VIERING: VERBEELDING 3

Dominicus Gent

Viering van zondag 22 januari 2023

Verbeelding (3)

Onstilbare tonen,
Zwijgende woorden
Mogen hier klinken.
De mond die ze zingt,
Het hart dat ontvangt
Zij gezegend.

Zoals een landschap
Meer ruimte is
Dan te zien is
En zoenen meer zijn
Dan de perfecte vorm
Van de lippen

Zo roepen wij uit wirwar
Tevoorschijn een weg,
Een lichtgestalte uit dromen
En schaduw van dood.

Zo wordt van aarde tot hemel
Gij onze enige ware.

Tekst: Huub Oosterhuis
Muziek: Thom Löwenthal

EXODUS 3, 1-14 – Willibrord
Mozes hoedde de kudde van zijn schoonvader Jetro, de priester van Midjan. Eens dreef hij de kudde tot ver in de woestijn en kwam hij bij de berg van God, de Horeb. Toen verscheen hem de engel van Jahwe, in een vuur dat opvlamde uit een doornstruik. Mozes keek toe en zag dat de doornstruik in lichter laaie stond en toch niet verbrandde. Hij dacht: `Ik ga er op af om dat vreemde verschijnsel te onderzoeken. Hoe komt het dat die doornstruik niet verbrandt?’ Jahwe zag hem naderbij komen om te kijken. En vanuit de doornstruik riep God hem toe: `Mozes, Mozes.’ `Hier ben ik,’ antwoordde hij. Toen sprak Jahwe: `Kom niet dichterbij en doe uw sandalen uit, want de plaats waar gij staat is heilige grond.’ En Hij vervolgde: `Ik ben de God van uw vader, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob.’ Toen bedekte Mozes zijn gezicht want hij durfde niet naar God op te zien. Jahwe sprak: `Ik heb de ellende van mijn volk in Egypte gezien, de jammerklachten om zijn onderdrukkers gehoord; ja, Ik ken zijn lijden. Ik daal af om mijn volk te bevrijden uit de macht van Egypte, om het weg te leiden uit dit land naar een land dat goed en ruim is, een land van melk en honing, het gebied van de Kanaänieten, Hethieten, Amorieten, Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten. Het geweeklaag van de Israëlieten is nu tot Mij doorgedrongen en Ik heb ook gezien hoezeer de Egyptenaren hen onderdrukken. Ga er dus heen, Ik zend u naar Farao. Gij moet mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte leiden.’ Maar Mozes sprak tot God: `Wie ben ik dat ik naar Farao zou gaan en dat ik de Israëlieten uit Egypte zou leiden?’ God antwoordde hem: `Ik zal u bijstaan, en dit is het teken dat Ik het ben die u zendt: als gij het volk uit Egypte hebt geleid, zult ge mij vereren op deze berg.’ Maar Mozes sprak opnieuw tot God: `Als ik nu bij de Israëlieten kom en hun zeg: De God van uw vaderen zendt mij tot u, en zij vragen: Hoe is zijn naam? Wat moet ik dan antwoorden?’ Toen sprak God tot Mozes: `Ik ben die is.’

 

(foto Jan Claerhout)

 

Het manneke in de maan

Op een avond tijdens de zomervakantie in de buurt van Vezelay zag ik de maan opkomen. Ik was een boek aan het lezen, en ik keek regelmatig op. Tot de maan net boven de elektriciteitsdraad geklommen was. Meestal probeer ik elektriciteitsdraden in beeld te vermijden, maar deze keer speelde die een belangrijke rol. Mijn verbeelding zag het manneke in de maan. Zeker die avond. Er hing elektriciteit in de lucht. Ik zag een koorddansende maan. Misschien ziet zij/hij de wereld omgekeerd, dacht ik. Mijn fototoestel heb ik steeds binnen handbereik en ik maakte dit beeld. Iedereen kon dit beeld maken. Maar op dat moment was ik de enige die het zag. Ik deelde het graag. Zo werkt verbeelding. En misschien zag iemand op datzelfde moment iets heel anders.

