Dominicus Gent
Viering van Palmzondag
2 april 2023
Goedemorgen en welkom aan iedereen hier in deze kerk en aan wie via Zoom met ons meevieren.
Het is vandaag Palmzondag, we herdenken de intocht van Jezus in Jeruzalem. Het begin van een week vol uitersten. Vandaag wordt Jezus ingehaald als een koning, over een paar dagen zal hij geëxecuteerd worden als een slaaf. Dit zullen we in de komende dagen herdenken om dan samen volgende zondag het hoogfeest van Pasen te vieren en ons geloof dat Jezus’ dood niet het einde betekende, maar een nieuw begin, van ons geloof dat leven het altijd kan winnen van de dood.
Maar vieren we eerst Palmzondag.
We willen deze viering achteraan de kerk beginnen met het ritueel van de palmwijding. Mag ik u dan ook vragen achteraan een kring te vormen rond de tafel met de paaskaars en de manden met palmtakjes. Neem ook uw zangboek mee.
We willen dit samenzijn stellen onder de aanwezigheid van de Ene.
We steken de Paaskaars aan en we bidden
Bidden wij om aanwezigheid van de Ene in dit uur en in alle uren,
Bidden wij dat het licht ons op onze zoektocht mag leiden
Bidden wij om inzicht dat ons met nieuwe ogen doet kijken en uitzicht brengt,
Bidden wij om de onbevangenheid van een kind
Bidden we om zachtheid en een open geest
Bidden we dat dit licht het vuur van de hoop in ons brandend mag houden
Bidden we dat dit samenzijn gezegend moge zijn
Dit huis vol mensen,
weet Jij wie het zijn?
Ik mag het hopen.
Heb Jij ons geteld,
ken Jij ons bij naam?
Dan ben je de enige…
T: Huub Oosterhuis M: Antoine Oomen
Wijding van de palmen
Vandaag wijden we palmtakjes om nadien mee naar huis te nemen. Het is een oud gebruik, we noemen ze palmtakjes hoewel ze niets met palmen vandoen hebben, het zijn buxustakjes.
Dat zijn en blijven gewoon takjes. We zullen ze niet opladen met een of andere toverkracht. Toch houden we eraan ze te wijden op palmzondag. Ze staan symbool voor de vreugde van de intocht van Jezus in Jeruzalem, het laatste avondmaal met zijn vrienden, het lijden dat volgt maar ook het opstaan uit de dood. Als een groenblijvende struik staan de buxussen vaak geplant langs een kruisweg. Eeuwenlang worden ze op palmzondag gewijd en op een plekje in huis gehangen. Ze kunnen zo een teken zijn van hoop en levenskracht.
Gebed over de palmen
Gij Ene die ons roept
Mogen deze palmen
hier door vele handen samengebracht
en besprenkeld met water
levenskracht betekenen,
beeld van nieuw leven in eenheid,
teken van verbonden-zijn
(water sprenkelen op de palmen)
Moge de palmtak ons voeren
naar de plek van de eerste ontroering,
het oudste wonder:
dat wie het leven krampachtig vasthoudt
het verliest
maar wie zijn leven geeft
bron van eeuwig leven wordt
(water sprenkelen)
Mogen deze palmen ons een jaar lang herinneren
aan wat ons Heilig is,
aan die mensen die wij hoog dragen
en tegelijk aan onze beperkte draagkracht
en standvastigheid als enkeling
(water sprenkelen)
Moge deze palmen tenslotte
een weg vinden naar
de huizen en de harten van de mensen
die ons dierbaar zijn.
symbool staan voor ons engagement
en voor hoop en vertrouwen
dat leven verdergaat
over elk dood punt heen. Amen
(water sprenkelen)
Psalm 122
Stad van mijn hart, Jiroesjalajiem
met uw huizen schouder aan schouder.
Stad van vrede, in uw midden
mag een mens gelukkig zijn.
Ik was verheugd toen ik het hoorde:
‘Wij gaan op weg naar het huis van de Heer’.
