Dominicus Gent
Viering van zondag 15 oktober 2023
Veerkracht
Van harte welkom, vrienden hier en vrienden achter de schermen. Ook welkom aan allen die we meedragen in ons hart.
We zeggen “ja” op de uitnodiging van Jezus om samen te komen en Hem te blijven herdenken in brood en wijn. In het licht van de paaskaars weten we Hem hier en nu aanwezig. Tom zal voor ons de paaskaars aansteken. Moge het aansteken van de paaskaars ons steeds opnieuw in beweging zetten, ons veerkracht geven om er zoveel mogelijk te zijn voor elkaar.
We laten ons voor deze derde viering rond kwetsbaarheid en veerkracht leiden door de evangelielezing van Marcus over de man met de verschrompelde hand. Eerst krijgen we daarover een overweging. Daarna zal Lore, getuigen over hoe haar stages en studies haar deden aansluiten bij de zovelen die hun hand willen uitsteken naar al wie het broodnodig heeft.
Graag wil ik nu eerst nog 17 oktober onder het daglicht brengen. De Werelddag van verzet tegen Armoede. Naar jaarlijkse gewoonte zullen mensen van verenigingen waar armen het woord nemen verzamelen aan de gedenksteen op het Sint Pietersplein. Zij rechten hun rug, bundelen hun veerkracht en vragen dit jaar om mee de weg te effenen naar inclusief werk. Die zoektocht hoeft geen uitzichtloze werkomlegging te zijn . Door samen op te komen voor trajectbegeleiding op maat, eerlijke arbeidsvoorwaarden, menswaardige jobs en inkomens boven de armoedegrens nemen we barrières weg en effenen we de weg naar inclusief werk. Want iedereen heeft recht op werk!
Maar, na alles wat is gebeurd in Israel en Palstina, en alles wat reeds zolang aan ’t gebeuren is in Oekraine en ook nog nog op andere plaatsen in de wereld, wil ik graag een minuut stilte vragen om te bidden. Bidden om bescherming voor alle slachtoffers en hun families, alle gevangenen, alle gegijzelden, alle hulpeloze kinderen en burgers, alle sodaten en hun families. Bidden om menswaardigheid, hoop, liefde en verzoening op grond van gerechtigheid en gelijkheid.
(stilte)
En laten we bidden:
Gij die geen naam wil hebben,
maar kracht en redding wil zijn voor wie naamloos en onzichtbaar blijven,
in uw spoor van verbondenheid die sterker wil zijn dan vernietiging
zijn wij hier samen,
Gij, geheim van goedheid en vertrouwen,
Gij, beweging die stroomt en zich door niets en niemand inperken laat.
Help ons te blijven geloven in alle tekenen van hoop.
Tekenen van hoop
Als hier of daar een vrouw wordt opgericht
En zich, rechtop gekomen warmt in licht,
Wordt weer een stukje schepping afgemaakt:
Zij is tot haar bestemming aangeraakt.
Als ergens eens, een man tot vrede komt
En zich niet langer in de strijd vermomt,
Dan weer is het de levenskracht die wint:
Hij durft het aan met zachtheid, als een kind.
Als in de buurt twee mensen samengaan
En elk het aandurft niet alleen te staan,
Dan wint de liefde weer van angst de strijd:
Zo komen mensen tot barmhartigheid.
Als wij hier samen delen onze kracht
En leren hoe de minste wordt geacht,
Dan bouwen wij weer verder aan het Rijk
En mogen daarmee zijn aan God gelijk.
T: Gea Boessenkool / M: Berre van Thielt
Evangelie: Marcus 3, 1-6
Op een andere keer ging Hij naar de synagoge waar een man aanwezig was met een verschrompelde hand. 2Zij hielden Hem in het oog of Hij hem op sabbat zou genezen, met de bedoeling Hem daarvan te beschuldigen. 3Hij zei nu tot de man met de verschrompelde hand: “Kom in het midden staan.” 4Daarop stelde Hij hun de vraag: “Mag men op sabbat goed doen of kwaad, iemand redden of doden?” Maar zij zwegen. 5Toen liet Hij toornig, maar tegelijkertijd bedroefd om de verstoktheid van hun hart, zijn blik rondgaan en zei tot de man: “Steekt uw hand uit.” Hij stak zijn hand uit en deze was weer gezond. 6En de Farizeeën gingen naar buiten en aanstonds smeedden zij met de Herodianen plannen om Hem uit de weg te ruimen.
