VIERING : MANTELZORG

Dominicus Gent

Zondagsviering 5 oktober 2025

MANTELZORG

 

Goede morgen en welkom.

Vorige zondag werd ons de vraag gesteld: Jezus volgen, wat betekent dat en hoe doe je dat. Een mogelijk antwoord was: Jezus volgen doe je niet blindelings of omdat het je wordt opgedrongen, omdat het moet. Volgelingen van Jezus zijn mensen van vlees en bloed die, vanuit een diepe bevlogenheid, met hart en handen vorm geven aan de boodschap van geloof, hoop en liefde. Of anders gezegd: mensen die, met vallen en opstaan, hun talenten ontdekken en zich inzetten om van deze aarde een plek te maken waar alle mensen gezien en gehoord worden.

Vandaag iets wezenlijks betekenen, laat staan ten goede keren, in die grote boze wereld lijkt ondoenbaar, zelfs hopeloos. En toch … we laten we de moed niet zakken. Laten we ons niet overweldigen door massief geweld, onrecht, misleiding, pijn. Misschien kan het helpen zo nu en dan te focussen op wat we wél kunnen betekenen voor elkaar, voor de mens rondom ons.

In deze viering willen we het hebben over mantelzorg, zonder twijfel een thema waar ieder van ons mee te maken heeft, als zorgbehoevende of als zorgverstrekkende.
Mantelzorg, zorg als een mantel om je heen geslagen. Het beeld hierbij een schilderij van Katrien Windey: het staat voor alles waarvoor we niet onmiddellijk woorden vinden maar hier toch aanwezig willen stellen.

Gij Ene,
bron van licht en warmte,
wees hier aanwezig,
ontsteek uw vuur van liefde in ons midden,
wakker onze hoop op geestkracht aan,
geef ons adem, geef ons leven.
Gij Ene, omarm ons met uw Licht.

Wij zoeken u
Wij zoeken U als wij samenkomen,
hopen dat Gij aanwezig zijt,
hopen dat het er eens zal van komen:
mensen in vrede vandaag en altijd.

Wij horen U in oude woorden,
hopen dat wij Uw stem verstaan,
hopen dat zij gaan verwoorden
waarheid en leven, de bron van bestaan.

Wij breken brood en delen het samen,
hopen dat het wonder geschiedt,
hopen dat wij op hem gaan gelijken
die ons dit teken als spijs achterliet.

Wij vragen U om behoud en zegen,
hopen dat Gij ons bidden hoort,
hopen dat Gij ons adem zult geven:
geestkracht die mensen tot vrede bekoort.

T. Henk Jongerius – M. Mark Joly

 

Mantelzorg versus professionele zorg


Mantelzorg, we kunnen er ons een beeld bij vormen. Een lange mantel die rond de schouders hangt. Kinderen kunnen er veilig onderkruipen en zoeken bescherming bij iemand die ze vertrouwen tijdens onguur weer. Misschien willen ze er wel verstoppertje onder spelen. De mantel of cape roept een zekere vorm van bescherming en warmte op.

Volgens een oude, mooie legende gaf een Romeinse soldaat op een koude nacht de helft van zijn mantel aan een bedelaar. Die nacht verscheen Christus aan hem en zei: ‘Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed.’ Die soldaat, Martinus van Tours, bekeerde zich tot het christendom. Wij kennen hem als Sint-Maarten. Die mantel uit het woord ‘mantelzorg’ is een verwijzing naar de heilige Martinus.

Onder mantelzorgers kan men een hele scala van mensen onderbrengen. Denken we aan de kinderen die hun ouders ondersteunen, grootouders die kleinkinderen opvangen, vrijwilligers die zieken bezoeken, buren die elkaar uit de nood helpen. De vrijwilligers van Thope die kwetsbare mensen en erkende vluchtelingen een steun in de rug geven. Bij Thope noemt men ze ‘om-armers’. Het schilderij van Katrien Windey is een daar een mooie illustratie van.

Mantelzorg was vroeger vanzelfsprekend in een dorp. Ik denk aan Zwijnaarde – ik werkte er jarenlang als thuisverpleegkundige. Zwijnaarde had tot in de jaren tachtig nog een vrij dorps karakter. De brug van Nieuw Gent naar Zwijnaarde maakte een groot verschil tussen stad en dorp.
Door verkavelingen, bouwwoede en het verouderen van de lokale bevolking verdween het dorps gevoel. Ook in de zorg is sindsdien veel veranderd.