En nu staan wij voor uw poorten.
op uw grond, Jeruzalem. Refrein
Alle stammen van Israël
trekken er heen in karavanen
om uit te roepen de Naam van de Heer,
dat is onze heilige plicht.
Daar staan de zetels van het gerecht,
daar staat de koningstroon van David.
Bid om vrede voor deze stad,
wens haar kinderen alle zegen.
Alle voorspoed wens ik jou,
lieve woning van mijn vrienden,
stad van God, ik wens je vrede,
vrede, vrede, voor altijd.
T: Huub Oosterhuis M: Bernard Huijbers
Lezing: Mt 21:1-14
Toen zij Jeruzalem naderden en de Olijfberg bestegen in de richting van Betfage zond Jezus twee leerlingen uit met de opdracht: 2“Gaat naar het dorp daar voor u en het eerste dat gij zult vinden is een vastgebonden ezelin met een veulen. Maak die los en breng ze bij Mij. 3En als iemand u een aanmerking maakt, zegt dan: De Heer heeft ze nodig, maar zal ze spoedig terugsturen.” 4Dit gebeurde, opdat in vervulling zou gaan het woord van de profeet: 5Zegt aan de dochter van Sion: Zie, uw Koning komt tot u, zachtmoedig en gezeten op een ezel, op een veulen, het jong van een lastdier. 6De leerlingen begaven zich op weg en deden wat Jezus hun had opgedragen; 7zij brachten de ezelin met haar veulen, legden er hun mantels overheen en Hij ging er op zitten. 8Zeer velen uit het volk spreidden hun mantels uit op de weg, terwijl anderen de weg bedekten met twijgen die zij van de bomen hadden gesneden. 9De mensen die Hem omstuwden, jubelden: “Hosanna Zoon van David, Gezegend de Komende in de naam des Heren! Hosanna in den hoge!” 10Toen Hij Jeruzalem binnentrok, raakte de hele stad in beroering en men vroeg: “Wie is dat?” 11Het volk antwoordde: “Dit is de profeet Jezus uit Nazaret in Galilea.”
TEMPELREINIGING
12Zo ging Jezus naar de tempel en joeg alle kopers en verkopers het tempelplein af. Hij wierp de tafels van de geldwisselaars en de stoeltjes van de duivenverkopers omver 13en sprak tot hen: “Er staat geschreven: Mijn huis zal een huis van gebed worden genoemd, maar gij maakt er een rovershol van.” 14In de tempel kwamen blinden en lammen tot Hem en Hij genas ze.
Het Christendom is een religie van de weg. We zoeken sporen van God op onze levensweg, in de relatie en ontmoetingen met andere mensen, de aarde, de Andere. Het is geen religie van de tempel, zoals het Jodendom, we zoeken JHWH niet in de kerk, in de tempel. Jezus zelf, in alle verhalen die over hem verteld worden, is steeds op weg naar…. Dit keer naar Jeruzalem, om het Paasfeest te vieren. Als hij daar aankomt krijgt hij veel bijval en erkenning en herkenning: mensen juichen, lopen mee, en tonen hun vreugde en verering door takken op de weg te leggen. Hij gaat richting tempel en Romeins fort, die naast elkaar liggen. Hij trekt echter niet naar het Romeinse fort, zoals velen wellicht hopen, maar naar de tempel. En daar maakt hij komaf met de praktijk van offergaven en de handelspraktijken daarrond. Hij maakt duidelijk dat hij geen koning is die de romeinse overheersing komt omvergooien maar dat hij het hart van het Jodendom wil zuiveren van macht en commercie. Wellicht is dat bij velen op een koude steen gevallen en begrijpen ze de beweging die Jezus maakt niet.
De vastentijd is bijna voorbij, we zouden kunnen zeggen: hoera, het einde is in zicht. Tijd om te vieren?!
Gedurende 5 zondagen legden we de focus op een thema dat we ook konden leggen op onze eigen vastenweg. Ik kijk even terug.
