Vluchten 2: Dag van de migrant

Dominicus Gent

Viering van zondag 16 december 2018

Dag van de migrant 

Goede morgen, en welkom op deze zondagmorgen. Tweede viering in een reeks over vluchten. Op de “dag van de migrant“, stellen wij ons niet de vraag of we vluchtelingen, al dan niet erkend, moeten binnenlaten. Maar op welke manier wij ermee moeten omgaan. En terwijl de overheid meestal blijft hangen in pragmatisch “opvangen“ proberen wij de hoopgevende initiatieven te belichten. De Paaskaars is bij uitstek ons symbool om die Hoop levend aanwezig te stellen.

Evangelie Lucas 3, 1 – 6

In het vijftiende regeringsjaar van keizer Tiberius, toen Pontius Pilatus landvoogd van Judea was, Herodes viervorst van Galilea, diens broeder Filippus viervorst van het gewest Iturea en Trachonitis, en Lysánias viervorst van Abilene, 2onder het hogepriesterschap van Annas en Kájafas, kwam het woord van God over Johannes, de zoon van Zacharias, in de woestijn. 3Daarop begon hij in heel de streek rond de Jordaan op te treden en een doopsel van bekering te preken tot vergeving van zonden, 4zoals staat in het boek der godsspraken van de profeet Jesaja: Een stem van iemand die roept in de woestijn: Bereidt de weg van de Heer, maakt zijn paden recht. 5Elk dal moet gevuld, elke berg of heuvel geslecht worden; de kronkelpaden moeten recht, de ruwe wegen effen worden. 6En heel de mensheid zal Gods redding zien.

1

Vandaag horen we de stem van Johannes de doper. Zijn optreden wordt uitvoerig historisch gekaderd. Ook de geografie komt ruim aan bod. Het heeft allemaal een bedoeling. Het gaat om de grote heren van die dagen. Ze worden genoemd met naam en toenaam: de Romeinen die de plak zwaaien (Tiberius en Pontius Pilatus), de landvoogden (stromannen van de Romeinen: Herodes, Filippus en Lysanias) die de gewone mensen koest houden, de hogepriesters (Annas en Kajafas) die goede maatjes zijn met de Romeinse overheerser. Zij bepalen het tijdskader. Een bezettende macht die geen genade kent.
In dit kader laat de stem zich horen. De stem die alles op zijn kop zet. Deze stem wordt niet gehoord door genoemde belangrijke heren, maar door Johannes. Hij bevindt zich in de woestijn. En hij roept op tot een levensstijl als een weg in de woestijn. Een rechte weg.

Woestijn staat voor de confrontatie met jezelf. Het is de plek waar je in alle eerlijkheid de vraag stelt naar je plaats in deze wereld, jouw verantwoordelijkheid. Woestijn is de plaats waar je waanbeelden doorprikt. Het is zoektocht naar waarheid. Naar een rechte weg.

We voelen met onze ellebogen dat de waarheid over migranten en vluchtelingen verdoezeld wordt. Dat ons een gevoel van onveiligheid wordt aangepraat en een vertekend beeld van migranten wordt voorgehouden.

Kati Verstrepen is juriste die al dertig jaar vreemdelingen verdedigt voor de rechtbank. In een interview in DS magazine van enkele weken geleden laat ze zich erg kritisch uit over de politiek die deze (vorige) regering inzake migratie voert. Deze regering probeert namelijk de schijn te wekken dat we overspoeld worden (of dreigen te worden) door vreemdelingen. Het taalgebruik terzake is veelzeggend. Daarin zijn opvallende verschuivingen merkbaar.
Er is nauwelijks nog sprake van vluchtelingen. Er wordt gesproken over migranten, en liefst over transmigranten: mensen die op doortocht zijn naar elders en die hier dus niet thuis zijn en ook niet thuis horen.
Er is sprake van gelukzoekers. Alsof er iets mis is met het nastreven van geluk. Alsof wij geen gelukzoekers zijn. Het staat reeds in onafhankelijkheidsverklaring van de Verenigde staten van 1776 (door Thomas Jefferson) “Life, liberty and the pursuit of happiness”: onvervreemdbare rechten door de Schepper aan ieder menselijk wezen geschonken. Door de term nu te gebruiken in de context van de vluchtelingenkwestie wordt de indruk gewekt dat het gaat om rotverwende jongeren die nooit tevreden zijn en hier maar wat rondhangen. De retoriek die hierop doordramt wil schrik aanjagen door te waarschuwen voor een nieuw Calais door het zo gevreesde aanzuigeffect, enz.

