VIERING : BIDDEN VOOR DE AARDE

Dominicus Gent

Viering van zondag 30 maart 2025

VASTEN IN RELATIE TOT AL WAT LEEFT

Bidden voor de aarde

 

Gij, liefdevol Mysterie,
Gij, onzichtbaar Aanwezig in het heelal,
en in het allerkleinste leven.
Gij, tedere omarmer van al wat bestaat,
stort uw krachtige liefde over ons uit,
opdat ook wij het leven en de schoonheid omarmen.

Verbind ons met uw Geest in vrijheid en vrede,
dat wij niets of niemand beschadigen
en als broers en zusters samenleven.
Open onze ogen en oren, ons hart en onze handen
Voor wie uitgestoten zijn, de armsten en kwetsbaarsten.

Gij, wilt heel de schepping zien groeien en bloeien,
Genees ons daarom van alle hebzucht,
Behoed ons voor onverschilligheid,
Dat wij de aarde die ons vormde niet vernietigen,
Maar ze dankbaar en verwonderd waarderen,
Maak ons tot beschermers van al wat bestaat.

Liefdevolle God,
Geen van uw schepselen op deze aarde vergeet Gij,
Ook wij zijn geschreven in de palm van uw hand.
Toon ons onze plaats in deze wereld,
Verbonden met al wat leeft.
Wek in ons blijvende dankbaarheid en verwondering,
Schenk ons de zachte kracht om de aarde en de armen te beminnen.
En, maak ons tot instrumenten van scheppende liefde.

Gebed uit Laudate Si, bewerkt.

 

Ga mee met ons

Ga mee met ons, trek lichtend ons vooruit
naar tijd en land door U ooit aangeduid.
Leef op in ons, de mens die leven moet,
een die de toekomst heeft die leeft voorgoed.

Ga mee met ons, verberg U niet altijd,
gun ons een flits, een teken in de tijd,`
dat U nog leeft, nog steeds om mensen geeft
en zonder wanhoop voor de vrede leeft.

Ga mee met ons. Wie zijn wij zonder U?
Een mens gaat dood aan enkel toen en nu.
Licht op in ons, wees vuur en vlam van hoop,
houd steeds in ons de toekomstmens ten doop.

T: Jan van Opbergen – M: W.H. Monk

 

Jesaja 58, 1-12

De Heer zegt:
Jullie vragen mij, ‘waarom merkt u niet dat wij vasten en ons van alles onthouden?’
Omdat jullie op vastendagen handel drijven en jullie arbeiders afbeulen,
omdat jullie strijden en ruziën en met elkaar op de vuist gaan.
Daarom word je stem niet gehoord in de hemel.
Is dát een dag van onthouding als iemand zich met een rouwkleed neerlegt in het stof?
En:
Is niet het vasten dat ik verkies: misdadige ketenen losmaken, de verdrukten bevrijden en het juk breken?
Is het niet: je brood delen met de hongerige, onderdak bieden aan armen zonder huis, iemand kleden die naakt rondloopt, je bekommeren om je medemensen?
Schenk de hongerige wat je zelf nodig hebt en onthaal de verdrukte gul, dan wordt je duisternis als het licht van het middaguur.
Je zult dan zijn als een goed bevloeide tuin,
als een bron waarvan het water nooit opdroogt.
Dan zal men je noemen: herbouwer van de stad.

Marcus 2, 18-20
De leerlingen van Johannes en de farizeeën hadden de gewoonte regelmatig te vasten. Er kwamen mensen naar Jezus toe die hem vroegen: ‘Waarom vasten de leerlingen van Johannes en van de farizeeën wel, maar uw leerlingen niet?’ Jezus antwoordde: ‘Bruiloftsgasten kunnen toch niet vasten zolang de bruidegom bij hen is? Nee, zolang ze de bruidegom bij zich hebben, kunnen ze niet vasten. Maar er komt een dag dat de bruidegom bij hen wordt weggehaald, en dan is het hun tijd om te vasten.

 

De twee teksten lijken tegenstrijdig, terwijl ze in elkaars verlengde liggen. Vasten was voor de joden religieuze plicht. Jezus wist wat vasten was. Na zijn doopsel trok hij naar de woestijn. En maakte zijn levenskeuzes: niet voor bezit maar voor geestelijke waarden, niet als heerser maar als dienaar, niet voor macht maar voor liefde. Pas dan trok hij naar Galilea en verkondigt de blijde boodschap: ‘bekeer u, en geloof: ‘nu’ is de tijd om het Rijk Gods’ te beleven. Nu de bruidegom er is, gaat het bruiloftsfeest door. Daarom kan er ongeremde, feestelijke overvloed heersen. Dezelfde overvloed van de broodvermenigvuldiging en van de bruiloft van Kana. Jezus beleeft zowel bij het vasten als bij het goede leven in het Rijk Gods dezelfde dankbare verhouding tot de ‘Vader’.

