VIERING: AANGERAAKT WORDEN

Dominicus Gent

Viering van zondag 22 november 2023 

AANGERAAKT WORDEN

 

Op 1 Oktober startte de tiendaagse van de Geestelijke Gezondheid. We vonden dat belangrijk genoeg om daar 4 vieringen aan te besteden. We sluiten deze reeks af met een vormingsmoment met panelgesprek aanstaande woensdag 24 oktober.
De Bijbelverhalen hebben veel aandacht voor geestelijke en ook lichamelijke gezondheid. We gingen de voorbije vieringen op zoek naar wat meer draagkracht kan geven, hoe we terug veerkracht kunnen opwekken en hoe aanraking en nabijheid helend kunnen werken.
Vandaag kozen we voor Tomas als centrale figuur. We ontdekken hoe aanraking en nabijheid helend kunnen zijn. We reflecteren over de ongelovige Tomas. Of is het nu net de gelovige Tomas? We denken na over afstand en nabijheid als een menselijke dynamiek.

De paaskaars is het symbool voor de verbeeldingskracht die ons werd gegeven om taal en toon te geven aan een grote droom. Die kaars steken we aan. Aanstekelijk vuur.
En we zingen over hart en geest, verbeeldingskracht en troost. Daarmee vervullen we dit huis…

 
Vervul dit huis  

Vervul dit huis met hart en geest
met aandacht voor de kleinen.
Dat al wie hier naar binnen gaat
hen noemen zal de zijnen.

Wees hier opnieuw verbeeldingskracht,
geef taal en toon aan dromen,
geef stem aan wat verborgen bleef,
laat hier jouw rijk maar komen.

Wees kracht en troost voor jong en oud,
dat niemand hoeft te vrezen,
als hij zich inzet voor jouw rijk,
want dood heet daar ‘verrezen’.

T Jan Van Opbergen – M ‘Ons is geboren’

Louise Bourgeois  Bijbellezing: Johannes 20,24-29
Tomas, een van de twaalf, ook Didymus genaamd, was echter niet bij hen, toen Jezus kwam. De andere leerlingen vertelden hem: “Wij hebben de Heer gezien.” Maar hij antwoordde: “Als ik niet in zijn handen het teken van de nagelen zie en mijn vinger in de plaats van de nagelen kan steken en mijn hand in zijn zijde leggen, zal ik het niet geloven.” Acht dagen later waren zijn leerlingen weer in het huis bijeen, en nu was Tomas er bij. Hoewel de deuren gesloten waren, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: “Vrede zij u.” Vervolgens zei Hij tot Tomas: “Kom hier met uw vinger en bezie mijn handen. Steek uw hand uit en leg die in mijn zijde, en wees niet langer ongelovig, maar gelovig.” Toen riep Tomas uit: “Mijn Heer en mijn God!” Toen zei Jezus tot hem: “Omdat ge Mij gezien hebt, gelooft ge? Zalig die niet gezien en toch geloofd hebben.”

(Beeld: Louise Bourgeois)

 

Eerste overweging :  Gelovige Thomas

Het verhaal over Thomas kent verschillende interpretaties. De meest voor de hand liggende is die van de ongelovige Thomas. Het is de meest populaire. Het is tevens lichtjes moraliserend. In de zin van: doe niet zo moeilijk als Thomas die alleen maar kan leven met tastbare bewijzen. Neen, zalig zij die niet zien en toch geloven.
Er is ook een andere interpretatie waarin Thomas wordt voorgesteld als een soort paspoortcontroleur. Hij wil zich verzekeren van de identiteit van Jezus. Zijn medeleerlingen zeggen van alles en nog wat, maar klopt het wel?! Ze zeggen dat ze hem gezien hebben, dat ze met hem gegeten hebben, dat hij vorige week nog bij hen was. Maar misschien is het inbeelding waarmee ze zichzelf willen troosten. Hij, Thomas wil checken of het inderdaad over dezelfde persoon gaat. Geloven betekent niet dat je je verstand op nul zet. Thomas heeft gelijk: eerst zien en dan geloven. Als de verrezene de gekruisigde Jezus is , dan wil hij eerst de wonden vaststellen. Alleen in een gekruisigde Jezus kan hij de Christus zien. .
Daarom is zijn uitroep “mijn heer en mijn God” zo veelzeggend. Thomas ziet Jezus niet als een schitterende verrezene. Geen figuur stralend van licht. Ook als verrezen blijft hij de gekruisigde. De wonden zijn niet verdwenen. De wonden verdwijnen nooit meer. Daar houdt Thomas aan vast. Hij ziet geen Pantocrator. Hij ziet de gemartelde gekruisigde: hij is het die hem uitnodigt zijn hand in zijn zijde te leggen. Dan pas kan hij uitroepen “mijn heer en mijn God”. “Heer en God”: het zijn de titels waarmee de toenmalige Romeinse keizer Domitianus zich liet vereren. Het zijn titels die opgeëist worden door de man van de macht die zijn rijk bestuurde met ijzeren hand. Jezus is zijn tegenbeeld. Hij draagt de wonden met zich mee. Enkel in die gestalte wordt hij door Thomas beleden als heer en God.