Een kunstwerk is het resultaat van de verbeelding van de maker. Maar, zonder de betrokkenheid van de toeschouwer is er geen kunstwerk. Het kunstwerk vraagt om benoemd te worden als een esthetisch en contemplatief object. Dat uit zich in verwondering en uitspraken over de schoonheid ervan. Dat is een eerste dimensie van de beleving. Maar er is nog meer aan de hand, want er is ook een begrijpende-belevende dimensie die het bekijken als esthetisch object doorbreekt. Het kunstwerk appelleert immers ook aan je eigen verbeelding. Een kunstwerk beschouwen is tegelijk een contemplatieve ervaring en een appèl om uit jezelf te treden. Het kunstwerk ‘doet’ iets met jou. Het onthult een wezenlijke dimensie van je eigen bestaan. Een kunstwerk wordt pas gerealiseerd in de ontmoeting, de confrontatie, de uitdaging. In die zin is Kunst als een spiegel voor de mens*.

Er is hier een parallel met de ontmoeting van Mozes met God in de brandende braamstruik. Dat is toch wat ik ervaar. Er is de nieuwsgierigheid van Mozes voor het vreemde fenomeen. Wat een beeld. Een doornstruik die in lichterlaaie staat en toch niet verbrandt. God die zichzelf benoemd als ‘ik zal er zijn’. Die empathisch het lijden verstaat en appelleert aan de verbeeldingskracht van een beloofd land. De confrontatie met het beeld onthult een wezenlijke dimensie van het eigen bestaan van Mozes. God houdt Mozes een spiegel voor.

Hier komt de bijbel ten volle tot leven. De brandende doornstruik die de nieuwsgierigheid en verbeelding van Mozes aanspreekt, maar ook zijn verstand en zijn geest. Hetzelfde gebeurt met ons. Bijbelverhalen zijn er om uit te leren en van te leven. Dat las ik bij Roger Burggraeve. ‘Bijbelse verhalen zijn geen historische gebeurtenissen of curiosa die in een museum thuishoren. De Bijbel is méér dan een onderzoeksobject. Het is zoals met kunst. Het is een bron om uit te leren en te leven. Het spreekt niet enkel tot onze verbeelding en onze nieuwsgierigheid, maar ook tot ons verstand en onze geest. Hiervoor is een manier van kijken en lezen nodig die mogelijks wat moet geoefend worden. De verbeelding die de Bijbel hanteert is er één van een wereld omgekeerd, van een uitweg uit tirannie en onrechtvaardigheid. Zonder verbeelding is er geen visioen van het beloofde land.
Hoe kunnen we die manier van kijken en van verbeelding oefenen?

In De Standaard van 30 december stond er een interview met fotograaf Joost Joossen;   https://www.standaard.be/cnt/dmf20221229_98302736. Aandachtig kijken is yoga voor het oog. Dat was de titel van het artikel. Joossen publiceerde een boek met 160 opdrachten om meer gefocust te kijken naar de wereld rondom ons. Je zou het een filosofisch doeboek kunnen noemen. Als telg uit een oud fotografengeslacht (sinds 1895) kon ik mij helemaal vinden in de manier waarop Joost Joossen in dit artikel getuigt over ‘kijken’. Joossens pogingen om te mediteren waren niet echt succesvol. Hij ontdekte dat het met fotograferen wel lukte.

Hij verwoordt het zo: ‘Als je twintig minuten lang een boom fotografeert, dan is er op dat moment alleen maar jij en die boom. Leren hoe je aandachtig kunt zijn, is ontspannend maar ook zinvol. Die focus kan je ook gebruiken om uit je bubbel te breken en je relaties te verbeteren en verdiepen. Als ik iemand fotografeer, dan beeld ik me in dat die mens op dat moment de belangrijkste persoon ter wereld is. Je zet een spotlight op iemand en er ontstaat een connectie.’ Joossen pleit ervoor om oog te hebben voor nieuwe dingen in een vertrouwde omgeving. Dat is niet evident, want je denkt dat je alles al kent…

Dit zijn alvast 3 oefeningen die je zelf maar eens moet proberen. Je hebt daarvoor geen supercamera nodig. Het kan met je smartphone, maar zet die dan op vliegtuigmodus, zodat je niet wordt afgeleid. Met deze tips wordt je zelf kunstenaar.