De eerste zondag ging de weg naar de woestijn: Jezus kon weerstaan aan de verleidingen door macht, aanzien, bezit.
De tweede zondag volgden we Abraham die weg trok uit zijn land, op gezag van de stem die hem riep. En zagen we even mee het licht en de heerlijkheid van Jezus zoals hij voor zijn leerlingen verscheen.
Zondag drie beluisterden we Nikodemus’ gesprek in de nacht met Jezus: een weg naar binnen. We voelden wellicht ook onze weerstand om uit te komen voor onze eigen gedachten en visie en ernaar te handelen.
De vierde zondag volgden we Jezus naar het huis van Maria en Martha wiens broer Lazarus overleden was. Hij roept tot leven wie dood is, roept op tot wegen van transformatie.
Vorige zondag zagen we hem aan het werk (waar het niet mocht) bij het genezen van de blindgeboren man. We hoorden over de twee vormen van blindheid die er kunnen zijn en hoe hardnekkig die mentale blindheid kan zijn. Een weg van zien met het hart.
Het 25% teken kantelde in die 5 zondagen naar een deelteken. Daar moeten we zijn! Alle redenen dus om blij te zijn als hij aankomt in Jeruzalem en ingehaald wordt als een held om Pasen te vieren. En toch, de essentie van zijn boodschap is gebald in de herdenkingen van de komende week. Die hebben ook wij nog te gaan: lijden en dood, eer er verrijzenis kan zijn.
Dat Jezus naar de tempel gaat en tekeergaat tegen degenen die in het huis van God offergaven verkopen en geld wisselen is een duidelijke boodschap aan diegenen die de tempel beheren. God is niet te koop. Dat is en was ook niet de boodschap! De weg naar God gaat over soberheid, eenvoud, verbondenheid, inzet voor de medemens en de aarde, en vooral liefde voor de mensen en de aarde waarop zij wonen. Die liefde gaat bij Jezus tot het uiterste.
Wij willen hem volgen maar dat is een weg met vele omwegen. Toch is het elke dag de moeite er stappen op te zetten.
Zingen we dat lied van weg en omweg om onszelf te bemoedigen:
Lied van weg en omweg
Die mij getrokken uit de schoot
mij mens genoemd hebt en geëigend
mijn ogen wende aan het licht
mijn voeten zette dat ik stond
mij hebt doen weten dat ik gaan kon
dat ik zou komen waar Gij zijt
die als ik neerzit aan de kant
van weg en omweg, moe en dorstig,
mij overschaduwt met uw Naam
die toen ik neerlag in het stof
mij hebt omgeven met uw duister
dat geen gedierte mij verslond
die ongezien mij trekt tot U
U zal ik ongezien vertrouwen –
laat mij niet over aan mijzelf.
die ongezien mij trekt tot U
U zal ik ongezien vertrouwen –
laat mij niet over aan mijzelf.
T: Huub Oosterhuis M: Antoine Oomen
Over de palmtakken
U geeft het mij misschien niet aan, maar fauna en flora behoren al jaren tot mijn persoonlijke interesses. En laten we vandaag nu net een Bijbelverhaal hebben waar die aspecten aangeraakt worden: Jezus rijdt op een ezelsveulen, de mensen leggen gebladerde takken op zijn weg of zwaaien hem ermee toe, zoals het bij andere evangelisten staat. Ik zie sommigen denken: dat zijn toch maar onbelangrijke details in het verhaal, waar gaat hij nu weer onze tijd mee verdoen? Laat me u gewoon even meenemen, vrees niet.
Over de ezel heb ik u al eerder verteld. Die vonden we ook terug met Kerstmis, samen met een os. Ik gaf toen aan dat de ezel staat voor dienst, of als een vredesteken tegenover de paarden van de gewapende koningen, of nog hoe een ezel, net als een christen, een eigen weg en logica lijkt te volgen. Een dier volgeladen met symboliek dus.
Ik wil in deze overweging echter wat meer stilstaan bij dat ene zinnetje uit het evangelie van daarnet: “Vanuit de menigte spreidden velen hun mantels op de weg uit, anderen braken takken van de bomen en spreidden die uit op de weg.”
