VIERING: Waakzaamheid (Advent 1)

Dominicus Gent

Viering van zondag 27 november

Waakzaamheid (Advent 1)

 

Het is vandaag de eerste viering van de Advent, op weg naar Kerstmis.
Elk groot kerkelijk feest heeft een aanloopperiode nodig, een periode van bewustwording.
Waarom?
Omdat we niet genoeg kunnen beseffen hoezeer die grote feesten stilstaan bij de menselijke kwetsbaarheid. En hoezeer ze daar redding en verbondenheid tegenover willen stellen.

Om met dat laatste te beginnen: het is schitterend als een kind geboren wordt. Wat een lofzang op telkens weer kunnen en mogen beginnen. Daarom wordt in de adventsliturgie geput uit de grote vredesvisioenen van de profeten. Ze doen ons uitkijken naar een wereld waar iedereen mee is, een wereld van solidaire vreugde.

Maar de hindernissen zijn er wel. Daarom is de Advent ook een periode van waakzaamheid en een oproep: doe mee… Over die waakzaamheid willen we het vandaag hebben. Hoe blijven we waakzaam in ons kleine persoonlijke leven? Hoe kunnen wij, in het grotere verhaal van de wereld rondom ons, toch ook een steen verleggen, juist leggen misschien?

 

Lied: Psalm 72 

Refr. Voor kleine mensen is Hij bereikbaar,
Hij geeft hoop aan rechtelozen,
hun bloed is kostbaar in zijn ogen,
Hij koopt hen vrij uit het slavenhuis.

Hij zal opkomen voor de misdeelden,
Hij zal de machten die ons dwingen
breken en binden? Hij zal leven
onvergankelijk als de zon.

Refr. Voor kleine mensen is Hij bereikbaar,
Hij geeft hoop aan rechtelozen,
hun bloed is kostbaar in zijn ogen,
Hij koopt hen vrij uit het slavenhuis.

Zoals de dauw de aarde drenkt
Zo zal Hij komen en in die dagen
Zullen trouw en waarachtigheid bloeien
Zal er vrede in overvloed zijn.

Refr.Voor kleine mensen is Hij bereikbaar,
Hij geeft hoop aan rechtelozen,
hun bloed is kostbaar in zijn ogen,
Hij koopt hen vrij uit het slavenhuis.

Dan dragen de bergen schoven van vrede
en de heuvels een oogst van gerechtigheid
een vloed van koren, golvende velden
een stad rijst op uit een zee van groen.

Refr Voor kleine mensen is Hij bereikbaar,
Hij geeft hoop aan rechtelozen,
hun bloed is kostbaar in zijn ogen,
Hij koopt hen vrij uit het slavenhuis.

Zijn naam is tot in eeuwigheid
zolang de zon staat aan de hemel
Zij naam gaat rond over de aarde
een woord van vrede van mens tot mens

Refr.Voor kleine mensen is Hij bereikbaar,
Hij geeft hoop aan rechtelozen,
hun bloed is kostbaar in zijn ogen,
Hij koopt hen vrij uit het slavenhuis.

T. Huub Oosterhuis M. Tom Löwenthal

 

Kleine waakzaamheid

Het is niet vreemd dat in de donkerste periode van het jaar, waar de duisternis schijnbaar elke dag wat meer licht opslorpt, mensen dromen dat het ooit zal keren. Dat duisternis het niet zal winnen, maar dat er nieuwe kansen zullen komen, nieuw leven mogelijk zal worden. En die duisternis komt niet alleen tot uiting in de natuur, maar is ook aanwezig in ons dagelijks leven. In het leven van heel veel mensen, vroeger en nu. Je zou in die duisternis de weg, je levensmoed, het geloof in de mens en maatschappij kunnen verliezen. Je, net zoals het licht, laten opslorpen door het duister, het negatieve.
Het is dus goed dat er ook telkens weer in deze adventstijd een perspectief geboden wordt: er zal een kind (en hoe klein en nietig is een kind wel) geboren worden waarmee er iets nieuws gaat gebeuren.
Het is dus een onopvallende gebeurtenis (er worden zoveel kinderen geboren). We worden dan ook opgeroepen deze week, aan het begin van de Advent om waakzaam te zijn.

