Vluchten

 

 

Dominicus Gent

Viering van zondag 09 december 2018

Vluchten…

Jan en ikzelf, beste mensen, hadden al een tijdje een gezamenlijke oorworm. En dat is het lied ‘vluchten kan niet meer ‘ uit de jaren ’70, geschreven door Annie M.G.Schmidt. Het lied gaat over de onveiligheid in de wereld op dat moment, met de Koude Oorlog die op zijn hoogtepunt was en de dreiging die uitging van de Vietnamoorlog. De dreiging van een allesomvattende atoomoorlog maakte het gevoel van onveiligheid groot. Schmidt schreef dat vluchten geen zin meer had, men was immers nergens veilig aangezien de wereld totaal ten onder zou gaan. De enige oplossing moest gezocht worden in de liefde, in het vluchten bij elkaar.
Is er iets veranderd? De tekst klinkt nog bangelijk actueel. Vandaag willen we vieren rond het thema: wat betekent vluchten voor ons?. Volgende week zal de viering opgebouwd worden rond de vluchtelingenproblematiek.

Laten we nu eerst samen het lied beluisteren: https://www.youtube.com/watch?v=A0cU84z-eW8

 

Vluchten kan niet meer, ‘k zou niet weten hoe
Vluchten kan niet meer, ‘k zou niet weten waar naartoe
Hoe ver moet je gaan
De verre landen zijn oorlogslanden
Veiligheidsraadvergaderingslanden, ontbladeringslanden, toeristenstranden
Hoe ver moet je gaan
Vluchten kan niet meer

Zelfs de maan staat vol met kruiwagentjes en op Venus zijn instrumenten
En op aarde zingt de laatste vogel in de laatste lente

Vluchten kan niet meer, ‘k zou niet weten waar
Schuilen alleen nog wel, schuilen bij elkaar
Vluchten kan niet meer
Vluchten kan niet meer

Vluchten kan niet meer, heeft geen enkele zin
Vluchten kan niet meer, ‘k zou niet weten waarin
Hoe ver moet je gaan
In zaken of werk, of in discipline
In Yin of in Yang of in heroïne
In status en auto en geld verdienen
Hoever moet je gaan
Vluchten kan niet meer

Hier in Holland sterft de laatste vlinder op de allerlaatste bloem
En alle muziek die overblijft is de supersonische boem

Vluchten kan niet meer, ‘k zou niet weten waar
Schuilen kan nog wel, heel dicht bij elkaar
We maken ons eigen alternatiefje
Met of zonder boterbriefje
M’n liefje, m’n liefje, wat wil je nog meer
Vluchten kan niet meer
Vluchten kan niet meer

 
Eerste overweging: zovele manieren van vluchten 

Dit lied doet ons nadenken. Is vluchten enkel en alleen iets van verre vreemde mensen die have en goed verlaten om betere leefomstandigheden te zoeken?
Of zijn er momenten, periodes in ons leven dat we zelf vluchten? Kunnen we dat fenomeen bij onszelf herkennen? En wat betekent dat dan?
Vechten of vluchten is een natuurlijke reactie van ieder mens bij veranderingen of stress.
Vluchten is ontkennen, net doen alsof er niets aan de hand is. We hebben daar veel manieren voor zoals:
– wegkijken – weglopen – allergiegedrag vertonen – ontkennen
– vluchten in je werk – workaholic worden
– vluchten in het materiële dat ons dagelijks, als nieuwe goden, om de oren wordt gegooid. Geld verdienen om onze status hoog te kunnen houden.
– vluchten in de genotsmiddelen om zo even bevrijd te zijn van stress, angst en pijn.
– vluchten in de oh zo onpersoonlijke communicatiemiddelen – met de neus op de smartphone of tablet weg van de wereld rondom jou.
– vluchten in de natuur, zolang het nog kan, want als we zo verder doen dan sterft nu opnieuw de laatste vlinder op de allerlaatste bloem.
– vluchten in de muziek – zaaalig – maar liefst met oordopjes want anders is het niet te aanhoren.

Maar waarom vluchten wij?

Enerzijds als primaire reactie op gevaar, bedreiging of confrontatie. Maar anderzijds omdat we het geleerd hebben. Negatieve ervaringen van vroeger, opvoedingspatronen en overtuigingen kunnen ervoor zorgen dat we de realiteit niet onder ogen durven zien of dat we ons mentaal niet in staat voelen om het vraagstuk – het conflict vast te pakken en dus … gaan we ontwijken. Vluchten is ook een vorm van gelatenheid, zelfmedelijden en zelfbeklag, een zogenaamde onverschilligheid, ja-maar het heeft ook te maken met emotionele overladenheid en zelfbescherming.

