Dominicus Gent
Viering van zondag 15 december 2024 (3de adventzondag)
Verlangen naar Licht…
Grote Liefde,
Gij die ons hier samenroept
Gij die aarde en hemel bij naam hebt genoemd
… en licht hebt gezegd.
… en zag dat het goed was,
het werd avond en nacht maar -altijd opnieuw- ook ochtend, tot op vandaag
(aansteken paaskaars en 3de kaars op de adventskrans)
Grote Liefde,
Verzacht ons hart, wek ons verlangen
opdat wie de duisternis van onrecht of vertwijfeling doorstaat
uw toegezegd licht mogen zien.
Welkom om samen bij dit Goddelijk Licht het verlangen te vieren. We gaan dat doen met hét adventslied bij uitstek op de oeroude adventsmelodie van Rorate Caeli.
Vooraleer we zingen – Let even op de titel die Oosterhuis boven het oeroude adventlied heeft gezet: “Lied van het verloren land”. Dat is de beginsituatie van de Jesaja-tekst waarop dit lied is geënt: een besef van diepe verlorenheid, maar ook een verlangen naar ommekeer én een belofte.
Want… is er ooit een andere tijd geweest dan de onze? Onrecht, armoede, vertwijfeling, uitzichtloosheid, … niet alleen de bijbel staat er vol van, ook in de daaraan voorafgaande en de daaropvolgende geschiedenis -tot op vandaag- is duisternis nooit afwezig.
En tegelijk is er een diep besef: voor dit soort leven kunnen we niet bedoeld zijn. Er is een oprecht verlangen naar Licht… voor eventjes, maar liefst nog: Licht dat blijft. Moge uit de zware wolken van wanhoop en miserie de dauw van een nieuw hart en een andere wereld op ons samenzijn neerdalen.
Lied van het verloren land (neerdalen als dauw uit de hemel)
Neerdalen als dauw uit de hemel,
als regen uit zware wolken zal de gerechte.
Gij die voor mij de ruimte schiep,
aarde en hemel bij name riep,
die alles deed wat moest gedaan
opdat een mens maar zou bestaan.
Woestijn waar eens te leven was,
uw Naam verstoven als stof en as.
Geen lover schaduwrijk, geen bron,
alsof Gij nooit met ons begon.
Keer nog uw aangezicht tot hier.
Verzacht mijn hart, wek mijn ogen weer.
Dat niet wat Gij hebt aangeplant
wordt uitgeroeid door mensenhand.
Neerdalen als dauw uit de hemel,
als regen uit zware wolken zal de gerechte.
T: Huub Oosterhuis / M: Tom Löwenthal
WOORDDIENST
Verlangen naar bevrijding
Enkele van onze kleinkinderen hebben een boontje voor het Gentse Monopolyspel. Dat spelen we dus vaak.
Onlangs hoorde ik dat het oorspronkelijk Monopoly-spel ontworpen is als kritiek op het kapitalisme. De spelers ondervinden aan den lijve dat je weliswaar gelijk begint -ieder krijgt evenveel startkapitaal en is onderhevig aan dezelfde spelregels- maar van bij de spelaanvang bepaalt geluk -het gooien met de dobbelsteen en de kanskaarten- wie wint en verliest.
Het spel zorgt voor vreugde en frustratie en meermaals mag ik meemaken dat zelfs 8-jarigen inzicht tonen in het oneerlijke van winstmaximalisatie en het deugddoend effect van kansen krijgen.
Zoals in het echte leven dus… Alleen is het daar veel scherper: de plek waar je wieg staat zorgt voor een on-gelijke start en nadien zijn er voor mensen in de buik van de samenleving andere regels en verwachtingen waarbij de lat vaak hoger ligt… Denk aan de voortdurende verantwoording van je keuzes of het rookgordijn van ‘Nederlands’ in onderwijs en sociale huisvesting dat ongelijkheid en armoede als bepalende factor verzwijgt en bovendien de rijkdom van meertaligheid miskent.
Voor wie niet houdt van gezelschapsspelen is er de jaarlijkse adventsactie Welzijnszorgijnszorg die onze ogen opent voor mensen die in onze samenleving systematisch arm gemaakt en structureel arm gehouden worden. U kan nog altijd de petitie voor waardig werk tekenen mocht u nog geen kans daartoe gekregen hebben (http://www.samentegenarmoede.be )
De politicoloog Tim ’s Jongers schrijft in zijn boek Armoede uitgelegd aan mensen met geld hoe hij “niet uit de armoede is geraakt omdat hij hard heeft gewerkt. Hij is uit de armoede gekropen op een brakke ladder die in zuigende klei stond. In armoede leven, dát is keihard werken. Bij elke misstap kan je dieper wegzakken in het moeras. Om daaruit te geraken is beleid nodig, een systeem dat mensen vooruithelpt… én een flinke portie geluk”.
