Vrijheid, ingewikkeld en soms paradoxaal…

Dominicus gent

Viering van zondag 11 november 2018

Vrijheid, ingewikkeld en soms paradoxaal…

 

Vroeg in de morgen
Vroeg in de morgen, donker was het nog,
zijn wij gegaan, een keer,
nog in ons hart de dichtheid van de nacht.
Jij bent niet die wij dachten. Uit het vuur
riep ons bij naam een stem.
Wij zagen niets. Jij riep: ‘Ik zal er zijn’.
Op licht en schaduw, bomen aan de bron,
op stilte leek die naam.
Een gloed van liefde schroeide ons gezicht.
Om wat wij hoorden (maar wat hoorden wij?)
om wat op vrijheid leek,
omdat het moest en blijven niet meer kon.
Zijn wij gegaan, onstuimig en verward,
om nergens om, om jou –
om liefde over alle grenzen heen.
Een troep die sloft en zwerft, de richting kwijt.
De nagalm van een stem.
De weerklank van wat woorden in ons hart.
Een slingerende stoet naar goed wijd land.
Een eeuwenlang smal pad.
Een ademtocht, de route van het licht.
Het duizendschone schitterende licht,
een file in de nacht,
een spoor van mensen die de nacht verslaan.
Die strompelen tot waar? Tot waar jij bent,
in rusten aan de bron,
in gloed van liefde, vuur dat niet verflauwt.
Vroeg in de morgen, donker was het nog,
zijn wij gegaan, een keer,
met niets dan in ons hart: ‘Ik zal er zijn’.

(H. Oosterhuis)

 

Met niets dan in ons hart ‘Ik zal er zijn’ zijn wij gegaan – een eeuwenlang smal pad, een spoor van mensen – om wat zij hoorden, om wat op vrijheid leek.

Rond deze vrijheid willen wij vandaag en de komende twee zondagen vieren.

Tijdens mijn middelbare schooltijd kwamen in de godsdienstles de grote thema’s aan bod: vertrouwen, vriendschap, geloof, liefde … Ik herinner mij de grote, kleurrijke collages (de creatieve en persoonlijke verwerking van de theorie, heette dat toen – late jaren ‘60). Alzo ook een collage rond ‘vrijheid’. De acht letters van het woord paginabreed (A3) en ingevuld met alle mogelijke vrijheden waar we toen van droomden. Kleurrijke knipsels van vakantie, zon, natuur, blije jongens (en meisjes) – al dan niet een sigaret tussen de vingers – kortom: vrijheid – blijheid.
Deze invulling van het begrip vrijheid neigt naar: alles kan en alles mag, niemand legt mij iets op. Geen dwang noch inmenging van wie dan ook.

Helaas. Dit soort vrijheid is niet realiseerbaar en bovendien niet wenselijk.
Want bestaat vrijheid niet bij de gratie van beperking/afhankelijkheid/verbondenheid?
Is vrij zijn niet per definitie een evenwicht zoeken tussen de wensen en verlangens van het individu en datgene wat ten goede komt aan de gemeenschap? Evenwicht tussen verlangen en wet?
En gaat dat evenwicht zoeken niet altijd gepaard met keuzes maken? En gaandeweg ook met angst?
Angst om verkeerde keuzes te maken maar ook met de angst om te gaan voor de genomen beslissing? Vrijheid en angst lijken onlosmakelijk verbonden.
Ondanks het grote verlangen, de jongens op de collage over vrijheid – was ingaan op een eerste afspraakje beslist spannend, met de hartenklop in de keel. Niet alleen vanwege de verliefdheid maar ook omwille van de angst voor het onbekende, het nieuwe en het stiekeme. Maar wél een vrije keuze!

