VIERING : VRIJHEID VAN/VOOR/VANUIT…

Dominicus Gent

Viering van zondag 23 maart 2025

Vrijheid van, vrijheid voor, vrijheid vanuit…

 

Welkom op deze derde zondag van de vasten. 
We willen samen de weg van bevrijding gaan en laten het pad oplichten door het Licht van de paaskaars. Zo herinneren we ons de bij uitstek vrije mens, Jezus van Nazareth.
We steken de paaskaars aan.
Laten we tot inkeer komen en dankbaar bidden:

Grote Naam, Levensbron, Zoon van God en Mensenkind, Geest van vrijheid,…
Dank om ons hier samen te brengen.
Gij noemt ons Uw kinderen
Wij zijn kwetsbare beelden van U
Gij breekt ons open en behoedt ons voor verstarring
Gij houdt niet op een nieuw begin te maken
Gij maakt ons vrij voor het goede
Gij maakt ons vrij voor elkaar
Dank om wat U in ons wakker maakt aan dromen en mogelijkheden.
Blijf ons nabij.

De veertigdagentijd is bij uitstek een periode van toeleven naar bevrijding. Een periode waarin we onze afhankelijkheid onder de loep nemen om een vrijer mens te worden.
In een cyclus van 3 vieringen rond het thema vrijheid is het vandaag de tweede. In de eerste viering hadden we het, aan de hand van het Bijbelverhaal over de bekoringen van Jezus, over vrijheid tussen moed en wanhoop. Mooi samengevat in de vredeswens: “dat we durven loskomen van de vele kleine en grote dingen die ons onnodig binden om ongecompromitteerd naar waarheid te zoeken en te leven en daarin een diepe vrede vinden.

Vandaag wordt het een meditatieve viering waarin we veel ruimte willen laten voor persoonlijke bezinning over de aangeboden teksten. We vonden een mooi aanbod in een oud lees-en werkboekje: Wie zegt gij…?  

Wellicht was het meest opvallende aan Jezus’ nieuwe levenspraxis toch zijn vrijheid. Dat Jezus een opmerkelijk vrij mens is geweest en dat dit een diepe indruk heeft gemaakt op zijn leerlingen komt naar voren in talrijke episoden, gelijkenissen en uitspraken die in herinnering aan Hem werden bewaard. We hoeven ook maar even te lezen wat Paulus over de nieuwe vrijheid schreef: ”Christus heeft ons vrijgemaakt om in de vrijheid te blijven… Broeders, gij zijt tot vrijheid geroepen(Gal.5.1.13). Maar ook Johannes: ”Als de Zoon u vrij maakt, zult ge werkelijk vrij zijn” (Jo.8.36).

Waarin bestond nu die vrijheid van Jezus, die blijkbaar zo aanstekelijk werkte op zijn leerlingen?
Je zou er een dubbele dimensie kunnen in ontdekken:
Jezus was VRIJ VAN maar Hij was ook VRIJ VOOR.
Over die twee aspecten willen we nadenken om tenslotte iets te zeggen over de bron, de grond van die nieuwe vrijheid, met de vraag VRIJ VANUIT…?  

 

Drempelgebed

Vg.: Die ons geroepen hebt, die ons nog zoekt,
Ons aanziet, ons wilt kennen:
Allen: Wij die niet horen, vluchten en zwijgen,
wek ons tot leven!

Vg.:Die aan ons vasthoudt, ons leven ten goede:
Allen: Sta ons voor ogen! Doe ons elkaar zien zoals Gij ons ziet!
Vg.: Die ons geroepen hebt
Allen: Hoor ons gebed!

 

VRIJ VAN…

De verbazing moet wellicht het sterkst geweest zijn bij het vaststellen van Jezus ’vrijheid ten aanzien van de Wet, De Traditie, de Voorschriften, en de Tempel:
Waarom eet Hij met zondaars en tollenaars?
Waarom eten zijn leerlingen met onreine handen?
Waarom blijft Hij staan praten met vrouwen?
Waarom geneest Hij op Sabbat?
Waarom laat Hij toe dat zijn leerlingen aren plukken op Sabbat?

