WEER LEREN ZIEN… (VEERTIGDAGENTIJD 5)

Dominicus Gent

Vijfde viering Veertigdagentijd: Weer leren zien…

Zondag 26 maart 2023
 

We worden uitgenodigd vandaag om met nieuwe ogen te leren kijken. Dat zal nodig zijn, want we gaan moeilijke tijden tegemoet. Straks wordt dat zo beloftevolle rijke leven van Jezus pijnlijk kortgewiekt. De man voor wie alles mogelijk leek, onze redder, zal verminkt en vermoord worden. En wij blijven verweesd achter.

Maar laten we nu net met zijn hulp, en vaak doorheen een crisis, een blik verwerven die dieper kijkt en een heel nieuwe wereld open. Niet alleen een wereld van wat mogelijk is, maar een wereld die er nu al is maar soms schuil gaat achter iets waar we de schoonheid niet meten van zien.

We lezen straks in een boek van Kenzaburo Oe, waar de krant The Observer de volgende conclusie bij trok: “De bijzondere waarde van dit boek is dat uit de pijn en uit het lijden een rijk licht van hoop en levensvreugde verschijnt’.

Laat dat nu ook de weg zijn van vasten naar Pasen, van Broederlijk Delen. We steken de Paaskaars aan om ons pad te verlichten naar de nieuwe blik op de wereld waarin wij leven mogen.
 

Evangelie: Johannes 9, 1-

In het voorbijgaan zag Hij een man die blind was van zijn geboorte af. 2Zijn leerlingen vroegen Hem: “Rabbi, wie heeft gezondigd, hijzelf of zijn ouders, dat hij blind geboren werd?” 3Jezus antwoordde: “Noch hij noch zijn ouders hebben gezondigd, maar de werken Gods moeten in hem openbaar worden. 4Wij moeten de werken van Hem die Mij gezonden heeft, verrichten zolang het dag is. Er komt een nacht en dan kan niemand werken. 5Zolang Ik in de wereld ben, ben Ik het licht van de wereld.” 6Toen Hij dit gezegd had, spuwde Hij op de grond, maakte met het speeksel slijk, bestreek daarmee de ogen van de man 7en zei tot hem: “Ga u wassen in de vijver van de Siloam,” – wat betekent: gezondene –. Hij ging er naar toe, waste zich en kwam er ziende vandaan.
8Zijn buren nu en degenen die hem vroeger hadden zien bedelen, zeiden: “Is dat niet de man, die zat te bedelen?” 9Sommigen zeiden: “Inderdaad, hij is het.” Anderen: “Neen, hij lijkt alleen maar op hem.” Hijzelf zei: “Ik ben het.” 10Toen vroegen ze hem: “Hoe zijn dan uw ogen geopend?” 11Hij antwoordde: “De man die Jezus heet, maakte slijk, bestreek daarmee mijn ogen en zei tot mij: Ga naar de Siloam en was u. Ik ben dus gegaan, waste mij en kon zien.” 12Ze vroegen hem toen: “Waar is die man?” Hij zei: “Ik weet het niet.”
13Men bracht nu de man die blind geweest was bij de Farizeeën; 14de dag waarop Jezus slijk had gemaakt en zijn ogen geopend, was namelijk een sabbat. 15Ook de Farizeeën vroegen hem dus, hoe hij het gezicht herkregen had. Hij zei hun: “Hij deed slijk op mijn ogen, ik waste mij en ik zie.” 16Toen zeiden sommige Farizeeën: “Die man komt niet van God, want Hij onderhoudt de sabbat niet.” Anderen zeiden: “Hoe zou een zondig mens zulke tekenen kunnen doen?” Zo was er verdeeldheid onder hen.

 

Overweging bij het evangelie

Eigenlijk gaat het in dit bekende verhaal om twee blindheden. Eén is te genezen, de tweede laat zich niet of moeilijk genezen. De eerste blindheid is die van de man, van zijn geboorte af dus, en hij moet bedelen om in leven te kunnen blijven. Maar hij heeft ook met een tweede blindheid te maken, een last die voor hem wellicht nog veel zwaarder te dragen is dan zijn lichamelijke beperking.