Ik ben namelijk op deze kleine daad van eco-terrorisme blijven haperen en vroeg me dus af: “Waarom? En welk soort takken?”
Mattheus is zeer slordig in de informatie die hij ons daarover verschaft, en ook bij Lucas en Marcus krijgen we geen verdere botanische specificaties over de aard van die takken. Maar gelukkig is er in zo’n gevallen altijd nog Johannes. Bij hem lezen we: “Toen ze hoorden dat Jezus ook zou komen, haalden ze palmtakken en liepen ze de stad uit, Hem tegemoet, terwijl ze riepen: ‘Hosanna! Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer, de koning van Israël.’ Palmtakken dus. Het hadden nochtans even zo goed eikentakken, olijfboomtakken of cedertakken kunnen zijn. Maar Johannes laat niets aan onduidelijkheid over. De takken van een palmboom.
Ok. Maar dan volgt onmiddellijk mijn kritische vraag: welk soort palmboom, want
u weet ongetwijfeld dat er daarvan wel 4000 soorten bestaan. En nog een andere: is er dan zoiets bijzonders aan palmbomen of heeft Johannes er willekeurig een soort uitgepikt?
Gelukkig hebben we daarvoor nog andere verhalen uit andere tradities, zijn er afbeeldingen en helpt het dat we wat elementaire bodemkennis hebben.
Voor de joden was de palmboom namelijk één van de belangrijkste bomen van de schepping. De beeltenis ervan stond op de tempelmuren en op de deurstijlen gegraveerd of gebeiteld. Het is zo één van de meest tastbare symbolen die teruggaan naar het scheppingsverhaal en de tuin van Eden, de schepping van leven op aarde en de belofte van het eeuwige leven die de altijdgroene bladeren van de palm lijken te verzinnebeelden. Ook voor de Egyptenaren, de Babyloniërs, de Grieken en de Romeinen was het een heilige boom die op vele plaatsen stond afgebeeld en ook daar symbool stond voor het leven. Neem daarbij de harde klimatologische omstandigheden en de ruwe bodemconditie in het Midden-Oosten en je komt uit bij de Phoenix dactylifera, de dadelpalm. Phoenix … kent iemand de feniks nog, de mythologische vogel die steeds weer uit de as herrijst en daarmee symbool stond voor onsterfelijkheid en eeuwig leven? De palmtakken krijgen al wat meer betekenis.
In het alledaagse leven in het Midden-Oosten zorgt de dadelpalm voor voedsel en beschutting, maar hij heeft nog een aantal bijzondere eigenschappen die de symboliek ervan voor mij nog groter maken. Ik beschouw er met u een viertal, misschien leren we er wel iets uit voor ons leven als christenen. Ik ben even benieuwd als uzelf.
Een eerste: palmbomen hebben geen echte stam zoals de loofbomen bij ons, die dikker en dikker worden naarmate ze ouder worden. Palmbomen groeien helemaal anders: van binnen naar buiten en eens ze hun dikte bereikt hebben, groeien ze verder in de hoogte. Er wordt in het hart steeds een nieuw blad gevormd dat naar buiten geduwd wordt. Is dat geen groeiwijze die ook voor ons spiritueel leven model kan staan? Geloven kan immers alleen maar starten vanuit het hart, vanuit ons binnenste vooraleer we ervan kunnen getuigen. “Waar het hart van vol is, daar loopt de mond van over”, zegt het spreekwoord. Zullen we dat ook niet zien met Pinksteren, waar de leerlingen die tot geloof en inzicht gekomen zijn, naar buiten gaan en beginnen te prediken. Ze voelen het vuur in zich branden, en vertellen honderduit wat ze binnenin beleven en ervaren? Of de Emmaüsgangers die na de ontmoeting met de verrezen Jezus, zeiden: “Brandde ons hart niet?”. Getuigen van het leven in onze diepe kern, naar buiten treden, uitbreken met zachtheid, taal geven aan die bron van leven en van groei.