Misschien werd in mijn godsdienstlessen van toen wel iets verteld over Paulus, dé bijbelse figuur die het wezenlijk en concreet heeft over vrijheid. Ik heb er echter geen herinnering aan. Vandaag in de viering komt Paulus, als apostel van de vrijheid, wél ter sprake. Straks zal Ingrid enkele verzen lezen uit de brief van Paulus aan de Galaten: ‘Broeders en zusters, u bent geroepen om vrij te zijn.’ En er zijn, in de brieven van Paulus, nog meer passages waarin hij het expliciet over vrijheid heeft. Paulus – die zelf als bij donderslag van zijn paard viel – bracht met zijn inzicht en overtuiging een kleine aardverschuiving teweeg. In zijn tijd liet hij een verrassende tegenstem horen ten aanzien van de machthebbers en gezagdragers van die tijd. Hij was de grote pleitbezorger van gerechtigheid en gelijkwaardigheid en plaatste dit boven de verstikkende wet.

Over die vrijheid willen we het hebben in deze viering. Vrijheid die gerechtigheid beoogt, die verantwoordelijkheid in zich draagt.

We hebben niet alleen Paulus bij ons vandaag. Er is ook veel ruimte voor dat lied in het boek: Lied van de vrijheid. Als vrijheid was wat vrijheid lijkt … Dat willen we graag samen zingen en de tekst van het lied overwegen.
Ik geef eerst het woord aan Paulus.

Lezing. Galaten 5,13-18

Broeders en zusters, u bent geroepen om vrij te zijn. Misbruik die vrijheid niet om uw eigen verlangens te bevredigen, maar dien elkaar in liefde, want de hele wet is vervuld in één uitspraak: ‘Heb uw naaste lief als uzelf.’ Maar wanneer u elkaar aanvliegt, pas dan maar op dat u niet door elkaar wordt verslonden. Ik zeg u dus: laat u leiden door de Geest, dan bent u niet gericht op uw eigen begeerten. Wat wij uit onszelf najagen is in strijd met de Geest, en wat de Geest verlangt is in strijd met onszelf. Het een gaat in tegen het ander, dus u kunt niet doen wat u maar wilt. Maar wanneer u door de Geest geleid wordt, bent u niet onderworpen aan de wet.

 

Lied van de vrijheid

Als vrijheid was wat vrijheid lijkt, wij waren
de mensen niet die wij nu angstig zijn
wij zaaiden bronnen uit in de woestijn,
wij oogstten zeeën zonder te vervaren.
Wij tussen moed en wanhoop. Waarom weten
wij wel wat leven is maar leven niet?
Soms gaan wij op de vleugels van een lied
en durven onze zwaartekracht vergeten.

Verlangen, pijn van onbekende duur:
turen de verte in, niet kunnen laten
een stad te zien, een tuin, doorschijnend water
dan valt de nacht over het middaguur.

Maar voorgevoel van liefde duurt het langst,
heugenis aan het woord in den beginne,
licht – ongebroken val het bij ons binnen.
Even zijn wij ontkomen aan de angst.

Als vrijheid was wat vrijheid lijkt, wij waren
de mensen niet die wij nu angstig zijn
wij zouden niet meer vluchten voor de pijn
en voor de grootste liefde niet vervaren.
(H. Oosterhuis)

 