Deze ontmoeting maakt duidelijk wat verrijzenis betekent. Het betekent in het voetspoor treden van iemand die niet kan los gemaakt worden van de wonden die hij draagt. Het zijn wonden die teken zijn van zijn leven. “Kom hier en leg je hand in de wonde” zegt de verrezen Christus. Zijn leerlingen kunnen niet voorbijgaan aan de kwetsuren, aan het lijden en het onrecht van onze geschiedenis.

Ik denk dat het niet verkeerd is dit in onze tijd te benadrukken. Je hoort het in bepaalde kringen: er is sprake van een zogezegde “terugkeer van religie”. Terug voeling krijgen met een zogezegd “hogere werkelijkheid”. Vraag is natuurlijk wat men verstaat onder “hogere werkelijkheid”. Het is één van de uitdagingen waarmee we vandaag te maken hebben. Wij geloven niet meer in God als iemand die behoort tot een andere werkelijkheid, een wereld achter deze wereld. Dat blijkt uit Jezus’ optreden. Hij heeft het over het rijk der hemelen als een leven dat we hier en nu met elkaar kunnen delen. Dat kan inderdaad een hogere werkelijkheid genoemd worden. Maar dat is een werkelijkheid die vlees en bloed gekregen heeft in Jezus’ optreden. Hij is de belichaming van die hogere werkelijkheid. Een wereld die hier en nu gestalte krijgt.

Ik vrees dat de zogeheten “terug van religie” een andere kant opgaat. De oproep om als gelovige naar buiten te treden om het evangelie te verkondigen dreigt zich toe te spitsen op de kerkelijke doctrine: de ultieme redplank. Het was duidelijk op een congres waarvan ik toevallig getuige was in de kathedraal van Rouen eind september begin oktober. Mijn interesse voor het kerkgebouw werd direct bij het binnenkomen overweldigd door een volle kerk. Indrukwekkend. Blijkbaar met een heruitgevonden kerkelijk geloof: “Le rendez-vous de ceux qui souhaitent annoncer l’évangile”.

Het valt echter op dat dezelfde beelden zo’n verschillende betekenis kunnen krijgen. De taal waarin het congres verliep had het nadrukkelijk over onze verlossing door het lijden en de kruisdood van Jezus als de bron van alle genade. Daarvan konden we ons niet genoeg bewust zijn. Een zeer nadrukkelijk gemartelde Christus was te zien op de flyers en grote banners. Het deed denken aan de passion of Christ. Hij had toch voor ons de verzoening met God gerealiseerd. Dat was het goede nieuws dat verkondigd diende te worden.
Ik had het gevoel terug te tuimelen in de sfeer van de jaren 50-60 van de vorige eeuw. Ook toen stonden het lijden en de kruisdood van Jezus centraal. Hij had voor ons verzoening bewerkstelligd met God. Dat kon je nergens beter bewust zijn dan in het kerkgebouw. In stilte en inkeer. Geloven als een aparte activiteit. Afgezonderd van onze concrete leefwereld. Ver van alles wat met politiek of iets dergelijks te maken had. Helemaal gericht op de wereld hierboven en het leven hierna. Mooi en sfeervol maar ver van de wonden van onze geschiedenis. De kwetsbaarheid van Jezus’ leven dreigt opnieuw overwoekerd te worden door de onaantastbaarheid van dogma’s en geloofswaarheden.