Het woord waakzaam roept bij mij allerlei betekenissen op. Aan waakzaam zijn gaat vooraf dat je hoopt, uitziet en misschien wel overtuigd bent dat het tij kan keren.
Ergens.
Het zal geen donderslag of bliksemschicht zijn, maar iets kleins dat de verandering in gang zal zetten. En daarom moet je waakzaam zijn, geduldig kunnen wachten, maar de aandacht niet laten verslappen. Je moet het kleine, op het moment dat het zich voordoet zien en het zijn waarde geven. Het klinkt een beetje soft, maar we weten dat daar waar we van dromen: een wereld waarin iedereen mens mag zijn in harmonie met elkaar en met de aarde, niet in een stap zal ontstaan.
Het komt er maar in kleine stappen. We moeten blijven baksteentjes aandragen voor de bouw van het huis.
Dat is haalbaar, dat kunnen we wel aan. We kunnen niet alles oplossen, maar wel kleine stappen zetten. Want als we onze schouders willen zetten onder te grote projecten, geraken we ontgoocheld, verliezen we de moed en eindigen misschien als verbitterde en onverschillige mensen.
Waakzaam zijn en zien waar zich kleine wonderen op mensenmaat voordoen.

Ik denk hierbij aan de laatste samenkomst van Ademtocht. We hadden Jan gevraagd het te hebben over Augustinus. Over dat geloven ook sterk verbonden is met vriendschap, met verbinding tussen mensen. Dat Augustinus niet op zijn eentje kon geloven, want dat net in die levensnoodzakelijke vriendschappen God en Jezus aanwezig zijn. Nog steeds brandend actueel.
Nadien werd er gedeeld van wat we hiervan meedroegen, of wat ons geraakt had. Wat me bij al die verschillende ervaringen meest getroffen heeft was dat een vrouw, die anders niet zoveel zegt, onmiddellijk het woord nam. Ze zei dat ze al heel haar leven gezocht had naar de zingeving van en in dat leven tussen de geboorte en dood. In wat Jan over het belang van de vriendschap in Augustinus visie en leven vertelde, had ze het antwoord en de zingeving gevonden: vriendschap, verbondenheid met anderen. Ze straalde. Je zag zo dat ze het leven en de mensen met andere ogen bekeek. Er was een opening geboden, iets nieuws.
Als je niet oplet gaat dit grootse moment je voorbij. Misschien is de waarde van vriendschap zo “gewoon” voor jou dat je voorbijgaat aan het belang voor haar en wat dat kan teweegbrengen : een nieuw begin om naar het leven te kijken.

Of ik denk aan een Schotse hoogleraar die zich plots realiseert dat het Schotse hooglandlandschap niet het natuurlijke landschap is, maar dat heide en kale gronden het gevolg zijn van eeuwenlang boskappen. En dat die geschonden landschappen heel veel CO2 uitstoten. Hij wacht tot er daar verandering in komt, tot hij zich plots realiseert dat hij op zichzelf wacht. Want hij kan beginnen om iets te doen. Zo begint hij, nu 25 jaar geleden, met de aanplant van bomen en struiken in een omheind stuk, omdat de herten anders alle boompjes opeten. Ondertussen zijn er overal in Schotland mensen en organisaties die het oorspronkelijke landschap herstellen.

Waakzaamheid is ook niet iets van mij alleen, waakzaam ben je met velen (hopelijk). Ze steunen je om te blijven de bron zien die in ons zit en die we soms kwijt zijn door al wat misgaat. Kunnen delen lost niet alles op, en toch doet het ons telkens weer opnieuw waakzaam zijn, terug zien waar het goede op ons pad komt. Ons de moed en de overtuiging geven om dagdagelijks die keuzes te maken die bouwen aan een goede samenleving. Om onze talenten en mogelijkheden in te zetten, om trouw te kiezen, geduldig en gedienstig. Zo werkt in ons de Geest, zo komt het Rijk van God.