Veerkracht kan je leren in vijf stappen, zeg het internet. Veerkracht is een competentie, zegt datzelfde internet, en je kan veelvuldig intekenen om tegen betaling veerkracht te leren. Maar wat dan met deze stille man in het evangeliefragment. Hij die overal genegeerd wordt omdat men alleen die verschrompelde hand ziet, en bijna nooit zijn gezicht. Hij die de verbaasde blikken ziet, soms de blikken met afschuw, want zo’n mismaakte hand, verdord als een stuk hout, is echt niet mooi om zien. Is het een bewijs van zijn veerkracht dat hij hier opduikt in deze synagoge, wetende dat Jezus daar zal spreken? En dat er hoop is gegroeid in hem, na al wat over die Jezus is verteld?
Ging het alleen maar over de ontmoeting tussen die naamloze man en Jezus. Maar wat moet hij doen als hij ontdekt dat hij gewoon gebruikt wordt als spelletje van machthebbers. Ze zeggen het niet rechtstreeks, maar hij ziet het in hun blikken, in hun gekonkelfoes, ze gebruiken hem simpelweg om die man Jezus te treffen. Niets is hij, alleen een onrein geval, iets dat niet thuishoort op de reine sabbat, tussen reine mensen. Waar sta je dan met je veerkracht.
Die hele situatie maakt Jezus woest, en tegelijk verdrietig, schrijft Marcus. Prachtig dat je je dit verhaal daardoor zo goed kunt voorstellen. Je ziet de mens Jezus zo voor je. Woest is hij op het achterbakse (want een discussie met hem aangaan doen de farizeeën niet, alleen afwachten en kijken wat hij zal doen). Woest en verdrietig is hij dat een mens zo herleid kan worden tot een probleem, en dan nog sociaal gezien een lelijk probleem, een dat afstoot, waar je beter niet naar kijkt. Woest en verdrietig is Jezus omdat hij hier, voor de zoveelste keer tegen een muur aanloopt. Het is niet de eerste keer dat hij ziet hoe mensen vermorzeld worden door systemen van macht. Denk maar aan de bloedvloeiende vrouw over wie de overste van de synagoge zei dat er toch dagen genoeg waren in de week om te genezen, waarom dat dat nu perse op sabbat moest…
En het is vanuit deze kwaadheid, vanuit deze geraaktheid dat hij met de man in het midden gaat staan, en zelf de vraag stelt die de toekijkende farizeeën niet stellen. Maar hij stelt de vraag scherper: hij spreekt over goed doen, of kwaad doen! Wat hij en de man willen, is beter worden, genezen op een of andere manier. Wat de farizeeën doen, is niets meer of minder dan kwaad berokkenen. Jezus noemt het zelfs doden! Ik ben altijd weer verrast door de vrijheid die ik in die man ontmoet: de vrijheid om het zo vrijuit voor de uitgesloten mens op te nemen, luidop, dat de omstaanders het goed zouden begrijpen. Terwijl hij toch ook weet dat ze hem dat betaald zullen zetten, je keert je niet ongestraft tegen de belangen van de macht.
En dan gebeurt een omkering, een bevrijding. Steek je hand uit, zegt hij tegen de man (hoe moet die zich ondertussen voelen in heel dat gebeuren, met al die blikken op hem gericht…). En de man steekt zijn hand uit en het is een genezen hand die hij toont. Ik lees hier geen magische handeling in. Er zijn zoveel genezingen. Het is een ander leven dat de man toont. Hij is zoveel meer geworden dan de onzichtbare met zijn afschuwelijk gebrek. Hij is gezien, hij is gehoord, er is voor hem opgekomen, iemand heeft hem in het gezicht gekeken en hem als mens gezien. Als dat geen genezing is…
Als we daar nu samen een lied over zingen, dan prenten we het nog sterker in ons lijf: hier wordt het land gezocht waar we gelijken zijn, niemand apart en minder; Hier wordt de tijd verhaast dat wij elkaar verstaan, mensen die hopen op hun bevrijdingsdag…
Hier wordt het land gezocht waar wij gelijken zijn,
niemand apart en geen kleuren die minder zijn,
Hier wordt de tijd verhaast dat wij elkaar verstaan,
handen die wenken en ogen die open gaan,
Hier wordt de Stem gehoord die nog niet klinken mag,
mensen die hopen op ooit hun bevrijdingsdag,
Hier staat een tafel waaraan ons wordt voorgedaan,
hoe wij genezen van heersen en misverstaan.
