VIERING : ONMACHT (2)

Dominicus Gent

Viering van zondag 14 april 2024 

Onmacht (2)

 

Welkom op deze tweede zondag na Pasen. We zijn op weg naar Pinksteren, dat feest vol vuur waarin men zonder angst of aarzeling vanuit een bijzonder moeilijke situatie en zonder de macht aan zijn zijde de wereld tegemoet stormt, klaar om haar om te vormen.

Vorige zondag en vandaag vragen we ons af waar het vertrouwen vandaan komen om in schijnbaar hopeloze situaties onder een vreemde oppressieve macht toch te spreken, iets te betekenen en kracht uit te stralen. Hoe slagen we erin te geloven dat je er iets kan aan doen, wat verantwoordt die boodschap van hoop. Hoe zitten macht en onmacht, kracht en machteloosheid verstrengeld.

We hebben daarbij het voorbeeld voor ogen van Jezus van Nazareth, de mens die al deze tegenstellingen omarmde en er wonderen mee verrichte vanuit een positie zonder macht. ‘Wie zonder zonden is, werpe de eerste steen’ kon het leven van een kwetsbare vrouw redden. Zijn diep gewortelde overtuiging, zijn rustige vastheid daarin en de manier waarop hij woord en daad verbond, maakten dit mogelijk voor hemzelf en voor zijn leerlingen die het nu zelf moeten verderzetten. We gedenken hem hier en steken het licht van de Paaskaars aan om dat geloof en inzicht brandend te houden.

 

Eerste overweging : onmacht wordt draagkracht
 

Paulus lezen in groep Soms ontdek je verrassende verwantschappen. Zoals dat het geval is tussen de Paulus uit de jaren 50 en de wereld waarin we vandaag leven. We zeggen wél verwantschap, want de verschillen zijn aanzienlijk. Wij leven in een wereld die grondig geseculariseerd is. Paulus maakt net de tegenovergestelde beweging. Hij heeft het over de betekenis van het geloof in Christus in deze wereld. Gemeenschappelijk is de marginale positie die we beiden innemen. Paulus betekent niet meer dan één van de vele wijsgeren, leraren, predikers en charlatans die in die dagen floreerden. En toch moet hij met zijn boodschap wel heel bijzonder zijn overgekomen. In de Griekse wereld met al die goden en godinnen moet zijn boodschap geklonken hebben als vloeken in de kerk. Paulus betekende een ommekeer van alle gangbare waarden. Te midden van de culturele en religieuze stromingen moet hij zich zelf ook klein gevoeld hebben. En toch kwamen sommigen onder de indruk van zijn levensvisie.

 

Lezing 1 Kor. 1, 26-30a

Denk eens aan jullie eigen roeping, broeders. Naar menselijke maatstaf waren er niet veel die geleerd of machtig of van hoge afkomst waren. Nee, wat in de ogen van de wereld dwaas is, koos God uit om te beschamen wie wijs is. God koos uit wat voor de wereld zwak is om te beschamen wie sterk is. God koos uit, wat voor de wereld van geringe afkomst is en onbeduidend. Hij koos wat niets is om te vernietigen wat iets is, zodat niemand zich tegenover Hem zou roemen. Dankzij Hem zijn jullie in Christus Jezus, die door God heel onze wijsheid werd, onze gerechtigheid, heiliging en verlossing.

Copyright: C. Leterme (Bijbel in 1000 seconden)

 

Paulus moet meer dan eens de wanhoop nabij zijn geweest. Ook al omdat er binnen de nieuwe gemeenschappen die hij in het leven geroepen had meteen strubbelingen en onenigheden de kop opstaken. Hij had het over samenhorigheid en verbondenheid die gegrond waren in het leven en optreden van Jezus van Nazareth. Het lukte hem niet zomaar. De tegenkanting en het onbegrip die hij ervoer zag hij tevens als een uitdaging, en ja, zelfs als een kans. De aanvaarding van zijn beperking opende tegelijk een nieuw perspectief. Onmacht werd een kans tot opstanding. Hij noemt het “opstaan uit de dood” om te leven in de geest van Jezus. Dat is de betekenis van verrijzenis. Een gebeuren dat de geschiedenis een nieuwe wending kan geven.
Zoals wij hier samenkomen op zondag beschouwen we ons als samen geroepen door de levende Christus. Zo zijn wij hier samen. Het is ook de betekenis van wat het “lichaam van Christus” genoemd wordt. Wij zijn het lichaam van Christus.