Is de kern van religieus vasten niet ‘bidden met ons lichaam’? In de bijbel wordt bij elk belangrijk levensmoment gevast: offer, strijd, feest. Ook sabbat was in zekere zin een vorm van vasten. Zich onthouden van iets: voedsel, seks, werk, handel, reizen, om de juiste verhouding met binnen- en buitenwereld bewust te herstellen. Om met lichaam en ziel, hart en verstand opnieuw de weg te vinden. Op zoek naar de juiste verhoudingen met zichzelf, anderen, de omringende wereld. Vasten is alleen afkeer omdat het vreugdevolle toekeer naar iets beters is. Dus: ‘als je vast: was je hoofd en zalf je haar’, straal van vreugde, zoals Jezus vraagt.

Broederlijk Delen roept ons op om ‘vasten’ te begrijpen als bekering tot liefdevolle zorg voor de aarde en voor al haar kwetsbare bewoners.
Franciscus schrijft in ‘Laudato Si’: Dat we weliswaar een zeer specifieke soort zijn op aarde, maar er tegelijk diep mee verweven zijn, zelfs zo dat verwoestijning ons ziek maakt en een uitstervende diersoort als zelfverminking voelt. Franciscus veroordeelt scherp de ontstane ongelijkheid. ‘De vernederende miserie zonder kans eraan te ontsnappen van sommigen’, en ‘anderen die zich waardiger achten en niet weten wat te doen met hun bezit en pronken met hun superioriteit en een spoor van verspilling achterlaat dat de planeet kan vernielen. (L.S. passim, p. 60-61, nrs 89,90).
Toen ik dit las, dacht ik eerst dat het niet over mij ging, maar over anderen. In welke mate gaat dit over mij? Ons?

Broederlijk Delen heeft het over in Europa verboden ‘pesticiden’ die nu ‘dus’ uitgevoerd worden naar Zuid-Amerika. En kortgeleden was te lezen dat de waterbekkens voor drinkwater in West-Vlaanderen werden afgesloten om dreigende vervuiling met pesticiden te vermijden. Om over nitraten en Pfas te zwijgen.
De aarde schreeuwt de mensenwereld toe: het vuil staat jullie tot aan de lippen! En niet enkel wegens milieuvervuiling en opwarming werd onze wereld de jongste jaren geen prettiger plek. Sommige politieke leiders blijken ronduit schurken die mensenrechten en het internationaal recht aan hun laars lappen.

Wat te doen?

Het interviewboekje van de Franse filosoof/socioloog Bruno Latour (1947- 2022) deed me aan Cardijn denken. B. Latour was in zijn studententijd lid van de JEC (KSA). Het motto van de katholieke actie was: ‘zien, oordelen, handelen’. Niet als chronologische fasen in een verandering, maar in voortdurende wisselwerking met elkaar. Zo niet, zien en doen we vooral wat we al menen te kennen/kunnen. Want onbewuste vooroordelen zijn sterker dan we denken en pas al doende leren we de realiteit echt kennen. Latour vroeg zich af hoe het komt dat we sinds 70 jaar de milieuproblemen kennen, ze zien toenemen en we aan die grootste bedreiging voor de mensheid veel te weinig doen. Hij ontwikkelde een methode die gelijkt op zijn wetenschapsfilosofisch onderzoek. Die paste hij toe met divers samengestelde groepen. Hij vroeg de deelnemers: ‘Waarvan, van wie ben je afhankelijk om te bestaan en te overleven? Maak een lijst van zaken waarvan je afhankelijk bent. Je bent wat je nodig hebt. En wat je nodig hebt is de definitie van je territorium’. Eigen afhankelijkheden opschrijven en met anderen bespreken dus.
Ga er maar aan staan.
Wat eet ik? Waar en door wie geteeld? Hoe en door wie vervoerd? Waar en waarom gekocht? En doe dit ook voor: kledij, wonen, werken, vakantie, vervoer, enz.
Beschrijf dus eerst je eigen afhankelijkheidssituatie, pas dan kan je beginnen begrijpen waar de feitelijke (empirische) economische en politieke knooppunten zitten.