Geluk heb je niét in de hand, maar beleid kan gewijzigd worden wanneer mensen in armoede mogen rekenen op partners die hun rechtmatig verlangen beluisteren, erkennen, vertalen, mee bepleiten, …
Dat is wat Welzijnszorg doet.
En dat is ook wat de onlangs overleden Dominicaan Gustavo Gutierrez in de sloppenwijken van Lima deed. Voor hem is het partnerschap met mensen in armoede en de gezamenlijke inzet een spirituele zaak. In hun strijd voor een menswaardig leven ziet Gutierrez nl. God aan het werk. Armen en uitgeslotenen drágen zowel het verlangen naar bevrijding als de inzet ervoor. In dat verlangen en die inzet wordt duidelijk dat de God -over wiens koninkrijk Jezus sprak- ook nu werkzaam is.
Anders dan voor- en tegenstanders denken, is bevrijdingstheologie voor Gustavo geen politieke lezing van het evangelie, maar een evangelische lezing van de geschiedenis, ook hier en nu (Erik Borgman- https://www.dominicanen.org/nl/inspiratie-artikelen/bij-het-overlijden-van-gustavo-gutierrez-1918-2024)
We vieren het verlangen naar bevrijding vanuit de belofte dat partnerschap naast waardig werk ook beter en betaalbaarder openbaar vervoer kan betekenen, betere kinderopvang, vrede, nabijere zieken- en ouderenzorg, medestanders voor al wie de weg kwijt is, …
Laat ons biddend dat verlangen naar licht en warmte uitzingen
Kom in mijn klein bestaan
Kom in mijn klein bestaan, ga niet mijn deur voorbij.
Breng licht en warmte aan, maak mij van doodsangst vrij.
Ontdooi mijn binnenkant, mijn ingevroren geest
en schep een nieuw verband, zodat mijn ziel geneest.
Kom in mijn kleine droom, verbreed mijn horizon,
dat ik niet langer schroom te zien naar mensen om.
Genees mijn angst voor pijn, mijn vrees voor zelfverlies,
zodat ik mens kan zijn en voor de minsten kies.
Kom in mijn klein geloof, vernieuw mijn fantasie,
dat ik uw toekomst loof, steeds nieuwe kansen zie,
zodat ik verder leef voor vrede mettertijd
en mij uit handen geef om uw gerechtigheid.
T: Jan van Opbergen / M: Guido Philippeth
Zacheüs en zijn diep verlangen
We staan ook stil bij een andere zoektocht die mensen bezig houdt. Méér dan bezighoudt. Er is een onrust die hen niet loslaat. Het gaat niet over materiële zaken. Niet over financiën. Maar over innerlijke rust. Of ze wel bezig zijn met de betekenis van wat ze aan het doen zijn. Er is zo veel in hun leven dat automatisch gebeurt. Zonder nadenken en zonder zorgen maar ook zonder diepe voldoening.
We luisteren naar het verhaal dat Lucas ons brengt in 19, 1-10
Hij kwam in Jericho en trok door de stad. 2Daar was een man die Zacheüs heette. Hij was oppertollenaar en hij was rijk. 3Hij wilde wel eens zien wat Jezus voor iemand was, maar het lukte hem niet vanwege de mensenmassa, want hij was klein van stuk. 4Daarom rende hij vooruit en klom in een moerbeivijgenboom om Hem te zien te krijgen, want Hij zou daar voorbijkomen. 5Toen Jezus bij die plek kwam, keek Hij omhoog en zei tegen hem: ‘Zacheüs, kom vlug naar beneden; vandaag moet Ik in uw huis verblijven.’ 6Hij kwam vlug naar beneden en ontving Hem met vreugde. 7Iedereen die het zag sprak er schande van. ‘Hij neemt zijn intrek bij een zondaar’, zeiden ze. 8Zacheüs richtte zich tot de Heer. ‘Heer,’ zei hij, ‘hierbij geef ik de helft van mijn bezit aan de armen, en als ik iemand iets heb afgeperst, vergoed ik het viervoudig.’ 9Jezus zei tegen hem: ‘Vandaag is er redding gekomen voor dit huis, want ook hij is een zoon van Abraham. 10De Mensenzoon is immers gekomen om te zoeken en te redden wat verloren is.’
Het is een mooi verhaal over Zacheus: een rijke tollenaar die gehoord heeft over een zekere Jezus: een man die nogal wat opschudding veroorzaakt. Zacheus, een man van de wereld, van de financiële elite, is geïntrigeerd. Hij wil die Jezus van naderbij horen en zien. Hij zet het op een lopen om in een vijgenboom te klauteren en die Jezus goed te kunnen zien. Hij moet wel héél geïnteresseerd zijn. Misschien weet hij zelf niet eens wat hij zoekt, maar hij heeft geen vrede met zijn leven zoal het nu is. Hij is benieuwd.