 

Lied van de talenten

Wat ons wordt toevertrouwd aan leven en aan liefde
als zilver en als goud:
niet om het te begraven in vruchteloze vrees,
maar om het uit te dragen
naar wie er ons om vragen.
Zo werkt in ons de Geest.

Wat ons wordt toegekend aan goedheid en vertrouwen
als bruidschat , als talent:
niet om ons te verliezen in vreugdeloos krakeel,
maar om voor trouw te kiezen,
geduldig en gedienstig.
Zo werkt in ons de Geest.

Wat ons wordt toebedeeld aan mildheid en erbarmen,
gelijkenis en beeld:
niet om het te vergeten voor uitzichtloze wrok,
maar om een woord van vrede
alom te laten weten.
Zo komt het Rijk van God.
T. en M. Paul Schollaert

 

Bijbelse waakzaamheid

Je zou kunnen zeggen: beetje vreemd toch, dat we bij het begin van de advent over waakzaamheid spreken. Advent bereidt toch voor op kerstmis, en moeten we het dan niet eerder hebben over verlangen, en vreugde? Het gaat toch om een nieuwe geboorte?
Toch denk ik dat het goed is dat we het nu over waakzaamheid hebben. Want is er iets kwetsbaarders dan een geboorte, dan een pas geboren kind, dan een vrouw die zo’n gigantische inspanning heeft verricht? Net omwille van die kwetsbaarheid moeten we waakzaam zijn. Want er zijn zwangere vrouwen op de vlucht, er worden kinderen geboren in levensbedreigende omstandigheden. Het kerstverhaal is niet allemaal rozengeur en maneschijn.

Ik heb in al die jaren Dominicusvieringen al veel geleerd. Maar één uitspraak heeft mij ten diepste geraakt ooit: de uitspraak van Jahweh, via de waakzame bijbelse profeten, dat hét criterium voor rechtvaardigheid het recht van de meest kwetsbaren is. En de bijbelse profeten noemen ze ook, die kwetsbaren: de weduwe, de wees en de vreemdeling. De weduwe, in een mannenmaatschappij zonder de bescherming van haar echtgenoot overgeleverd aan willekeur. De wees, kind zonder bescherming van haar of zijn ouders. De vreemdeling, zonder de bescherming van huis en familie, van de eigen taal en gewoonten.

Wij zijn in onze maatschappij niet verder geraakt dan “iedereen is gelijk voor de wet”. Dat is al heel wat, wetende dat slavernij nog altijd bestaat, dat het kasten- en standensysteem nog altijd zeer grote macht heeft (en niet alleen in India, denk maar aan de politici in het Verenigd Koninkrijk). Maar dat is niet genoeg. Want we weten allemaal dat mensen helemaal niet gelijk zijn. Wie veel geld heeft en een dure advocaat kan betalen, vliegt niet in de bak.

De echte gerechtigheid, zeggen de profeten, is barmhartigheid. Bij waakzaamheid denken we aan groot onheil: oorlog, rampen, armoede, honger, ongeletterdheid, uitbuiting. Maar de bijbelse waakzaamheid gaat verder dan dat: er moet ook barmhartigheid zijn. Laten we even een profeet erbij halen en horen wat hij zegt: Jesaja. We hoeven niet lang te wachten, Jesaja spreekt van in het begin duidelijke taal. Hij heeft het inderdaad over onheil, over het land dat een woestenij is geworden, over platgebrande steden en akkers (dat roept bekende beelden op vandaag…). Maar onmiddellijk daarna zegt hij (en we zijn nog altijd maar in het eerste vers): wat heb ik aan uw offers, leer liever het goede te doen, betracht rechtvaardigheid, help de verdrukten, verschaf recht aan de wezen, verdedig de weduwen.
Ik vind dat indrukwekkende taal, die mij nooit meer losgelaten heeft. Een echt beschaafde, humane maatschappij meet je af aan het recht dat gedaan wordt aan de zwaksten. Met alle goeds dat de Verlichting ons gebracht heeft moeten we toch zeggen: daar zijn wij nog lang niet aan toe. Anders moesten, om maar een voorbeeld te noemen, de kinderen van de blo-scholen niet elke dag 3 uur op de bus zitten, als er al een bus voor hen is.

