VIERING: VERBEELDING 1

Dominicus Gent

Viering van zondag 8 januari 2023 

Verbeelding 1
 

Welkom op deze zondag, jij  hier in de kerk, en ook mensen van de gemeenschap thuis op de zoom.

De dagen zijn nog kort en de temperatuur koud, maar met een beetje verbeelding zien we het al lichter worden en kunnen we ons de lente straks al voorstellen. Uitkijken naar en werken aan een wereld die mooier kleurt, rechtvaardiger, meer een beeld van Gods droom voor ons, is wat we hier elke week  samen doen. Verbeelding in ruimere zin kunnen we daarbij goed gebruiken, want de realiteit laat niet altijd vlot zien wat de vele inspanningen al opgeleverd hebben.  Vandaag en de volgende 2 weken willen we vieren rond die verbeelding: de fascinerende gave die we bezitten om voor onszelf en elkaar ideeën en mensen tot leven te brengen die  er niet echt fysiek zijn.

In de laatste van de 3 viering staat de verbeelding in de kunst centraal. Volgende week hebben we het over verbeelding versus reductionisme (opvatting in de wetenschapsfilosofie die stelt dat de natuur van complexe entiteiten steeds herleid kan worden tot meer fundamentele entiteiten. In die opvatting is bijvoorbeeld een biologisch wezen niets meer dan een verzameling van atomen en moleculen).

Vandaag gaat het over de nood aan verbeelding om elkaar echt te verstaan. En  over de verbeelding die ons leidt naar een toekomst die nog niet is, zicht op een visioen dat ons op weg zet en onvermoeibaar stappen doet zetten. Het is een verhaal van alle tijden, en van die mens Jezus, die God als zijn vader zag. Hij leefde om het rijks Gods waar te helpen maken en ging die weg ten einde toe. De Paaskaars in ons midden stelt die gebeurtenis aanwezig en verbeeldt voor ons het niet te  stuiten leven en het visioen van Jezus, die blik op een rechtvaardige wereld die voortleeft na de dood.

Ook wij hopen dat het er eens van zal komen: mensen in vrede, vandaag en altijd. We zingen het uit.

 

Wij zoeken U, als wij samenkomen,

hopen dat Gij aanwezig zijt.

Hopen dat het er eens van zal komen:

mensen in vrede, vandaag en altijd.

Wij horen U in oude woorden,

hopen dat wij uw stem verstaan,

hopen dat zij voor ons gaan verwoorden

waarheid en leven, de bron van bestaan.

Wij breken brood en delen het samen,

hopen dat het wonder geschiedt,

hopen dat wij op Hem gaan gelijken

die ons dit teken als spijs achterliet.

Wij vragen U om behoud en zegen,

hopen dat Gij ons bidden hoort,

hopen dat Gij ons adem zult geven:

geestkracht die mensen tot vrede bekoort.

Henk Jongerius M. Mark Joly

 

Wat kan verbeelding zijn?

Hoe begin je aan iets te zeggen over verbeelding?  Het begrip is zo ruim, en je zit al snel in de knoop met een aantal woorden die ongeveer dezelfde lading dekken, maar dan toch op sommige momenten een iets andere betekenis hebben: denk maar aan fantasie, inbeelding of creativiteit. En, zoals altijd, heeft verbeelding een positieve kracht, maar kan het ook een negatieve kant krijgen (denk maar als je je verbeeldt dat jij de belangrijkste persoon in de wereld bent…)

Het kan ons helpen om de definitie te hanteren dat verbeelding het vermogen is om iets voor te stellen dat er nog niet is, of een beeld te zoeken voor iets dat er wel is, maar dat je moeilijk onder woorden kan brengen, of om aan iets dat al bestaat een bredere invulling te geven.