Om de volle draagwijdte van Jezus’ vrijheid ten aanzien van wet en voorschriften te begrijpen kunnen we best één van die verhalen lezen die vertellen hoe Jezus in conflict komt met zijn omgeving.
Markus vertelt ons hoe Jezus op een dag in de synagoge een man ontmoet met een verschrompelde hand en hoe in het oog wordt gehouden. Zou Hij die man op Sabbat durven genezen? De zaak is voor Jezus belangrijk genoeg om een conflict niet uit de weg te gaan. Hij vraagt de man niet om ’s anderendaags terug te komen of om even in een zijgangetje te gaan staan. “Kom in het midden staan, ”zegt Hij, en tot de mannen van de wet: ”Is het niet eerder geoorloofd op Sabbat goed te doen dan kwaad?” Hun verstokte zwijgen op die vraag maakt Jezus tegelijk toornig en bedroefd, zegt Markus. Hij bekijkt hen één voor één en geneest de man.

Hier wordt wel duidelijk waar het Jezus eigenlijk om gaat:
Geen anarchistische opstelling tegenover de wet
Geen vrijheid om de vrijheid
Maar vrijheid omwille van de mens
Zonder goede wetten en structuren gaat het de mens niet goed: daarom moeten zij er zijn, niet omdat zij belangrijk zijn, maar omdat mensen belangrijk zijn! Je zou kunnen zeggen dat voor Jezus niets heilig was, tenzij God…en de mensen van God.

Vrijheid omwille van de mens is duidelijk de drijfveer van Jezus. Hij maakt zich daarmee duidelijk niet geliefd. En dat is ook wat veel mensen meemaken die oproepen om voorbij de regels, tradities te kijken wanneer die tot mensonwaardige toestanden leiden.
Ze worden als rebellen, terroristen beschouwd, of op zijn minst als gevaarlijk voor de maatschappij. Denk maar aan Romero, aan Zr. Jeanne Devos en zovele anderen die opkwamen tegen verstikkende en mensonterende regels en gewoonten. bv de slavernij.

In Londen ontmoetten we (tijdens de reis met de Interlevensbeschouwelijke Werkgroep Gent) Allison Kerr, een Joodse dame die, samen met kinderen en nabestaanden van de holocaustslachtoffers, demonstraties organiseert tegen de Israëlische regering en oproept tot stoppen met het bezetten en van Palestijns grondgebied en de genocide van de Palestijnen. Omdat ze dit niet zomaar kunnen laten gebeuren, vanuit hun overtuiging dat deze manier van omgaan met mensen niet kan/mag. Dat er geen redenen zijn om zo mensonwaardig met anderen om te gaan.
Ze heeft het niet met zoveel woorden gezegd, maar het is duidelijk dat ze daarvoor veel riskeert. Maar dat weerhoudt haar niet om voort te doen. Omwille van het mens zijn met en voor anderen maakt ze zich vrij van het meegaan in het discours over de zogezegde veiligheid die gebruikt wordt als alibi om wat ze doen te rechtvaardigen.
En ik vermoed dat ze die kracht haalt uit haar geloofsovertuiging, uit de Thora.

 

VRIJ VOOR…

Je mag Jezus ’vrijheid niet eenzijdig zien als louter vrij-zijn-van.
Even verbazingwekkend was zijn vrij-zijn-voor. Zijn hele leven was: er zorgend zijn voor anderen. Het vrij-zijn voor betekent onbegrensd beschikbaar zijn voor de mensen. En nog meer beschikbaar voor diegenen voor wie niemand beschikbaar was.

Hoe vaak laten Bijbelverhalen ons een Jezus zien die blijft staan, die tijd heeft, die VRIJ is voor het onverwachte en ingaat op de nood van het ogenblik en de uitnodiging van de situatie. Geen reisdoel en geen plannen kunnen belangrijker zijn dan deze éne mens, hier, nu. Hij schakelt mensen niet in zijn vooropgezet actieplan/ieder totaliserende benadering van mensen is hem vreemd. Zij moeten zelf weten en ontdekken wat ze willen. Hoe dikwijls hoor je Hem zeggen: ”Wat wilt gij dat ik voor u doe?” Jezus helpt mensen zelf te zien, met hun eigen ogen, en Hij gunt hen ook de tijd. Voor Jezus hebben mensen blijkbaar geen verleden, alleen maar toekomst. Jezus aanvaardt, bevestigt, vergeeft…” een keten van bevrijdende daden.” Zo’n bevrijding gaat heel diep: dan wordt het feest in het hart van de mens; dan herleeft hij en wordt een nieuwe mens.

Tot dit weldoend en zorgend beschikbaar zijn voor de mensen behoren ook de wonderen die Jezus verricht. En de grootste genezende kracht blijkt dan nog steeds de liefde te zijn. Zij geneest verkrampte mensen, prestatiemensen, consumptiemensen, geweldmensen, vastgelopen mensen, geslagen mensen, uitgerangeerde mensen, eenzame mensen…In de nabijheid van Jezus wordt alleen goedheid en erbarmen ervaren. Zijn bestaan is, is in menselijke taal en menselijke nabijheid, de onvoorwaardelijkheid zelf van de liefde.