Overweging

1.
Het gaf een dubbel gevoel vorige zondag in IJzendijke bij het binnenrijden van de gemeente (ooit een garnizoenstad) voor de viering van Allerheilligen/allerzielen: gedachtenisviering van de overledenen van het voorbije jaar. Even na halfelf hadden enkele auto’s halt gehouden om voorrang te verlenen aan een caravaan jeeps getooid met Amerikaanse en Canadese vlaggen, militairen in het uniform van de jaren 40, die op weg waren naar Knokke. Het was namelijk het weekend dat ieder jaar de voettocht overgedaan wordt die de Amerikanen en Canadezen begin november 1944 hebben gelopen van Hoofdplaat naar Knokke: de weg van de bevrijding. Even later gingen we in de kerk de doden herdenken. Het gaf toch een apart gevoel. Je begrijpt uiteraard dat mensen blij zijn bevrijd te worden van een vreemde bezetter, maar tegelijk heeft het ook iets wrang. Waartoe zoveel onnodig gestorven jonge mensen en zoveel verdriet bij hun geliefden.
Op enkele uitzonderingen na hebben wij nooit een bezetting meegemaakt. We kennen alleen de verhalen van de vorige generatie. Vrijheid is vanzelfsprekend een groot goed. Kunnen gaan en staan waar je wil, kunnen zeggen en denken wat je wil, je eigen levensweg kunnen uitbouwen, kunnen uitmaken wie je tot je vrienden en geliefden rekent, bij welke gemeenschap of groepering je je thuis voelt, en ga zo maar door.
Tegelijk betekent vrijheid dat je keuzes maakt. Moét maken. In wat je doet en zegt en denkt en welke beslissingen je neemt. Je ontkomt er niet aan. En kiezen betekent meteen een beperking. Ook dat hoort onlosmakelijk bij onze vrijheid. Daar zijn we weer bij onze condition humaine. Vrijheid kan nooit grenzeloosheid of mateloosheid betekenen. We kunnen wel van alles en nog wat verlangen, maar we kunnen niet alles hebben of binnen halen. Dat kun je vervelend vinden of het kan weemoedig maken of opstandig, maar het is niet anders.
Die beperking kan ook rust geven. Vrijheid kan nu eenmaal niet onbeperkt zijn. Ook dat inzicht is een groot goed. Het helpt ons onze beperkingen te aanvaarden. Vrijheid, voor zover het ook beperking betekent, maakt het juist mogelijk dat we ons ergens voor inzetten en dat met volle goesting doen. Dat is dagelijkse ervaring. Wie blijft hangen in onbeslistheid omdat hij/zij alles wil open houden, ziet ook de ene na de andere kans aan zijn/haar neus voorbijglijden. Wie een keuze heeft gemaakt kan voortaan zijn/haar leven focussen. Dat is bij voorbeeld duidelijk het geval wanneer mensen een huwelijksbelofte uitspreken. Met volle overtuiging en in volle vrijheid kiezen mensen ervoor met deze persoon het leven te delen. En dat betekent een duidelijke beperking. In de anglicaanse liturgie werd er zelfs uitdrukkelijk bij gezegd dat je kiest voor deze persoon, “forsaking all others”. Op die manier trekken mensen, als het goed is, een spoor dat hun leven richting geeft.
Vrijheid kan natuurlijk een even groot goed zijn wanneer men tot inzicht komt dat een bepaalde keuze herzien dient te worden. Beroepskeuze, partnerkeuze, studiekeuze. Het kan veel inzet en moed vergen om dit besluit in daden om te zetten. Maar het is een mogelijkheid. Aanvaarden van de onvolmaaktheid van ons bestaan is een hele kunst. Aanvaarden van de radicale contingentie. Alles had ook anders gekund.
Daarom zongen we ook:
“Wij, tussen moed en wanhoop.”
Maar ook :
“Soms gaan wij op de vleugels van een lied en durven onze zwaartekracht vergeten”.

 

2.
‘Eindelijk vrij!’ schreef Mahmoud nadat hij het positief bericht kreeg van erkend vluchteling in België.
‘Eindelijk vrij!’
Mahmoud en zovelen met hem op deze wereld, hebben – vaak noodgedwongen – de keuze gemaakt om al het vertrouwde achter te laten. Het verlangen op goed leven heeft hen in beweging gezet en brengt een nieuwe, onbekende situatie met zich mee. Mensen die vluchten weg van mensonwaardige of gevaarlijke omstandigheden komen terecht in procedures van lange duur, in uitzichtloosheid. En er is de voortdurende onzekerheid waarmee je dag in dag te leven hebt.
Mahmoud was de voorbije vijf jaren relatief vrij om te gaan en te staan waar hij wilde, om te werken, thuis te zijn. ‘Eindelijk vrij!’ betekent echter zoveel meer. Pas in deze bekomen vrijheid kan iemand ten volle te leven. Dan is er kans om zich te binden, om verantwoordelijkheid te nemen, om keuzes te maken.
De voorbije week hoorden we nog het nieuws dat in Pakistan Asia Bibi vrijgelaten werd. Acht jaar geleden veroordeeld tot de doodstraf wegens blasfemie. Niet het feit dat sommige partijen dit politiek verzilveren stemde mij tot nadenken, maar wel het volgende. Wat betekent de vrijlating van Asia Bibi concreet? Zij wordt vrijgelaten in een omgeving waarin zij (of haar overtuiging) niet verdragen wordt, waarin zij vreest voor haar leven. Is dit de invulling van haar verlangen een vrij mens te zijn?
Vandaag, op 11 november, gaan mensen hier in Vlaanderen de straat op om een menswaardig leven te vragen voor 60 miljoen mensen op de vlucht voor oorlog, geweld of vervolging. Vandaag – honderd jaar na het einde van die grote oorlog.

