Een andere vrijheid: de Geest des Heren rust op mij…

Dominicus Gent
Viering van zondag 18/11/18
De geest des Heren rust op mij…

(2de viering in reeks over vrijheid)

 

Goedemorgen en welkom in deze viering.

De voorbije weken konden we al enigszins merken dat er bouwactiviteiten ontplooid worden op deze plaats. Nu valt het helemaal niet meer weg te moffelen. Deze plek is een werf geworden. De plannen die we hadden met deze plek worden tastbaar. Er wordt gekapt en getimmerd en heel veel stof gemaakt dat gelukkig door een grote ploeg vrijwilligers wordt opgekuist.

Misschien is deze viering ook wel zo’n werf. Niet één waar met hamers en drilboren wordt gewerkt, maar waar we bouwen aan het leven, aan verbinding en verbondenheid, aan wat met een oud beeld Rijk Gods genoemd wordt. Het plan is het visioen dat we voor ogen willen houden. De werklieden, dat zijn we allemaal.

En vandaag zijn we beland bij de tweede viering rond het thema vrijheid. Vorige week gaven Annemie en Ignace ons alvast wat bouwstenen. Vandaag proberen we daar een eigen steentje, een eigen aspect aan toe te voegen. Omdat we een aantal bijbelteksten willen ter sprake brengen, hebben we ervoor gekozen om niet één verhaal te lezen, maar de fragmenten in onze inbreng te verwerken. U zal dus extra aandachtig moeten zijn. Een verwittigd bouwvakker is er twee waard.
Ik maak me plots de bedenking dat dit heel erg op vrijmetselaarsjargon begint te lijken… wees gerust, de gelijkenis is geheel toevallig…

Laten we het bij de aanvang even stil maken en de werflamp aansteken, zodat ze ons samenzijn kan verlichten, het duister verdrijven en onze blik scherp maken.
En vragen we dat ons samenzijn onder de ontferming van de Ene moge zijn.
Hij die ons heeft gezocht en gezien zoals de opgaande zon aan de hemel
Hij die ons is verschenen toen wij in duisternis waren
Hij zal onze voeten richten.
Zingen we dit uit met het lied Een schoot van ontferming

 

Die andere vrijheid

Vrijheid beschouwen mensen vandaag als hun hoogste goed. Iedereen wil zijn eigen leven op elk moment sturen, wil op elk moment vrij zijn om zelf te bepalen wat goed is en wat niet, enzovoorts. We lijken wel in de beste der werelden te leven wat vrijheid betreft. Maar tegelijk worden we als nooit tevoren onder druk gezet om ons te confirmeren: de reclame bombardeert ons steeds gerichter en steeds persoonlijker; de neoliberale maatschappij gebruikt ons voor haar winsten, tot en met sociale dumping; vooral jongeren krijgen een ideaalbeeld van een leven opgedrongen, zoveel mogelijk zien en meemaken en nooit stilstaan, en ze krijgen stress van al dat moéten kiezen; we kunnen soms geen onderscheid meer maken tussen echte en valse boodschappen; we worden angstig gemaakt met voortdurende haatboodschappen… En het ergste is: er zitten grote verdienmodellen achter al die druk op onze vrijheden, sommigen verdienen er grof geld aan.
Vrijheid moeten we blijven bevechten, want ze komt onder grote druk. We moeten elkaar daarin wakker houden, zeker.

Maar we willen het vandaag hebben over een ander soort vrijheid, een die meer te maken heeft met bevrijding. De bijbel koppelt vrijheid aan bevrijding. Dat is een heel ander uitgangspunt om over vrijheid te denken dan dat wij doen in onze liberale maatschappij. U kent de uitspraak wel: daar stopt mijn vrijheid waar die van jou begint. Dat lijkt ethisch perfect logisch. Maar mijn vrijheid wordt dan een soort strijd. En wat als ik in een zwakke positie sta, als ik bvb moeilijk aan werk geraak en dus verkies te zwijgen om mijn werk niet te verliezen? Wat als ik niet het vertrouwen heb om een klacht in te dienen, niet het geld om een goede advocaat te betalen? De ene vrijheid is bijlange te andere niet. De banken hebben tien jaar geleden in hun wilde vrijheid het land bijna doen omvallen, stelen, liegen en bedriegen was dat, maar zijn ze gestraft? Nee toch. In onze westerse liberale maatschappij wordt zelfs vrijheid het slachtoffer van de concurentielogica… Het lijkt wel of Paulus een moderne maatschappijcriticus is als hij in de eerste brief aan de Korinthiërs schrijft: “Maar let erop dat de vrijheid van handelen die u hebt, geen schade berokkent aan de zwakken onder u” (1 Kor 8, 9)