“Door recht alleen zal Sion gered worden, en zijn inwoners door rechtschapenheid,” staat in het begin van Jesaja. Rechtschapenheid, wat een geweldig woord. We onthouden de beroemde woorden die net even verder staan: “Dan worden zwaarden tot ploegscharen omgesmeed, en speerpunten tot sikkels. Geen volk heft het zwaard tegen een ander, en oorlog leren ze niet meer.” Dat zijn inderdaad prachtwoorden. Maar rechtschapenheid is ieders persoonlijke verantwoordelijkheid. Toen, nu alweer jaren geleden, de betreurde Jan Rombouts naar voor kwam om zijn, soms lange 😉 inbreng te doen, toen wist ik: hij houdt mij wakker, toen wist ik weer: vieren is ook verantwoordelijkheid dragen

Lezing

Als lezing nemen we de tekst van een lied uit ons boek (353: Lied van de dienstknecht – daarin horen we hoe prachtig die bijbelse visioenen klinken. En hoe belangrijk het is om ze te blijven uitspreken en vooral ook, zingen, zoals we straks gaan doen. We kunnen niet genoeg herhalen dat de schaduw van dood zal verdwijnen, dat de vreugde van de oogst zal terugkomen. En het mooie is dat dit vredesvisioen gekoppeld wordt aan een klein kind. Dat wordt de vredebrenger, die het gebroken riet niet verder knakt, dieblinde ogen doet zien en wie gevangen zit, bevrijdt. Een kind…! Zelf zo kwetsbaar. Wat een belofte.

Lied van de dienstknecht 

Koor: Het volk dat tast in duisternis
dat woont in schaduw van dood,
groot licht zal het aanschouwen.
Hij doet ons lachen en juichen
als in het uur van de oogst.

Allen:Het slavenjuk op onze schouder
breekt Hij aan stukken, dat uur.
De stokken van onze drijvers,
de laarzen die ons trapten
zullen vergaan in het vuur.
Zoontje uit ons geboren,
onze vader wordt jij.
Wij noemen je ‘vrede koning’
jij zult op je schouders dragen
gerechtigheidsheerschappij.

Allen: Jij spreek geen list en leugen
je streelt het gekrookte riet,
jij koestert de kwijnende vlaspit
Koningen zullen jou duchten
kinderen vrezen je niet.
Koor: Mijn dienstknecht, mijn geliefde,
heeft Hij tot jou gezegd.
Jij grondvest recht op aarde.
Hij heeft jouw hand genomen,
zijn geest op jou gelegd.

Allen: Verlicht de blinde ogen.
Breek door muren heen.
En die daar zitten gevangen
in hun donkere kerker
bevrijd ze een voor een.

Koor: Beklim de hoogste bergen
jonkvrouwe Jeruzalem
Sion, geluksheraute,
roep het over de wereld
met je genadige stem
dat nu komt nieuw leven
omdat het komen moet:
dat Hij ons komt bevrijden
en leidt naar levend water
zoals de herder doet.

Koor: Dan zal je zien gebeuren
wat nog nooit voorkwam:
een panter zal zich vlijen
tussen twee geitenbokjes,
de wolf ligt bij het lam.

Allen: En zoals de zeebodem
met water is bedekt
zo al van zuid- tot noordpool
het aangezicht der aarde
met vrede zal bedekt.
Koor: Uit overzeese landen
wordt ons het nieuws gemeld:
dat daar een volk zijn wapens
begraven heeft en voortaan
wil afzien van geweld.

