VIERING : VERGEVEN OM TE BOUWEN AAN IETS NIEUWS… (VASTEN 2)

Dominicus Gent

Viering van zondag 3 maart 2024

VERGEVEN OM TE BOUWEN AAN EEN NIEUWE SAMENLEVING

 

Goedemorgen en welkom op deze derde viering van de vastentijd. We weten ons verbonden zowel hier in de kerk als over afstanden heen, dankzij onze bereidwillige streamers, met allen die meevieren vóór de schermen. We vieren ook samen met al diegenen die we meedragen in ons hart. Brengen we eerst Het Licht binnen. Licht dat mensen leven geeft. Welkom Licht en Woord dat ons oproept om ruimte te scheppen en te volharden in Zijn vergezicht.

Laten we bidden :

Aanwezige en onzichtbare God,
oms wijst niets erop dat Gij met ons zijt;
Oorlogsgeweld en meedogenloze onmenselijkhied, ook in Uw naam,
angst, rampen, honger en ziekte, miljoenen op de vlucht.
Verbijsterd kijken we ernaar.
Waar zijt Gij zelf? God?
Gij hebt toch in de harten van alle mensen de kiem van uw liefde gelegd?
Gij wilt ons toch met elkaar en met U verbinden?
Gij hebt ons Jezus van Nazareth geschonken,
de mens in wie Uw gerechtigheid en vrede ten volle zichtbaar werden.
Hij vervult ons tot vandaag met hoop.
Maar toch is het niet eenvoudig om er te blijven in geloven.
Wij bidden U blijf dicht bij ons in dit uur, nu we willen vieren rond vergeving.
Moge Uw verbindende kracht op de gebeurtenissen van vandaag rusten.
Dat wij niet vluchten noch zwijgen
maar samen en vol mededogen een leven ten goede bewerkstelligen.
Dat wij elkaar zien zoals Gij ons ziet.

 

Dit jaar voert Broederlijk Delen campagne onder het motto “samenwerken werkt aanstekelijk.”
De 25%-revolutie is en blijft een vreedzame revolutie die streeft naar systeemverandering.
We kunnen niet anders dan samen tijd nemen voor verandering, om samen het leven te delen en om te bouwen aan een nieuwe samenleving. Solidariteit is hierbij de maatstaf.

Voor de komende drie vieringen hebben we ervoor gekozen om te vieren rond: recht doen, herstel, boete, straf, verzoenen, vergiffenis. Vergiffenis op 3 niveaus: -voor onszelf, -voor mensen in onze omgeving, -voor de maatschappij.
Waarom? Omdat we zien, horen en voelen dat we enkel kunnen groeien naar een nieuw begin door samen te groeien in onze mogelijkheid om te vergeven.
Vergeven is een sleutelwoord in het Nieuw Testament. Daarom verdiepen we ons vandaag in een deel uit het Matteüsevangelie.  
We zingen vandaag ook veel want zingen is 2x bidden.

 

Evangelielezing: uit Mat 18

In diezelfde tijd richtten de leerlingen tot Jezus de vraag: “Wie is nu wel de grootste in het Rijk der hemelen?” 2Hij riep een klein kind, zette het in hun midden en zei: 3“Voorwaar, Ik zeg u: als gij niet opnieuw wordt als de kleine kinderen, zult gij het Rijk der Hemelen zeker niet binnengaan. 4Wie dus zichzelf gering acht zoals dit kind is de grootste in het Rijk der hemelen. 5En wie in mijn Naam zulk een kind opneemt, neemt Mij op.
6Maar als iemand een van deze kleinen die in Mij geloven aanstoot geeft, zou het beter voor hem zijn als men hem een molensteen om de hals hing en hem liet verdrinken in het diepste van de zee. 7Wee de wereld vanwege de ergernissen!
21Toen kwam Petrus naar Hem toe en sprak: “Heer, als mijn broeder tegen mij misdoet, hoe dikwijls moet ik hem dan vergeven? Tot zevenmaal toe?” 22Jezus antwoordde hem: “Neen, zeg Ik u, niet tot zevenmaal toe, maar tot zeventigmaal zevenmaal.