De bijbel spreekt over bevrijding. En bevrijding is een omkering van ons liberale beeld: mijn vrijheid is de vrijheid van de ander. We bevrijden elkaar, en daarin bevrijden we ook onszelf. In dezelfde brief aan de Korinthiërs schrijft Paulus (en hij klinkt weer zeer actueel): “U zegt: alles is mogelijk. Zeker, maar niet alles is heilzaam. Alles is mogelijk, inderdaad, maar niet alles is heilzaam. Laat niemand zijn eigen voordeel zoeken, maar dat van de ander.” (1 Kor 10, 23-24)

De bijbel gebruikt oude woorden die we vandaag beter opnieuw zouden leren gebruiken. Heil en heilzaam bvb. Die woorden zijn zoveel groter dan mijn rechten die ik opeis, dan mijn geluk dat ik koop of nastreef. In het heil van de medemens ligt de vrijheid. Mild zijn, dat is vrijheid, daarvoor moet je vanbinnen vrij zijn, vrij van angsten, van vooroordelen, van maatschappelijke druk. Niet oordelen en veroordelen, maar meehelpen iemand te bevrijden, dat maakt je ook zelf vrij.

Vaak gaat dat niet vanzelf, je kan bevrijding en heil niet kopen op de markt, ze vragen trouw en vertrouwen. Soms is het heel eenvoudig: aanwezig zijn, iemand niet in de steek laten, luisteren en ruimte scheppen. En daardoor bevestigen dat die mens naast je niet zomaar niemand is, maar net als jij vraagt om bevrijd te worden. Soms is het lastig, moeten er structuren opgezet worden, zoals bij Thope, onze huisvzw. Of structuren omver geworpen worden, zoals in landen waar die vrijheid echt onderdrukt wordt.

Laten we daarom waken over de vrijheid in ons hoofd en hart, en elkaar bevrijden waar dat nodig is van angst en stress en druk en uitbuiting in al zijn vormen. Daarom is het goed dat wij hier elke week de oerervaring is van de bijbel vieren: bevrijding uit de slavernij, genezing in lichaam en geest. Dat grote geheim van Goedheid die we Eeuwig noemen en die zei: Ik zal er zijn, wat er ook gebeure. Zolang we die belofte in ons leven ervaren, zijn we vrij. De echte bron van vrijheid is die belofte aan elk mensenkind. Daar zal Jo, de meest mystieke van ons tweeën, het over hebben….

 

Vertrouwen als vrijheid

Vrijheid. Zo vrij als een vogel. Die uitdrukking schoot me spontaan door de geest terwijl ik diep aan ’t nadenken was over mijn inbreng van deze ochtend. U ziet, ik kom soms tot merkwaardig diepe inzichten. En het ging verder. U bent over het algemeen oud genoeg en ook weer nog niet te oud om u het boek of de film “Jonathan Livingstone Seagull” te herinneren. Er valt veel over te zeggen, en sommige aspecten van het verhaal zijn niet echt mijn ding, maar ik beperk het hier nu even als een toonbeeld van vrijheid.
Het was een cultboek in de jaren zeventig over een meeuw die een beetje uit de band sprong en iets anders wou met zijn leven dan wat de rest van de zwerm voor ogen had. Jonathan wou ongeremd, niet gehinderd door enige begrenzing, leven in volle vrijheid. Hij wou hoger en sneller kunnen vliegen dan wat redelijk en gebruikelijk was en ging daardoor wel eens op zijn bek. Het leek er alvast op dat hij geen angst kende. Anders dus dan in het lied dat we daarnet zongen: als vrijheid was wat vrijheid lijkt, wij waren niet de mensen die wij nu angstig zijn.
We kennen allemaal wel zo iemand die zich van de algemeen geldende leefregels en wat het gezonde verstand voorschrijft, niets lijkt aan te trekken. Vrije vogels noemen we ze soms, of iets pejoratiever: speelvogels. Ze geven onverwacht hun job op en gaan een jaar op reis. Of ze laten have en goed achter om zonder enige zekerheid op succes het ergens anders eens te proberen. Ze zien wel. En stiekem zijn we er wat jaloers op of vinden we ze lichtzinnig, onverantwoordelijk, want “de anderen zullen wel werken voor hun pensioen” en “’t is allemaal gemakkelijk als je jong bent”.

Maar is dat wel zo? Misschien hebben ze de woorden die we bij Mattheüs lezen, wel helemaal goed begrepen: “Wees niet bezorgd voor uw leven, wat ge zult eten en wat ge zult drinken, en ook niet voor uw lichaam wat ge zult aantrekken. Is het leven niet veel meer dan het voedsel en het lichaam niet meer dan de kleding? Let eens op de vogels in de lucht: ze zaaien niet en maaien niet en verzamelen niet in schuren, maar uw hemelse Vader voedt ze. Zijt gij dan niet veel meer dan zij? Trouwens, wie van u is in staat met al zijn tobben aan zijn levensweg een el toe te voegen? “
Jezus vraagt zijn toehoorders hier niet meer of min dat ze leven in vrijheid, niet geknecht door de zorg om materieel bezit of om maatschappelijke status. Hij vraagt ze te leven, bevrijd van zorgen om het dagelijkse bestaan. Ik denk niet dat we dit moeten verstaan als een pleidooi om jezelf compleet te verwaarlozen en te verwachten dat de gebraden duiven je vanzelf in de mond zullen vliegen. Wel dat dit streven afleidt van de vrijheid wanneer het je voornaamste focus wordt.