Die bewustmakende zoektocht brengt ongetwijfeld ook onaangename waarheden over onszelf én over complexe structuren aan het licht. Alleszins is het een manier om niet in de lucht te fietsen, maar ‘te landen’ in de realiteit; de realiteit van jezelf en van het systeem van onderlinge afhankelijkheden waar je deel van bent. Op sommige afhankelijkheden heb je persoonlijk vat, op andere niet of nauwelijks. De laatste soort vraagt om maatschappelijke keuzen en machtsverwerving. Machtsverwerving is politiek. Broederlijk Delen meent dat de omslag mogelijk wordt met 25 % overtuigden. Politiek is een andere dimensie dan persoonlijke bekering en machteloze liefde. In de politiek is evangelische inspiratie een paradox: tegelijk noodzakelijk en onmogelijk. Daarover moeten we verder nadenken.

 

Dat ik aarde zou bewonen

Dat ik aarde zou bewonen
niet op vleugels als een arend,
niet in schemer als een nachtuil,
niet kortstondig als een bloem

niet op vinnen onder water,
niet gejaagd en niet de jager,
niet op hoeven, niet met klauwen,
maar op voeten twee

om de verte te belopen,
om de horizon te halen
en met handen die wat kunnen:
kappen, ruimen, zaaien, oogsten;

met een neus vol levensadem,
met een buik vol van begeren,
met een hoofd niet in de wolken,
wel geheven naar de zon

om te overzien die aarde,
haar te hoeden als een kudde,
haar te dienen als een akker
en te noemen bij haar naam.

Dat ik ben, niet meer of minder,
dan een mens, een kind van mensen,
een van velen, een met allen,
groot en nietig, weerloos vrij

om te zijn elkaar tot zegen,
om te gaan een weg van dagen,
liefdes weg, die ooit zal leiden
naar een menselijk bestaan.

T: Huub Oosterhuis – M: Tom Löwenthal

 

Wat te doen?
Nadenken over de paradox van de evangelische inspiratie als paradox: tegelijk noodzakelijk en onmogelijk.

De toestand van de wereld nodigt niet uit tot optimisme. Integendeel. Moedeloosheid en onverschilligheid, maar ook wantrouwen en angst steken de kop op. Voor heel wat groepen in de samenleving wereldwijd staat het water aan de lippen. Figuurlijk en vaak ook letterlijk.
En toch. Het lied dat we net zongen mag niet verworden tot ijdel verlangen of zinloze hoop.
Deze aarde bewonen, haar te hoeden als een kudde, te dienen als een akker. Om elkaar tot zegen te zijn, liefdes weg, die ooit zal leiden naar een menselijk bestaan.
We hebben het samen gezongen: in alle beperktheid en onvolmaaktheid willen we steeds opnieuw de weg gaan.
I

k denk terug aan de avond met Dick Boer, 2023, hier in de Blaisantkerk.
Dick Boer is theoloog en was jarenlang predikant in de DDR. Voor hem is theologie onlosmakelijk verbonden met een linkse maatschappijvisie (lid van Christenen voor het Socialisme e.a.). Boer vertelde ons over zijn fundamentele hoop op een ‘wereld anders’ en de diepe ontgoocheling, de mislukking van het socialistisch ideaal rond samenleving en klimaat. ‘Wat valt er nog te hopen in deze wereld ?’. Zijn verhaal kan ik niet meer helemaal reconstrueren. Maar één gedachte heb ik onthouden en laat mij niet meer los. Dick Boer stelt: ook als alle hoop verdwenen is, ook als we God kwijt zijn, dan is er nog steeds de Thora. En die Thora is te DOEN. Thora waarin beschreven staat hoe, door de geschiedenis heen, mensen steeds opnieuw op weg gaan. Met vallen en opstaan.

Thora doen, hoe begin j’er aan?
Jesaja zet ons op weg: misdadige ketenen losmaken, de verdrukten bevrijden, je brood delen met de hongerige, onderdak bieden aan armen zonder huis, iemand kleden die naakt rondloopt, je bekommeren om je medemensen.
In de Bergrede bij Mattheus geeft Jezus een gelijkaardige levensopdracht mee.
Ik denk dat, ondanks alles, ‘Thora doen’ een antwoord biedt op de tegenspraak dat het evangelie tegelijk noodzakelijk en onmogelijk is. Zelfs als je God kwijt bent; zelfs als pijn verdriet, onmacht je overmeesteren; zelfs als je de hoop opgeeft. Zelfs dan zingt mijn hart, kan ik het niet laten. Ik moet van u zingen zolang ik leef.

 

Zing zeg ik tegen mijn hart,
maar ik kan het toch niet laten,
ik moet van u zingen zolang ik leef.

