VIERING : SYSTEEMVERANDERING (VASTEN 2)

Dominicus Gent

Vastenviering (2) van zondag 25 februari 2024

Systeemverandering

 

Overal zijt Gij

Overal zijt Gij
onzichtbaar gegeven
sprekend nabij
de stilte verwacht U
mensen bestaan U
zien en beleven U.

Mensen van vlees
van licht en gesteente
hard en van bloed
een vloed niet te stelpen
mensen uw volk
uw stad hier op aarde.

Aarde is al wat
wij zijn, wat wij maken.
Adem ons open
maak ons uw aarde
uw nieuwe hemel
vrede op aarde.

T: Huub Oosterhuis M: Bernard Huijbers

 

We mogen U God on-zichtbaar aanwezig weten want wij -mensen- bestaan u, zien en beleven u. Adem ons open, maak ons uw aarde, uw nieuwe hemel.
Wat een prachtige en verbindende strofen hebben we mogen zingen: We zijn niet alleen, overal zijn mensen die hun leven anders inrichten en pleiten voor systeemverandering.
En… we zijn in goed gezelschap want Bijbelse volkeren staan in een lange traditie van systeemveranderingen. Het begint al bij Abraham die een ongelooflijke belofte krijgt van zegen, talrijk nageslacht, enz. … nadat hem iets onmogelijks was opgedragen – We luisteren naar een passage uit Genesis.

 

DE BEPROEVING VAN ABRAHAM
1Hierna gebeurde het dat God Abraham op de proef stelde. Hij zei tegen hem: ‘Abraham.’ En hij antwoordde: ‘Hier ben ik.’ 2Hij zei: ‘Ga met Isaak, uw zoon, uw enige, die u liefhebt, naar het land van de Moria, en draag hem daar, op de berg die Ik u zal aanwijzen, als brandoffer op.’ 3De volgende ochtend zadelde Abraham zijn ezel, nam twee knechten en zijn zoon Isaak met zich mee, en kloofde hout voor het brandoffer. Daarna ging hij op weg naar de plaats die God hem aangewezen had. 4Op de derde dag zag Abraham in de verte de plaats liggen. 5Toen zei Abraham tegen zijn knechten: ‘Jullie blijven hier bij de ezel; ik ga met de jongen daarginds heen. Nadat wij ons in aanbidding neergebogen hebben, komen wij weer terug.’ 6Daarop liet Abraham zijn zoon Isaak het hout voor het brandoffer dragen; zelf droeg hij het vuur en het offermes. Zo gingen zij samen op weg. 7Toen zei Isaak tegen zijn vader Abraham: ‘Vader.’ Hij antwoordde: ‘Hier ben ik, mijn zoon.’ Isaak zei: ‘Wij hebben wel vuur en hout, maar waar is het offerdier?’ 8Abraham antwoordde: ‘God zelf zal wel voor het offerdier zorgen, mijn zoon.’ En samen gingen zij verder. 9Toen zij de plaats die God hem had aangewezen bereikten, bouwde Abraham daar een altaar, stapelde er het hout op, bond zijn zoon Isaak vast en legde hem op het altaar, bovenop het hout. 10Toen Abraham echter zijn hand uitstak naar het mes om daarmee zijn zoon te offeren, 11riep de engel van de heer hem vanuit de hemel toe: ‘Abraham, Abraham!’ En hij antwoordde: ‘Hier ben ik.’ 12En Hij zei: ‘Raak de jongen met geen vinger aan en doe hem niets! Ik weet nu dat u God vreest, want u hebt Mij uw zoon, uw enige, niet willen onthouden.’ 13Abraham keek om zich heen en zag een ram die met zijn hoorns in het struikgewas vastzat. Hij greep de ram en droeg die als brandoffer op, in plaats van zijn zoon. 14Abraham noemde die plaats ‘de heer ziet’; vandaar dat men nu nog zegt: ‘Op de berg van de heer laat Hij zich zien.’ 15Toen riep de engel van de heer voor de tweede maal uit de hemel tot Abraham 16en zei: ‘Bij Mijzelf heb Ik gezworen – godsspraak van de heer – omdat u dit gedaan hebt en Mij uw zoon, uw enige, niet hebt onthouden, 17zal Ik u overvloedig zegenen en uw nakomelingen even talrijk maken als de sterren aan de hemel en de zandkorrels aan het strand van de zee. Uw nakomelingen zullen de poort van hun vijand bezitten. 18Om uw zaad zullen alle geslachten van de aarde zich gezegend noemen, omdat u naar mijn stem hebt geluisterd.’ 19Daarop keerde Abraham naar zijn knechten terug; samen gingen zij naar Berseba. En Abraham bleef in Berseba wonen.