 
Niet als een magische kracht  
Niet als een magische kracht,
niet op de wijze der goden,
baant onze God zich zijn weg,
niet als een ark van triomf.

Maar als een voetspoor vooruit,
altijd op weg naar bedreigden,
zwervend om vrede en recht,
tegen de loop van het lot.

Niet als de Heer van hierna,
niet als de Man van hierboven,
wil onze God zijn geëerd,
niet als een hoofdstuk apart.

Maar als mens onder ons,
speurend naar hoop voor de minsten,
iemand die doet wat hij zegt,
liefde is hij metterdaad.

T: Jan van Opbergen M: Bernard Huijbers

 

Tweede overweging :  Over afstand, nabijheid en een uitnodiging

Eerst was er de afstand. Dat is niet altijd negatief. Het geeft de andere ook ruimte. Afstand is soms nodig om situaties te kunnen inschatten. Afstand is niet hetzelfde als onverschilligheid. Tomas had wat afstand genomen van Jezus.
Na de afstand volgde nabijheid. Die is nodig om af te tasten. Het is soms ook heel lichamelijk. Een fysische ervaring. Jezus nodigt Tomas uit om nabij te zijn, om betrokken te zijn. Hij legt zijn hand in de wonde van de ander. De etter kleeft aan zijn handen. Is er een grotere betrokkenheid mogelijk?
Een aanraking is heel intiem en kan niet zonder de uitnodiging. Het is een aftasten van de grenzen. Tomas voelt de realiteit. Het is een empathisch begrijpen van de pijn maar ook het visioen van de opstanding.
Tomas durft nu de waarheid onder ogen te komen. Helemaal op zijn eigen wijze. En dat is een hele stap. Er is geen sprake van onverschilligheid. Maar zonder die genomen afstand was voor hem geen nabijheid mogelijk.

Over afstand en nabijheid als een menselijke dynamiek
Afstand en nabijheid kunnen vloeiend samengaan. Er straalt een zekere elegantie uit. Het vereist een soort mentale beweeglijkheid. Het is bijna te vergelijken met de gratie van een balletdanser. Net zoals in een pas-de-deux waarin twee solisten elkaar afstoten en opnieuw tot elkaar komen. Scènebreed van elkaar verwijderd en dan innig verstrengeld in een steeds intense dynamiek. Nabijheid en afstand, maar altijd betrokken.
Ik blijf dat een mooie metafoor vinden die me aan het denken zet over nabijheid en afstand, over gratie en lompheid, over extase en ingekeerdheid, kortom: over het leven zoals het is. We voeren een soort dans met elkaar. Met sommige mensen verloopt die dans soepel – dan krijg jij de ruimte die je nodig hebt en mag je tegelijk zo dichtbij komen als jij wilt.

Afstand en nabijheid. Enkele voorbeelden
Eerste voorbeeld: afstand 9085,9 km
Dat is de afstand in vogelvlucht tussen Brussel en Guatemala-stad. Walter Voordeckers, Serge Berten en Ward Capiau waren 3 Scheutisten die in de jaren 80 in Guatemala opkwamen voor een rechtvaardige wereld. Ze werden geïnspireerd door de bevrijdingstheologie. Ze leefden en streden vanuit de overtuiging dat de Kerk van Jezus radicaal voor de armen moet kiezen en zich moet verzetten tegen kwaadaardige sociale structuren. Ze kozen ervoor om heel nabij te zijn. Ze overbrugden een aanzienlijke afstand. Ze kwamen in conflict met politici, grootgrondbezitters en industriëlen. Omdat ze hun handen op de wonde legden bleef de etter aan hun vingers kleven. Ze werden opgepakt, ontvoerd, vermoord.
Op 4 december 2023 start in Leuven het assisenproces tegen vijf Guatemalteken die beschuldigd worden van de moord op Voordeckers, Berten en Capiau. Ook Nobelprijswinnares Rigoberta Menchú zal op dat proces getuigen.
Het wordt een proces tegen de onverschilligheid. Een nieuwe uitnodiging om de hand op de wonden van de onrechtvaardigheid te blijven leggen.

