Water en brood (3): vierde vastenviering

Dominicus Gent
Vierde viering in de vasten
Zondag 22 maart 2015

WATER & BROOD (3)

Welkom

“Brood en water” luidt de titel die we de reeks vieringen hebben meegegeven tijdens de veertigdagentijd. We staan daarin stil bij verschillende aspecten van de voedselproblematiek zoals ook werd aangebracht door Broederlijk Delen. Vorige week stond een tekst uit Leviticus centraal waarin een ideaal beeld geschetst werd van een leven in het land van belofte. Een leven waarin structurele maatregelen voor een rechtvaardig beheer van het land en een eerlijke verdeling van de opbrengst van de grond centraal stonden. Waarbij de confrontatie met de complexe economische en financiële realiteit zoals wij die vandaag kennen niet uit de weg kon worden gegaan.

Vandaag willen we daar verder op ingaan door toe te spitsen op de voedselproblematiek als zodanig en daarbij de vraag te laten aansluiten in welke gezindheid wij daar vandaag kunnen mee omgaan.

En bij het begin willen we bidden om licht dat we straks aan de paaskaars zullen ontsteken.

God van licht,
Wij bidden om uw aanwezigheid,
Uw tegenwoordigheid van Geest in ons doen en laten.

Licht op in onze duisternis
Inspireer ons tot een nieuw elan
weg uit de sleur, moedeloosheid, oppervlakkigheid en kortzichtigheid.

Moge het worden zoals Gij hebt gewild, God:
Licht dat niet dooft, liefde die blijft.

Herschep de rust die wij hier zoeken tot nieuwe onrust
vanwege mensen in het donker, vanwege hun plannen die geen kansen krijgen.

Mogen wij doen zoals Gij het hebt gewild, God:
Licht zijn dat niet dooft, liefde die blijft.

Maak het gebed om ons nooit te laten vallen tot
bereidheid om elkaar niet los te laten.

Houd de ziel in ons lijf, het hart bij ons hoofd,
de droom bij de daad.

Zodat het kan worden zoals Gij hebt gewild, God:
Licht dat niet dooft, liefde die blijft …

Lied: Vrede voor jou…

Overweging

In de voorbije vastenvieringen hadden de voorgangers het over de leefbaarheid, de bewoonbaarheid van onze wereld. Helemaal in de geest van Broederlijk Delen. Vandaag willen wij ons focussen op de voedselproblematiek, en haar gevolgen. Niet dat er vroeger niets zou gebeurd zijn… ruim 40 jaar geleden had de club van Rome het in haar rapport reeds over “grenzen aan de groei “. 2015 was voor onze wereld DE datum waarop we ons hebben gericht om veranderingen teweeg te brengen. Wat is er ten gronde veranderd? Daarom wil ik mezelf maar ook u “bevragen“ hoe het verder moet…..

Als we ons realiseren dat 1 miljard mensen op onze aarde leven die gebrek hebben aan alles, wordt het duidelijk dat er nog veel te doen staat… Klimaatverandering, milieuvervuiling, uitputting van niet vervangbare grondstoffen en afbraak van biodiversiteit zorgen voor ongekende problemen, speculatie van grondstoffen, groot winstbejag lijken wel het adagio van de industrie en haar grootaandeelhouders.. Hier in het westen werken we aan een model om de voedselproductie steeds verder op te drijven. Een Amerikaans bedrijf met een monoproductie van granen oogst 100 000m² / uur. En die 5 dorsmachines zetten ze niet in voor 1 uur arbeid per jaar natuurlijk. Grootschaligheid en meer productie, meer winst, meer, meer meer… en helaas moet ik bij mezelf vaststellen dat ook ik ruim 35 jaar meedraai in die industriële mallemolen. Diegenen die me al langer kennen weten dat ik werkzaam ben in de vleesindustrie. Vroeger een garantie op werk en een “mooie“ loopbaan. Toen ik enkele jaren geleden omwille van een reorganisatie werd ontslagen, stelde Michel (dominicus-ganger, en lid van onze gezinsgroep) me de vraag wat ik nu zou gaan doen. Ik was het namelijk moe om mee te draaien. Waarom ga je niet iets kleinschalig opzetten…. En toch ben ik opnieuw als zelfstandige gaan aanleunen bij de industrie. Maar ik blijf me steeds meer vragen stellen over dit model, en of dit kan blijven werken?