Kati Verstrepen: “Politici en media hebben het voortdurend over de ‘asielcrisis’, terwijl we spreken over 18000 vluchtelingen op 11 miljoen Belgen. Dat is verwaarloosbaar. We zouden het er niet over moeten hebben. Maar die zogeheten “gelukzoekers” zijn een dankbare bliksemafleider om niet over echte problemen te hoeven praten. Dat er geen fatsoenlijke opvang is voor mensen met een handicap. Dat bejaarden in tehuizen aan hun lot worden overgelaten. Dat de sociale huisvesting op apegapen ligt. Mensen maken zich druk over 18000 vluchtelingen, maar ze leggen zich erbij neer dat ze anderhalf uur in de file staan.”

Of ze dan niet de radeloosheid begrijpt van burgemeesters van gemeenten met snelwegparkings waar jonge mannen rondhangen?
Kati Verstrepen: “Mensen zonder papieren zijn de braafste die ik ken. Die zijn als de dood iets verkeerds te doen of ergens bij betrokken te geraken, want dan mogen ze het vergeten. Maar ik begrijp dat je er niet gerust op bent als je in Jabbeke woont en die mannen op straat ziet lopen. Ze hangen rond in groepjes en zien er haveloos uit. Het is de taak van de overheid ervoor te zorgen dat die jongens niet langs de straten lopen en dat ze behoorlijk worden opgevangen. Daaraan verzaakt ze. En weet u waarom? Omdat men wil dat die jongens daar lopen en dat ze er gevaarlijk uitzien. De regering wil dat de mensen in Jabbeke bang zijn. Omdat het electoraal interessant is. “

Johannes de doper heeft het over een rechte weg. Die herkennen we bij voorbeeld bij de pastoor van Zeebrugge. Fernand Maréchal die nog steeds in het oog van de storm zit. De pastoor die koppig zijn naastenliefde belijdt, die in alle transmigratie-heisa uitgegroeid is tot een symboolfiguur. Mikpunt van doodsbedreigingen. Geïntimideerd door de politie die rond de kerk patrouilleert om migranten zo vaak mogelijk op te pakken. Daardoor wordt het maandelijkse aantal opgepakte migranten opgedreven, want na een administratieve aanhouding worden de mensen zonder verblijfspapieren meteen weer vrijgelaten en kunnen ze enige tijd later opnieuw worden opgepakt door de politie.

Die rechte weg herkennen we bij zoveel anderen, al dan niet bekend. Mensen die het opnemen voor medemensen

 

2
‘Vlaanderen zit vol warme mensen die willen helpen’’  11.11.11 onderstreepte tijdens haar campagne in 2017,daarmee dat Vlamingen solidair zijn met migranten.
En niet zomaar enkele %, maar 8/10 die dat niet alleen onderschrijven, maar ook bereid zijn om te helpen. De Vlaming heeft begrip voor het feit dat mensen op de vlucht slaan en hun heil elders zoeken. “Ook ik zou vluchten als het leven van mezelf en mijn gezin in gevaar is “ luidt de boodschap.

Over migratie kan je met cijfertjes zo ongeveer alles duiden. Je kan proberen alles plat te bewijzen. Maar belangrijker dan cijfers en bewijzen, zijn de onderliggende oorzaken. En daarnaast en vooral hoe wij er mee omgaan. Wat wij proberen te doen. Hoe wij naar mensen kijken. Welk wereldbeeld wij hebben, en welke plaats wij toebedelen aan de medemens.

