaar mogen aanmoedigen om te zien, om te doen, het onvermoede.
Laten we dit nu met elkaar delen in de stilte, in een gebed, in een verbindend woord.
https://www.vpro.nl/programmas/tegenlicht/kijk/afleveringen/2019-2020/matchmakers-in-migratie.html
Tafeldienst
Laat ons aan tafel gaan.
En daarmee doen wat zovelen ons hebben voorgedaan.
Gedenken wij hen die ons voorgingen in leven en dood,
zij die ons leerden leven en ons de weg wezen.
Wij gedenken en bidden voor allen die dezer dagen het leven lieten in een gewelddadige dood.
Hier en nu zijn wij verbonden met allen die streven naar gerechtigheid en vrede op deze aarde.
Wij gaan aan tafel samen met christenen waar ook ter wereld,
samen met de voorgangers van hun gemeenten en kerken,
één met allen die in verbondenheid met Jezus,
de door God Gezalfde,
brood en wijn, teken van onze levenskracht, met elkaar willen delen.
Bidden wij dat Gods Geest ons bezielt en ons tot mensen maakt
die bereid zijn te doen wat Hij heeft voorgedaan.
Gezegend zijt Gij
levende, scheppende God
Om Jezus van Nazareth.
Die op de vooravond van zijn sterven
met zijn vrienden aan tafel was.
Hij nam brood, dankte, brak het en deelde het uit
met de woorden:
Neemt en eet,
dit is voor u mijn lichaam,
mijn hele leven.
Ook voor de beker met wijn dankte hij
en gaf hem rond.
Dit is het teken van de nieuwe verhouding tussen God en mensen, zei hij.
En drink hiervan tot mijn gedachtenis.