T: Gabriel Smit – M: Berre van Thielt

 

Thora doen betekent ook: bidden voor de aarde, de klimaatzaak behartigen met heel je hart en met al je verstand. Dat gaat beslist niet vanzelf en levert al te vaak een teleurstellend resultaat. Hier botsen we opnieuw op wat noodzakelijk is en onmogelijk lijkt. Ons best doen, oneindig veel zorg dragen en toch geconfronteerd worden met mislukking. Maar ook dan is alle mogelijke zorg het waard.
Hier vooraan staat een mooie mand met kleurrijke viooltjes en … enkele bloemkolen. Een ongewone combinatie mét een bijzonder verhaal, een familieverhaal.
Mijn schoonvader werd na zijn pensioen een gedreven tuinier. In de kleine serre zaaide hij elk jaar vier bloemkolen, één voor alle kinderen. Ik weet dat bloemkolen kweken bijzondere zorg vraagt: voorzaaien, verspenen, voedsel geven, water, … Voor een mooie witte bloemkool moeten de bladeren zorgvuldig opgebonden worden. Zorg én geduld is nodig. Pas na 3 à 4 maanden kan je oogsten. Opa was bedreven in de kunst van bloemkolen kweken. En toch … Ondanks alle zorg en kennis ging er soms iets mis. Te warm, te koud, koolwitjes, … Soms was er niet voor elk gezin een bloemkool. Opa deed zijn best maar had niet alles in de hand. Ook zonder mooi en tastbaar resultaat (een bloemkool) werd zijn inzet zeer gewaardeerd, was zijn zorg het waard.
Zelfs dan zingt mijn hart, kan ik het niet laten.

 

Zing zeg ik tegen mijn hart,
maar ik kan het toch niet laten,
ik moet van u zingen zolang ik leef.

T: Gabriel Smit – M: Berre van Thielt

 

Tafeldienst

We danken voor de aarde die ons maakte en voedt.
En danken we voor deze tafelgemeenschap met Jezus van Nazareth.
Laat ons zoals hij voor ons, levend voedsel zijn voor elkaar.
Hier en nu samen, ‘van goede machten trouw en stil omgeven’ (D. Bonhoeffer).
Vertrouwen we ons met lichaam en ziel, hart en verstand toe aan die goede machten
Zo wordt waar wat Hij ons toezegde:
‘Waar er twee of drie in mijn naam samen zijn, ben ik in hun midden’.

Daarom:
In heilige verbondenheid met alle geliefden die ons in leven en dood voorgingen;
Verbonden met alle christenen die dit mysterie vieren;
En met allen die zorg dragen voor elkaar en voor de aarde;
Verbonden met alle slachtoffers van de moordende oorlogen en van rampen:
Doden, gewonden, gegijzelden, gevangenen, weduwen, wezen, . . .

Durven wij te zingen:


Gezegend zijt Gij, levende God

Gezegend zijt Gij levende God
omwille van Hem de zoon van de mensen,
Gezegend zijt Gij levende God
omwille van Hem de zoon van de mensen,
woord en gestalte van uw heerlijkheid,
beeld en gelijkenis van uw trouw,
woord en gestalte van uw heerlijkheid,
beeld en gelijkenis van uw trouw,
die werd vernederd en gebroken,
die werd verheven in uw licht,
die werd vernederd en gebroken,
die werd verheven in uw licht,
die wordt gehoord, die wordt geleefd,
die komen zal in deze wereld,
die wordt gehoord, die wordt geleefd,
die komen zal in deze wereld,
die ons een nieuwe naam zal geven,
die onze weg is door de dood,
die ons een nieuwe naam zal geven,
die onze weg is door de dood,
die wij herkennen, die wij verkondigen
hier in het breken van het brood.
die wij herkennen, die wij verkondigen
hier in het breken van het brood.

T: Huub Oosterhuis – M: Tom Löwenthal

 

Slotlied

Van grond en vuur

Van grond en vuur zult Gij ons maken,
hoog op rotsen aan levend water,
van geur en smaak, van licht en stem,
uw evenbeeld.

Volk dat in duisternis gaat,
mensen met stomheid geslagen,
het zal geschieden zegt Hij,
dat zij weer glanzen als nieuw.
Van licht en stem zult Gij ons maken,
uw evenbeeld.

Niet meer beklemd en verdeeld
niet meer in woorden gevangen
een en gekend en bevrijd
eindelijk mens zal ik zijn.
Van licht en stem zult Gij ons maken,
uw evenbeeld.

Daar staat de stoel van het recht,
daar zal staan de tafel der armen,
dan is de dag van het lam,
zie, Ik kom haastig zegt Hij.

Van grond en vuur zult Gij ons maken,
hoog op rotsen aan levend water,
van geur en smaak, van licht en stem,
uw evenbeeld.

T: Huub Oosterhuis – M: Antoine Oomen