VIERING : IEDERS BIJDRAGE TELT!

Dominicus Gent

Viering van zondag 16 februari 2025

Ieders bijdrage telt!

 

Laat uw aangezicht over ons lichten
behoed ons
en wees ons genadig.
Laat elk van ons, hier in de kerk of via het scherm,
zich in dit uur van samenzijn gezegend voelen.

Stellen wij ons onder Uw woord.
Stellen wij ons onder Uw licht.

Dit is de derde viering in de reeks ‘evoluties waar we nog niet klaar mee zijn’. In deze viering gaat het over solidariteit én verantwoordelijkheid. Is het waar dat er in onze samenleving teveel mensen profiteren van allerlei uitkeringen? Moeten de hardwerkenden meer beloond worden? Moeten de rijken meer belastingen betalen op vermogen? En wat met ons prachtig sociaal zekerheidssysteem dat nu onder druk komt te staan?

Deze vragen over solidariteit staan in het hart van de Bijbelse traditie.
Laten we ons door deze traditie inspireren. Laten we zingen, om ons verlangen naar rechtvaardige herverdeling aan te wakkeren.

Vervul dit huis
Vervul die huis met hart en geest
met aandacht voor de kleinen.
Dat al wie hier naar binnen gaat
hen noemen zal de zijnen.

Wees hier opnieuw verbeeldingskracht,
geef taal en toon aan dromen,
geef stem aan wat verborgen bleef,
laat hier jouw Rijk maar komen.

Wees kracht en troost voor jong en oud,
dat niemand hoeft te vrezen,
Als zij zich inzet voor jouw Rijk,
want dood heet daar ‘verrezen’.

Tekst Jan Van Opbergen Muziek: “Ons is geboren”.

 

   Uit het boek Deuteronomium 24,14-15

Om de drie jaar moet gij het tiende deel van de oogst van dat jaar naar de stadspoort brengen en daar neerleggen. Dan kunnen de vreemdelingen, de wezen en de weduwen daarvan eten en zich verzadigen. Jahwe uw God zal u daarvoor zegenen bij al uw ondernemingen.

   Uit het boek Handelingen ( Hand2, 42-45 ; Hand 4, 34-36)

Zij bleven trouw aan het gemeenschappelijk leven.

Zo bezat Jozef, die van de apostelen de bijnaam zoon van vertroosting had gekregen, een akker, die hij verkocht en waarvan hij het geld meebracht om het aan de voeten van de apostelen neer te leggen. Aan ieder werd daarvan uitgedeeld naar zijn of haar behoefte. Er was geen enkele noodlijdende onder hen.

   Uit de Tweede brief aan de christenen van Tessalonica 3,6-15

Wij bevelen u, broeders en zusters, in de naam van Jezus Christus, iedere broeder te mijden die arbeid schuwt. Wij hebben bij u geen werk geschuwd en niemands brood gratis gegeten. Ook toen wij bij u waren, hielden wij u telkens deze regel voor: als iemand niet wil werken, zal hij ook niet eten.

Wij hebben namelijk gehoord , dat sommigen bij u werkeloos rondhangen, alle moeite schuwen, maar zich wel met alles bemoeien. In de naam van Jezus Christus gebieden en vermanen wij zulke mensen, dat zij regelmatig moeten werken en hun eigen kost verdienen.

Wij drukken u op het hart, wijst de leeglopers terecht. Streef naar wat goed is voor elkaar en voor alle mensen. ( 1 Tess 5, 12)

   Uit Handelingen 6,1
Toen het aantal leerlingen toenam, ontstond er op een gegeven moment ontevredenheid bij de Griekstaligen, die de Hebreeuwssprekenden verweten dat de weduwen uit hun groep bij de dagelijkse ondersteuning werden achtergesteld.

Overweging

Mensen zijn, bijbels gezien, geroepen om vrij te zijn, vrij om verantwoordelijkheid op te nemen. Om te werken, te zorgen voor het eigen gezin, voor de eigen familie én voor de samenleving. Dat veronderstelt dus ook: er niet op uit zijn om te profiteren van het werk van een ander.