 

 HOE VER TE GAAN?

Hoe ver te gaan? En of er wegen zijn?
Nooit meer gebaande.
Hoeveel paar voeten zijn zij? Twee, drieduizend.
Nog bijna slaven, vreemden voor elkaar.
Kreupelen, blinden.
Maar met iets in hun hoofd dat stroomt en licht geeft.
De zon zal hen niet steken overdag.
Bij nacht de maan niet.
Zij stoten zich aan stenen. Niemand draagt hen.
Omdat zij willen leven als nog nooit –
Angstig te moede
Zijn zij gegaan met grote hinkstapsprongen.
Niet hier hun vaderland, en schaamteloos
Wagen zij alles.
Soms wordt woestijn oase waar zij komen.
Vrijheid ontkiemt in hen, gloeit aan, dooft uit,
Zal weer ontvlammen.
Zij blijven kinderen, zij worden groter.
Hun stoet is zonder einde en getal.
Tel maar de sterren,
Zij weten van de Stad met Fundamenten.

tekst: Huub Oosterhuis; muziek: Antoine Oomen

 
Dit lied schetst voor mij het proces dat we allen doorlopen als mens, maar ook als gemeenschap, in het proberen vrij te worden voor.
We zijn op stap, ergens op weg in de bewustwording van wat ons belemmert om vrij te kunnen zijn/kiezen voor anderen. Als we dat doen, weten we niet altijd wat ons te wachten staat, moeten we soms op onbegane wegen onze weg zoeken. Hoe ver gaat je engagement? En zijn anderen al in dezelfde omstandigheden geraakt? Hoe losten zij dat op? Zal ik het uithouden? Is dit wel OK?

Het gaat dikwijls met onze moed, onze overtuigingen of onze krachten op en af: het leven gaat met vallen en opstaan. Met hinkstapsprongen. Maar iets in ons blijft stromen: het visioen van de bijbelse belofte: een leven waar het goed is voor iedereen. Dat het kan, dat we daaraan ons steentje kunnen bijdragen, houdt ons op de been.
Maar dat visioen zal door iedere generatie weer waargemaakt moeten worden, door individuen en door de gemeenschap.
En gelukkig staan we er niet alleen voor, er zijn veel voeten met ons onderweg, en samen weten we van de stad met fundamenten.

 

VRIJ VANUIT…

Jezus ’unieke vrijheid bloeit op uit zijn unieke verhouding tot God. Hier zit het geheim van zijn vrijheid. Deze verhouding tot God maakt de dieptedimensie uit van zijn leven. De bevrijding die Jezus aanbiedt is de bevrijding van godswege. Jezus spreekt God steeds aan als “Abba”, ”lieve Vader”. Zo’n Abba-beleving heeft niets te maken met een naïef vluchten voor de werkelijkheid. Het is een leven opbouwen vanuit een fundamenteel vertrouwen dat je aanvaard bent, niet zomaar door gelijk wie, maar door de grond van het leven zelf, door God. Daaraan vasthouden ook als je het niet meer ziet (Mijn God waarom heb je mij verlaten) is niet gemakkelijk; maar het betekent een nieuwe wijze van leven: geheel VRIJ-VAN en VRIJ-VOOR.

Nooit hadden mensen iemand zien leven als Jezus: zo vrij! Daarom gingen ze ook zo leven en geleidelijk leerden ze ook dat woord stamelen:”Abba”

 
We hadden het bij de voorbereiding over: vanuit welke overtuiging/waarden proberen mensen in vrijheid te kiezen om voor anderen te zorgen dichtbij of veraf? Om voor hun waardigheid op te komen, hen als gelijken te zien. Om te proberen plekken te creëren waar mensen zoveel mogelijk waardig kunnen leven.
Als je met mensen spreekt uit zeer verschillende religies of levensbeschouwingen hoor je dat ook zij deze waarden belangrijk vinden en velen zetten zich daar voor in. Het is duidelijk dat deze waarden algemeen menselijk zijn.
Zelf stimuleert mijn geloof in de boodschap van Jezus mij om te proberen om consequent te blijven, om keuzes te maken, maar voor anderen is dat vanuit een andere bron: Thora, Koran, andere religieuze tradities, medemens zijn ..
Ik denk dat de bron van waaruit we vertrekken anders is, maar wat we doen uiteindelijk naar hetzelfde leidt: een menswaardig bestaan proberen te realiseren voor zoveel mogelijk mensen.