Zacheus leeft met een onbestemd verlangen naar iets wat hij zelf niet onder woorden kan brengen. Het heeft veel van een onvoldaanheid, een onvervuldheid. Een vage onrust die zijn nachten verstoort.
Zacheus en met hem vele mensen herkennen dat. Er moet iets anders zijn. Iets wat inhoud geeft aan je leven. Er zijn uiteraard versterkende middelen die je meer zin kunnen geven in het leven. Ook op gebied van mentale gezondheid is er een rijk aanbod. Zacheus zoekt iets anders. Hij loopt rond op zoek naar wat men “spiritualiteit” noemt, en hij vindt het niet. Maar misschien heeft hij niet op de juiste plaats gezocht.
Na veel zoeken komt hij terecht bij een zekere Rik Torfs. Deze man heeft een onderzoek gedaan naar de spiritualiteit zoals zij onder vooraanstaande eminenties in de RK kerk wordt beleefd. Het decor waar de gesprekken zich afspelen is prachtig. Zacheus luistert vol belangstelling naar wat deze plechtige heren vertellen over hun spiritualiteit. In tegenstelling tot zijn eigen moeizame zoektocht blijkt er voor deze eminenties nauwelijks een probleem te bestaan. “Natuurlijk geloof ik in God”! Je kunt natuurlijk niet bewijzen dat God bestaat, want dat is inderdaad een mysterie. Maar dat moet een mens nu eenmaal geloven. En daar houdt het ongeveer op. “Waarom zou ik anders priester geworden zijn”. Het klinkt met een vanzelfsprekendheid die tegelijk wat krampachtig klinkt. Maar echte twijfel wordt overwonnen in het gebed.
Zacheus kijkt uit. Hij doorprikt de forse antwoorden die een zekere onrust laten doorschemeren. Zoeken hoort er niet bij. En dat verbaast Zacheus. Het irriteert hem ook. Het klinkt te zelfzeker. En dat is niet het houvast dat hij zoekt. Hij, Zacheus heeft namelijk een afschuw van de kerkelijke dogma’s zoals die als onbetwijfelbare waarheid worden voorgehouden. Hij blijft liever nog even in zijn vijgenboom zitten eer hij neerdaalt op de platte grond van evidente waarheden.
Neen, hij geeft zich niet gewonnen aan de klinkklare antwoorden die voor het grijpen liggen. Een vaste kerkleer uit het verleden is aan hem niet besteed. Hij weet hoe priesters en eminenties zich verstoppen achter die vaste zekerheden. En eerlijk, het is geen pose die Zacheus aanneemt. Hij is ook niet de keikop die overal vragen bij stelt om interessant over te komen. Hij is wél onder de indruk van de man over wie zoveel gesproken wordt omwille van de uitstraling die van hem uitgaat. Jezus is zijn naam.
Zacheus is nieuwsgierig. Hij vindt punten van overeenkomst met zijn eigen aanvoelen. Zoals Jezus kan ook hij het niet hebben van onwrikbare regels en absolute uitspraken. Die Jezus vertelt. Hij vertelt boeiende verhalen die hem te denken geven. Over die vader en hoe hij omgaat met zijn zoon die verloren was gelopen. En over de barmhartige Samaritaan. Die Jezus dringt geen waarheden op. Hij laat mensen de vrije keus.
Misschien is het de moeite waard om die mens van naderbij te leren kennen. Voor Zacheus breekt het ijs wanneer hij bij name genoemd wordt: “kom maar hier, Zacheus”. Hij wordt helemaal warm van binnen. Het is een geschenk zoals hij er nog geen heeft ervaren. Zijn onbestemd zoeken krijgt een heel nieuwe dynamiek. Hij aarzelt niet meer om uit zijn boom naar beneden te komen. Hij is bereid te luisteren naar wat die Jezus te zeggen heeft. Laat de priesters en eminenties maar razen met hun onfeilbare waarheden. Hij laat zich niet imponeren door al die grootspraak. Hij verliest het gezelschap van die Jezus.
Kom naar beneden, Zacheus. Nu weet je: er is iemand die je radeloosheid heeft gezien. Hij begrijpt je. Hij gaat met je mee. Vertel hem over je onbehagen, je onzekerheid. Hij zal je niet oordelen. Uit zichzelf zegt Zacheus: al dat geld dat ik verzameld heb: dat hoeft allemaal niet meer. Hij voelt zich opgelucht. Hij beseft: er is nog een heel eind te gaan. Maar wàt een ruimte die open gaat.