Hoe zwaar en bedreigend het vluchten zelf ook kan zijn, niet kunnen vluchten is nog veel erger.
Een vriend van mijn zoon heeft te maken met een zware vechtscheiding van zijn ouders en heeft een verbod op spreken gekregen. Vluchten kan voor die jongen niet meer.
Een verstandige jongeling is verslaafd aan gokspelen. Hij verdient hier heel veel geld mee, maar hij vindt geen weg om uit de situatie te ontsnappen.
Een jonge man met een psychiatrisch verleden die moet leven van een uitkering wil nu doodgraag een job. Hij voelt zich niet goed in dit systeem. Vluchten kan echter niet meer want het sociale systeem laat dat niet toe.

Deze vrij realistische klaagzang is gelukkig maar de ene kant van de medaille. De andere kant was die waar ik het eerst aan dacht toen ik bij het thema stilstond. Namelijk dat vluchten ook wel positief kan zijn.
Zo ben ik altijd blij dat er aan het superdrukke kruispunt ‘De Heuvelpoort’ hier in Gent VLUCHTheuvels zijn. Die geven mij in al die verkeersgekte een veilig gevoel.
Zo hoorde ik een collega vertellen hoe gelukkig ze was dat ze in een grote crisissituatie kon schuilen met haar kind in een VLUCHThuis.
Zo denk ik aan de periode waarin de man die mij trouw had beloofd, van mij wegliep. Het leven was voor mij op dat moment zo ruw, zo hard dat vluchten voor die werkelijkheid een deugddoende overlevingsstrategie was. Ik vluchtte om te overleven, om te leven en om uiteindelijk goed te kunnen leven… om zelf opnieuw in verbinding te komen met mijn diepe innerlijke en een VLUCHTplek te kunnen zijn voor anderen.

*

Tweede overweging: een vluchtplek zijn voor elkaar

Dit is het interactieve deel van de viering. Het gaat over spinnen in huis. Over die mooie vettige grijze huisspinnen. Hoe ga je er mee om? Wie vlucht de kamer uit en roept dan om hulp? Steek maar de handen op. Wie neemt een velletje WC-papier en valt van bovenaf aan om dit vervaarlijk monster met afschuw te pletten? Wie blijft als verstijfd staan en verroert geen vin tot de spin je pad is gepasseerd en vervolgens onder de plint is verdwenen?
Het zijn 3 mogelijke paniekreacties die omschreven worden als Fight – Flight – Freeze. Of vechten, vluchten en verstijven. Het zijn verdedigingsmechanismen die ingezet worden bij acuut gevaar. In casu de vettige grijze huisspin met lange poten en harige rug.
Dat is zo, als je het bekijkt vanuit het standpunt van de homo sapiens. Maar wat als je het eens zou bekijken vanuit het standpunt van de betrokken huisspin. Laten we ze Camille noemen. Dat maakt het wat persoonlijker en je voelt meer betrokkenheid met de spin. Camille loopt dus argeloos voorbij de tippen van je schoenen. Zich van geen gevaar bewust. Ze is immers thuis. Daarom is het een huisspin. Pas als je beweegt voelt ze onraad want een kleine beweging voelt voor haar als een aardbeving. Freeze. Ook zij verstijft en blijft stokstijf staan. ‘Krijg ik nu een Garfieldmep?’ vraagt Camille zich af. Of vlucht dat reusachtig wezen voor mijn angstwekkend uiterlijk? Of denken we beide dat vluchten niet meer kan en blijven we elkaar stokstijf aanstaren tot de zenuwen van één van beiden het begeven?