Wat niet wegneemt dat een analyse over het waarom van al die migratie-bewegingen, wereldwijd, ons doet nadenken over hoe wij leven, in het rijke Westen. Want migratiebewegingen hebben altijd een oorzaak:
– Directe angst voor vervolging, of angst om oorlogsslachtoffer te worden
– Moeheid om verder te ploeteren in onherbergzaam gebied.
– Onderwijs in het thuisland is onvoldoende, dan zoek je naar buitenlandse hogescholen. Want het laatste wat je wil is dat je brain opdroogt
– Als werk niet voor de hand ligt, dan ga je op zoek naar bestaanszekerheid
– De gevolgen van klimaatverandering , dwingen op zoek te gaan naar ander vruchtbaar land
– Sommigen gaan in oppositie,en worden daarom met de dood bedreigd.

Op de vlucht, de laatste middelen “geïnvesteerd“ om mensensmokkelaars te betalen, komen ze aan, bij onze EU-grenzen. De lijdensweg die ze doormaken is helaas geen humane “verwelkoming“ meestal. Vele beelden en verhalen staan haaks tegenover “het gastvrije Vlaanderen“ dat wij zouden moeten zijn.

Gelukkig zijn er burgers, middenveldorganisaties, academici en soms ook politiekers die concreet actie ondernemen. Het zoeken naar opvang- en woonlocatie, materiële hulp, giften, juridische bijstand, maar ook vele leerkrachten in scholen zetten hun beste beentje voor. Er zijn de vele voogden van niet begeleide minderjarigen, particulieren die onderdak verlenen. In Brussel aan het Maximiliaanpark worden warme maaltijden gegeven. Zieken en zwakkeren krijgen gepaste medische hulp.
Maar misschien uit je ook wel eens je ongenoegen dat er te weinig gedaan wordt aan de oorzaken van migratie. Dat overkomt mij ook meermaals. Het gevoel dat een samenhangend beleid ontbreekt. Daartegen ingaan, kan je alleen door zelf mee concrete initiatieven te ondersteunen.
En die initiatieven zijn er. Wetend dat ik er een pak vergeet, vind ik deze toch het vermelden waard; werkgroep Vluchtelingen Gent, het CAW, Krasdiensten, naschoolse begeleiding door studenten voor migrantenkinderen, de dienst Wonen in gent, Hand in Hand, huize Triest, Victoria de Luxe, samenlevingsopbouw…..naast de vele privé-initiatieven.

Ondanks al die inzet, blijft de vraag groot. Evenals de uitdagingen waarvoor wij staan. Ik wil ze niet minimaliseren. Zolang we ons niet laten verlammen door angst, kunnen wij dat in onze welvarende regio aan. Angst is een slechte raadgever. Bijdragen aan een humane oplossing is de meest heilzame weg. Maatschappelijke inzet om politieke druk te blijven uitoefenen. Maar ook diegenen die angstig zijn, ook wie het niet ziet zitten, dient beluisterd te worden.
Binnen Dominicus zijn velen betrokken bij initiatieven die bijdragen aan een warme samenleving. Daarover zal Ria ons zo dadelijk iets meer vertellen.
Maar nog meegeven dat wij hier kunnen putten uit de inspiratiebron in ons wekelijks samenkomen. Janneke Stegeman, enkele dagen terug te gast in Lopend Vuur, deed me vooral één zinnetje onthouden. “Wie gelooft heeft de behoefte deze wereld te veranderen“. We komen – in al onze verscheidenheid – hier naar binnen om deel te nemen aan gemeenschap. Terwijl de woorddienst ons inspireert, en bevestigt, drukt de tafeldienst de herverdeling uit voor allen. Geen honger, geen dorst, geen dakloosheid meer. Om dan vanhier weer op weg gestuurd te worden. Laten wij onze verantwoordelijkheid opnemen ….. voor een meer humane wereld,ook hier bij ons in het Gentse.