 

Ommekeer in het Godsbeeld

Wellicht ben ik niet alleen die dit een onbegrijpelijk vreemd en wreed verhaal vind of gevonden heb. Nog maar pas –in hoofdstuk 21- heeft Abraham een zoon gekregen -dat heeft veel voeten in de aarde gehad- en in hoofdstuk 22 moet hij die zoon alweer offeren?

Twee zaken helpen tot anders (of beter?) verstaan: de godsnamen in het verhaal en de betekenis van ‘offer’. In wezen horen die twee zaken samen wanneer we het verhaal lezen zoals Joodse mensen het destijds doorvertelden én begrepen als heilsnieuws en opdracht.
In de oorspronkelijke Hebreeuwse tekst worden twee verschillende godsnamen gebruikt die ons in de vertalingen kunnen ontgaan. El-Elohim is degene die Abraham opdraagt zijn zoon als brandoffer op te dragen en JHWH is diegene die Abrahams offerhand tegenhoudt.
Dit is een belangrijke ommekeer, zeg maar gerust dat dit een systeemverandering in gang zet.
El of Elohim is de God -of zijn de Goden, want de uitgang ‘im’ wijst op een meervoud-. El is de God van de volkeren op die plaats en in die tijd dus evengoed die van Israël.
El, Elohim staat buiten en boven al het geschapene en is ahw een onafhankelijke marionettenspeler(s), lotsbepaler(s), …
JHWH daarentegen is de nieuwe, nabije God van Israël, een God van relatie, een God die je mag roepen, die belooft nabij te zijn – zijn naam spreekt voor zich: ‘Ik zal er zijn’.

 De geschiedenis leert dat er letterlijk mensenoffers, zelfs kinderoffers bestonden. Offeren voor Elohim -zo stel ik me voor- gebeurt in vrees en beven of in de hoop het lot ten goede te keren… maar kan ook in gelatenheid of in trouw en gehoorzaamheid zoals dit verhaal van Abraham en Isaak begint.
Met JHWH daarentegen wordt het offer een ‘toenaderingsgift’ waarbij de relatie tussen gever en ontvanger centraal staat en de totale mens in zijn/haar verantwoordelijkheid voor God staat. Offeren als symbool voor een eerlijk zuiver eerbiedig voor God staan, symbool voor een oprechte relatie van vraag en antwoord, woord en tegenwoord.
Zo mogen we dit ogenschijnlijk wreed verhaal lezen als een tegengeschiedenis die een fundamentele verandering inluidt in de relatie met God, een ommekeer naar samen gedragen verantwoordelijkheid voor een wereld waar het goed, rechtvaardig en vredevol samen leven is.

Niet dat het ooit voorgoed gerealiseerd is, niet in de Bijbelse geschiedenis en evenmin in de onze. Het blijft altijd ‘te doen’, te bevragen, te hernieuwen, te herijken, terug scherp te stellen. Dat lezen we de ganse bijbelbibliotheek door: een verhaal van vallen en opstaan.

Ook in Jezus’ tijd blijft systeemverandering nodig, het blijft ‘te doen’, het blijft een opdracht. Jezus onderkent de dreiging van het Romeinse imperialisme maar ook de hypocrisie van de religieuze machthebbers. Deze laatsten construeerden een reinheidsysteem dat alle leven en maatschappelijke verhoudingen bepaalt… maar loskomt van het doel van de Thora: God liefhebben en de ander als jezelf. Als je weet dat kinderen van de joodse middenklasse van jongsaf ingewijd werden in dat reinheidssysteem en er zich dus ook aan konden houden, maar dat de kinderen van de armsten (de meerderheid van de bevolking) geen scholing konden volgen, bijgevolg niets wisten van de reinheidswetten en ze dus voortdurend overtraden en als zondaar werden weggezet, dan is het duidelijk dat we met een ontspoorde samenleving te maken hebben.
In de evangeliën lezen we talrijke voorbeelden van dat ontspoord reinheidssysteem waartegen Jezus reageert, o.m. door het aanraken van melaatsen, het genezen op sabbat, het tafelen met (zogezegde) zondaars en door er voortdurend op te wijzen dat de Blijde Boodschap aan armen wordt verkondigd.