De bijbel vraagt niet alleen persoonlijke verantwoordelijkheid, maar ook een bijdrage aan een rechtvaardige samenleving. Dit betekent: een systeem van herverdeling, voor die mensen die het niet redden op eigen houtje. Die ziek zijn of oud. Ze worden in de Bijbel genoemd: de arme, de weduwe, de wees, de vreemdeling.

De evangelist Lucas hoopte dat wie veel bezit had, dit zou verkopen om te herverdelen. Af en toe gebeurde dit en dat was een bron van grote vreugde. Dat is de vrucht van een ‘leven vanuit de Geest’ in die eerste christengemeenten. De sterkste schouders die het meeste konden en wilden dragen.
Telkens was het een zoektocht: “Wordt er voor de Griekssprekende weduwen wel even goed gezorgd als voor de Hebreeuwssprekende weduwen? “
En we horen de scherpe terechtwijzing van ‘de leeglopers’.

Die leeglopers worden vandaag ook wel ‘profiteurs, luiaards, nietsnutten…’ genoemd.
In onze samenleving, waarin het individu verantwoordelijk gesteld wordt voor al dan niet goed leven, hebben we vlug een oordeel klaar over werklozen, langdurig zieken, … mensen die afhankelijk zijn van een of andere uitkering.

Ik denk aan iemand uit onze dichte kring, ik noem haar Leen.
Leen is 50, enig kind, complicaties bij de geboorte, liefdevolle ouders die een lang en lastig parcours afleggen om te aanvaarden dat hun dochter opgroeit met beperkingen.
Leen huurt een sociale woning en werkt in een maatwerkbedrijf. De laatste jaren afgebouwd tot 3 halve dagen in de week. Maandelijks ontvangt ze een uitkering (een inkomensvervangende tegemoetkoming o.w.v. haar beperking) plus het loon voor haar 3 halve dagen werk.
Enkele maanden geleden beslist Leen om te stoppen met werken. Ze heeft er goed over nagedacht, het gaat niet meer, het houdt op.
Voor de mensen rondom haar gaan alle alarmbellen af.
Leen, stoppen met werken! Weet je wel wat dat betekent?
3 halve dagen, dat is al zo weinig.
Je bent pas 50, nog veel te jong om niets meer te doen.
En weet je wel wat dit financieel betekent?
Je hebt veel angst, akkoord. Maar opnieuw aankloppen bij je therapeut kan misschien soelaas brengen.
Heb je dit al besproken op het werk?
Enz.

De vragen en bedenkingen werden zeer omzichtig uitgesproken tegenover Leen. Maar in onze hoofden klonken ze luid en heftig. Ook in mijn hoofd. Tot ik het verhaal vertel aan iemand hier in Dominicus.
Ik krijg een ander soort bedenkingen en vragen te horen en meteen ook de kans om mijn vooroordelen bij te stellen.
Misschien gaat het écht niet meer voor Leen, is ze al lang aan het eind van haar kracht. Haar angsten komen misschien wel voort uit spanning op het werk. Werk dat haar misschien boven het petje gaat? Ook een maatwerkbedrijf ontsnapt niet altijd aan de ratrace.
Ik besef dat ik, en velen met mij, beïnvloed ben door de ideeën over werken, geld verdienen, loon naar werk. Rondom mij zie ik voldoende voorbeelden van mensen voor het helemaal niet lukt om zich in te passen in de heersende arbeidscultus.
Hoe komt het dat werken voor sommigen te zwaar weegt?
Kennen we achterliggende oorzaken?
Willen we die wel kennen en meenemen in de organisatie van werkgelegenheid?
Zijn er flexibeler systemen mogelijk?
Wij drukken u op het hart, wijst de leeglopers terecht, zegt Paulus.
Voor Leen en voor de velen in een gelijkaardige situatie voegt hij er aan toe:
streef naar wat goed is voor elkaar en voor alle mensen. Ik mag het hopen, de hemel die opengaat, de aarde in het licht van mensen die elkaar zien staan, Gods eigen aangezicht…

Ik zie de hemel opengaan.