Het begint al met de leerlingen van Jezus, die hun vooroordeel uitspreken over ziek zijn als gevolg van een of andere zonde. Terwijl van Jezus simpelweg gezegd wordt: hij zag… Elke keer als ik dit eenvoudige zinnetje lees in de evangelies, raakt mij dat, probeer ik zelf ook iets te zien van de blik van die mens Jezus als hij getroffen wordt door weer een mens voor hem, en alles vergeet en naar haar of hem toegaat. Maar in plaats dat die leven gevende blik ook zijn leerlingen raakt, houdt de vraag naar de oorzaak van ziek zijn hen bezig. Je zou het ook iets positiever kunnen zien, en zeggen dat ze er tenminste een vraag over willen stellen, dat Jezus’ houding hen toch doet twijfelen aan hun vastgeroeste ideeën. En Jezus’ antwoord is zo helder als wat: niemand heeft gezondigd, niemand. Integendeel, we moeten de liefde bewerken, licht proberen zijn voor iemand die nu geen licht heeft.

Nog iets wat me raakt: hoe hij dat doet, licht proberen zijn voor iemand anders. Hij ziet en stopt en maakt tijd. En begrijpt de last van die ene mens, want woorden zijn niet nodig. Hij raakt aan, een heel teder gebaar moet dat geweest zijn, iets op die oogleden strijken zonder ze te irriteren.

Maar dan begint het gedoe. De buren van de man moeien er zich mee, roddelen, kunnen niet aanvaarden dat hij niet meer bedelt, en confronteren hem met hun vragen. Wat is er gebeurd? Waar is die Jezus nu? En waarom op een sabbat?

Ze duwen de man tot bij de farizeeën. Ja, nu wordt het pas erg. De genezen man moet zich gewoon verantwoorden voor zijn genezing. Zelfs zijn ouders worden onder druk gezet om toe te geven dat hun zoon eigenlijk niet echt blind was, stel je voor, ze worden zo bang om uit de synagoge gezet te worden dat ze de religieuze elite weer naar hem sturen, hij is oud genoeg, zeggen ze, vraag het hem zelf. Ik vat de hele opstoot een beetje samen in mijn eigen woorden, want Johannes maakt er een stuk van dat wel vier zo lang is als de eigenlijke genezing door Jezus. Tenslotte willen de farizeeën dat de man Jezus afzweert en hem een zondaar noemt. Als hij dat niet wil doen en maar blijft herhalen dat hij nu kan zien, en weigert voor de zoveelste keer het verhaal van zijn genezing te vertellen, en hen verwijt dat ze niet luisteren, en eer brengt aan een God die mensen geneest, schelden de farizeeën hem de huid vol en gooien ze hem uit de synagoge.

Het eind van het verhaal is dat Jezus hoort wat er met de man gebeurd is, en hem opzoekt om hem te ondersteunen. Johannes, die graag begrijpt wat er gebeurt, legt Jezus de volgende woorden in de mond: “Tot een oordeel ben Ik in deze wereld gekomen, opdat de niet-zienden zouden zien en de zienden blind worden.” 40Enkele Farizeeën die bij Hem stonden, hoorden dit en zeiden tot Hem: “Zijn ook wij soms blind?” 41Jezus antwoordde: “Als gij blind waart, zoudt gij geen zonde hebben, maar nu gij zegt: wij zien, blijft uw zonde.” Straffe uitspraak, die hem niet in dank zal worden afgenomen…

Twee blindheden in dit verhaal, zei ik. Welke blindheid is nu de ergste? De lichamelijke beperking of de uitsluiting? Natuurlijk is weer kunnen zien een ongelooflijk cadeau. Maar laten we de eenzaamheid niet onderschatten van iemand die uit de gemeenschap gestoten wordt, achtervolgd blijft door vooroordelen. Die tweede blindheid is zo hardnekkig, zo moeilijk te doorbreken. Ik moest bij dit evangeliefragment spontaan denken aan de media-druk van vandaag, de sociale media voorop. Heel die vermoeiende discussie weerspiegelt de hedendaagse polarisering, de moeite om te luisteren en de mens te zien in plaats van het gehate vooroordeel. Er is veel blindheid vandaag…