Een tweede. Dadelpalmen hebben ook een uniek wortelsysteem. Veel dadelpalmen kunnen 30 meter hoog worden en toch in de woestijnzandgrond overeind blijven. Ze hebben daarvoor wortels die diep in de bodem gaan en daar de kleinste waterbronnen kunnen opzoeken. Die diepe wortels geven stevigheid en stabiliteit, maar die wordt nog versterkt omdat verschillende palmbomen een ander stel horizontale wortels door elkaar weven. Is ook dit geen mooi beeld voor ons spiritueel leven? Met stevige wortels reikend naar de levensbron, diep in onszelf. Diepgeworteld, maar ook solidair, waarbij we elkaar vasthouden en helpen rechthouden wanneer de stormwinden van het cynisme ons dreigen te overspoelen? Dadelpalmen buigen onder die beukende winden, maar breken niet. Ze zijn flexibel en sterk genoeg om zich niet te laten platslaan, want ze hebben diepe wortels en zijn gesteund.
Een derde eigenschap is minstens zo belangrijk: alles van een dadelpalm wordt gebruikt en is van nut voor de mensen die in zijn nabijheid leven. De bomen zorgen voor schaduw en beschutting, van de vruchten wordt voedsel en drank gemaakt, de takken worden gebruikt om touw, manden en dakbedekking te maken, er worden medicijnen uit de stam gewonnen en het sap wordt gebruikt om voedsel te kruiden. Voor verdwaalde reizigers vormen ze een baken inde woestijn waar ze oases en dus water kunnen vinden. “Aan hun vruchten zal men hen kennen” klinkt het eerder bij Mattheus. Ons leven als christen is onvruchtbaar wanneer het geen vruchten voortbrengt die voor anderen voedsel en drank, beschutting brengen en baken van levend water kunnen zijn.
Ik eindig met de meest gekende vruchten van de dadelpalm: de dadels. Ze worden bij de iftars deze dagen veelvuldig genuttigd, want een dadel is het eerste dat moslims eten om hun vasten te breken. Die vruchten zitten boordevol suikers, vezels, vitamines en levensnoodzakelijke mineralen om je afweer te versterken. De beste dadels worden geoogst van de oudste bomen. De kwaliteit ervan stijgt tezamen met de ouderdom van de boom. Ik zie dat hier al ruggen gerecht worden en ogen beginnen blinken. Ook hier is de parallel met onze christelijke spiritualiteit te vinden: die weg leert ons om te groeien in mildheid, in geduld. Te proberen om met steeds meer zachte geweldloosheid de wereld tegemoet te treden. Weg van de verbittering en de verzuring. De smaak van het ware leven is immers zoet. Die weg leidt tot diepe vreugde.
Van binnen naar buiten groeien, met diepe wortels, solidair, samen vruchten dragen die zoet zijn en vreugde brengen. Laat ons daarom nog meer palmchristenen worden. Laat ons kerk zijn als een oase met dadelpalmen aan de rand. Waar we de wind, de levensadem voelen stromen en steeds opnieuw als feniksen met nieuwe groene bladeren geboren worden.
Dat wij volstromen
met levensadem
en schreeuwen
eindelijk geboren.
Dat wij volstromen
met levensadem
en lachen
eindelijk geboren.
Dat wij volstromen
met levensadem
en weten
eindelijk geboren.
Tekst: Huub Oosterhuis Muziek: Bernard Huijbers
Blijf verbonden met de gemeenschap van Dominicus Gent:
via de nieuwsbrieven: https://www.dominicusgent.be/nieuwsbrief/
via Facebook ( https://www.facebook.com/Dominicus-Gent-324436994242688/)
Abonneer u nu op ons nieuw online platform: http://Bijlichten.be
Ga er in gesprek met de auteurs van de filmpjes!
Indien u meent dat voor een bepaald object het auteursrecht van de auteur of zijn/haar erfgenamen, of het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met ons zodat de situatie kan worden rechtgezet.