Overal in Vlaanderen luiden de kerkklokken om het einde van de oorlog – de be-vrij-ding – te herdenken. Wij laten ook de Maria-Gorettiklokken twee minuten lang weerklinken.

Verlangen, pijn van onbekende duur:
turen de verte in, niet kunnen laten
een stad te zien, een tuin, doorschijnend water
dan valt de nacht over het middaguur.

3.
Gerechtigheid is een sleutelbegrip bij Paulus. Dat heeft hij meegekregen van zijn onderricht in de joodse Tora. Het begrip heeft bij Paulus ook een nieuw gewicht gekregen. “Als ge u door de geest laat leiden staat ge niet meer onder de wet.” “Wet” heeft in zijn dagen namelijk een ander accent gekregen dan hetgeen Tora oorspronkelijk bedoelde te zeggen. Tora bedoelde onderricht te zijn, inspiratie, wegwijzer om zelf je weg in het leven te vinden. Tora bedoelde niet betuttelend te functioneren, juist integendeel. Tora appelleerde aan de eigen inspiratie om vindingrijk om te gaan met de richtingwijzende woorden van de Tora.

In Paulus’ dagen was de Hebreeuwse bijbel reeds in het Grieks vertaald en was deze tekst ook de gangbare. Deze vertaling naar het Grieks die omstreeks 250 BC een aanvang had genomen was – zoals elke vertaling – niet alleen maar een filologische kwestie. Het was ook vertaling in een andere cultuur. En dat had zo zijn effecten. Vertalen is nu eenmaal altijd interpreteren. Dat blijkt ook het geval voor de Bijbel. Het Hebreeuwse Tora werd in het Grieks vertaald door nomos (wet). En dat heeft een andere bijklank dan wat Tora bedoelde te zijn. De klemtoon ligt dan op de voorschriften en verboden die nauwgezet dienen nageleefd te worden. Wanneer deze wet dan ook nog beheerd wordt door mensen die vooral bezig zijn met het consolideren van de eigen identiteit, wordt het onderhouden van de nomos (wet) bron van enggeestige regelgehoorzaamheid.

Het fenomeen doet zich ook in onze dagen voor. Het beleid van de Rooms katholieke kerk in Nederland wil zijn eigenheid affirmeren ten aanzien van de protestanten door de katholieke theologische betekenissen te benadrukken. Er wordt alleen niet bij gezegd uit welk tijdperk die theologische inhouden afkomstig zijn. “Zo beleven wij onze identiteit” heet het. “Onze mensen moeten het katholieke geloof in zijn volle gestalte kunnen beleven”. Oecumenische diensten op grote feesten zijn dus eigenlijk niet op hun plaats, want onze mensen verdienen een echt katholieke dienst en die is er niet bij een oecumenische viering.
De geest waarover Paulus het heeft is veeleer een geest die ruimte creëert en openheid bewerkt naar allen die zich op sleeptouw laten nemen door de inzet voor gerechtigheid. Dit begrip zet geen rem op de persoonlijke invulling. Het opent integendeel een ruimte die grenzen overstijgt. Voor Paulus is dat een openheid die zich uitstrekt naar alle volkeren. Gerechtigheid kent inderdaad geen grenzen. Dat beseffen wij in onze dagen beter dan ooit tevoren. Niet alleen omdat we beseffen dat onze wereld één groot geheel is geworden en dat alles invloed heeft op alles, maar ook omdat we geen rust kunnen hebben om wat we weten wat zich overal ter wereld afspeelt.
“Wij zouden niet meer vluchten voor de pijn en voor de grootste liefde niet vervaren”.

God weet komt het goed
een rechtvaardige wereld
waar niet de dood heerst.

 

*

foto’s G.Vanhercke: Beaufort 2018 & militaire begraafplaats Kemmel