Er zijn veel ergernissen die kleinen worden aangedaan. Er is dus veel te vergeven om opnieuw te kunnen beginnen. Maar het opvallende geweld in deze evangelielezing zegt al genoeg: vergeven is niet simpel. Vergeten en vergeven, zegt het spreekwoord. Maar er zijn ervaringen die je nooit kan vergeten, er zijn kwetsuren die een heel leven bepalen. De reeks Godvergeten maakt dat maar al te duidelijk. Als we kleinen letterlijk nemen, dan begrijpen we ergens de colère van Jezus als hij spreekt van een molensteen rond de nek en in de zee… Maar de families opgejaagd in Gaza, in Congo, in Oekraine, op zoveel plaatsen nog meer, zijn dat ook geen kleinen? Er zijn zoveel kleinen overgeleverd aan onrecht, geweld, mensonwaardige levensomstandigheden. Mensen worden woest van alle onrechtvaardigheid die ze zien, weten gebeuren, en van de machteloosheid die hen verlamt. Maar we vieren geen wanhoop, we vieren hoop en kracht, naar het voorbeeld van de bijbelse verhalen. Mieke en ik probeerden daar toch weer op uit te komen, op die kracht…

Petrus verschiet van Jezus’ scherpe woorden, denkt aan die hoop en vraagt dan hoe vaak hij moet vergeven? En Jezus, die daarnet nog over die molensteen sprak, verrast hem weer: zeventig maal zeven maal herbeginnen. Nooit ophouden te herbeginnen.

Maar dat brengt ons weer bij ons begin: hoe doe je dat, als de wonde blijft bloeden, als de kwaadheid niet overgaat. Als je op straat bent gezet door ouders die niet kunnen of niet willen voor je zorgen? Als je in het land waar je naartoe bent gevlucht moet blijven vechten om een goed leven te vinden? Als je lichaam kapot is gemaakt door godvergeten mensen? Als je twee uur op de bus moet zitten naar de speciale school waar je graag komt, en ’s avonds weer eens twee uur? Als je een hele dag wroet tussen je dieren en op je akkers, en nog de rekeningen niet kan betalen?

Sorry voor al dit negatieve, maar het is blijkbaar altijd zo als we over vergeven spreken: vergeven heeft te maken met zoveel woede, verdriet, onmacht, zinloosheid. En die wrijf je niet weg door eventjes te gaan vergeven… Vergeven is een werkwoord, een onregelmatig werkwoord, is een proces van lange adem, lijkt vaak onbegonnen werk. Vaak is het tegenovergestelde het geval: in plaats van vergeven groeit er verharding. Bitterheid, verstarring in de cel waarin men opgesloten zit, geen kracht meer om nog iets te proberen, iets te hopen, iets te dromen, iets te verlangen. Misschien zelfs wraak en vergelding. Er is iets dood gegaan in de geslagen mens die verstard is, en nu moet de ander dood…
Maar dan hebben Jezus’ woorden weer, en daarom komen we elke week: die woorden zijn vaak zo revolutionair confronterend dat we niet anders kunnen dan ons weer in vraag stellen. Als hij dat zo confronterend zegt, zeventig maal zeven, betekent dat dan niet dat er toch kracht over is, ook voor mij als slachtoffer? Ook voor mij als veroorzaker van leed?