Ik probeer wat systematisch deze drie dingen te bekijken, en zien wat dat kan zeggen over de visionaire kracht van verbeelding. Want daarover willen we het vandaag dus hebben.
De verschillende mogelijkheden die ik daarnet benoemde hebben alvast één ding gemeen: ze ontsnappen dikwijls aan de strikte logica van taalgebruik (praten is met je strottenhoofd en je lippen klanken voortbrengen die een bepaalde betekenis hebben), aan de vastgelegde ideeën over wat een voorwerp is, betekent. Ze houden geen rekening met wat “onmogelijk” is en waaraan je dus beter geen tijd en energie verspilt. Ze  situeren zich in wat men een “tussenruimte “ kan noemen. En zo openen ze nieuwe mogelijkheden, nieuwe werelden, nieuwe kansen.
En gedeelde verbeelding verbindt mensen en geeft dikwijls aanleiding (soms na lange tijd) tot het realiseren van die droom (denk maar aan de droom van de mens om te kunnen vliegen, om de maan te bereiken). Het kan dus een visionaire kracht worden op veel gebieden.

Iets dat al bestaat een bredere invulling geven: dat begint al heel vroeg in een mensenleven. Geef een kind een pollepel en het wordt een boot, een straatlantaarn, een haardroger in de kapperszaak. Vooral kinderen zijn niet gehinderd door de functie van een voorwerp. Je kan er meer mee dan wat wij er doorgaans mee doen. Als volwassenen raken we dat wat kwijt, maar zo kunnen kijken naar dingen, kan je op ideeën brengen, oplossingen vinden voor problemen. Talloze “ontdekkingen “ zijn zo ontstaan, omdat mensen een gekend iets plots met andere ogen zagen. Ik denk aan wat een wetenschapster vertelde: dat de oplossing voor een probleem waar ze al lang mee worstelde plots opgelost werd doordat ze in haar bad de bellen van het badschuim zag ronddrijven. 

Een beeld zoeken voor iets dat je moeilijk onder woorden kan brengen: we doen het allemaal. Je kan wel aan iemand zeggen: ik ben zo blij en dankbaar dat ik op jou kan vertrouwen, dat je er altijd voor me was. Maar als je zegt dat iemand een rots in de branding voor jou was, krijg je er een beeld bij, en dat beeld heeft (voor mij alvast) een diepere gevoelsmatige lading.
Een veilige haven zijn, je gedragen weten, je voelen zweven van geluk… vul zelf maar aan… het helpt om verbinding te maken, om aan de ander iets te laten merken van wat er in jou leeft.

En dan is er de visionaire kracht van verbeelding: het scheppen van mogelijkheden, van werelden die er nog niet zijn, maar die je je voorstelt, inbeeldt. Mensen “dromen” al eeuwenlang van een wereld waar er zo goed mogelijk geleefd kan worden door zoveel mogelijk mensen. Denk aan de klassieke Griekse filosofen: Aristoteles, Plato. Aan grote religieuze leiders. Maar ook aan verhandelingen van denkers de geschiedenis door,  hoe we dat het best zouden aanpakken, hoe dat eruit moet zien.  Wij mensen zijn bezig met waar we van komen, waar we naartoe gaan. Wat we hier doen, waarvoor we hier zijn. Of we alleen zijn in dit heelal. Of er meer is dan wat we kennen en zien. En we maken er ons beelden van: hemel en hel, Hades, de zon die elke dag door de hemel vaart… En we zoeken mensen die dezelfde verbeelding hebben om elkaar te dragen, te bevestigen  om te proberen dit beeld te verwezenlijken. Alleen kan je niet veel veranderen, met velen lukt dit wel. Het is maar als je erin gelooft dat de dingen “waar” kunnen worden.

Dat zingen we uit in het lied:

Als God ons thuisbrengt uit onze ballingschap,
dat zal een droom zijn. Als God ons thuisbrengt
uit onze ballingschap, dat zal een droom zijn.

Als God ons thuisbrengt uit onze ballingschap,
dat zal een droom zijn. Als God ons thuisbrengt
uit onze ballingschap, dat zal een droom zijn.