• Stop met wat je aan het doen bent en fotografeer 10 rode dingen in je huis. Ontdek hoe bevrijdend het is om andere kleuren even te negeren.
• Vraag of je het litteken van iemand mag fotograferen en luister hoe het daar kwam.
• Trek de stad in en zoek iemand die een foto aan het maken is. Probeer dan die foto na te bootsen: zo zie je de wereld plots vanuit het standpunt van iemand die je niet kent.

Ik zie dat als een mogelijkheid in het oefenen van verbeelding. Verbeelding heb je nodig als bron van visionaire kracht. Verbeelding is verbindend en kan niet zonder betrokkenheid. Verbeelding is nooit vrijblijvend. Het is iets waar je je moet durven aan overgeven. Dat gebeurt er met mij als ik kunst kijk, beluister of lees of fotografeer. Dat gebeurt er als we hier elke zondag de bijbel op het leven leggen. Dat is het wekelijks vieren van verbeelding en betrokkenheid. Zo beleef ik het toch.
Liederen zijn gezongen verbeelding. Zingen is het oefenen van verbeelding. Een gezongen beeld van beloofd land, van een stem die gehoord wordt.

 

Hier wordt het land gezocht waar wij gelijken zijn,
Hier wordt het land gezocht
waar wij gelijken zijn,
niemand apart en geen
kleuren die minder zijn.

Hier wordt de tijd verhaast
dat wij elkaar verstaan, –
handen die wenken en
ogen die opengaan.

Hier wordt de Stem gehoord
die nog niet klinken mag:
mensen die hopen op
ooit hun bevrijdingsdag.

Hier staat een tafel waar
aan ons wordt voorgedaan,
hoe wij genezen van
heersen en misverstaan.

Hier is het woord van Hem
die ons geschapen heeft:
‘Waar is je broeder,
de mens die jou nodig heeft?’

T: Jan van Opbergen M: Jaap Geraedts

 

Stem, waar ben je?

Een elektriciteitsdraad. De maan. Het manneke in de maan. Drie elementen die ons vandaag op het spoor zetten van Mozes, van uittocht, van de Naam ‘Ik zal er zijn’. Verbeelding brengt ons bij de herinnering aan een land van lang geleden. Egypte, het land waar Farao opdracht geeft om alle pasgeboren Hebreeuwse jongetjes te doden. Egypte, de plek waar geen ruimte is om mens te zijn, of mens te worden. Letterlijk en figuurlijk. De Hebreeën worden er tot slaven gemaakt. Egypte, het slavenhuis, land van angst en duisternis… In de Bijbelse verhalen lezen we de getuigenis over de ellende, het onrecht, het onmenselijke bestaan van een volk in verdrukking. Die verhalen zijn ook vandaag nog een vreselijke realiteit. Dagelijks zien we nieuwe beelden van oorlog en geweld, van mensen in ellendige omstandigheden. We horen verhalen van onmenselijke toestanden in gebieden ver weg maar ook benauwend dichtbij. De Paleizenstraat in Brussel: 50 minuten in vogelvlucht.
Stem, waar ben je?

Door de eeuwen heen hebben kunstenaars betekenis gegeven aan deze betekenisloze wereld. Kunstenaars verbeelden onze wereld in klank, woord, beeld. En de toeschouwer ervaart betekenis naargelang de plek waar ze zich bevindt, de gemoedstoestand, de levensfase.

Deze zomer zag ik werk van beeldend kunstenaar Anselm Kiefer. Voor enkele kamers in het Palazzo Ducale, een groots palazzo in Venetië, maakte Kiefer een serie imposante schilderijen. Deze werken werden bovenop de bestaande werken geïnstalleerd en sluiten tegelijkertijd nauw aan bij de eeuwenoude decoratie en schilderijen aan het plafond.