Iets in die aard was voelbaar vorige zondag in het congrespaleis in Gent waar de Parkinsonliga haar bijeenkomst had. Mensen met de ziekte van Parkinson kwamen samen met familie, vrienden en mantelzorgers. Samen een groep van meer dan 600 mensen. Ze waren gekomen om te luisteren naar lezingen over de stand van zaken in verband met hun ziekte, maar ook om samen de maaltijd te delen en in kleinere groepen specifieke informatie op te doen.
De onmacht van deze mensen over hun verdere levenslot is bekend. Genezing is niet mogelijk. Iedereen is er zich van bewust. Tegelijk is deze bijeenkomst een teken van verzet. Het besef dat er in de wetenschap onverdroten onderzoek gebeurt om de ziekte te bestrijden of draaglijker te maken is een erkenning van hun waardigheid als persoon. Hun leven is belangrijk. Er wordt voor je gezorgd. En dat geeft kracht.
Wat vooral opviel in het geheel van het samenzijn is de sfeer van verbondenheid. Niet de verbondenheid waar we het over het algemeen over hebben. Maar een sfeer van lotsverbondenheid. In het samen zijn zélf wordt iets nieuws geboren. Mensen respecteren en begrijpen elkaar. Ze voelen elkaar ook perfect aan. Op die manier wordt er een nieuw soort gemeenschap geboren. Een gemeenschap van onmacht die draagkracht wordt. Ieder herkent zich in de pijn van de ander. Zowel de fysieke als de morele pijn. De onmacht wordt niet weggenomen, ze kàn niet weggenomen worden, maar ze wordt samen gedragen.

Zo zijn er vele manieren waarop mensen aangewezen zijn op de zorg van anderen. Het is het geval bij mensen die het psychisch moeilijk hebben. Vaak hebben ze de neiging zich terug te trekken uit de samenleving. Er zijn de kinderen met het down-syndroom en de zorg en verantwoordelijkheid waarmee ze omringd worden. Veel ouders getuigen van de bijzondere affectiviteit die ze van hun kind mogen ervaren. Vandaag worden ouderen geconfronteerd met nieuwe vragen. Wat betekent een “voltooid” leven? Hoe kunnen mensen samen verantwoordelijkheid dragen voor elkaar! De onmacht is reëel maar ze wordt samen gedragen. De mantelzorg is stevig georganiseerd. Ook dat klonk duidelijk door. De stille kracht wordt door velen gedragen.

Vorige vrijdag werd in de Minard het jongste essay van Ish Ait Hamou voorgesteld : “De theorie van 1 of 2”. Ish Aït Hamou is vooral bekend van zijn boek “Het moois dat we delen”. Daarin vertelt hij over een jonge vrouw Soumia en Luc, een oudere man die altijd een beetje bang is geweest van zijn Marokkaanse buren. Maar wanneer hij Soumia leert kennen ontstaat er een relatie. De leerschool van het luisteren naar elkaar leert hen zorgen en vooroordelen te overwinnen.
Het jongste essay van Ish Aït Hamou mag in zekere zin autobiografisch genoemd worden. Hij beschrijft wat hij als Marokkaan, geboren in België, meemaakt en welke gevoelens het bij hem losmaakt. Is een leven in twee culturen tegelijk wel mogelijk? Er is onmiskenbaar een zekere tweespalt. Hij voelt zich aangetrokken tot het leven zoals hij het als jonge man heeft leren kennen en ervan genieten, en tegelijk voelt hij de discriminerende en neerbuigende houding die hij samen met zijn Marokkaanse vrienden soms aan den lijve ervaart. Zoals bij hun uitgangsavond op zondag naar dancing Carré. Marokkanen worden niet binnengelaten. Hem is het wel gelukt. Eigenlijk bij toeval. Maar wat moet hij dan doen met zijn vrienden die buiten gesloten worden. Het vreet aan zijn geweten. Hij voelt zich niet alleen een verrader. Hij verliest er ook zijn vrienden door.
Er is ook de cultuur van de vorige generatie die hem blijft achtervolgen. Er is een onmacht die ingebakken zit in heel de cultuur. Een cultuur waarin emoties niet ter sprake komen. Zeker niet wanneer ze hier in België werk en een huis gevonden hebben. Daarvoor is alleen maar dankbaarheid op zijn plaats. “We mogen wel dankbaar zijn” luidt het telkens weer. Als er iets tegenzit, dan is zwijgen het motto. “Alles gaat goed”. Zwijgen en volharden. Zeker niet in verzet komen. De cultuur van vroeger is hoe dan ook sterker.
De onmacht betekent voor Ish Ait Hamou een uitdaging en een verantwoordelijkheid. Het leven van de vorige generatie was vooral een “overleven”. Hiér zijn ze niet thuis en het moederland is een verloren paradijs. En toch gelooft hij dat de onmacht kan doorbroken worden. Het vergt niet alleen tijd maar ook kracht.