Wij zullen zingen, lachen, gelukkig zijn.
Dan zegt de wereld: “Hun God doet wonderen.”
Ja, Gij doet wonderen, God in ons midden,
Gij onze vreugde.

Als God ons thuisbrengt uit onze ballingschap,
dat zal een droom zijn. Als God ons thuisbrengt
uit onze ballingschap, dat zal een droom zijn.

Breng ons dan thuis, keer ons tot leven,
zoals rivieren in de woestijn
die als de regen valt, opnieuw gaan stromen.

Wie zaait in droefheid, zal oogsten in vreugde.
Een mens gaat zijn weg en zaait onder tranen.
Zingende keert hij t’rug met zijn schoven.
Als God ons thuisbrengt uit onze ballingschap,
dat zal een droom zijn. Als God ons thuisbrengt
uit onze ballingschap, dat zal een droom zijn.

T. Huub Oosterhuis     M. Bernard Huijbers

Johannes 21, 1-14

In die tijd verscheen Jezus opnieuw aan de leerlingen bij het meer van Tiberias. De verschijning verliep als volgt: er waren bijeen: Simon Petrus, Tomas, die ook Dídymus genoemd wordt, Natánaël uit Kana in Galilea, de zonen van Zebedeüs en nog twee van zijn leerlingen. Simon Petrus zei tot hen: ‘Ik ga vissen!’ Zij antwoordden: ‘Dan gaan wij mee.’ Zij gingen dus op weg en klommen in de boot maar ze vingen die nacht niets.

Toen het reeds morgen begon te worden, stond Jezus aan het strand, maar de leerlingen wisten niet dat het Jezus was. Jezus sprak hen aan: ‘Vrienden, hebben jullie soms wat vis?’ ‘Neen’, zeiden ze. Toen beval Hij hun: ‘Werpt het net uit, rechts van de boot, daar zult ge iets vangen.’ Nadat ze dit gedaan hadden, waren ze niet meer bij machte het net op te halen vanwege de grote hoeveelheid vissen. Daarop zei de leerling van wie Jezus veel hield tot Petrus: ‘Het is de Heer!’ Toen Simon Petrus hoorde dat het de Heer was, trok hij zijn bovenkleed aan – want hij droeg slechts een onderkleed – en sprong in het meer. De andere leerlingen kwamen met de boot, want zij waren niet ver uit de kust, slechts ongeveer tweehonderd el, en sleepten het net met de vissen achter zich aan.

Toen zij aan land waren gestapt zagen zij dat er een houtskoolvuur was aangelegd met vis erop en brood. Jezus sprak tot hen: ‘Haalt wat van de vis die gij juist gevangen hebt.’ Simon Petrus ging weer aan boord en sleepte het net aan land. Het was vol grote vissen, honderddrieënvijftig stuks en ofschoon het er zoveel waren scheurde het net niet. Jezus zei hun: ‘Komt ontbijten.’ Wetend dat het de Heer was durfde geen van de leerlingen hem vragen: ‘Wie zijt Gij?’ Jezus trad dichterbij, nam het brood en gaf het hun, en zo ook de vis. Dit nu was de derde keer dat Jezus aan de leerlingen verscheen sinds Hij uit de doden was opgestaan.

 

Visionaire verbeelding

Daarnet is gesproken over de kracht van verbeelding, die nodig is om woorden en begrippen uit te wisselen, om elkaar beter te begrijpen hier en nu. In dit tweede deel mag ik het hebben over verbeelding die ons laat zien wat nog niet is maar zou kunnen zijn.  Datgene wat ons richten kan op het waarmaken van een visioen. Het lied zette ons op weg: als God ons thuis brengt, dat zal een droom zijn. En in de verbeelding zal men zingen,  lachen, gelukkig zijn en oogsten wat vandaag in droefheid  gezaaid wordt.  Om de droom te realiseren spannen we ons graag in.  Ook in het evangelie is er zwaar gewerkt om te oogsten, een hele nacht lang hebben de leerlingen netten uitgesmeten en ingehaald– maar nauwelijks vis gevangen. Toch vraagt Jezus hen om nog eens in zee te gaan – en het eens over een andere boeg te gooien. Het aanmoedigende woord stelt hen in staat de extra mijl te gaan die een enorm verschil kan maken.