Er wordt een vierde oplossing bedacht. Dat is zeer menselijk. Het is de “glas en bierviltmethode”. Maar het lukt ook met een boterbriefje. (Ik moet in deze immers de link met het lied proberen leggen…). Men neme dus een boterbriefje en beweegt het voorzichtig in de richting van Camille. Zodra Camille zich op het boterbriefje bevindt plaatse men het glas er bovenop. Dat biedt veiligheid voor beide partijen en het biedt de mogelijkheid om elkaar van dichterbij te bestuderen. Vervolgens vraag je aan je partner, vriend of vriendin om de tuindeur te openen. Bij gebrek daaraan kan je het ook met je elleboog proberen. En je zet Camille vervolgens rustig neer in de buurt van een struik. Als je op een appartement woont kan een vensterbank ook dienen. Zo, dat is al een redelijk menselijke aanpak, maar toch overkomt mij een beetje een Theo Francken-gevoel. Proper buitenzetten en in leven laten. Maar voor Camille is mijn biologische tuin toch een leefbare habitat. Dat is toch nog anders.

Maar gelukkig is er nog een vijfde mogelijkheid. De oplossing ligt in de verbinding. Je moet haar leven in je huis zien als een klein ecosysteem. Om het ecologisch evenwicht in huis niet te verstoren, laat je de spinnen dan ook best zitten in hun donkere hoeken. Als je veel spinnen in huis hebt, wil dat zeggen dat er ook heel wat andere insecten leven. Mocht dat niet het geval zijn, zouden de spinnen niet kunnen overleven. De huisspinnen vallen de andere insecten aan tot ze bijna helemaal verdwenen zijn. Als het aantal spinnen te groot wordt en het voedsel schaars, dan eten ze gewoon elkaar op. Oeps, die laatste zin zullen we om didactische redenen maar vergeten. Maar het is wel interessant om te weten dat het samenleven met spinnen nooit een echt sprookje wordt. Samenleven met spinnen is het leven zoals het is. Maar nu zijn we verbonden. De spinnen en ik. We vinden zelfs toevlucht bij elkaar. Er ontstaat een soort vriendschap. En we kuisen niet te grondig zodat er voldoende andere insecten overblijven om op te peuzelen. Zo helpen we elkaar en hoeven de spinnen elkaar niet op te vreten.
De spin zou je kunnen gebruiken als metafoor voor de tollenaar uit de Bijbelverhalen. Als je een karikatuur zou tekenen van een tollenaar, dan zou een schrikwekkende spin met graaizieke poten gezeten voor het hol van zijn tolhuis wel een mogelijk beeld zijn. We luisteren naar de passage uit het evangelie volgens Mattheüs.
– – –
(Matteüs 9 : 9-13)
Toen Jezus vandaar verder ging, zag Hij iemand aan het tolhuis zitten die Matteüs heette, en Hij zei tot hem: “Volg mij.” De man stond op en volgde Hem. Terwijl Hij nu in diens woning aan tafel aanlag, kwamen ook vele tollenaars en zondaars met Jezus en zijn leerlingen aanliggen. Toen de Farizeeën dat zagen, zeiden ze tot zijn leerlingen: “Waarom eet uw Meester met tollenaars en zondaars?” Hij hoorde dit en zei: “Niet de gezonden hebben een dokter nodig, maar de zieken. Gaat heen en leert wat het zeggen wil: Ik wil liever barmhartigheid dan offers. Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.”
– – –
Waarom vluchten we zo vaak voor datgene waar we zo naar verlangen: verbondenheid, intimiteit en liefde? Jezus gaat niet op de vlucht voor de tollenaar. Hij ontwijkt hem niet. Hij loopt er niet in een boog om heen. Hij verplettert de tollenaar voor zijn hol niet met een donderpreek en geen van beide verkrampen. Ze kijken naar elkaar uit. Jezus neemt Matteüs op, ze zoeken verbinding. Jezus stapt binnen in de intimiteit van Mattheüs’ leefwereld. Ze zijn elkaar tot vluchtheuvel. Jezus helpt om vastgeroeste patronen open te breken en nieuwe ruimte, vrijheid, authenticiteit en levensmoed te ontwikkelen.
Het is goed elkaar tot vluchtheuvel te zijn. Ga dus af en toe bij Camille, de huisspin, in haar hoekje zitten. En zing dan strofe uit het lied ‘vluchten kan niet meer’: Schuilen kan nog wel, heel dicht bij elkaar. We maken ons eigen alternatiefje. Met of zonder boterbriefje. M’n liefje, m’n liefje, wat wil je nog meer. Maar wees gerust, ik zal Camille geen extra schrik aanjagen. Ik zal niet zingen, maar de strofe met ingehouden passie voordragen.
Het komt erop neer dat we elkaar tot vluchtheuvel mogen zijn. Ons – ondanks alles – vastklampen aan elkaar. Verbonden met de ene.