Je kan die bronnen ook Liefde noemen. Zoals we dat zingen in het lied: als vrijheid was wat vrijheid lijkt

 

Als vrijheid was wat vrijheid lijkt, wij waren
De mensen niet die wij nu angstig zijn –
Wij zaaiden bronnen uit in de woestijn
Wij oogsten zeeën zonder te vervaren.
Wij, tussen moed en wanhoop. Waarom weten
Wij wel wat leven is maar leven niet?
Soms gaan wij op de vleugels van een lied
En durven onze zwaartekracht vergeten.
Verlangen, pijn van onbekende duur:
Turen de verte in, niet kunnen laten
Een stad te zien, een tuin, doorschijnend water –
Dan valt de nacht over het middaguur.
Maar voorgevoel van liefde duurt het langst,
Heugenis aan het woord in den beginne,
Licht – ongebroken valt het bij ons binnen.
Even zijn wij ontkomen aan de angst.
Als vrijheid was wat vrijheid lijkt, wij waren
De mensen niet die wij nog angstig zijn.
Wij zouden niet meer vluchten voor de pijn
En voor de grootste liefde niet vervaren.

Tekst: Huub Oosterhuis; muziek: Bernard Huijbers

 
Tafelgebed 

 We gaan aan tafel, de plaats waar mensen samenkomen, hun dromen en angsten delen, elkaar bemoedigen en dragen. Dat is al sinds oudsher zo, en dat doen we vandaag weer. Samen met jullie hier aanwezig, met de mensen die meevieren via het scherm. We dragen elkeen mee op onze tocht. Ook hen die, waar ook ter wereld, proberen vrij te worden van wat hen tegenhoudt om een vrij mens te worden. Voor hen steken we het solidariteits-kaarsje aan. En ook de kaarsjes in de doopschaal, waarmee we hen in herinnering brengen die ons voorgingen op de weg naar menselijkheid.

Jezus liet ons op die laatste avond voor zijn dood zien waar het op aankomt: breken en delen in dienstbaarheid aan de ander. Deze gebaren herhalen we hier iedere zondag opnieuw, als teken om niet te vergeten, om ons te verbinden met Hem, met zijn leven.
We zingen daarom als tafelgebed: Rondgang bij het delen 

Slechts het brood
dat wij te eten gaven
zal ons verzadigen.

Slechts de gevangene
die wij verlosten
zal ons bevrijden.

Slechts het gewaad
dat wij wegschonken
zal ons bekleden.

Slechts de zieke
die wij bezochten
zal ons genezen.

Slechts het water
dat wij te drinken gaven
zal ons verkwikken.

Slechts het woord
dat leed verzachtte
zal ons troosten.

T. Tullio Consalvatio M. Bernard Huijbers

 

Onze Vader

Vredeswens
Moge vrijheid de weg verlichten naar vrede, waar ieder hart zonder angst kan kloppen en elke stem zonder vrees mag klinken.

Afsluitend gebed 

Wie anders
Wie anders
zou de wereld dragen
dan zij die van de aarde houden
in een zachtaardige omarming.

Zij die knielend groter worden.
De wakenden
onder de sterren
bewogen door een stem
hun ingeschapen
als hun eigen adem.
Die niet willen kunnen
niet willen geloven
dat van de liefde
één korrel vergaat.
Zwaartekracht
houdt hen niet gevangen
Licht trekt hen op
uit de groen.
Op een dag is het waar,
hemel en aarde
door niets of niemand te scheiden.

En mensen als deze,
overal opgestaan.

Kris Gelaude

 

 

Slotlied

Nu nog met halve woorden, hier en daar,
kijkend in donk’re spiegels, bijna waar,
blijven wij vreemden die zien en weer vergeten,
doen in den blinde wat moet, maar ongeweten.
Dan, eenmaal, wordt, wat niet bestaat:
wij zullen opengaan,
en zien en horen, oog in oog,
van mens tot mens verstaan.
Weten voorbij aan alle angst en schijn
en liefde, liefde zal geen woord meer zijn.
Lichaam en zwijgen genoeg, en onze namen
rusten in licht als leeuw en lam tesamen.
Nu nog verslaafd, dan waar en vrij,
ontketend, onverbloemd.
Nu nog in tranen, dan getroost
en met mijzelf verzoend.

tekst: Huub Oosterhuis; muziek: O Heer die daar; bewerking: Bernard Huijbers