Allen: Kom haastig nieuw getijde
ontwaak uit duisternis.
Wij zullen ons verblijden
verbaasd dat zoveel lijden
voorgoed geleden is. T. Huub Oosterhuis M; Antoine Oomen

 

Inbreng gemeenschap

Inleiding tafelgebed

We steken hier elke week de paaskaars aan en vieren rond deze tafel dat er diep in elke mens het verlangen schuilt naar verbondenheid. Verbondenheid met anderen, of men hier nu lijfelijk aanwezig is of mee viert vanop afstand. Verbondenheid met allen die ons lief zijn; met mensen veraf, met hen die het op een of andere manier moeilijk hebben. Verbonden met hen die ons voorgingen: omdat zij in ons het licht brandend hielden, het geloof, het vertrouwen en het geloof dat we samen iets kunnen betekenen in en voor deze wereld.
En wereldwijd verbonden met allen die het niet opgeven, die vanuit het geloof in het beste van de mens blijven werken aan veranderingen ten goede voor mens en planeet.

En in de gebaren van breken en delen, ons voorgedaan door Jezus van Nazareth, verbinden we ons ook met dat wat ons overstijgt en diep in ons leeft als kracht die ons telkens weer oproept om waakzaam te blijven, om onrecht te blijven zien en op te komen voor hen die niets hebben.

Tafelgebed
Als wij weer het brood gaan breken
dat Gij, Heer, ons geeft,
leer ons dan om hem/haar te delen
die geen deel van leven heeft.

Als wij van de feestwijn drinken
die Gij ,Heer, ons geeft,
leer ons dan om te gedenken
wie een lege beker heeft.

Als wij samen in de kring staan,
om wat Gij ons geeft,
leer ons dan om vast te houden
wie geen hand in handen heeft.

Als wij weer de lofzang zingen
om wat Gij ons geeft,
leer ons dan voor hem/haar te roepen
die geen stem meer over heeft.

Als wij zo de toekomst vieren
die Gij, Heer , ons geeft
leer ons dan vandaag te zorgen
voor wie zelfs geen morgen heeft.

T; Wim van der Zee M. Arie Eikelboom

Onze Vader

Vredeswens 

Slotbezinning

Waakzaamheid,
behoedzaam verandert het de wereld.
Telkens weer waar mensen hun ogen en hun hart openhouden
voor wat er mogelijk is.
Voor wat er kan veranderen.
Niet als een storm, maar als een stille kracht
Die opmerkzaamheid koppelt aan vertrouwen,
dat het kan.
Met kleine stapjes vuur en ijzer zijn,
om samen te smeden
waterdruppel en zee
om verbonden te zijn
zodat er licht mag zijn
voor allen.

Slotlied 
Uit vuur en ijzer, zuur en zout,
zo wijd als licht, zo eeuwenoud,
uit alles wordt een mens gebouwd
en steeds opnieuw geboren.
Om ijzer in vuur te zijn,
om zout en zoet en zuur te zijn,
om mens voor een mens te zijn
wordt alleman geboren.
Om water voor de zee te zijn
om anderman een woord te zijn,
om niemand weet hoe groot en klein,
gezocht, gekend, verloren.
Om avond- en morgenland,
om hier te zijn en overkant,
om hand in een and’re hand,
om niet te zijn verloren.
Om oud en wijd als licht te zijn,
om lippen, water dorst te zijn,
om alles en om niets te zijn,
gaat iemand tot een ander.
Naar verte die niemand weet,
door vuur dat mensen samensmeedt,
om leven in lief en leed
gaan mensen tot elkander.

 

Blijf verbonden met de gemeenschap van Dominicus Gent:
via de nieuwsbrieven: https://www.dominicusgent.be/nieuwsbrief/
via Facebook ( https://www.facebook.com/Dominicus-Gent-324436994242688/)
Abonneer u nu op ons nieuw online platformhttp://Bijlichten.be 
Ga er in gesprek met de auteurs van de filmpjes!

Indien u meent dat voor een bepaald object het auteursrecht van de auteur of zijn/haar erfgenamen, of het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met ons zodat de situatie kan worden rechtgezet.