En toch geeft Jezus niet op. Elke mens opnieuw die poging om licht te zijn. Dat zien van elke mens is toen zo indrukwekkend geweest, dat die genezingsverhalen bewaard zijn gebleven en later opgetekend en nu nog gebruikt worden ter inspiratie. “Wie één mens redt, redt de hele wereld” klinkt het later in de joodse Talmoed. Zo klein is elke individuele redding dus niet. Ze geeft hoop, net als elk verhaal van redding dat bewaard wordt en doorverteld. Voor de mogelijkheid om weer te zien doen we het. Die hoop geeft leven…

 


Leren zien: het verhaal van Kenzaburo Oe en zijn zoon…

Begin deze maand is Kenzaburo Oe gestorven. Zijn naam deed niet meteen een belletje rinkelen, maar zijn levensverhaal heeft zoveel raakvlakken met ons Johannesevangelie van vandaag dat ik het hier graag wil vertellen.

Geboren in Japan in 1934, ging het de goeie student Oe aanvankelijk voor de wind. Hij kreeg kort na zijn afstuderen aan de universiteit van Tokyo zelfs een nationale prijs voor een novelle waarin hij de vriendschap beschrijft tussen een Japanse jongen en een zwarte Amerikaans krijgsgevangene. Maar hij worstelde ook met veel dingen die binnen zijn cultuur normaal waren.

De grootste crisis in zijn leven kwam er bij de geboorte van zijn oudste zoon, Hikari. Hijzelf en zijn vrouw waren geschokt toen het kindje ter wereld kwam met een gigantische schedelhernia, en een hersenbeschadiging. Diepe schaamte overviel Oe. Er moest beslist worden om het kind te laten sterven of om het een zware operatie te laten ondergaan waarna het een leven lang gehandicapt zou blijven. Het dilemma was zo pijnlijk dat Oe de acute beslissing ontvluchte door naar Hiroshima te reizen waar hij een anti-kernwapen congres bijwoonde.

Onverwacht ontmoette hij daar overlevers van de kernramp die met vergelijkbare dilemma’s als de zijne worstelden. Mochten zij het risico nemen om kinderen te krijgen, als die kinderen met misvorming ter wereld konden komen? Was zelfdoding de beste weg, of konden zij proberen hoopvol te leven? Hij sprak er ook met artsen die niet wisten hoe en zelfs of ze die overlevers van de kernramp moesten behandelen. Zij kwamen er echter tot de conclusie dat waar ook er pijn was, zij zorg moesten geven. Het gaf hem zijn antwoord: hij zou Hikari de operatie geven en thuis brengen.

In Hiroshima nam hij nog twee andere beslissingen. 1) Hij zou van dan af schrijven en campagne voeren voor de stemlozen, en 2) hij zou oncomfortabele dingen ( de inconvenient truth, weet je wel) niet langer verbergen onder schone schijn, maar uitspreken.  

Hij schreef drie boeken over het verhaal van zijn zoon: in elk boek werd een ander antwoord gegeven op het dilemma en zag je hoe de consequenties daaruit voortvloeiden. Hij schreef ook over Hiroshima en maakte het punt dat deze mensen niet alleen slachtoffer waren van de Amerikanen maar ook van Japans eigen agressie. In essays en artikels sprak hij over de Koreaanse minderheid in Japan, over dwangarbeiders en over ‘comfortvrouwen’. Hij riep op tot correct herstel. Hij klaagde Japans afgang richting consumptieconformisme aan, dat landt in “een woestenij van oppervlakkig geluk” waar geen tegenstemmen meer klinken.

De 50-er jaren brachten hoop op een nieuwe pacifistische rol van Japan in de wereld. In plaats echter van op te komen voor de zwaksten, profileerde het zichzelf als een machtscentrum in Azië. Het nieuw opkomende nationalisme baarde hem grote zorgen,
Hij verzette zich tegen de macht en de adoratie van de keizer, die hijzelf als kind ook had aangehangen, en riep op om de democratie te verdedigen. Hij wees een uitnodiging af om toe te treden tot de prestigieuze ‘Cultuur Orde’ omdat dat lidmaatschap overhandigd werd door de keizer, wiens macht hij niet erkende.

