VIERING : BEZIELEND LEIDING GEVEN

Dominicus Gent

Viering van zondag 21 jan 2024

BEZIELEND LEIDING GEVEN

 
Meer dan ooit heeft men nood aan authentieke leiders die gezag hebben. En dat is iets anders dan macht. Gezag waarop men kan vertrouwen, dat gericht is op rechtvaardigheid en bevrijding, dat mensen in beweging kan zetten zonder hen naar de mond te praten. Leiderschap dat een duurzame vrede kan helpen bewerkstelligen, verschillen kan helpen overbruggen. Leiders die een profetische stem kunnen zijn. Die het verschil durven maken. En ook de consequenties dragen.

Iedereen die met mensen omgaat geeft soms leiding en ontvangt soms leiding. Ouders die hun kinderen opvoeden hebben een leidinggevende taak. In elke groep zitten mensen die leidinggeven, waarbij die rollen ook soms omgedraaid kunnen worden.

We willen in de komende vieringen nadenken over verschillende aspecten van leiderschap. In de volgende weken focussen we op ‘Bezielend leiderschap’, ‘Activistisch leiderschap’ en ‘Vrouwelijk leiderschap’. Vandaag staat ‘Bezielend leiderschap’ centraal.

Het licht van de paaskaars staat symbool voor verrijzenis. Maar ook voor vurig leiderschap, verbeeldingskracht, creativiteit. We plaatsen ons onder dat licht.

We zingen om vervulling, verbeeldingskracht en troost.  

 
Vervul dit huis met hart en geest
met aandacht voor de kleinen.
Dat al wie hier naar binnen gaat
hen noemen zal de zijnen.

Wees hier opnieuw verbeeldingskracht,
geef taal en toon aan dromen.
Geef stem aan wat verborgen bleef,
laat hier jouw rijk maar komen.

Wees kracht en troost voor jong en oud,
dat niemand hoeft te vrezen
als hij zich inzet voor jouw rijk,
want dood heet daar ‘verrezen’.

T. Jan van Opbergen M. “Ons is geboren”

 

LEZING: 1 Timoteus – 3 fragmenten uit vers 8-13

Een diaken moet zich waardig gedragen. Hij moet oprecht zijn, mag niet overmatig veel wijn drinken en niet hebzuchtig zijn… Hij moet eerst op zijn geschiktheid worden getoetst; pas daarna, als blijkt dat hij een onberispelijk mens is, kan hij zijn dienst verrichten… Degenen die hun dienst goed verrichten, verwerven aanzien en kunnen door hun geloof in Christus Jezus vrijuit spreken.


Over familiebedrijven zegt men wel eens dat de 1e generatie opricht, de 2e generatie uitbouwt en de 3e generatie afbreekt. 3 tot 5% van de familiebedrijven houden het 4 of meer generaties vol. Als je aan die ondernemers vraagt wat hun geheim is, dan is het antwoord dat “je jezelf steeds moet blijven heruitvinden”.

Jullie begrijpen het wel, ik kom uit een heel ander wereld dan de meeste mensen in deze kerk. Daarom is het net boeiend om vanuit dat perspectief eens te kijken naar ondernemend en bezielend leiderschap in de beginnende kerk en in de loop van haar geschiedenis. Hoe houdt die het al 2000 jaar vol? Maar ik moet me beperken tot 1000 woorden… Dat is een uitdaging.

Wat me zo boeit aan de handelingen van de apostelen en de vele brieven die volgen op de 4 evangeliën is dat ze dikwijls concreet advies bevatten voor de organisatie en het functioneren van die startende christelijke gemeenschappen.

Lukas, Paulus, Petrus, Jacobus en collega’s schrijven in de Handelingen en in hun brieven voor het model van een soort huiskerk. Met per regio of stad een oudstenraad en een gemeenschap die op één plaats samenkomt als een geestelijk huisgezin.

Wat me boeit is de dynamiek en de creativiteit die van deze brieven uitgaat. Hoe ze probleemoplossend denken. Hoe ze de koers uitzetten, beslissingen nemen. Hoe ze openstaan voor ideeën van anderen. Hoe ze samenwerken, elkaar ondersteunen en interne conflicten aanpakken.

Wat me ook boeit is hoe de christenheid zich in de dynamiek van de geschiedenis steeds opnieuw heruitvindt en bij de tijd brengt. Ik denk aan Augustinus, Franciscus, Erasmus, Luther en Calvijn.

En ik vind het economisch model van sommige kloosters en abdijen een interessant en boeiend domein. Dat is helemaal anders dan de parochiale organisatie van bisdommen. Kijk maar naar de Trappistenabdijen die naast hun biddend leven ook een bloeiende economische activiteit hebben. Dat vergt een andere dynamiek. De Trappisten volgen de regel van Benedictus van Nursia. Ora et labora. Bid en werk.

En dat brengt mij naadloos bij een boek met de titel ‘Bezielend leidinggeven’, geschreven door Anselm Grün, een Benedictijnermonnik. Grün was meer dan 20 jaar kellenaar van de abdij van Münsterschwarzach. Dat is de zakelijk leider van een klooster. Hij adviseert ook managers van bedrijven. Grün gaat uit van een bijzonder managementmodel: de 1500 jaar oude Regel van Benedictus. En die is nog altijd heel actueel.