Als het Oekraïense volk het als underdog toch opneemt tegen de Russische inval, dan leidt hen  een  toekomstbeeld waarin vrijheid en verantwoordelijkheid binnen een democratisch bestel kunnen opleven.  Er is niet veel verbeelding voor nodig om in tegenstelling droefheid alom te zien onder een dictator die de waarheid geweld aandoet en kritiek zwaar afstraft. Mensen hebben er veel voor over om de verhoopte toekomst werkelijkheid te maken. De aanmoediging van hun president en onderling is daarbij ongetwijfeld een grote steun.

Als wij het hier vandaag goed hebben, dan is dat dankzij vele mensen die in hun verbeelding een toekomst voor ons zagen en daar  een stuk van hun leven voor gaven. Dat deden vaders en moeders voor hun kind, dat doen de juf  op school en de gezondheidswerkers elke dag. Maar evengoed gaat het nu heel wat beter dan decennia geleden, dankzij de extra mijl die mensen gegaan zijn voor een toekomstbeeld waarin vrouwen stemrecht kregen, waarin geen slavernij bestaat, waar kankerpatiënten bestraald kunnen worden, arbeiders recht hebben op rust en vakantie,… 

Martin Luther King begeesterde velen met zijn eigen droom over een wereld zonder racisme. Het zette een lange mars in gang tot op vandaag. Velen gaven er letterlijk en figuurlijk hun leven voor. De kracht van de droom houdt ons gemotiveerd ondanks het risico en de soms bedroevende vooruitgang. 

Ik denk aan Jeanne Devos die het onrecht zag dat huishoudsters klein houdt. Op haar eerste georganiseerde bijeenkomst kwam nauwelijks iemand maar ze gaf niet op. Ze onderzocht  de reden van het wegblijven, entte haar verbeelding op kennis van de werkelijkheid en vond creatieve wegen die werkten.  Op volgende  meetings kwamen steeds meer huishoudsters samen en ze werden een wereldwijde kracht van verandering. Het is niet zozeer of we succes of mislukking ervaren bij elke stap die we zetten, maar hoe we daarmee omgaan, dat bepaalt of we vooruitgang boeken.

Een mooi voorbeeld van inspirerende verbeelding las ik vorige week in de speech waarmee Annie Ernaux onlangs haar Nobelprijs literatuur 2022 ontving (zie Standaard der letteren  31/12/2022).  Zij is een vrouw van kansarme komaf. Ondanks traumatische kinder- en jeugdjaren bleef zij dromen om via schrijven het verschil te maken. Boeken hadden haar immers een andere wereld leren ontdekken. Op de universiteit  voelt ze zich een vreemde eend in de bijt. De woorden die ze er bestudeert  komen uit een bourgeois omgeving. Ze wil vanuit  haar ervaring als vrouw en binnenlandse migrant gaan schrijven en zegt in haar aanvaardingsspeech:

`Ik dacht dat ik het maatschappelijke onrecht van de geboorte ongedaan kon maken door boeken te schrijven. De afwijzing van een eerste roman was niet wat mijn verlangen en mijn trots de kop in drukte. Wat dat wel deed waren levensomstandigheden. Met een huwelijksrelatie, twee kinderen, een baan als leerkracht en de volle verantwoordelijkheid voor het gezinshuishouden.

Maar van mijn soort heb ik genoeg kracht en genoeg woede gekregen om het verlangen en de ambitie te hebben voor hen een plaats te maken in de literatuur.’