Ik zie de hemel opengaan,
de aarde in het licht
van mensen die elkaar zien staan,
Gods eigen aangezicht

Ik zie de wereld omgekeerd,
het laagste bovenaan,
het ongeziene in het licht,
uit niets groeit Gods bestaan

 

Drie bedenkingen…

Zoals het verhaal van Leen aangeeft, zijn er mensen die niet meekunnen in de ratrace van onze samenleving. Gelukkig voor hen, zijn er uitkeringen. Dit solidariteitssysteem moet echter betaald worden via belastingen, betaald door de werkende mensen én hun werkgevers.

De nieuwe regering vindt dat er te veel mensen zijn die profiteren. Dat te veel mensen niet willen werken en bijgevolg ook niet billijk bijdragen. Daarom moeten mensen dus méér, en langer, aan het werk. En ondertussen gaat deze regering besparen, vooral op de uitkeringen en pensioenen.

1.
België is een land met heel veel zwart werk: 13% van onze economie zou in die grijze zone zitten. (Oostenrijkse onderzoeker schat dit veel hoger in dan eigen regering) Ik ken zelf ook redelijk wat mensen die een uitkering krijgen en ondertussen hard werken en goed bijverdienen in het zwart: in de bouw, in poetsdiensten, in de horeca. Ik heb daar grote moeite mee. Ik vind dat zulke mensen de sociale zekerheid misbruiken en belastingen ontlopen. Zij dragen te weinig bij.

Aan de andere kant: Wie profiteert er van hun arbeid? Wie wil al deze diensten? En is het voor bv. een koppel met een klein pensioen nog betaalbaar om tuinonderhoud of herstellingen ‘in het wit’ te laten uitvoeren?

2.
Onze ervaring met vluchtelingen wijst uit dat de meeste vluchtelingen na een tijdje werk vinden. Maar sommige vaders met grote gezinnen willen niet werken. Wie laaggeschoolde arbeid doet, houdt soms minder geld over voor zijn gezin, dan met een leefloon. Of heeft door te werken maar een klein beetje meer geld. Omdat die ongeschoolde arbeid zo slecht betaald wordt, omdat je nog extra kosten hebt voor vervoer, én omdat wie werkt, bepaalde toelagen verliest.
Het gaat toch niet op dat iemand die werkt op het einde van de maand minder overhoudt dan iemand die niet werkt.

Maar: wat zou ik zelf doen in een situatie waarin werken zo weinig loont? Zou ik mij ook settelen in een leefloon en veel kindergeld, of daarnaast nog hard werken in het zwart en bijverdienen zodat ook ik voor mijn groot gezin een auto kan kopen?

-Een ander voorbeeld : Als je bv. met twee of drie leefloners tijdelijk wil samenwonen om de hoge huurkost te delen, dan loop je in veel steden het risico dat je leefloon verlaagt. Omdat je als samenwonend wordt gezien. Het OCMW van Gent is daar voorlopig nog soepel in, maar in Antwerpen bv. veel minder. Solidariteit wordt zo bestraft. Vanuit de wooncoalitie Gent proberen ze deze regels te veranderen: zodat samenhuizen wél zou kunnen.

3.
Ik ben absoluut voor verantwoordelijkheid. Voor iedereen. Een samenleving opbouwen vraagt eigenlijk ieders bijdrage, via betaalde arbeid of vrijwilligerswerk. Maar ook de superrijken moeten billijk bijdragen . En dat is wereldwijd niet het geval. Een internationale groep economen kon, na veel strijd, eindelijk bekomen dat de allergrootste techbedrijven toch 15% belast zouden worden . Omdat techbedrijven zoals google momenteel bijna niets betalen.

Ook onze regering noemt de meerwaardebelasting van de grootste vermogens een ‘solidariteitsbijdrage’. Ik vind dit een leugenachtig woord. Alsof die rijksten- die zeer weinig belastingen betalen op aandelen en eigendommen- nu plots solidair worden door die kleine bijdrage. Belastingen op arbeid blijven veel zwaarder dan belastingen op vermogen.

Ik ken iemand die bij hele grote bedrijven belastingcontrole doorvoert. Zij komt bij fraudeonderzoek tegenover een bataljon juristen te staan. Haar ervaringen overtuigen mij dat de rijken alles, maar dan ook alles zullen doen om te ontsnappen aan de kleinste en doodnormale vorm van menselijke solidariteit. Het grote geld zal nooit uit zichzelf bereid zijn om eerlijke belastingen te betalen.
Maar toch kiest de politiek daar niet voor. In het nieuwe regeerakkoord wordt evenveel geld begroot voor fiscale fraude als voor sociale fraude. Hoewel fiscale fraude vele malen groter is dan sociale fraude.