Er is een lied waarin Oosterhuis dat heel scherp heeft kunnen zeggen: wek mijn zachtheid weer, geef mij terug de ogen van een kind, dat ik zie wat is, en mij toevertrouw, en het licht niet haat… Kijk, die laatste zin zegt alles: er is licht, er is altijd licht, zegt het evangelie, maar aub help mij dat ik het niet haat. En weer zacht kan worden, andere ogen krijg, die zien wat er wel nog is, die iets van de overgave van een kind hebben, in vertrouwen dat ik niet alleen ben… (Sedert de avond over Oosterhuis ben ik nog meer gaan beseffen hoe sterk die man niet over geloofswaarheden, maar over het leven zelf schreef, bedankt meneer Oosterhuis).
Laten we het lied zingen, en ons toevertrouwen, en licht verzamelen voor al wie het nodig heeft in haar of zijn verharding.

Wek mijn zachtheid
Geef mij terug de ogen van een kind
Dat ik zie wat is
En mij toevertrouw
En het licht niet haat

 

Evangelie lezing: vervolg uit Mat 18
23Daarom gelijkt het Rijk der hemelen op een koning die rekening en verantwoording wilde vragen aan zijn dienaren. 24Toen hij hiermee begon, bracht men iemand bij hem die tienduizend talenten schuldig was. 25Daar hij niets had om te betalen gaf de heer het bevel hem te verkopen met vrouw en kinderen en al wat hij bezat om zo de schuld te vereffenen. 26De dienaar wierp zich voor hem neer en smeekte: Heer, heb geduld met mij en ik zal u alles betalen. 27De heer kreeg medelijden met die dienaar, liet hem gaan en schold hem de geleende som kwijt. 28Maar toen die dienaar buiten kwam, trof hij daar een andere dienaar die hem honderd denariën schuldig was; hij greep hem bij de keel en zei: Betaal wat je schuldig bent. 29De andere dienaar wierp zich voor hem neer en smeekte: Heb geduld met mij en ik zal u betalen. 30Maar hij weigerde en liet hem zelfs in de gevangenis zetten, totdat hij zijn schuld zou hebben betaald. 31Toen nu de overige dienaren zagen wat er gebeurd was, waren zij diep verontwaardigd en gingen hun heer alles vertellen. 32Daarop liet de heer hem roepen en sprak: Jij lelijke knecht, heel die schuld heb ik je kwijtgescholden, omdat je mij erom gesmeekt hebt. 33Had jij dan ook geen medelijden moeten hebben met je mededienaar, zoals ik met jou medelijden heb gehad? 34En in toorn ontstoken leverde zijn heer hem over aan de beulen, totdat hij zijn hele schuld betaald zou hebben. 35Zo zal ook mijn hemelse Vader met ieder van u handelen, die niet zijn broeder van harte vergiffenis schenkt.”

Dit confronterende verhaal van Jezus komt net na de vorige lezing, vertelt over het grote geld, en geeft me de kans vergeven nog wat meer open te trekken, op het maatschappelijke niveau. Daar waar het grote geld oorzaak is van zoveel agressie, uitsluiting, oorlogen.

Zowel de koning als de schuldenaar reageren in eerste instantie met geweld, en geen klein beetje ook. Maar dan luistert de koning toch en scheldt een grote schuld vrij. Een onmogelijke schuld zelfs. Als ik even omreken: 100 denariën was de ene man de andere schuldig. Een dagloon was één denarie, dat geeft ongeveer een idee van de schuld, drie maandlonen ongeveer. Maar een talent was 6000 denariën waard, en de koning schrapte 10.000 talenten! Zelfs wie niet kan hoofdrekenen beseft dat tienduizend x 6000 een onmogelijk groot bedrag is. Als de koning zo’n kolossale som kan laten vallen, moeten de grootgeldbezitters dat dan ook niet overwegen? Ik klink naïef, maar schuldherschikking, eerlijker prijsafspraken en verdeling zijn toch geen dromen, maar reële oplossingen? Jezus zet hier menselijkheid tegenover hardvochtigheid. Zachtheid tegenover verharding. Luisteren en heroverwegen tegenover blind verdienen. Maar hij legt die woorden wel in de mond van iemand aan de macht…