Mantelzorg wordt meer en meer professioneel georganiseerd. De regering heeft dit ook begrepen. De kosten van de gezondheidszorg, mede door de vergrijzing van de bevolking, lopen op en kleine lokale initiatieven zijn dan goedkopere alternatieven. Het is belangrijk dat professionele hulpverleners goed communiceren en samen een zelfde doel beogen. Die betrokkenheid heb ik als thuisverpleegkundige vaak mogen ervaren. Regelmatig was er overleg tussen de verschillende hulpverleners, waaronder de mantelzorger, al dan niet in samenwerking met het OCMW-buurtcentrum in Zwijnaarde ‘De Mantel’. Daar leerden we de noden van patiënten kennen.

Als thuisverpleegkundige werd ik vaak opgeroepen om een zorg te verlenen. Dan kom je soms in een situatie waar je merkt dat er veel bredere zorg nodig is. Ik denk aan: nood aan hygiëne, hulp in het huishouden, warme maaltijden. Er is nood aan ondersteuning bij psychische problemen (bvb bij dementie), financiële problemen, rationele moeilijkheden, eenzaamheid…

Als professionele herken je de problemen en ken je de oplossingen. Maar de vooropgestelde doelen bereiken gaat vaak heel langzaam. Het vraagt heel wat tijd om een vertrouwensrelatie met je patiënt op te bouwen. Die relatie is noodzakelijk om delicate onderwerpen aan te kaarten.
Is er al hulp aanwezig en wil de patiënt externe hulp aanvaarden? Niet evident om een vreemde in huis te verwelkomen die het huishouden organiseert.
Kan de partner het aan om voor de zieke te zorgen zonder ondersteunende hulp?
Wil men zijn problemen voorleggen aan een maatschappelijk assistente?
Zijn niet-terugbetaalbare zorgen financieel draagbaar als men geen hulp van een mantelzorger kan krijgen? Er hangt een prijskaartje aan het bezoek van een professionele hulpverlener. Een voorbeeld: zonder operatieve ingreep wordt een oogdruppel aanbrengen door een verpleegkundige niet terugbetaald.

Voor alle problemen die zich aandienen is meestal wel een oplossing voorhanden. De zorgbehoevende krijgt heel veel ineens te verwerken en te beslissen. Soms moet je als professionele hulpverlener én als mantelzorger aanvaarden dat de patiënt geen inmenging van buitenaf verdraagt. Een enkele keer heb ik ervaren dat een patiënt zich nestelt in een probleem waarvoor hij/zij alle aandacht krijgt (wat als mijn probleem opgelost geraakt en ik daardoor alle aandacht verlies?)

De partner van de zieke mag je zeker niet vergeten. Patiënt kan poeslief zijn tegen de hulpverleners maar zeer gebiedend, eisend en nors zijn tegenover de partner. Frustraties worden gemakkelijker geuit tegen degene die ze het liefste zien, die het meest nabij is. Dit kan zwaar om dragen zijn.
Gelukkig is dit niet altijd zo. Je ziet mensen met een glimlach vertellen over het potje koffie dat ze in de De Mantel gedronken hebben of het middagmaal daar hebben gebruikt en en over de kennissen of buren die ze zijn tegengekomen. Men leert elkaar beter kennen en vindt het leuk om terug te keren want samen eten smaakt beter dan eenzaam een opgewarmd gerecht op te eten.
Zo ontstaat er een levende en boeiende gemeenschap waar contacten mogelijk zijn en mensen voor elkaar wat over hebben al is het maar een luisterend oor.

Als verpleegkundige sta je niet alleen in voor het welbevinden van de patiënt. Ik heb vaak mogen samenwerken met lieve en betrokken mantelzorgers. Door de jaren heen heb ik het werk én de waardering voor mantelzorgers zien toenemen. Ik ben blij met het nieuwe dat zich aandient: de vele mensen die elkaar zien staan. Ik zie de hemel opengaan.

 

Ik zie de hemel opengaan

Ik zie de hemel opengaan,
de aarde in het licht
van mensen die elkaar zien staan
Gods eigen aangezicht.

Ik zie de wereld omgekeerd,
het laagste bovenaan,
het ongeziene in het licht,
uit niets groeit Gods bestaan.

Ik zie het lang beloofde land
waar alles wordt gedeeld,
van grond en licht,
van steen tot brood,
wij zijn Gods evenbeeld.

Ik zie een stad van puur kristal,
de leugens zijn voorbij.
Wij leven in doorzichtigheid,
Gods waarheid leven wij.

Ik zie de aarde vol sjaloom
de on- geest weg geleefd!
Ontmaskerd staan wij voor elkaar,
en zie: de vrede leeft.