Herverdeling was en is altijd een moeilijke opdracht.
De bijbel spoort in het boek Deuteronomium aan tot een structurele bijdrage van 10% van de oogst. Dat was toen een hoog percentage. Voor onze sociale zekerheid dragen veel werkenden veel meer bij, maar niet de rijksten.

‘Nie pleuje,’ zeggen de profeten. De allerrijksten móéten bijdragen en mogen zich niet langer verrijken op kap van de armsten.
‘Nie pleuje,’ neem uw eigen verantwoordelijkheid , klonk het in de eerste christengemeenten, waar men de leeglopers waarschuwt die wel kunnen, maar niet willen werken.
‘Nie pleuje,’ zegt Jezus, als het gaat om solidariteit met de arme, de weduwe, de wees en de vreemdeling.
Wij willen deze Bijbelse oproep ter harte nemen. Wij eren hier alle mensen die met zachte kracht gestalte geven aan verantwoordelijkheid, herverdeling en solidariteit.

 

Ik zie de hemel opengaan

Ik zie het lang beloofde land,
waar alles wordt gedeeld,
van grond en licht,
van steen tot brood,
wij zijn Gods evenbeeld.

Ik zie een stad van puur kristal,
de leugens zijn voorbij.
Wij leven in doorzichtigheid,
Gods waarheid leven wij.

Ik zie de aarde vol sjaloom,
de ongeest weggeleefd.
Ontmaskerd staan wij voor elkaar.
En zie: de vrede leeft.

Tekst: Jan van Opbergen Muziek: A.R. Reinagle

 

Tafeldienst


In navolging van Jezus van Nazareth

rond de tafel van brood breken en wijn delen,
houden we voor ogen,
alles wat goed is voor elkaar,
voor alle mensen,
voor deze wereld.
Brood en wijn, vrucht van de aarde, werk van mensenhanden,
teken van verregaande solidariteit.
We weten ons verbonden met de vele mensen,
dichtbij en veraf, die hun leven breken en delen.
We denken aan de zieken, de mensen die zorgend nabij zijn.
En we gedenken onze lieve doden.
Laten we aan tafel gaan.

Rondgang bij het delen

Slechts het brood
dat wij te eten gaven
zal ons verzadigen.

Slechts de gevangene
die wij verlosten
zal ons bevrijden.

Slechts het gewaad
dat wij wegschonken
zal ons bekleden.

Slechts de zieke
die wij bezochten
zal ons genezen.

Slechts het water
dat wij te drinken gaven
zal ons verkwikken.

Slechts het woord
dat leed verzachtte
zal ons troosten.

Tekst Tullio Consalvatio Muziek Bernard Huijbers

 

Slotgebed

Gij die heet:
“Ik zal er zijn voor jou”
Ik zal er zijn jou, arme,
voor jou, weduwe, wees en vreemdeling.
Laat Uw naam heilig zijn in ons leven
en een leidraad voor ons doen en laten.
Zegen ons en laat dit samenzijn
vrucht dragen.

Lied om mee te gaan.

Wij moeten gaan, aan t’ lied van bevrijding
voegden we weer een eigen refrein,
zagen rondom de glans van herkenning
hoe we elkaar tot verbondgenoot zijn.
Vonden het Woord, eerder gehoord
als nieuwe bron op eigen terrein.

Laten we gaan. Geloof in de zegen
die onze God steeds toegezegd heeft,
in niemandsland soms worstelend verkregen
maar die ons hoop, moed en waakzaamheid geeft.
Neem van hier mee, het vaste idee
Licht blijft de kern, vaak tastend beleefd.

Neem bij het gaan de mantel van vrede
die we behoedzaam om mogen slaan,
waarin de Naam vol kleur is geweven,
vage beschutting in mensenbestaan.
In de woestijn, vruchten en wijn:
vrede en zegen! Laten we gaan.

T: Gonny Luijpers M: Herma Bulder