En dat terwijl wij in het Westen teveel aan alles hebben en lijden aan welvaartsziekten als obesitas, hart- en vaatziekten. Verder stel ik vast dat de nieuwe economieën zoals China en India hetzelfde patroon overnemen. Voedingsgewoonten waarin meer vlees wordt geconsumeerd zal de vraag naar voedergranen verder doen toenemen. Voor 1 kg biefstuk is er 8 kg voedergraan nodig. Nog nooit werd bv zoveel varkensvlees geëxporteerd als de laatste jaren. Met alle gevolgen van dien. Allemaal om dat Gouden kalf van de industrie te dienen. Amerika en Europa sluiten handelsakkoorden om prijzen kunstmatig hoog te houden ten dienste van de industrie. Niet om de kleine ambachtelijke bedrijven te steunen. Toenemende vraag naar voedsel zal beantwoord worden met hogere prijzen, maar hogere voedselprijzen hebben een dramatisch gevolg voor miljarden mensen die vaak 80% of meer moeten besteden aan voedsel. Hoe gaan we de wereld voeden in de komende decennia waarin nu al bijna 1 miljard mensen chronisch hoger heeft, terwijl de wereldbevolking met +/- 3 miljard, vooral arme mensen zal toenemen?

Gelukkig heb ik goed nieuws. Universiteitsprofessoren hebben berekend dat de wereld in staat is om 10 miljard mensen adequaat te voeden, maar dan moet wel het nodige gebeuren. Voedingspatronen moeten sterk veranderen. Er moet zuiniger omgegaan worden met water en schaarse grondstoffen. Er moeten keuzes gemaakt worden die niet voor iedereen aangenaam zijn. Zijn we bereid om te veranderen en zwaar te investeren in een andere manier van telen, van omgaan met het milieu? We kunnen kiezen voor een beleid dat een ongebreidelde consumptiegroei een halt toeroept. Veranderingen die noodzakelijk zijn voor een leefbare wereld en voedsel om straks die 9 à 10 miljard mensen te voeden. Hier in het westen dus: onze ecologische voetafdruk verkleinen. Niet alleen voor onze eigen kinderen en kleinkinderen, maar ook voor een verantwoorde economische groei, voldoende gezond voedsel en een ecologische voetafdruk in ontwikkelingslanden, zodat ook daar de komende generaties een waardig menselijk leven kunnen leiden.

Helaas zien we in ons eigen Vlaanderen vele kleine en middelgrote landbouwbedrijven verdwijnen. Boeren krijgen de prijs zoals die bepaald wordt door de wereldmarkt,en die is veel te laag. De hele handel van zaaigoed, meststoffen en de verwerking van granen is voor 85% in handen van twee grote concerns. Die bepalen dus de prijs op de wereldmarkt. Stijgende kosten tegenover een overproductie. Dat moet fout lopen. En als al die boeren foert zeggen: we stoppen ermee, waar gaan we dan ons voedsel halen?

In de weekendkrant van vorige week stond een uitgebreid artikel over Fermet, een initiatief van een groep mensen om via internet bij lokale producenten voedsel te kopen. En dat aan een eerlijke prijs voor de producent. Een klein voorbeeld met Jonagoldappels. In het warenhuis worden die verkocht voor 0.99 € ( 31% voor de teler, en 67 % voor de groothandel en distributie ). Bij Fermet krijgt de teler de helft van wat de klant betaalt. Lokale boeren, markten doen het weer wat beter: de kleine teler krijgt een eerlijke prijs, en het contact met product en producent wordt versterkt. Myriam en ik zijn sinds enkel weken lid van voedselteams, een initiatief op diverse plaatsen in Vlaanderen. Voedsel van lokale telers brengen tot bij de lokale consument. Meestal van bio-origine aan prijzen waar iedereen kan van leven. En met een voetafdruk die verantwoord lager is van wat sommige producten teweeg brengen wanneer ze vanuit een ander continent worden overgevlogen. Denken we maar even aan de Keniaanse boontjes op ons bord. Terwijl in Luik een vrachtvliegtuig landt met deze boontjes, vertrekt in Melsbroek een toestel met hulpgoederen om diezelfde bevolking daar met melkpoeder en andere noodzakelijke goederen te ondersteunen. Keniaanse boontjes zijn goedkoper en daar draait het om. En dat terwijl de boer daar kweekt, verkoopt en verhongert. Kunnen we dit blijven volhouden? En dan te weten dat hier bij ons lokale boeren ook lekkere boontjes kweken. Maar misschien niet op elk moment van het jaar. We zullen ons dus moeten aanpassen. Denk globaal, koop lokaal.