Ondertussen werd het principe van eeuwige vrede, morele pijler van de naoorlogse Japanse grondwet, meer en meer bedreigd door het opkomend idee van collectieve zelfverdediging – ons ook niet onbekend van de reacties in de context van Oekraïne. In 2004 werd Oe mede-oprichter van een vereniging die weerstand bood tegen alle krachten die de vredesmissie deden verwateren en toestonden om geweld te gebruiken. Tegen die tijd was hij – ondertussen prof aan de universiteit van Berlijn – al even bekend geworden voor zijn activisme als voor zijn boeken. Hij was trots op allebei.

Zijn boeken vertrokken vaak vanuit de donkerste miserie die hij benoemde, maar eindigden steevast met broederlijke verzoening en verwachting. Het zijn die thema’s van hoop, zowel op persoonlijk als universeel niveau die hem de Nobelprijs literatuur opleverden in 1994.

Volgens The Economist van vorige week was niet de minste van zijn daden van verzet, het feit dat hij in het openbaar sprak over zijn oudste zoon. Kinderen met hersenbeschadiging werden in Japan gewoonlijk weggestopt. Maar gaandeweg werd de band van Oe met zijn zoon steeds nauwer. Als kind in de bossen had Oe zijn hoofd vol gehad van avonturen van Huckelberry Finn en Nils Holgerson, hij sliep soms in de bossen en droomde ervan om de taal van de vogels te spreken. Als Hikari op zijn 6de voor het eerst in een bos kwam, sprak hij voor het eerst een zin uit: terwijl hij een klein vogeltje identificeerde. Van toen af leerde Hikari vogels herkennen aan hun zang, hij nam later de muziek van Mozart en Bach in zich op, en nog later componeerde hij zijn eigen muziek. Hij vervulde zijn vaders droom, en bewees dat muziek de “stem van de wenende donkere ziel” heelt.

OE schreef op late leeftijd, als zijn zoon en hij nog alleen overblijven in het huis: “Wanneer ik nu naast hem zit met een boek en luister naar zijn piano-oefeningen, voel ik daarin de beste, meest humane aspecten van zijn karakter levendig en elegant tot uitdrukking komen; en wanneer ik zijn scheppingen hoor spelen door mevrouw Tamura en door andere musici die hem zo hartelijk steunen, voel ik ontzag voor de rijkdom van zijn innerlijk leven. Toch is dit een leven dat zonder muziek verborgen en volledig onbekend zou zijn voor mij, voor mijn vrouw, en voor Hikari’s jongere broer en zus.”

Voor de niet Japans sprekers onder ons, is het misschien nog goed te weten dat de naam Hikari ‘licht’ betekent, waarmee we helemaal terug bij de weg van ons evangelie zijn.
 
Tenslotte nog een paragraafje uit het boekje getiteld ‘Hikari groet de dingen, kroniek van een genezend gezin’. Oe heeft het hier over de muziek van zijn zoon.

“Ik beken mij niet tot enige geloof, maar het valt me moeilijk te ontkennen dat er in deze muziek iets schuilt – iets dat verwant is met ‘zegen’. Wanneer ik naar de muziek van Hikari luister en de wereld onderga die uitstijgt boven onze dagelijkse ervaringen, waarvan ze toch een deel uitmaakt, begin ik iets te begrijpen van de volledige betekenis van dat woord: niet alleen ‘goedheid’ en ‘genade’ maar ook ‘een gebed van dank’.

 

 

Blijf verbonden met de gemeenschap van Dominicus Gent:
via de nieuwsbrieven: https://www.dominicusgent.be/nieuwsbrief/
via Facebook ( https://www.facebook.com/Dominicus-Gent-324436994242688/)
Abonneer u nu op ons nieuw online platformhttp://Bijlichten.be 
Ga er in gesprek met de auteurs van de filmpjes!

Indien u meent dat voor een bepaald object het auteursrecht van de auteur of zijn/haar erfgenamen, of het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met ons zodat de situatie kan worden rechtgezet.