 

De tentoonstelling kreeg als titel: ‘Deze geschriften zullen, wanneer ze worden verbrand, uiteindelijk een beetje licht werpen’. Of vrij vertaald: als boeken worden verbrand, geven ze toch wat licht. Een uitspraak ontleend aan de geschriften van de Venetiaanse filosoof Andrea Emo.
De werken die Kiefer hier presenteert zijn verankerd in de mythologie en in de eeuwenlange geschiedenis van Venetië, met haar macht én verval. Maar ik herinner mij de kunstenaar vooral als iemand die worstelt met de zware naoorlogse geschiedenis van Duitsland.
Hoe ik kijk en wat ik zie, wordt beïnvloed door vele factoren. De plek: een gigantisch palazzo; de decoratie van de kamers en de (300 jaar oude) schilderijen; de achtergrond van de kunstenaar; de interactie met de bezoekers (een Italiaanse dame vertaalde voor ons de tekst op dit schilderij); de actualiteit (de oorlog in Oekraïne was al enkele maanden aan de gang); wie ik ben en wat ik ken of weet; …
Hoe dan ook, ik was bijzonder geraakt door wat ik daar zag. Het menselijk lijden en de teloorgang kregen mij te pakken. Doodse velden, uitzichtloze wegen, brandende gebouwen, ruïnes, werkkledij en alaam maar geen mens te bespeuren. Allesbehalve hoopvolle taferelen.
Tegelijkertijd is het bijzonder dat iemand, met de vinger aan de pols, deze (gruwelijke) realiteit verbeeldt. De kunstenaar creëert iets ongemakkelijks waarmee ik als toeschouwer aan de slag moet. Ik wordt geraakt door de gruwel maar evenzeer door de creativiteit en de schoonheid van de schilderijen. Net die ervaring geeft me de kans na te denken en op zoek te gaan naar zin. Ik stel mezelf de vraag:

Stem waar ben je?

Een vraag die van generatie op generatie gesteld wordt. En … soms even … gehoord wordt? De Bijbelse verhalen vertellen niet alleen over de ellende en de neergang van mensen. De Bijbel getuigt evenzeer van en over mensen die wegtrekken uit slavernij. Over uittocht uit Egypte. Over bevrijding. Altijd opnieuw.
We beluisterden enkele verzen uit het derde hoofdstuk van het boek Exodus. In dit boek is de uittocht één van de belangrijkste thema’s. Het is geen beschrijving van de geschiedenis, geen ooggetuigenverslag. Het verhaal is een gelovig getuigenis van mensen die op weg gegaan zijn met in hun hart de belofte, de aanzegging van een menselijk bestaan. In een brandende doornstruik wordt een stem gehoord. De stem die zich laat kennen, de stem die een naam wordt. Dé naam Ik-zal-er-zijn-zoals-ik-ben.

Als slot, een klein schilderijtje en een lied.
De Naam. Ik-zal-er-zijn-zoals-ik-ben, die aan de kant staat van mensen zonder naam. Die leidt naar een plek waar mensen elkaar behoeden en doen leven. Onlangs zag ik een klein schilderijtje van Raoul De Keyzer. Abstract is de titel: vier kleine vierkantjes op een verder leeg schilderijtje. En dan, op dat moment, laten we het verbeelding noemen, dacht ik iets te horen … een vermoeden van … Een woord, dat eeuwiglijk zal duren, en wie ’t verstaat, die is niet meer alleen.

 

Dit ene weten wij en aan dit één
houden wij ons vast in de duistere uren:
er is een woord, dat eeuwiglijk zal duren,
en wie ’t verstaat, die is niet meer alleen.

T. Henriëtte Roland Holst / M. Mariëtte Harinck

 

Blijf verbonden met de gemeenschap van Dominicus Gent:
via de nieuwsbrieven: https://www.dominicusgent.be/nieuwsbrief/
via Facebook ( https://www.facebook.com/Dominicus-Gent-324436994242688/)
Abonneer u nu op ons nieuw online platformhttp://Bijlichten.be 
Ga er in gesprek met de auteurs van de filmpjes!

Indien u meent dat voor een bepaald object het auteursrecht van de auteur of zijn/haar erfgenamen, of het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met ons zodat de situatie kan worden rechtgezet.