Hier is het woord van Hem die ons geschapen heeft:
“Waar is je broeder, de mens die jou nodig heeft?
T: Jan Van Opbergen / M: Jaap Geraerdts
Getuigenis Lore
Dag iedereen
Ik ben Lore en ik heb in mijn leven al heel vaak “veerkracht” gezien. Google geeft de volgende definitie van veerkracht: Veerkracht is het vermogen om te herstellen van stress en tegenslag. Die definitie klopt, maar zegt weinig over hoe we dat vermogen kunnen verkrijgen. Ik hoop jullie daar vandaag mijn inzicht over te kunnen meegeven. In mijn studies, mijn engagementen in mijn vrije tijd en in mijn werk kwam en kom ik regelmatig in contact met mensen die niet vooraan in de rij stonden toe het geluk werd uitgedeeld. Ik zie elke dag opnieuw hoe die mensen, mét de mensen rondom hen, toch hun leven een positieve draai geven, tonnen veerkracht dus.
Even wat context: Ik ben afgestudeerd als Sociaal Agoog en ik deed tijdens mijn studie twee stages. Mijn eerste stage deed ik op een zorgboerderij voor dak- en thuislozen waar zinvolle dagbesteding wordt aangeboden aan de bezoekers. Het publiek dat naar de boerderij komt, zijn mannen die op straat leven en daarbij ook een mentale en/of psychologische beperking hebben. Mijn tweede stage deed ik bij GAMS: “Group pour l’ Abolition des Mutilations Sexuelles féminines” of in het Nederlands “Groep voor de Afschaffing van Vrouwelijke Genitale Verminking”. Hier kloppen vrouwen en kinderen aan die gevlucht zijn en óf al verminkt zijn óf bang zijn verminkt te worden. Tijdens mijn studies gaf ik ook leiding in Akabeast. Dit is een Gentse Akabe scouts. “Akabe” staat voor: Anders Kan Best. Onze leden zijn kinderen met een beperking en kinderen die leven in een kwetsbare thuissituatie. Daarnaast ging ik een paar keer mee op Open Kamp. Dit zijn scoutskampen voor jongeren die in armoede, in een instelling of in een vluchtelingencentrum leven. Ten slotte werk ik nu als maatschappelijk assistent in het Multifunctioneel Centrum Sint-Gregorius dat verbonden is aan de school Sint-Gregorius. Dit is een school voor kinderen en jongeren met een beperking. Ik werk voornamelijk met kinderen met een fysieke beperking, doorgaans gecombineerd met een algemene ontwikkelingsachterstand.
Er is mij gevraagd hoe ik denk dat je mensen veerkracht kan geven. Daar heb ik een bedenking bij. Dat kan je in essentie niet. Veerkracht is niet iets dat je aan de ander kan geven. Veerkracht komt van binnenuit. Het is iets dat je in jezelf moet vinden. Daardoor kent veerkracht ook ups en downs. Hiermee wil ik zeker niet zeggen dat je er alleen voor staat, in tegendeel. Ik ben er van overtuigd dat je als omstander veel kan doen om mensen te helpen hun eigen veerkracht te vinden, ook al zit die soms ver weggestopt.
Als je mij vraagt hoe je mensen kan helpen veerkracht te vinden en terug in hun waardigheid te brengen, ben ik er van overtuigd dat veel afhankelijk is van je eigen blik. Persoonlijk zie ik het zo: Alle mensen hebben hulpvragen. Bij sommigen is die hulpvraag klein, bij anderen een pak groter en bij velen gaat dat op en af. In een ideale wereld worden ál deze hulpvragen beantwoord. Van iedereen. Kwetsbare mensen zijn dus mensen met een grote hulpvraag. Dit doet echter niets af van hun waardigheid of hun menszijn. Die manier van kijken is belangrijk. Als mensen voelen dat je hen als gelijkwaardig beschouwt, zullen ze zich ook meer gesterkt voelen in de uitdagingen waar ze elke dag opnieuw voorstaan. Veerkracht dus.