Je kan je bijna levend voorstellen wat het betekent om dit te horen en mee te maken wanneer jij die arme bent, die zieke, die ongeschoolde en als onrein weggezette tijdgenoot van Jezus.
De God waarvan farizeeën en schriftgeleerden jou overtuigden dat je er voortdurend tegen zondigde, die God staat aan jouw kant, die God heeft een boontje voor jou, die God gaat met jou relatie aan. Dat had je zelfs in je stoutste dromen niet kunnen geloven. Wat een ommekeer, wat een vreugde: Vanwaar zijt Gij gekomen, wij wisten niets van U. Een nieuwe God zijt Gij die onder ons wil wonen.
We sluiten ons aan bij die vreugde met een lied.

 

Vanwaar zijt Gij gekomen

Vanwaar zijt Gij gekomen,
wij wisten niets van U.
In onze stoutste dromen
was God nooit hier en nu.
Een nieuwe God zijt Gij
die onder ons wil wonen
zo ver weg, zo dichtbij.

Gij zijt ons doorgegeven,
een naam, een oud verhaal,
uw woorden uitgeschreven
in ied’re mensentaal.
Ons eigen levenslot
met uw geluk verweven,
zo zijt Gij onze God.

Gij zijt in ons verloren,
wij durven U niet aan,
uw stem in onze oren,
uw komst in ons bestaan.
Een woord van vlees en bloed,
een kind voor ons geboren,
een mens die sterven moet.

T: Huub Oosterhuis M: Es ist ein Ros entsprungen

 

Ommekeer in het systeem

Het Bijbelse verhaal is een verhaal van mensen onderweg, een verhaal van verandering ten goede. Letterlijk wegtrekken uit een land en figuurlijk verstikkende tradities open breken om nieuw en rechtvaardiger leven mogelijk te maken. Ook vandaag zijn er mensen en gemeenschappen die op een bijzondere wijze verandering (systeem)verandering teweeg brengen.

Een voorbeeld dat altijd weer in beeld komt is Zuid-Afrika waar in 1994 een einde kwam aan Apartheid. Twee jaar later riep bisschop Desmond Tutu de Waarheidscommissie in het leven. Die commissie zorgde ervoor dat mensen – daders én slachtoffers – gehoord, gezien, beluisterd werden. Waardig en respectvol. Zuid-Afrika is nadien geen paradijs geworden. Er zijn legio problemen en er is grote verdeeldheid tussen verschillende bevolkingsgroepen. Maar er is iets mogelijk gemaakt, iets ongeziens, ongehoords nl. dat zwarte mensen in Zuid-Afrika een stem hebben.