 

Overweging :  Machteloosheid én ook macht delen…

We hoorden hoe heel wat mensen met een sterke fysieke beperking of andere lastige bagage niet de macht hebben om die fysieke realiteit te veranderen, maar ze toch niet zomaar defaitistisch ondergaan. Ze nemen controle over de situatie en slagen erin om een rijk en warm persoonlijk leven uit te bouwen samen met anderen. Ook voor wie zich onbeperkt kan ontplooien is dit een inspiratie. (wat voor de wereld zwak is, heeft God uitverkoren om wat sterk is te beschamen).

Die inspiratie was tastbaar in het programma Vibrato dat onlangs Yolanda Nachtegaele volgde. Zij was jarenlang een gedreven jeugdrechter, tot Parkinson het haar onmogelijk maakte. Ze kreeg de kans om een orkest te dirigeren nu het nog kon. Ondanks de trillende hand, was haar gevoel voor ritme en de uitstraling van de emotie in de muziek fantastisch en meeslepend in al zijn eenvoud. Iemand uit het publiek die eigenlijk niet van klassieke muziek hield, wist zich omver geblazen van de emotie. Een van de violistes in het orkest gaf aan dat ze er moest van huilen: de maestro-van-een-dag had haar aangezet om nog beter viool te spelen. De eerste viool legde uit: wat het orkest van een dirigent niet wil zien zijn grote gestes en fake spel. Maar dit was authentiek en gaf doorleefde betekenis aan de muziek: daar kan een orkest mee aan de slag, daar leven wij musici van. In de vreugde die deze vrouw uitstraalde zagen de muzikanten hun roeping eens te meer bevestigd.

Zo’n authentieke gedrevenheid en succesvol samenspel zijn evenzeer belangrijke succesfactoren als we een maatschappelijke doel willen bereiken. Als we iets willen bijdragen aan het gevecht tegen armoede in Vlaanderen, aan het onderwijs, de zorg, het mobiliteitsprobleem of aan de verzachting van oorlogsellende in Gaza… dan is een sterk gevoel van onmacht onvermijdelijk. Wat kan je nu als individu doen om de oorlog in Gaza te stoppen… En toch is er meer dan totale machteloosheid en kunnen we een kracht ontwikkelen zodat de menselijkheid stand houdt te midden de horror. Machteloosheid verschilt van onmacht zoals eenzaamheid niet hetzelfde is als `alleen zijn’.

Voor Hannah Arendt, een politiek filosofe, kan macht groeien waar men cohesie schept tussen woord en daad: daar ontstaat ruimte waarin men sterk kan zijn. Die cohesie is iets waar menig grote leider mee in de problemen komt. Het is bijzonder moeilijk om vanuit zo’n hoge positie altijd consistent te blijven aan hoogstaande waarden. Zo begrijp ik: “wat voor de wereld dwaas is, heeft God uitverkoren om de wijzen te beschamen, en wat voor de wereld zwak is, heeft God uitverkoren om wat sterk is te beschamen”.