Ten tweede is “nabijheid” een kernbegrip. “Ik heb eerst proberen nabijheid te geven.” is een zinnetje dat ik dagelijks hoor vallen op het werk. Als onze gasten het om één of andere reden moeilijk hebben, is dat altijd stap één. In essentie komt het er op neer dat je laat weten dat je er bent. Als zij dat wensen, ben je er voor hen. Dat kan een knuffel zijn, een luisterend oor, maar evengoed het respecteren van de vraag om even alleen te zijn. Als jongeren, maar mensen in het algemeen, weten dat er iemand is waar ze op kunnen rekenen, aan wie ze vragen kunnen stellen, waar ze met hun emoties en hersenkronkels terecht kunnen, dan ben ik er opnieuw van overtuigd dat ze zich meer gesterkt voelen in de uitdagingen waar ze elke dag opnieuw voorstaan. Veerkracht dus.
Guido vatte deze twee ideeën al mooi samen: Jezus geneest de man met de verschrompelde hand doordat hij de man heeft gezien, gehoord, voor hem is opgekomen en hem als mens heeft gezien.
Deze twee ideeën dekken naar mijn mening de meeste concrete acties die de veerkracht van mensen kan versterken. Psychologische hulp valt voor mij bijvoorbeeld onder de noemer “nabijheid”. Een jongere in een rolwagen helpen zoeken naar een zinvolle vrijetijdsbesteding valt dan weer onder “de blik van gelijkwaardigheid”. Als een jongere bijvoorbeeld wil basketten, maakt het in essentie niet uit of die al dan niet een beperking heeft. Ze hebben allebei dezelfde hulpvraag hoewel die een ander antwoord heeft. Bij de ene ga je op zoek naar een reguliere basketploeg, de andere heeft nood aan rolstoelbasket.
Een paar voorbeelden van waar ik veerkracht zie of heb gezien:
Eén van de leden van de scouts heeft een degeneratief syndroom. Dat wil concreet zeggen dat ze bij de geboorte eerst steeds vooruit ging in haar ontwikkeling, al was het met een beperking, maar dat ze vanaf een bepaalde leeftijd de omgekeerde beweging is beginnen maken. Toen ik haar, ik noem haar nu Janne, enkele jaren geleden leerde kennen, kon ze nog veel meer dan nu zo ongeveer vier jaar later. Janne kon stappen, nu niet meer, Janne kon een beetje praten, nu niet meer, Janne kon zelfstandig eten, nu niet meer. Janne zal binnen afzienbare tijd overlijden. Zelf kan Janne heel moeilijk uiten wat ze daarbij voelt hoewel ze steeds een vrolijk kind blijft wat op zich al van een enorme veerkracht spreekt. Haar ouders beseffen dit natuurlijk wel heel goed. Je zou denken: die zitten in zak en as, met de handen in het haar, kapot van verdriet. Maar neen, integendeel. Haar ouders staan heel positief in het leven, proberen van elke dag een mooie dag te maken voor Janne. Een portie veerkracht waar je van achterover valt. Als leiding in de scouts proberen we daar ons steentje aan bij te dragen. Janne heeft, net als elk ander kind, recht op zinvolle vrijetijdsbesteding. En op de scouts doen wij ons best om haar dat te bieden. Haar ouders appreciëren dit heel erg wanneer ze zien hoe Janne op haar eigen manier geniet. Ik geloof dat we dan op meerdere vlakken bijdragen aan de veerkracht van alle betrokkenen. De veerkracht van de ouders vergroot want hun vraag is gehoord en ze hebben weer meer vertrouwen dat hun dochter een waardevol leven kan leiden. De veerkracht van Janne vergroot wat zij kan een ontspannend en blij moment beleven in een leven dat toch vaak gevuld is met pijn. Maar ook de veerkracht van de leiding vergroot, want door het zien van de dankbaarheid van de ouders en door het zien van het genieten van Janne wordt onze overtuiging gesterkt dat we toch iets positief kunnen betekenen in een objectief gezien toch vrij uitzichtloze situatie.