Systeemverandering in België
Verandering ten goede, waar macht herverdeeld wordt of op zijn minst herdacht kan worden: ook hier in België kan dat. Geen waarheidscommissie maar de Commissie Grondwet. We need tot Talk – Belgium, is een burgerplatform dat zestig Belgen samen bracht rond partijfinanciering. Op 31 januari werden de deelnemers aan dat platform een tweede keer uitgenodigd naar de commissie om te kijken hoe het nu stond met de lang beloofde hervorming van de partijfinanciering. De eerste keer in mei hadden die zestig burgers degelijke, genuanceerde voorstellen geformuleerd (daarvoor hadden ze 6 dagen nodig d.i. 3 weekends). De commissie was vol lof hierover en beloofde een vervolggesprek. In afwachting zouden de parlementsleden kijken of een hervorming van de partijfinanciering mogelijk is. (Het gaat over 78 miljoen euro per jaar), Op 31 januari echter kwam er … niets … uit de bus. In de verste verte geen hervorming in zicht. De parlementsleden konden blijkbaar niet tot een consensus komen. Na een stortvloed van holle woorden en verontschuldigingen nam Darlin, een 18-jarige jongeman uit Anderlecht het woord.
Hij uitte zijn teleurstelling en ontgoocheling. Hij sprak over zijn fragiel vertrouwen in de politiek. En hij vertelde over wonen in Anderlecht, de problemen die al generaties lang aanhouden en de jongeren die er niet gehoord worden. Hij stelde zich de vraag: is geen akkoord bereiken over de partijfinanciering een teken dat de politieke prioriteiten niet noodzakelijk in de lijn liggen van de echte behoeften van de burgers. En hij beëindigde zijn tussenkomst als volgt: “We willen geloven in democratie. Ik denk dat democratie in de eerste plaats samen vooruitgaan is, samen vooruitgaan om zo goed mogelijk aan de behoeften van de burgers te voldoen.”.
Mogen we dit verhaal toevoegen aan de Bijbelse verhalen van systeemverandering?
https://www.weneedtotalk.be/

Systeemverandering in Congo
Ook Broederlijk Delen vraagt aandacht voor systeemverandering, met nadruk op ‘samen’. ‘Samen voor rechtvaardigheid werkt aanstekelijk’. Op plekken waar je het niet verwacht proberen mensen invloed uit te oefenen. Ten goede. De geschiedenis leert ons dat als mensen zich verenigen, verandering mogelijk is. Denk maar aan hoe vrouwen stemrecht bemachtigd hebben of hoe vakbonden sociale zekerheid afdwongen.
BD focust op Congo én op de problematiek die hier vorige woensdag aan bod kwam. Hoe familiale landbouwers heel moeilijk toegang krijgen tot grond. 70% Congolezen zijn voor hun voeding én inkomen in grote mate afhankelijk van familiale landbouw. Slechts één vierde van alle landbouwgrond wordt er gebruikt door de landbouwfamilies. Hoe komt dat? Een wet uit 1973 bepaalt dat alle grond exclusief eigendom is van de Congolese staat. Niemand kan eigenaar worden van grond, dus er is geen speculatie mogelijk? Hoe krijg je als boer toegang tot grond? Twee mogelijkheden: een officiële concessie bij de formele overheid of via ongeschreven traditioneel recht (van gemeenschap tot gemeenschap verschillend). Beide vormen botsen met elkaar. Door corrupte praktijken en landroof door buitenlandse multinationals blijven boeren verstoken van grond of van het blijvend gebruik ervan. Ondanks dat Congo zeer rijk is aan landbouwgrond, slaagt men er niet in om de bevolking te ondersteunen om op een kwalitatieve manier aan landbouw te doen. De voorbije jaren ontstonden er Congolese organisaties die boerenfamilies versterken en hun eisen en rechten op de politieke agenda plaatsen. Deze organisaties ondersteunen bij onderhandelingen, leveren logistieke hulp en verzorgen opleidingen. Ze reiken tools aan voor emancipatie en sensibilisering. Boerengemeenschappen nemen het heft in eigen handen en organiseren zich van lokaal tot nationaal niveau. In de boerenbeweging klinkt de stem van de Congolese boer en boerin die pleit voor de erkenning van hun rechten en eisen. BD gelooft in een systeemverandering en werkt samen met enkele Congolese boerenbewegingen in de provincie Kwilu en op nationaal niveau.
Systeemverandering, noodzakelijk voor de boerenfamilies in Congo en hier bij ons, en voor zoveel toestanden waar mensen tekort gedaan worden of waar goed leven ontzegd wordt.
https://campagne.broederlijkdelen.be/nl