En zo komt het dat zij nu, al die jaren later,  de Nobelprijs literatuur ontvangt. `Een overwinning voor haar soort’, noemt ze het maar ze is beducht voor nieuwe verlokkingen die ook op haar afkomen. Ze wil op de oorspronkelijke droom gericht blijven en de verbeelding niet loskoppelen van de evoluerende realiteit. Ze zegt:

‘In de huidige wereld, waar de veelheid aan informatiebronnen en de snelheid waarmee beelden elkaar opvolgen een vorm van onverschilligheid in de hand werken, kan het aanlokkelijk zijn je op je kunst te concentreren. Maar op hetzelfde moment komt er in Europa die ideologie, gericht op het uitsluiten van vreemdelingen en migranten, op het veronachtzamen van economisch zwakkeren, op het bewaken van de lichamen van vrouwen. Het dwingt tot waakzaamheid, niet alleen mij, maar eenieder voor wie de waarde van een mens altijd en overal dezelfde is. Verder moet worden gevreesd dat de last van het redden van de planeet, die grotendeels is verwoest door het winstbejag van economische machtsconcentraties, vooral zal worden afgewenteld op hen die toch al misdeeld zijn. Op sommige momenten van de geschiedenis is stilzwijgen geen optie.’

Ze besluit dat een boek (zeg maar neergeschreven verbeelding) kan helpen om het persoonlijke leven te veranderen, om de eenzaamheid van wat we verduren en verdringen te doorbreken, om anders te denken over onszelf. En ook dat het onzegbare aan het licht brengen politiek is, de droom zet ook anderen aan. We zijn immers inter- individuen.

Als Dominicus tot op vandaag bestaat, dan heeft ook dat alles te maken met de kracht van gemeenschap verzameld rond die gedeelde droom, de uitgesproken en neergeschreven verbeelding van het visioen. De droom vraagt volgehouden inzet, roept ons op om het steeds opnieuw en anders te proberen. We doen het graag omdat het de moeite waard is en we in onze verbeelding al kunnen zien waar het naartoe gaat. En we ervaren het nu al – soms even – dat het wonder geschied.

We zingen het uit in het lied 

Om warmte gaan wij een leven
Gaan wij over de zee
Vliegen wij langs de hemel,
Om iemand gaan wij een leven
Met licht en met donker mee
Vogeltje van de bergen,|
Waar gaat de tocht naar toe?
Om warmte wil ik zwerven
En komen naar iemand toe.

Om zachtheid gaan wij een leven
Gaan wij onder de nacht,
Kruipen wij onder de hemel,
Om woorden gaan wij een leven
Om lachen en zoenen zacht.
Mensje daar in de verte,
Waar snelt je voetstap heen?
Waar zachtheid is te vinden.
Daar snellen mijn voeten heen.

Om liefde gaan wij een leven,
Sterven wij dood na dood,
Wagen de verste wegen
Om jou op hoop van zegen,
Mijn liefste, mijn reisgenoot.
Dalen van zwarte aarde,
Bergen van hemels blauw.
Om alles ga ik dit leven
Om alles of niets met jou.


Tekst: Huub Oosterhuis  Muziek: Wilfred Kemp

Inleiding tafelgebed

We gaan zoals elke week aan tafel. Een tafel waar we de verbeeldingskracht van Jezus van Nazareth niet alleen  herdenken, maar door woord en gebaar proberen een stuk van ons eigen leven te maken. We doen dat niet alleen, samen houden we het vol om dit telkens weer opnieuw te proberen. Samen met hen die vandaag niet hier konden zijn, met hen die overal ter wereld die verbeeldingskracht handen en voeten geven. 

En we denken met warmte en genegenheid aan hen die ons voorgingen en die we voor altijd moeten missen. Voor hen steken we de kaarsjes aan.

We zingen uit wat niet zegbaar is, wat ons te boven gaat, groter is dan ons verstand en ons hart,

Gij die weet wat in mensen omgaat
Aan hoop en twijfel,
Domheid, drift, plezier, onzekerheid.

Gij die ons denken peilt
En ieder woord naar waarheid schat
En wat onzegbaar is onmiddellijk verstaat.