Tweede voorbeeld: Misbruik in de kerk – Afstand 13 jaar
De reeks ‘Godvergeten’ toont een werkzame, effectieve bekommernis die het verhaal en leven de slachtoffers van misbruik helpt te verstaan. Ze biedt de zo nodige erkenning en steun. Het schandaal schuilt niet langer in het verborgene. De getuigenissen en verhalen maken het verleden weer concreet en hun pijn vatbaar voor empathie en engagement.
Die nabijheid en aanwezigheid van de makers zorgen ervoor dat de overlevers tevoorschijn kunnen komen. Niemand wordt afgeschreven. De reeks toont een aandachtige traagheid en durft te verdragen wat niet kan verdragen worden.
De slachtoffers krijgen de ruimte om hun wonden te tonen. Het is voor ons een uitnodiging om die wonden te zien en te erkennen. De etter blijft ook aan onze vingers kleven. Rik Devillé en zijn medestanders hebben de wonden gezien en hebben ze openbaar gemaakt. Ze maakten aansluiting mogelijk. De afstand die de makers behielden maakt nabijheid mogelijk.

Derde voorbeeld: SoepOp bij Victoria Deluxe – Afstand 800 m
Om de twee weken koken vrijwilligers van Victoria Deluxe lekkere soep. Tegen een vrije bijdrage is er soep, brood en warmte à volonté. Iedereen is welkom!
De meeste gesprekken beginnen met een simpele vraag: “wat zit er in de soep”. Soep is toegankelijk voor iedereen en brengt gesprekken op gang. Het is een goed recept voor meer nabijheid. Ge gelooft het alleen maar als de soep samen geproefd wordt. Soep brengt soms het diepste uit een mens naar boven. Deze soep, de soep van oma, de smaak van haar warme nabijheid. Maar ook het verhaal van verlies en verdriet.
Na de soep gaat ieder zijn eigen gang. Er ontstaat wat meer afstand. Binnen twee weken is er opnieuw soep. Een ander recept. Een nieuwe uitnodiging. Maar steeds dezelfde dynamiek van afstand nemen en nabij zijn. De soep nodigt uit en maakt de ander zichtbaar.

Daar moet je straks maar eens aan denken, alles we hier samen aan tafel gaan. Brood en wijn maken het leven, het lijden en dood van Jezus zichtbaar. Brood en wijn zorgen voor levensechte nabijheid, voor kracht en nieuw leven. Samen aan tafel krijgt iedereen een naam. Zo zingen we dat…

 

Voor mensen die naamloos 

Voor mensen die naamloos,
kwetsbaar en weerloos
door het leven gaan,
ontwaakt hier nieuw leven,
wordt kracht gegeven:
wij krijgen een naam.

Voor mensen die roepend,
tastend en zoekend
door het leven gaan,
verschijnt hier een teken,
brood om te breken:
wij kunnen bestaan.

Voor mensen vragend,
wachtend en wakend
door het leven gaan
weerklinken hier woorden
God wil ons horen:
wij worden verstaan

T. Henk Jongerius / M. Jan Raas

 

Tafeldienst

In gedeeld vertrouwen zijn we samen rond deze tafel. Een tafel van verbondenheid met elkaar en met allen die zich inzetten voor vrede: hier bij ons, maar ook, en vooral in deze dagen, in de grote wereld waar vrede zo ver weg is. We bidden dat we ondanks alles vasthouden aan het geloof dat deze tafel een teken mag zijn, hoe bescheiden ook, van de droom die ons niet kan afgenomen worden. Jezus van Nazareth is onze gastheer: hij bracht heling en genezing. Mogen we ons ook verbonden weten met allen die ons zijn voorgegaan in dit vertrouwen en voor wie de kaarsjes ontsteken, en ook voor allen waar ook ter wereld die zich inzetten voor heling en genezing van medemensen.
 
 
Gij die weet wat in mensen omgaat
aan hoop en twijfel, drift, plezier, onzekerheid.
Gij die ons denken peilt
en ieder woord naar waarheid schat
en wat onzegbaar onmiddellijk verstaat.