Ik geef u graag nog de woorden mee van de filosoof Dirk de Schutter: “Geloven in God is ook geloven in jezelf, geloven dat je in wel en wee iets kan betekenen voor de ander, dat je aanwezigheid ertoe doet en verschil maakt. Het betekent bovenal geloven dat je niet alles in handen hebt, maar dat je een bijdrage kan leveren en vertrouwen dat in de toekomst dingen ten goede keren.”

Lied: Lied van schaarste en overvloed…

Lezing: Johannes 3, 1 – 8

(1)Zo was er onder de farizeeën een man, Nikodemus genaamd, die tot de leidende Joodse kringen behoorde. [2] Hij kwam in de nacht naar Jezus toe en zei: ‘Rabbi, we* weten dat U als leraar van Godswege gekomen bent. Geen mens immers kan die tekenen verrichten die U doet, wanneer God niet met hem is.’ [3] Jezus gaf hem ten antwoord: ‘Waarachtig, Ik verzeker u: alleen wie opnieuw* geboren wordt, kan het koninkrijk* van God zien*.’ [4] ‘Geboren worden?’ zei Nikodemus. ‘Hoe kan dat wanneer je al op jaren bent? Kun je soms nog eens de schoot van je moeder binnengaan om geboren te worden?’ [5] Jezus antwoordde: ‘Waarachtig, Ik verzeker u: alleen wie geboren wordt uit water* en geest, is in staat het koninkrijk van God binnen te gaan. [6] Wat uit vlees* geboren is, is vlees; en wat uit de Geest geboren is, is geest*. [7] Wees dus niet verwonderd als Ik u zeg dat jullie* opnieuw geboren moeten worden. [8] De* Geest is als de wind: hij* waait waar hij wil; je hoort hem waaien, maar je weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat. Zo is het ook met ieder die geboren is uit de Geest.’

Overweging bij het evangelie: opnieuw geboren worden

De tekst die we gehoord hebben maakt deel uit van een gesprek dat Jezus voert met een zekere Nikodemus. Nikodemus is Farizeeër, één van de leidende figuren onder de joodse gezagsdragers. Van hem wordt gezegd dat hij in de nacht bij Jezus komt. Merkwaardig is dat, want hij wil zien. Hij wil de persoon zien die schuil gaat achter die merkwaardige verhalen die over hem verteld worden. Maar Jezus overvalt hem meteen met die raadselachtige woorden: “alleen wie opnieuw geboren wordt kan het koninkrijk van God zien”. Nikodemus blijkt daar, gezien zijn gevorderde leeftijd, enige moeite mee te hebben, en hij geeft dat Jezus dan ook te kennen. Maar enige toelichting of handleiding die hem hierbij zou kunnen helpen, wordt hem niet gegeven. Integendeel, de paradox wordt nog op de spits gedreven. Niemand kan het koninkrijk binnengaan als hij niet geboren wordt uit water en geest. En … jullie moeten allemaal opnieuw geboren worden. En wel uit water en Geest”. Om te zien wie Jezus echt is, moet je voorbij je alledaagse weten en denken herboren worden. De idee dat een mens twee keer geboren moet worden heeft u zeker hier of daar reeds gehoord. Het blijft niettemin herkenbaar.