Een ander voorbeeld van onvoorstelbare veerkracht:
De vrouwen die bij GAMS aankloppen, zij allemaal. Deze vrouwen hebben op het moment dat ze bij GAMS aankomen al een onvoorstelbaar turbulent leven achter de rug. Zij zijn als jong meisje genitaal verminkt en hebben daar sindsdien elke dag zowel de fysieke als psychologische gevolgen van gedragen. Daarvoor vragen ze nu hulp. Ze hebben ook allemaal een vluchtverhaal achter de rug. Velen van hen zijn gevlucht uit een gedwongen en gewelddadig huwelijk en de meesten van hen zijn ook gevlucht voor het geweld in hun land van bijvoorbeeld Al-Shabaab. Vaak hebben ze ook dochters die ze willen beschermen tegen hetzelfde lot. Als je met elk van deze vrouwen spreekt, valt het op dat zij niet opgeven. Ze zijn nu hier in België en zijn er klaar voor om iets nieuws te starten als ze daar de kans toe krijgen, ondanks het ongelofelijke trauma dat ze met zich meedragen. Ik heb aan enkele van deze vrouwen kalmeringsoefeningen gegeven. Een klein stukje hulp dat ik kon bieden. Deze vrouwen kunnen niet slapen, zijn voortdurend op van de stress en ik probeerde tools aan te bieden om daar wat vat op te krijgen. Ademhalingsoefeningen en meditatie-achtige oefeningen om het hoofd leeg te maken. Het lijkt klein en een beetje onnozel in “the bigger picture”, maar de vrouwen gaven telkens opnieuw aan dat ze uitkeken naar dat moment, dat ze daar veel kracht uit haalden. Veerkracht om er daarna weer vol tegenaan te gaan in hun letterlijk en figuurlijk pijnlijke realiteit. Verrichte ik wonderen tijdens die momenten? Zeker niet. Je moet zelfs weten dat die momenten online doorgingen want we zaten midden in de coronapandemie. Maar op mijn eigen kleine manier gaf ik die vrouwen nabijheid. De boodschap “Ik zie dat jij het moeilijk hebt en omdat jij mens bent net als alle andere mensen wil ik met jou op weg gaan opdat je je beter zou kunnen voelen.”
Ook op mijn werk zie ik dagelijks veerkracht, veerkracht waar ik mij over verwonder. Allemaal kinderen en jongeren met een beperking, allemaal kinderen waarbij je niet zou opkijken dat ze boos zijn op de wereld. Kinderen die verontwaardigd zouden kunnen zijn over “Waarom ik?”. Maar dat is niet wat ik dagelijks ervaar. Ik zie kinderen en jongeren die hun best doen hun beperkingen te accepteren en die er ondanks alles vol voor gaan. Bijvoorbeeld: Sarah, een meisje met een algemene motorische achterstand waardoor ze bijvoorbeeld niet zelfstandig de trap op en af kan, op zich al niet te onderschatten. Daarbovenop heeft ze een STOS problematiek. Een spraak- en taalontwikkelingsstoornis. Daardoor kan ze moeilijk begrijpen wat er wordt gezegd en als ze het dan wel begrijpt is het moeilijk voor haar om haar antwoord op een goede een verstaanbare manier over te brengen. Opnieuw niet te onderschatten. Je denkt nu, dat is wel voldoende. Dat is het ook, maar de realiteit leert iets anders. Haar papa is niet in beeld, haar mama heeft het moeilijk met haar zelfbeeld en heeft vele vriendjes, een onstabiele thuissituatie dus. Daarbij komt nog eens dat mama al eens kanker heeft overwonnen en nu hervallen is. Sarah stond niet vooraan in de rij toen het geluk uitgedeeld werd, maar desondanks is ze niet boos, geeft ze het niet op. Ze wil goede resultaten halen op school hoewel dat zeer moeilijk is voor haar. Ze probeert er op haar eigen manier te zijn voor haar mama en wil van haar leven iets mooi en positief maken. Als hulpverleners proberen we haar daarin te helpen, we proberen die positiviteit te ondersteunen en ik verwonder mij er over waar dat kleine meisje al die veerkracht vandaan haalt.
Ik kan alleen maar eindigen met het volgende: Zié de mensen om je heen met extra aandacht voor kwetsbare mensen. Laat mensen niet in een hoekje staan of in de schaduw waar onze maatschappij ze maar al te vaak graag induwt. Luister naar hen en laat weten dat je hun hulpvraag hebt gehoord en bereid bent om er samen een antwoord op te zoeken. Ik geloof dat we zo elk ons deel kunnen doen om de veerkracht in mensen aan te wakkeren.
Lied
Voor mensen die naamloos,
kwetsbaar en weerloos
door het leven gaan,
ontwaakt hier nieuw leven,
wordt kracht gegeven:
wij krijgen een naam.
Voor mensen die roepend,
tastend en zoekend
door het leven gaan,
verschijnt hier een teken,
brood om te breken:
wij kunnen bestaan.
Voor mensen die vragend,
wachtend en wakend
door het leven gaan,
weerklinken hier woorden,
God wil ons horen:
wij worden verstaan.