Tekst Jan van Opbergen – muziek A. R. Reinagle

 

Mantelzorg in de Bijbel


Uit het boek Ruth. Alweer… We kennen het verhaal, het is hier al meer dan eens verteld.

Ruth, schoondochter van Noömi in Bethlehem, neemt de zorg voor haar schoonmoeder op zich. Ze zet zich onvoorwaardelijk in voor het welzijn van deze bejaarde, bittere en hulpbehoevende vrouw. Die wil niet dat Orpa en Ruth, haar schoondochters, haar volgen.

Orpa kuste haar schoonmoeder vaarwel, maar Ruth week niet van haar zijde.
‘Kijk, je schoonzuster gaat terug naar haar volk en haar god,’ zei Noömi, ‘Ga haar toch achterna!’.
Maar Ruth antwoordde:
‘Vraag me toch niet langer u te verlaten en terug te gaan, weg van u. Waar u gaat, zal ik gaan, waar u slaapt, zal ik slapen; uw volk is mijn volk en uw God is mijn God. Waar u sterft zal ook ik sterven, en daar zal ik begraven worden. JWHW is mijn getuige; alleen de dood zal mij van u scheiden!’. Ruth 1,14-17

‘Waaraan heb ik het te danken dat u zo goed voor mij bent, terwijl ik toch maar een vreemdeling ben?’ Boaz antwoordde: ‘Meer dan eens is mij verteld over alles wat je voor je schoonmoeder hebt gedaan na de dood van je man: dat je je vader en moeder en je geboorteland hebt verlaten en naar een volk bent gegaan dat je volkomen onbekend was. Moge JHWH je daarvoor rijkelijk belonen – JHWH, de God van Israël, onder wiens vleugels je een toevlucht hebt gezocht.’ Ruth 2,10-12

 

Ruth en haar schoonmoeder: mantelzorg avant la lettre. Schoonmoeder Noömi heeft zorg en nabijheid nodig en Ruth neemt het op. Ze staat op en gaat ervoor. Ze is de warme mantel waaronder Noömi kan schuilen en de nodige zorg zal krijgen. Mantelzorg, in de overtreffende trap.

Het woord mantelzorg is knap bedacht. Ik voel zowaar de warmte en de geborgenheid. Maar de toepassing, mantelzorg in de praktijk van de gever, hoe voelt dat aan? Is wat je doet als mantelzorger wel zo’n mooi geheel? Of is de zorg die je geeft eerder een lappendeken van vele stukjes, lapjes in tientallen maten en kleuren, met hier en daar een rafelende rand of zelfs iets dat schuurt. Ik hou wel van het beeld dat mantelzorg leveren eerder een groot, veelkleurig lappendeken is. Een lappendeken waarvan ik hoop dat de ontvanger het mag ervaren als een warme mantel…

Zoals zoveel mensen – hier in Dominicus, in talloze gezinnen en families, in de buurt – werd ook ik ‘mantelzorger’. Het voelt een beetje raar om dit zo formeel te zeggen. Alsof ik op een dag besliste: nu word ik mantelzorger. Ik denk eerder dat het mij overkwam. Je ziet een nood, iemand spreekt je aan, er gebeurt iets… En je bent vertrokken. Aanvankelijk spontaan en met mondjesmaat en gaandeweg op regelmatiger basis en soms veel en vaak.

De intensiteit en het soort zorg hangt af van de relatie tussen mantelzorger en zorgbehoevende. Ik heb de zorg voor mijn oude en dementerende moeder helemaal anders ervaren dan de zorg voor een vriend met verslavingsproblematiek of de zorg voor een ouder echtpaar, zonder kinderen noch dichte familie.

Vandaag kijk ik met dankbaarheid terug op de vele jaren van intens betrokken zijn bij al die lieve mensen. Ik bewaar dierbare herinneringen aan elk van hen. Mijn leven werd er rijker, mooier, zinvoller door. Maar ik besef, de tijd vervaagt alle herinneringen, ook de minder mooi en lastige. Ze verliezen hun scherpe kantjes – gelukkig maar.

De heikele punten en problemen bij professionele zorg werden reeds genoemd. Bij mantelzorg zijn het gelijkaardige moeilijkheden. Wil de patiënt zorg aanvaarden? Voor mijn moeder, meer dan 40 jaar weduwe, alleenstaand, zeer zelfstandig: hulp in huis van een verpleegkundige: ja, omdat het niet anders kon. Maar iemand die komt poetsen, eten maken, het huis op orde houden… Zelfs wij, haar kinderen, moesten er niet aan beginnen. Gaandeweg verandert ook de relatie tussen mantelzorger en zorgbehoevende. De rollen worden omgekeerd: het kind wordt de zorgende. Soms is daar dankbaarheid en erkentelijkheid. Soms zijn boosheid, verwijt, onbegrip en verdriet je deel. Ook bezorgdheid: eet moeder voldoende; wat als ze valt; draagt ze haar alarm; is het veilig; heeft ze de huissleutel bij; enz.
En … dat eeuwige schuldgevoel als mantelzorger.