Een mens wordt een eerste keer geboren uit de moederschoot. Daardoor wordt een stempel gedrukt die we ons leven lang met ons meedragen. Ik word geboren uit deze ouders, die ik niet zelf gekozen heb, met dit genetisch materiaal, op deze plaats en deze tijd.. De één heeft al meer geluk dan de ander. En ieder heeft wel iets dat hem of haar niet zo geweldig lijkt. Maar hiermee begint het. Met te aanvaarden wie ik ben: deze persoon, met deze kwaliteiten en deze beperkingen. Die aanvaarding is van levensbelang wil ik niet een leven lang gefrustreerd worden om wat ik allemaal niet heb of kan. En tegelijk beseffen dat we daarmee de kous niet af is. Het is een eerste stempel, maar niet de enige.

Er is meestal met dat voorgegeven materiaal wel iets aan te vangen. En soms staan we versteld over hetgeen mensen van hun leven maken. Niet dat het bijzonder opvallend hoeft te zijn. Maar soms kan het in al zijn eenvoud toch wel indrukwekkend zijn. Juist in zijn bescheidenheid. Er zit dus wel iets in, in die tweede geboorte. Geboren uit iets dat ongrijpbaar is. Uit iets wat niet van mensen is. Zoals men in de Oudheid en de Middeleeuwen zei: geboren uit aarde, lucht, water en vuur. De oerelementen. Allicht moeten we Jezus niet in een of andere filosofische club onderbrengen. Maar het is toch opvallend hoe bij Johannes die natuurelementen een prominente rol spelen. We zijn er onlosmakelijk mee verbonden. Het zijn de bouwstenen waaruit de wereld is opgebouwd.

Het is dan ook veelzeggend dat deze oerelementen opgeladen werden met een religieuze betekenis. Dat ze in een dynamisch perspectief worden geplaatst. Het water werd hét grote teken van uittocht uit slavernij: zo trokken de Israëlieten immers de rode zee door weg uit het slavenhuis van Egypte, de vrijheid tegemoet.
De lucht waar we van leven en die we inademen, die lucht werd doordrongen van de Geest die ons opneemt en drijft naar de wereld van de ander die ons lief is of die onze zorg nodig heeft. De geest van vergeving die Jezus over zijn leerlingen inblaast.
Het vuur werd een bijzonder teken van Gods aanwezigheid die sprak in het brandende braambos, die in een vuurkolom het volk voorging in de nacht.
En de aarde werd de heilige grond waar iedereen recht heeft om in vrijheid en waardigheid te leven. Het beloofde land. Land waar het goed wonen is voor allen. Waar het perspectief op de utopie levend gehouden wordt. Herverdeling van het land, vrijlaten van gevangenen, zoals het vorige week hier is voorgelezen uit het boek Leviticus. Brood en water voor eenieder.
Water, lucht, vuur en aarde : ook vandaag kunnen we ze begrijpen als symboolgestalten van een rechtvaardige wereldeconomie. Ongrijpbare elementen die de levenssfeer van de mens vormen. Die hem tot ontplooiing laten komen. Een tweede geboorte.

Die tweede geboorte heeft alles met spiritualiteit te maken. Met goed weten hoe deze wereld in elkaar steekt en welke de onmogelijkheden zijn waarmee we geconfronteerd worden. Maar tevens weten hoe je daar zelf in staat. Of wil in staan, of het probeert vol te houden. Misschien kan het spel ons iets leren. En spel doe je voor het plezier van het spel. Het heeft geen enkel nut dan alleen maar het plezier. Ik beschouw die betoging van vorige zondag in Brussel waar 4000 mensen van zoveel verschillende filosofische en religieuze gezindheden aan deelnamen: “Together for peace”, als een spel. Spelenderwijs opvoeren waar men plezier in vindt. Dergelijke symbolen ontsnappen aan iedere kritische nuttigheidsvraag. Iets analoogs is er aan de hand met de transitie-initiatieven. Doemgedachten worden doorprikt. Symbolen stààn er. Natuurlijk kunnen ze onderuit gehaald worden.