Voor mensen die hopend,
wankel gelovend
door het leven gaan,
herstelt God uit duister
Adam in luister:
wij dragen zijn naam.
T: Henk Jongerius / M: Jan Raas
Inbreng vierende gemeenschap
Inleiding tafeldienst
We gaan aan tafel.
We nemen elkaar mee in verbondenheid, verbonden met allen die met ons op één of andere manier meevieren. We denken speciaal aan diegenen die onvoldoende veerkracht hebben om staande te blijven. We verbinden ons met hen die het verlangen naar een betere wereld omzetten in daden, die telkens opnieuw hun hand uitsteken. Maar ook met hen die die uitgestoken hand met gulheid ontvangen, waar ook ter wereld. Laten we het solidariteitskaarsje aansteken. We vergeten ook hen niet die ons voorgingen en ons leerden elkaar aan te spreken op al onze talenten voorbij de beperkingen: onze geliefde doden.
Bidden we nu samen zingend het tafelgebed
Gij die weet wat in mensen omgaat
aan hoop en twijfel, drift, plezier, onzekerheid.
Gij die ons denken peilt
en ieder woord naar waarheid schat
en wat onzegbaar onmiddellijk verstaat.
Gij toetst ons hart
en gij zijt groter dan ons hart.
Op elk van ons houdt Gij uw oog gericht.
En niemand, of hij heeft een naam bij U.
En niemand valt of hij valt in uw handen
en niemand leeft of hij leeft naar U toe.
Maar nooit heeft iemand U gezien.
In dit heelal zijt Gij onhoorbaar.
En diep in de aarde klinkt uw stem niet.
En ook uit de hoogte niet.
En niemand die de dood is ingegaan
keerde ooit terug om ons van U te groeten.
Aan U zijn wij gehecht. Naar U genoemd.
Gij alleen weet wat dat betekent. Wij niet.
Wij gaan de wereld door met dichte ogen.
Maar soms herinneren wij ons een naam,
een oud verhaal dat ons is doorverteld,
over een mens die vol was van uw kracht,
Jezus van Nazareth, een jodenman.
In hem zou uw genade zijn verschenen,
uw mildheid en uw trouw. In hem zou voorgoed
aan het licht gekomen zijn hoe Gij bestaat:
weerloos en zelveloos, dienaar van mensen.
Hij was zoals wij zouden willen zijn:
een mens van God, een vriend, een herder,
die niet ten eigen bate heeft geleefd
en niet vergeefs, onvruchtbaar is gestorven.
Die in de laatste nacht dat hij nog leefde
het brood gebroken heeft en uitgedeeld
en heeft gezegd: Neemt, eet, dit is mijn lichaam –
zo zult gij doen tot mijn gedachtenis.
Toen nam hij ook de beker en zei:
Dit is het nieuw verbond, dit is mijn bloed,
dat wordt vergoten tot vergeving van uw zonden.
Als je uit deze beker drinkt, denk dan aan mij.
Tot zijn gedachtenis nemen wij daarom
dit brood en breken het voor elkaar,
om goed te weten wat ons te wachten staat
als wij leven hem achterna.
Als Gij hem hebt gered van de dood, God,
als hij, dood en begraven, toch leeft bij U,
red dan ook ons en houd ons in leven,
haal ook ons door de dood heen, nu.
En maak ons nieuw, want waarom hij wel,
en waarom wij niet –wij zijn toch ook mensen.
Onze Vader en vredeswens
Laten we elkaar de vrede wensen. Onze veerkracht wordt er alleen maar sterker door…
Communie en piano
Slotlied: vrede voor jou
Vrede voor jou, hierheen gekomen,
zoekend met ons om mens te zijn.
Jij maar alleen, jij met je vrienden,
jij met je last, verborgen pijn.
Vrede, genade, God om je heen,
vergeving, nieuwe moed
voor jou en iedereen.
Niemand komt hier vrij van het kwade,
niemand gaat hier straks weer vrijuit.
Niemand te veel, niemand te weinig,
niemand te groot, geen een te klein-
dit wordt verbeeld in woord en gebaar,
tot ooit en overal, wij leven voor elkaar.
Jij die ons kent, Jij die ons aanvoelt,
Jij die de hele wereld draagt;
kom naar ons toe, leer ons te leven,
help ons te zien wat ieder vraagt-
tijd om te leven, kans om te zijn,
een plek om nu en ooit, gezien, aanvaard te zijn.
T: Jan Van Opbergen / M: Com nu met sang – Valerius 1626