Ze blijven confronterend, die evangelieverhalen. Want als we nog eens naar het verhaal kijken, zie ik dat het niet goed afloopt, er is blijkbaar geen 2e of 3e of 4e keer vergeven voor de hardvochtige, hij moet en zal een onmogelijke schuld afbetalen. Zijn er dan toch situaties waarin geen vergeving, geen tweede kans mogelijk is? Nee, wat we zien is rechtvaardigheid die tussenkomt in een situatie die alleen maar veel woede zal opwekken. Wat we zien is een rechtvaardige straf, hoe zwaar ook. Iemand moet voor die rechtvaardigheid zorgen. Hier is dat de koning, vroeger drager van de rechtspraak. Bij ons zijn dat onze instellingen, onze eigen justitie bijvoorbeeld. Maar ook de politiek als verantwoordelijken, met goede wetten. En de solidariteit in zorg en onderwijs en eerlijke prijzen. Vergeven is een werkwoord, is een proces, soms een lang en pijnlijk proces van op de vingers tikken, straffen, nieuwe afspraken, compromissen, uitwegen zoeken, proberen te herbeginnen. Maar altijd vanuit medemenselijkheid, vanuit een gedeelde positie, wat in het evangelieverhaal luisteren en medelijden genoemd wordt.

Laten we blijven zoeken om verharding in onze wereld te vermijden, om het gesprek gaande te houden, om te blijven luisteren, zelfs al voelen we ons onmachtig en in woede, zelfs al is ons klein en groot onrecht aangedaan… Het is een zoeken dat bij uitstek past in de vastentijd, de tijd voor de grootste ommekeer van al, Pasen.

 

INLEIDING OP DE TAFELDIENST

Met een handvol kleine en machteloze mensen is het ooit begonnen. Vanuit hun angst, ontgoocheling en agressie hebben zij de handen in elkaar geslagen. En vanuit een diep vertrouwen zijn ze op weg gegaan. Waarheen? Ze wisten het zelf niet. Ze zouden wel zien. Ze deelden wat ze hadden, brood en wijn, huis en goed. Uit hun gezamenlijk bidden haalden ze de kracht om te blijven doorgaan. Ze hielden de droom levendig die Jezus in hen had gewekt. Vanuit deze verbondenheid zetten ze de kleine dagelijkse stappen die haalbaar waren. En dat was al heel wat!
Zo groeide toen nieuw leven in een stervende wereld…Waarom zou dat nu niet kunnen?

Laten ook wij vandaag breken en delen, zijn wat niet kan,doen wat ondenkbaar is. Zo schrijven ook wij verder aan het verhaal van liefde en mededogen in het voetspoor van Jezus van Nazareth.

In dit breken en delen gaat onze aandacht ook uit naar de mensen uit onze gemeenschap die hier niet kunnen zijn maar die op dezelfde wijze al werkend, herstellend, studerend en delend gemeenschap vormen.

Onze aandacht gaat ook naar alle mensen die waar ook ter wereld vol van mededogen inzet opbrengen om te breken en te delen. En dankbaar gedenken wij ook onze lieve doden die ons hierin zijn voorgegaan. 

 

Slotgebed : een psalmbewerking van psalm 147 (Guido Vanhercke)

Waar zouden we anders willen wonen
dan waar onze droom is:
De stad herbouwd, de verstrooiden
thuis gebracht, de gebrokenen
genezen in al hun wonden.

Een hemel die groot is van wolken
zegen voor het gras, tarwe voor het brood
en wind die de dooi brengt,
wegen en huizen voor al wie
willen thuiskomen.

We krijgen een aarde,
we jagen er een na, droom
van onze voorvaderen, kreet
van onze kinderen.
Zullen wij hen ooit bevrijden?

 

 

(foto’s Guido Vanhercke: vaderbeeld Friedhof Vladslo door Käte Kollwitz; andere uit Poitiers kathedraal)