Je zou kunnen opwerpen dat dat in die tijd wel een stuk eenvoudiger moet geweest zijn dan nu. Ik ben daar niet helemaal van overtuigd, want het gaat voor mij in essentie om iets nog fundamentelers.
Die hele passage is naast een aanmaning ook een uitdrukking van het grote vertrouwen dat bij Jezus die vrijheid mogelijk maakt. En dat basisvertrouwen is niet anders nu dan toen, dat vertrouwen is door de eeuwen heen door talloze mensen belichaamd en in praktijk gebracht. Vrije geesten, vrij-denkers en -doeners die hun ding deden los van maatschappelijke goedkeuring, soms met gevaar voor eigen leven.
We kunnen maar in vrijheid, zonder angst, leven, wanneer de basis voor die angst weggenomen wordt. We zijn immers de mensen die wij nu angstig zijn, het zit in ons. Vechten of vluchten. We zijn existentieel angstig om helemaal, moederziel alleen achter te blijven, verstoken van iedere relatie met een ander. We kunnen maar in vrijheid, zonder angst, leven wanneer we er zeker van zijn dat wanneer we vallen, we ook op de één of andere manier opgevangen worden.
Het brengt mensen ertoe bevestiging te zoeken bij anderen: zo ga je goed, zo kleur je niet buiten het boekje. Of nog: het gezelschap op te zoeken van gelijkdenkenden. En we verwarren dat met vrijheid. We kiezen toch wat we denken of doen?

Jezus volgt blijkbaar toch een andere piste. Hij streeft niet naar bevestiging, gaat het gesprek aan met hen die zijn weg en handelen afwijzen. Dat kan alleen, hij was in essentie ook maar een angstige mens, dat kan alleen omdat hij doordrongen was van een vertrouwen dat van een andere orde was, maar toch ook des mensen.
Het diepe vertrouwen, misschien is dat wel een sterker woord dan “geloof”, het diepe vertrouwen dat zijn, dat mijn, dat ons leven gedragen wordt en dat we opgevangen worden als we vallen. We vinden dat uitgedrukt in een passage bij de evangelist Lucas. Jezus was na zijn doop in de Jordaan, teruggegaan naar Galilea en sprak op sabbat in de synagoge.
“Ze reikten hem de boekrol van de profeet Jesaja aan. Hij opende de rol en vond de plaats waar geschreven stond: “De Geest des Heren is over mij, omdat Hij mij gezalfd heeft om goeds aan te kondigen, aan gevangen vrijlating en om verdrukten te laten gaan in vrijheid.”

“De Geest des Heren is over mij.” Wat een uitspraak. Ik weet niet of iemand van u al eens geprobeerd heeft dit in volle overtuiging uit te spreken. U moet het eens proberen. “De Geest des Heren is over mij.” Het is tegelijkertijd een uiting van diep vertrouwen en een uitspraak die je ook verandert. Je kan er de vrijheid al in proeven. Dat diepe besef, die intuïtie dat ons leven in een bedding stroomt die mij en jou draagt en steunt, zelfs al gaat een deel van ons soms even buiten de oevers, dat diepe besef maakt dat je op een heel andere manier naar veel dingen kan kijken. Bevrijd en niet meer angstig. Want dan doet het er niet meer toe welk aards bezit of status je hebt opgebouwd, dan doet het er niet meer toe hoe en of men je zal herinneren lang na je verdwijnen uit dit bestaan. Een ander, de Ander heeft je gezien en kent je. Je bent niet, nooit meer alleen. De woorden van Prediker: “ijl en ijdel, alle streven is ijl en ijdel” krijgen plots hun volle betekenis. Wat op het Licht niet is geijkt zal verwaaien en verdwijnen.

Als je zo bevrijd kan leven, kan je niet anders meer dan in alle overtuiging iedere vorm van verknechting bestrijden. Die kans op vrijheid is immers aan ieder toegezegd. De geest des heren rust op ons en heeft ons gezalfd om verdrukten te laten gaan in vrijheid. Op applaus moeten we daarbij niet rekenen. We zijn vogelvrij.
Maar ook vrij als een adelaar die weet dat hij wordt opgevangen als hij krijsend valt…

 

*

foto Guido Vanhercke