Gelukkig moeten we die nauwe band tussen woord en daad niet op ons eentje neerzetten. Hannah Arendt begrijpt dat macht nooit uitsluitend voorbehouden is aan één persoon. Ook de macht van een ‘politiek leider’ ligt in haar legitimatie door het publiek. Dat publiek – wij dus – heeft dan ook een grote veranwoordelijkheid om valse argumenten te doorprikken. Machtsuitoefening is een vorm van communicatief handelen: het ontstaat door in het openbaar argumenten uit te wisselen en gezamenlijk op te trekken. Macht is gedeelde macht. Ze berust op het vermogen van mensen om samen te handelen en zich te organiseren voor een gemeenschappelijk doel. De ruimte en het gezag hebben om iets goeds te kunnen realiseren is macht. En er is niets verkeerd mee, integendeel men wil iedereen die macht toewensen.

Een stem hebben en mensen organiseren is echter niet iedereen zomaar gegeven. Je moet sterk staan om tegenspraak te uiten in het debat (en de daarbij horende weerslag aan te kunnen). Initiatieven die mensen in armoede ondersteunen om het woord te nemen zijn op dat vlak van onschatbare waarde.
Voor wie eenmaal de hand kan slaan aan de ploeg van een goed gekozen project is het belangrijk om het goede doel voor ogen te blijven houden en te vermijden dat eigenbelang binnensluipt in de concrete motivatie voor diverse beslissingen. Dat kan ontaarden in machtsmisbruik dat verregaand kan ontwrichten. Iets dat voor anderen niet alleen onmacht maar ook machteloosheid creëert. Gelukkig kan zelfs dan het licht nog doorbreken. Wat te ver gaat kan leiden tot een kantelmoment – zoals bij Veerle Dusauchoit. Nu ze zelfs geen diakenopleiding mag volgen – na jarenlange pastorale dienst – daagt ze katholieke kerk op 14 mei voor de rechter. `Ik doe dit niet voor mezelf maar voor heel veel vrouwen weet ze.’

Ik denk ook aan Meini Nicolai die na 30 jaar Artsen Zonder Grenzen straks afscheid neemt als algemeen directeur. Met elke missie in oorlogsgebied zit je al gezondheidswerker in een context van macht die zonder tegenkracht machteloosheid installeert. En toch is zij overtuigd: ‘Wat wij bieden is menselijkheid. We zijn er voor de kwetsbaren’. Ook al kunnen die gezondheidswerkers het oorlogstij niet keren, dankzij hen kleurt die wereld. anders. Zij vertelt: ‘Je ziet ook zoveel mooie dingen. De Palestijnse staf met wie we in Gaza samenwerken: wat een ongelofelijke power gaat van die mensen uit. Zij worden nooit zoals de internationale medewerkers afgewisseld. Zij gaan zolang door. Wel kijk, dat emotioneert mij. Hoe ze dat volhouden. Die kracht, die vind ik van een bovenmenselijke schoonheid.’ Tegelijk blijven zij natuurlijk ook de politieke boodschap uitsturen dat een staakt-het-vuren er moet komen.

Het idee dat wie zwak is, sterk is, … hebben de meeste politici nog niet omarmd voor hun campagne. Toch stel ik voor dat we aan elke partij het lijflied sugereren, dat we hier nu samen zingen:

` Maar die niets hebben, wie zal hen hieraan deel geven?
En die in weelde zwelgen en van niets weten,
wie zal hen naar gerechtigheid doen verlangen?’

 

 
Tafelgebed

Samen aan tafel gaan vormt gemeenschap. Een tafel nodigt uit tot verbondenheid. Het is de plaats waar we het leven met elkaar delen. Alles wat ons ter harte gaat. Vreugde en vriendschap, lief en leed: het krijgt een plaats aan tafel.

We denken ook aan allen die de weg van vergeving zijn gegaan, die nieuwe perspectieven openen en gericht staan naar de toekomst.

Velen zijn ons daarin voorgegaan, lichtende voorbeelden van samenhorigheid door alles heen. Voor allen die samen met ons die weg gaan ontsteken we de kaarsjes.

En ook voor allen die meewerken aan vrede wereldwijd.

Mogen we verenigd zijn rond de tafel die spreekt van Jezus’ leven. De aanwezige in ons midden.

 

Onze vader

Vredeswens

Dat we mogen weten dat diepe menselijkheid gevonden kan worden in alle omstandigheden zolang we erin geloven en mensen het blijven waarmaken. Dat we de macht om dat te realiseren nooit uit handen geven en daarin diepe vrede vinden. Wensen wij elkaar de vrede.

Communie
 

 

Foto G.Vanhercke (detail beeld Louise Bourgeois)