Er zijn ook ouderen of zieken die zich bewust zijn van de nood aan hulp en zelf onderzoeken wat de mogelijkheden zijn. De mensen die aan huis kwamen bij L.&J. werden er hartelijk ontvangen, vaak met een kop koffie en een (lange) babbel. Zelf mocht ik oneindig veel erkentelijkheid en vertrouwen ervaren van hen.
Sommige zaken zijn hoe dan ook delicaat. Als het gaat over geld (teveel of te weinig, geld dat zoek raakt, geld dat er nooit geweest is, … ); over verwachtingen naar andere familieleden of vrienden; over intimiteit; over irreële verwachtingen en mogelijkheden. Mijn moeder die bij elk afscheid in het woonzorgcentrum boos was dat ze niet mee mocht naar huis.

Als mantelzorger kom je ook jezelf tegen. Hoever ga ik mee in wat de ander vraagt of verlangt. Wat ik doe, of net niet, is dat een beetje in balans met mijn gevoel en mijn overtuiging. Ga ik mee op café met de vriend die worstelt met een alcoholverslaving? Kan ik mijn moeder, vriend, kennis voldoende vrijheid gunnen, ook al weet ik dat er zich een ongeluk kan voordoen? Ga ik de weg samen met haar/hem?

Het verhaal van Ruth, die onvoorwaardelijk haar schoonmoeder vergezelt: het is onwaarschijnlijk mooi en … heerlijk Bijbels. We mogen dit verhaal meedragen in ons leven en er kracht en inspiratie in vinden. Het vertrouwen dat Ruth uitstraalt en leeft, getuigt van haar geloof in Iemand die haar draagt en kracht geeft. Oosterhuis schreef een lied over gedragen worden, vallen, opgooien en toch vliegen. In de zorg voor mensen heeft dit lied een bijzondere betekenis voor mij. En ik weet dat hier nog mensen zijn voor wie dat zo is.

 

Die mij droeg

Die mij droeg op adelaarsvleugels
die mij hebt geworpen in de ruimte
en als ik krijsend viel
mij ondervangen met uw wieken
en weer opgegooid
totdat ik vliegen kon
op eigen kracht

T: Huub Oosterhuis M: Bernard Huijbers

 

Mantelzorg, velen van ons hebben er ervaring mee.
In het voorbije halfuur hebben we zeker en vast gedacht aan iemand voor wie we de zorg opnemen: een partner, een familielid, een vriend of een buur. Of misschien weten we onszelf omringd door zorgende naasten.
Ik nodig je uit om de naam van wie je ter harte gaat in gedachte te houden. En wie het wil kan die naam noemen.

 

God,
Geef ze een teken
Laat ze weten
Dat ze niet alleen staan daar.
Wees hen nabij die zich geroepen voelen
om zorg te dragen voor hun medemens.
Wees voor hen een stem om van te hopen,
een kracht om uit te putten en
een liefde om van te leven.
En dit gisteren, vandaag, morgen en overmorgen.
Amen.

 

Gebed naar lied van Stef Bos.

Wat je doet is ver
boven liefde verheven.
Je brengt rust,
bent een rots,
en een lichtpunt
in mijn leven.
Door de warmte die jij
geeft sta ik nooit in de kou.
Dit is een ode,
een buiging
en een lofzang.

Justin Westera 2024 dag van de mantelzorg

 

Zegening

Bevelen wij elkaar in de hoede van de Eeuwige;
Zegene ons de grote NAAM:
Met vrede gegroet en gezegend met licht!

Voor wie zoeken in de stilte
naar een vuur voor hart en handen:
Met vrede gegroet en gezegend met licht!

Voor wie zingen op Gods Adem
van de hoop die niet zal do-ven:
Met vrede gegroet en gezegend met licht!

Voor wie roepen om vrede,
van gerechtigheid dromen:
Met vrede gegroet en gezegend met licht!
Voor wie wachten in vertrouwen
dat de liefde zal blijven:

Met vrede gegroet en gezegend met licht!
Het licht van Gods ogen gaat over u op!
De zon van zijn vrede, als een nieuwe dag!

T. Sytze de Vries
M. Willem Vogel