Systeemverandering in de zorg
Er zijn mensen en groepen die op een bijzonder creatieve én constructieve manier wegen van verandering gaan. Teun Toebes is zo iemand. Teun is verpleegkundige en studeerde zorgethiek. Hij strijdt al jaren voor een betere leefwereld voor mensen met dementie. In 2020 ging hij in een gesloten afdeling van een WZC wonen. Niet alleen om te ervaren hoe de zorg voor mensen met dementie verbeterd kan worden, maar vooral om te laten zien dat de samenleving haar beeld van dementie moet aanpassen. In zijn boek VerpleegThuis. Wat ik leer van mijn huisgenoten met dementie beschrijft hij de pijnlijke systemen in de zorg en samenleving en hoe wij deze kunnen veranderen. En nu is er de documentaire Human Forever. Tijdens een reis rond de wereld onderzoekt hij samen met filmmaker Jonathan de Jong hoe in andere landen wordt omgegaan met dementie. En wat we van elkaar kunnen leren om de toekomst mooier en inclusiever te maken. Een indringende en hoopvolle film die aan de hand van persoonlijke verhalen van de mensen laat zien waarom wij moeten veranderen.
https://teuntoebes.com/

Veranderen ten goede: opdracht én uitnodiging voor ieder van ons op persoonlijk vlak en als gemeenschap. Het is ons aangezegd: we mogen erop vertrouwen dat het kan. Het is te doen. Daarover vinden we woorden in het boek Deuteronomium:

‘Het woord dat ik u geef is niet te hoog, ligt niet buiten uw bereik. Het woord is dichtbij, jij kunt het volbrengen.’

 

TAFELDIENST

We zijn ingegaan op Jezus’ wens te blijven samenkomen en aan de tafel brood en wijn te delen.
We weten onze overledenen aanwezig bij dit samenzijn.
We weten ook onze zieken en ouderen aanwezig en verbinden ons rondom deze tafel met allen die waar ook ter wereld werk maken van die wereld van vrede en gerechtigheid.

Op de avond voor zijn lijden en dood gaf Jezus zijn tafelgenoten een opdracht: blijf samenkomen rond het breken van brood, Mijn lichaam, gegeven voor allen. En drink bij die maaltijd de feestwijn, herinnering aan mijn bloed dat vergoten wordt voor allen. Blijf dit doen om Mij te gedenken en leef ernaar. Hou die droom levend, ook en vooral in moeilijke tijden.

Tafelgebed

Als wij weer het brood gaan breken
dat Gij Heer, ons geeft,
leer ons dan met hem/haar te delen
die geen deel van leven heeft.

Als wij van de feestwijn drinken
die Gij, Heer, ons geeft,
leer ons dan om te gedenken
wie een lege beker heeft.

Als wij samen in de kring staan
om wat Gij ons geeft,
leer ons dan om vast te houden
wie geen hand in handen heeft.

Als wij weer de lofzang zingen
om wat Gij ons geeft,
leer ons dan voor haar/hem te roepen
die geen stem meer over heeft.

Als wij zo de toekomst vieren
die Gij, Heer, ons geeft,
leer ons dan vandaag te zorgen
voor wie zelfs geen morgen heeft.

T: Wim van der Zee M: Arie Eikelboom

 

Er kan hier wat veranderen – Campagnelied broederlijk delen 2024

We hebben een probleem
met een systeem
waar mensen worden uitgesloten.
Al winst en macht wat telt,
’t is erg gesteld:
we zien de kloof steeds meer vergroten.
De groei, die slaat op hol.
De maat is vol.
We zoeken daarom bondgenoten.

Er kan hier wat veranderen
in denken, doen en handelen,
de hele wereld kan gered
met elke stap door ons gezet.

We leggen ons niet neer,
gaan in ’t verweer;
de actie zet ons in beweging
En ‘samen’, ja dat werkt,
het maakt ons sterk
en vastberaden in de kering.
Want delen, dat doet goed,
het vraagt veel moed
om door te gaan voor herverdeling

Er kan hier wat veranderen
in denken, doen en handelen,
de hele wereld kan gered
met elke stap door ons gezet.

We brengen volk bijeen,
tot iedereen in waardigheid
erbij mag horen.
Met partners wereldwijd,
dezelfde strijd,
door hoopvol elkaar aan te sporen.
De daad moet bij het woord,
kom mee aan boord;
want ‘samen sterk’ is onze keuze.

Er kan hier wat veranderen
in denken, doen en handelen,
de hele wereld kan gered
met elke stap door ons gezet.

T. Frank Lavens, Piet Spanhove, Carlos Desoete – M: Carlos Desoete

 

(foto Broederlijk Delen 2024)