 

3

Een getuigenis…..

Ignace vertelde ons over een geestelijke woestijn. Ook ik ben in de vluchtelingenwerking terechtgekomen vanuit de woestijn. Ik zocht een zinvolle bezigheid toen ik zonder werk viel. Ik ging naar de regenboogkerk in de Forelstraat. Vluchtelingen die al lang in het land waren, vroegen toen om regularisatie. Ik hielp er met praktische zaken zoals soep uitscheppen.
Een aantal van die mensen kregen uiteindelijk regularisatie, anderen niet… Sommigen wachten nog steeds.
Ook ik bleef in de sector hangen. Ik ontdekte een wereld waarin enorm veel te doen is. En veel vrijwilligers doen dat elk op hun eigen manier.

Velen onder ons kennen Mahmoud uit Palestina. Een toffe vriend, de ideale schoonzoon. Maar hij is niet hier geboren en botste op onze verblijfsreglementering. Dankzij Antoinette en Bernard vond hij niet alleen een plaats om te overnachten, maar ook een “thuis” met mensen die hem helpen bij het opbouwen van een nieuw leven.

Greet, Frank, Michel, Marie-Ann, ik, we hebben al ervaring met de broodronde met de Werkgroep Vluchtelingen. Wij brengen zaterdagavond brood naar enkele gezinnen. Het belangrijkste is niet dat voedsel, maar de ontmoeting bij die mensen thuis. We laten ze zien dat we er voor hen zijn en horen of ze vragen hebben. Het zijn mensen zonder papieren, dus hebben ze allemaal problemen met de migratie-wetgeving. In de praktijk kunnen daar nog allerlei extra praktische problemen bij komen. Daarom zijn er vrijwilligers, zoals Greet, die een gezin met zware problemen ondersteunen. Ze helpen bij het betalen van de rekeningen, doktersbezoeken, schoolkosten, juridische vragen,… Die begeleiding is vaak een intensief werk.
Andere vrijwilligers van de Werkgroep geven huiswerkbegeleiding aan schoolkinderen. De hulp aanreikt die Vlaamse kinderen automatisch krijgen van ouders of familie die hier ook naar school gingen.

Sinds kort hebben we hier in Dominicus ook Thope. Het vinden van een huis is voor iedereen moeilijk, maar voor vluchtelingen extra. Zij moeten hun weg vinden in een vreemd land, met andere gewoontes. Op een ogenblik dat ze geen spaarboekje of een vast inkomen hebben. In een wereld waar racisme en xenofobie rondwaren. Thope is voor hen de compagnon, die hen helpt die hindernissen te overwinnen.

Ik heb ook een beetje mezelf gevonden in die zoektocht. Ik ben blijkbaar meer een denker dan een doener. Zo kwam ik in een minder gekende taakjes van de hulp terecht. Ik maakte website, een facebookpagina, een mailadres, … Ik ga naar de bijeenkomsten van Vluchtelingenwerk Vlaanderen, Gastvrij Netwerk, Beweging voor Kinderen en Jongeren Zonder Papieren, …
Daar ontmoet ik veel hulpverleners. We bespreken de juridische problemen, de politiek. We wisselen ervaringen uit. Ik hoor de harde verhalen van mensen die met voedsel en kampeermateriaal naar Calais gaan. Of vrijwilligers die soep uitdelen in het Maximiliaanpark. Of mensen die de migranten uit dat park bij hen laten overnachten.

Als ik dan deprimerend nieuws hoor – zoals het politiek gevecht over het migratiepact – dan weet ik toch dat er ook positief nieuws is. Ik weet dat in heel Vlaanderen mensen zich inzetten voor Vluchtelingen. Niet uit eigenbelang of geldgewin. Wel omdat zij zien dat het gewoon medemensen zijn die nu hulp nodig hebben. Hulp die wij toevallig op dit ogenblik kunnen geven. Waarom zouden we dat niet doen ?

 

*

ets: Stijn Peeters