Dit ene weten wij en aan dit één
houden wij ons vast in de duistere uren:
er is een woord dat eeuwiglijk zal duren
en wie ’t verstaat, die is niet meer alleen
T: Henriëtte Roland Holst / M: Mariëtte Harinck
Stilte, gebed, inbreng
TAFELDIENST
Deze tafel spreekt van verbondenheid onder mensen.
Tegelijk is het ook voor sommigen niet meer dan een verre droom.
Tekort gedaan omdat er te weinig of geen voorzieningen zijn die hen in staat helpen een menswaardig leven te leiden.
Of aan zichzelf overgelaten hunkerend naar een spiritualiteit die een kader biedt dat als authentiek ervaren kan worden, om zelf geloofwaardig te kunnen leven.
Deze tafel herinnert ons aan Jezus’ omgang met mensen.
Hij sloot niemand uit om welke reden ook.
Hij was een en al openheid naar wie dan ook.
Mogen we ons dat in herinnering roepen wanneer we hier samen aan tafel gaan en ons zoveel we kunnen open stellen voor de kansen en mogelijkheden die we zien om dit symbool waar te maken.
Gezegend Eeuwige
Gezegend, Eeuwige,
Gij reddende God!
In de nacht klonk uw stem,
sprak uw hart.
In de nacht brak het donker
op uw woord van licht.
Een dag ongeweten,
een uitzicht dat wenkt,
roept Gij wakker voor ons.
Opstaan, vertrouwen
en gaan zullen wij naar de morgen,
zingen om U het lied van alle reisgenoten:
Heilig, heilig, heilig, zullen wij U zingen.
Heilig, heilig, heilig, moeten wij U noemen,
met heel de schepping mee
uw grote daden roemen!
Zingen wij Hosanna, hemelhoog Hosanna!
Zegen van Godswege,
Hij die komt gezegend met de Naam van Hem!
Zingen wij Hosanna, hemelhoog Hosanna!
In de nacht bleef Gij trouw
aan het volk van Uw liefde,
aan de Zoon van uw hart.
Uit het geestloze dal
van de duizenden doden
hebt Gij hen tot leven gebracht.
Gezegend Eeuwige, Gij, reddende God,
om de Zoon van uw liefde.
Hij, onze geboorte, de nieuwe dag!
instellingswoorden
Delen wij samen hier in zijn lichaam,
vinden wij leven eens en vooral in zijn bloed.
Voeg ons bijeen tot één levend lichaam,
een tempel van liefde, oase van vrede,
een woning voor U.
Dat onze dagen U zullen aanbidden
en eren Uw naam,
doen wie Gij zijt:
Eeuwige, reddende God!
T: Sytze de Vries – M: Willem Vogel
Onze Vader
Vredeswens
Wij kunnen niet bedoeld zijn voor het duister van eenzaamheid, uitsluiting of ontreddering. Bevrijding en Vrede is ons toegezegd. Wensen we elkaar het verlangen, de wijsheid en de verbeelding om dat waar te maken. Vrede zij met ons.
Communie
ZENDING
Jezus hield niet op om met zijn bevrijdend Goed Nieuws iedereen te besmetten….en tot op heden is die besmetting niet gestopt. Getuige ons samenzijn.
Kolet Janssen zegt daarover:
Goed nieuws is blijkbaar ongelooflijk sterk.
Het doet mensen opleven en nieuwe kracht vinden.
Goed nieuws zet mensen aan om samen te werken
en dan is alles mogelijk.
Goed nieuws geeft mensen mildheid voor zichzelf
en voor anderen.
Goed nieuws groeit beetje bij beetje.
Onstuitbaar en onverwoestbaar.
Het maakt een wereld van verschil
en het maakt een verschil voor de wereld.
Elke mens kent goed nieuws.
Elke mens is goed nieuws.
We kijken uit naar Kerstmis (nog 10 keer slapen… 😉
Mensen die gaan in het duister
De mensen die gaan in het duister,
die wonen in ’t land van de dood,
zij zullen een licht zien stralen
het hemelse morgenrood.
Zij zullen weer zingen van vreugde,
de angst en de nood zijn voorbij,
geen vijand marcheert door de straten,
de kinderen spelen weer vrij.
De stok die hen sloeg is gebroken,
geen mens wordt vertrapt of verdrukt.
Zij krijgen weer tijd van leven,
er is een begin van geluk!
Want er is een prins geboren,
met prachtige namen gekroond.
En Hij is de vorst van de vrede,
de God die bij mensen woont.
Hij brengt het leven op aarde
terecht in zijn koninkrijk.
De mensen die gaan in het duister
die worden de koning te rijk.
T. Hanna Lam / M. Wim ter Burg