Maar niemand kan verhinderd worden een spel te spelen. Let wel: een spel is niet iets onnozel. Een spel is heel ernstig. Je moet de regels onderhouden. Wie het spel niet ernstig speelt vindt er ook geen plezier in. Het plezier van het spel ligt juist in de ernst waarmee het gespeeld wordt. Daardoor wordt het plezier vreugde. Er is iets dieper aan de hand. Meer dan alleen maar spelregels. ER wordt iets zichtbaar gemaakt.

Zo is het ook met symbolen het geval. Ze maken iets zichtbaar. Als mogelijkheid. Zij beheersen zeker niet het wereldgebeuren. Maar ze zijn boodschappers die even een andere werkelijkheid laten oplichten. Misschien openen ze ons de ogen voor een spel waar we samen plezier aan beleven.

De vastentijd heeft de voorbije vijftig jaar een heel andere betekenis gekregen dan vroeger het geval was. We herinneren ons nog de tijd dat de vasten een periode was die voorbehouden leek aan grote ego’s, die ieder jaar weer een ander vastenpuntje in ere hielden, niet zelden wilsvierkantige asceten, die er in slaagden om veertig dagen lang iets te doen of niet te doen waar ze zichzelf beter door voelden en hopelijk hun omgeving niet al te veel last mee bezorgden. Misschien mag het vandaag een periode zijn waarin we ons laten meevoeren naar een nieuwe geboorte, naar de inspiratie die we opdoen door een spel met licht en water, vuur en aarde. Op weg naar het beloofde land.

Vastenlied

Inbreng gemeenschap 

Inleiding tafelgebed

Dank voor jullie inbreng. Zij zijn het teken van onze gedeelde rijkdom, van onze openheid om ons met elkaar te verbinden en het engagement aan te gaan. Van onze hoop en overtuiging dat hét kan: een nieuwe wereld waar wij het voor elkaar opnemen, ons gedragen en gesteund weten om verder te gaan op de ingeslagen weg van delen en vermenigvuldigen.
Dat is nu net de betekenis van wat we hier vieren: dat, gedeeld, het leven groter en sterker is. Dat, gedeeld, genade mogelijk is, vrede mogelijk is. Vasten is dan misschien: ruimte maken voor dat delen…

Vreemd is ook dat dit delen willen onttrekken aan tijd en ruimte.
Hoe wij hier iemand herdenken wiens leven tweeduizend jaar geleden ophield.
Dat wij durven kaarsjes ontsteken voor onze lieve doden, en onze verbondenheid uitspreken met hen.
Dat wij ons verbonden willen weten met de mensen van onze gemeenschap die hier vandaag niet zijn, met de mensen van de buurt, van het ziekenhuis hier rechtover, met de mensen aan wie niemand denkt.
Dat wij ons verbonden weten met wie op deze wereld vandaag hetzelfde ritueel van verbondenheid zal herhalen.

Tafellied: Wie heeft brood genoeg voor zo’n grote hongerige menigte…

De laatste avond van zijn leven gaf Jezus aan zijn leerlingen een teken, om niet te vergeten waar het op aan komt.
Hij nam brood in zijn handen, brak het en deelde het uit met de woorden: neem en eet
hiervan: dit is mijn lichaam.

Hij nam ook een beker met wijn, zegende hem en deelde hem rond met de woorden; drink uit deze beker, dit is mijn bloed een teken van het nieuwe verbond .
Weet dat, telkens je je leven breekt en deelt, mijn leven, het Leven verder gaat, sterker dan de dood.

Onze Vader

Vredeswens

Mogen wij met elkaar de vreugde delen die we putten uit de hoop dat een andere wereld mogelijk is. Dat we spelenderwijs vasthouden aan het geloof dat elke steen die verlegd wordt de loop van de rivier mede bepaalt. Dat we met liefde elkaar bemoedigen om het visioen niet op te geven.

Communie

Slotlied: Lied van de ballingschap…

*

 

foto:  Februari 1912, Maggioni Canning Corporation, Port Royal, South Carolina: Henry is een tienjarige oesterwerker. Werkt voor school, na school, en op zaterdag. Is al drie jaar aan het werk. Foto gemaakt in opdracht van het Am. Comité tegen kinderarbeid.

Uit de website Shorpy: http://www.shorpy.com/node/18199