Gij toetst ons hart
En Gij zijt groter dan ons hart.
Op elk van ons houdt Gij uw oog gericht.
En niemand, of hij heeft een naam bij U.

En niemand valt of hij valt in uw handen
En niemand leeft of leeft naar U toe.

Maar nooit heeft iemand U gezien.
In dit heelal
Zij Gij onhoorbaar. En diep in de aarde
Klinkt uw stem niet. En ook uit de hoogte niet.
En niemand die de dood is ingegaan
Keerde ooit terug, om ons van U te groeten.

Aan U zijn wij gehecht. Naar U genoemd.
Gij alleen weet wat dat betekent. Wij niet.
Wij gaan de wereld door met dichte ogen.
Maar soms herinneren wij ons een naam,
Een oud verhaal, dat ons is doorverteld,
Over een mens die vol was van uw kracht,
Jezus van Nazareth, een jodenman.

In hem zou uw genade zijn verschenen,
Uw mildheid en uw trouw.
In hem zou, voorgoed,
Aan het licht gekomen zijn
Hoe Gij bestaat: weerloos en zelveloos,
Dienaar van mensen.

Hij was zoals wij zouden willen zijn:
een mens van God, een vriend een herder,
die niet ten eigen bate heeft geleefd,
en niet vergeefs, onvruchtbaar is gestorven.

Die in de laatste nacht dat hij nog leefde
het brood gebroken heeft en uitgedeeld,
en heeft gezegd:’Neem , eet , dit is mijn lichaam
zo zult gij doe tot mijn gedachtenis.
Toen nam hij ook de beker en hij zei
“Dit is het nieuw verbond, dit is mijn bloed,
dat wordt vergoten tot vergeving van uw zonden.

Als je uit deze beker drinkt denk dan aan mij.

Tot zijn gedachtenis nemen wij daarom
het brood en breken het voor elkaar
om goed te weten wat ons te wachten staat
als wij leven hem achterna.
Als Gij hem hebt gered van de dood,
God, als hij dood en begraven toch leeft bij U
red dan ook ons en houd ons in leven,

haal ook ons door de dood heen, nu.
En maak ons nieuw, want waarom hij wel, en waarom wij niet
wij zijn toch ook mensen.

T. Huub Oosterhuis     M. Wilfried Kemp

Onze Vader

Vredeswens 

Dat wij de droom blijven dromen en ze ons op weg zet, met veel verbeelding;

dat we stappen durven zetten en mogen weten dat het

de droom dichter bij de werkelijkheid helpt brengen,

dat we daarin vrede vinden:

Vrede zij met u

Communie

Slotlied: Ik zie de hemel opengaan

Ik zie de hemel opengaan, de aarde in het licht
van mensen die elkaar zien staan, Gods eigen aangezicht.

Ik zie de wereld omgekeerd, het laagste bovenaan,
het ongeziene in het licht, uit niets groeit Gods bestaan.

Ik zie het lang beloofde land waar alles wordt gedeeld,
van grond tot licht, van steen tot brood, wij zijn Gods evenbeeld.

ik zie een stad van puur kristal, de leugens zijn voorbij.
Wij leven in doorzichtigheid, Gods waarheid leven wij.

Ik zie de aarde vol sjaloom, de ongeest weggeleefd!
Ontmaskerd staan wij voor elkaar, en zie: de vrede leeft

Jan van Opbergen M. A.R. Reinagie

 

 

Blijf verbonden met de gemeenschap van Dominicus Gent:
via de nieuwsbrieven: https://www.dominicusgent.be/nieuwsbrief/
via Facebook ( https://www.facebook.com/Dominicus-Gent-324436994242688/)
Abonneer u nu op ons nieuw online platformhttp://Bijlichten.be 
Ga er in gesprek met de auteurs van de filmpjes!

Indien u meent dat voor een bepaald object het auteursrecht van de auteur of zijn/haar erfgenamen, of het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met ons zodat de situatie kan worden rechtgezet.