Gij toetst ons hart
en gij zijt groter dan ons hart.
Op elk van ons houdt Gij uw oog gericht.
En niemand, of hij heeft een naam bij U.
En niemand valt of hij valt in uw handen
en niemand leeft of hij leeft naar U toe.

Maar nooit heeft iemand U gezien.
In dit heelal zijt Gij onhoorbaar.
En diep in de aarde klinkt uw stem niet.
En ook uit de hoogte niet.
En niemand die de dood is ingegaan
keerde ooit terug om ons van U te groeten.

Aan U zijn wij gehecht. Naar U genoemd.
Gij alleen weet wat dat betekent. Wij niet.
Wij gaan de wereld door met dichte ogen.

Maar soms herinneren wij ons een naam,
een oud verhaal dat ons is doorverteld,
over een mens die vol was van uw kracht,
Jezus van Nazareth, een zoon van Abraham.
In hem zou uw genade zijn verschenen,
uw mildheid en uw trouw. In hem zou voorgoed
aan het licht gekomen zijn hoe Gij bestaat:
weerloos en zelveloos, dienaar van mensen.

Hij was zoals wij zouden willen zijn:
een mens van God, een vriend, een herder,
die niet te eigen bate heeft geleefd
en niet vergeefs, onvruchtbaar is gestorven.

Die in de laatste nacht dat hij nog leefde
het brood gebroken heeft en uitgedeeld
en heeft gezegd: Neemt, eet, dit is mijn lichaam –
zo zult gij doen tot mijn gedachtenis.
Toen nam hij ook de beker en zei:
Dit is het nieuw verbond, dit is mijn bloed,
dat wordt vergoten tot vergeving van uw zonden.
Als je uit deze beker drinkt, denk dan aan mij.

Tot zijn gedachtenis nemen wij daarom
dit brood en breken het voor elkaar,
om goed te weten wat ons te wachten staat
als wij leven hem achterna.

Als Gij hem hebt gered van de dood, God,
als hij, dood en begraven, toch leeft bij U,
red dan ook ons en houd ons in leven,
haal ook ons door de dood heen, nu.
En maak ons nieuw, want waarom hij wel,
en waarom wij niet –wij zijn toch ook mensen.

T. Huub Oosterhuis / M. Bernard Huijbers

Onze Vader

Vredeswens
Brood en wijn maken het leven, het lijden en dood van Jezus zichtbaar. Brood en wijn zorgen voor levensechte nabijheid, voor kracht en nieuw leven. Samen aan tafel krijgt iedereen een naam. Dat is vrede.

Communie

Slotgebed

Stop de boodschappen
die al wat kwetsbaar is
en menselijk
ongenadig overroepen.
Leg die denderende wereld
die geen mededogen kent
het zwijgen op.
Voor al de onzichtbaren.
Zij die onderweg gewond
en niet geheeld geraakt zijn.
Die niet zijn geboren
voor een wedloop naar geluk.
Of zich nergens nog
geborgen voelen
in een uitzichtloze jungle.

Luister met de poriën
van je ziel
naar wat soms te broos
voor woorden is geworden.
Houd een zachte lamp aan.
Brand een vuur
tegen de kilte van de tijd.
En wees daar
met stilte, warmte
en een goddelijk omarmen.

(Kris Gelaude)

 
Zegening 

Bevelen wij elkaar in de hoede van de Eeuwige
Zegene ons de grote NAAM
Met vrede gegroet en gezegend met licht
Met vrede gegroet en gezegend met licht

Voor wie zoeken in de stilte
Naar een vuur voor hart en handen
Met vrede gegroet en gezegend met licht

Voor wie zingen op Gods adem
Van de hoop die niet zal doven
Met vrede gegroet en gezegend met licht

Voor wie roepen om vrede,
van gerechtigheid dromen
Met vrede gegroet en gezegend met licht

Voor wie wachten in vertrouwen
Dat de liefde zal blijven
Met vrede gegroet en gezegend met licht

Het licht van Gods ogen gaat over u op!
De zon van zijn vrede als een nieuwe dag
Met vrede gegroet en gezegend met licht.
Met vrede gegroet en gezegend met licht.

T: Sytze de Vries M: Willem Vogel