Benedictus van Nursia beschrijft in zijn kloosterregel heel hoe de kellenaar zijn taak moet vervullen en de verschillende aspecten van leidinggeven. Het boek bevat 7 hoofdstukken en meer dan 50 thema’s. Over de eigenschappen en stijl van leidinggeven. Over hoe je met mensen en dingen omgaat. Over het doel van leidinggeven. Ik geef 4 voorbeelden uit het hoofdstuk ‘Leidinggeven is dienen’.

Grün citeert uit de regel van Benedictus over de kellenaar: ‘Hij moet over zijn eigen ziel waken en steeds het woord van de apostel in gedachten houden: Wie zijn taak goed volbrengt krijgt aanzien. Hij moet een nooit aflatende zorg voor zieken, kinderen, gasten en armen hebben; hij moet ervan doordrongen zijn dat hij hierover bij het laatste oordeel rekenschap moet afleggen.’

Je eigen ziel bewaken

Benedictus zegt dat de kellenaar zijn eigen ziel moet bewaken. Hij bedoelt daarmee dat je niet uitsluitend bezig moet zijn met de opdrachten en met de ‘buitenkant’ maar ook met de ziel. Met de binnenkant van een mens. Daarom heeft een mens stilte nodig, om de zachte stemmen van de ziel te horen. De dagelijkse meditatie is een voorwaarde om je werk goed te doen. Ik ken heel wat bedrijfsleiders die vanuit dat perspectief meditatie als een vast agendapunt inplannen. Je eigen ziel bewaken is een voorwaarde voor een stijl van leiding geven die mensen niet alleen een financiële beloning biedt maar ook een geestelijke.

De spiritualiteit van leidinggeven

Benedictus citeert in zijn regel uit de eerste brief van Paulus aan Timoteüs: Degenen die hun dienst goed verrichten, verwerven aanzien (een ereplaats) en kunnen door hun geloof in Christus Jezus vrijuit spreken.

Deze woorden zijn gericht aan de diakenen. Met de ereplaats die de diaken krijgt als hij zijn werk goed doet wordt niet alleen de positie in de gemeenschap bedoeld. Er wordt ook een innerlijk niveau bedoeld. Om je taak als leider goed te vervullen is een innerlijke groei nodig. Goed leiderschap is daarom ook een spirituele weg en niet zomaar een methode.

Creativiteit wekken

Leidinggeven is een dynamische taak die tot doel heeft in medewerkers creativiteit te wekken. Een leidinggevende moet zijn collega’s bezielen. Dat kan door de betekenis van het werk duidelijk maken. En dat is veel meer dan reageren op fouten van medewerkers. Daarom zegt Benedictus dat de kellenaar verbinding met zijn ziel moet hebben, met de bron van de Heilige Geest die in hem opborrelt en waaruit hij nieuwe ideeën put. Daarom is het belangrijk dat een leidinggevende steeds weer bereid is, zich samen met anderen te laten bijscholen en elkaar te inspireren.

De tijdsgeest aanvoelen

Benedictus verwijst in zijn regel naar de zorg die de kellenaar moet hebben voor de ‘armen’. Dat kan je vandaag verstaan als de sociale verantwoordelijkheid die bij de taak van een leidinggevende hoort. Hoe kunnen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan zinvol werk geholpen worden? Productie omwille van economische redenen naar het buitenland verplaatsen is fantasieloos. Hoe pak je dat aan?

Grün verwijst in zijn boek dikwijls naar Lance Secretan, een wereldautoriteit op het vlak van inspirerend leiderschap en bedrijfscultuur. En hij citeert: ‘Elk bedrijf, elke organisatie moet zich steeds weer afvragen of het de tijdsgeest aanvoelt, of er recht gedaan wordt aan wat mensen nodig hebben en of er voldoende geput wordt uit de bronnen van de eigen medewerkers…’

Er valt nog heel veel te zeggen, maar ik eindig met een oproep aan leiders van alle levensbeschouwingen: Bewaak de ziel, wek de creativiteit op, voel de tijdsgeest aan en blijf jezelf steeds heruitvinden. Trek mensen uit de schoot, noem hen mens, doe weten dat ze gaan kunnen …”

 

 

 Lied van weg en omweg

Die mij getrokken uit de schoot
mij mens genoemd hebt en geëigend
mijn ogen wende aan het licht

mijn voeten zette dat ik stond
mij hebt doen weten dat ik gaan kon
dat ik zou komen waar Gij zijt

die als ik neerzit aan de kant
van weg en omweg, moe en dorstig,
mij overschaduwt met uw Naam

die toen ik neerlag in het stof
mij hebt omgeven met uw duister
dat geen gedierte mij verslond

die ongezien mij trekt tot U
U zal ik ongezien vertrouwen –
laat mij niet over aan mijzelf.

T. Huub Oosterhuis / M. Antoine Oomen

 

LEZING: 1 Petrus 5 vers 1 – 5

De oudsten onder u vermaan ik, oudste evenals zij en getuige van het lijden van Christus, tevens deelgenoot van de heerlijkheid die geopenbaard zal worden: weidt de kudden van God waarvan gij de herders zijt; hoedt haar zoals God het wil: van harte en niet uit dwang, met toewijding en niet uit winstbejag. Speelt niet de baas over hen die aan uw zorgen zijn toevertrouwd, maar toont u een voorbeeld voor de kudde. Dan zult ge, als de opperherder verschijnt, de nooit verwelkende krans van de heerlijkheid ontvangen. Evenzo, gij, jongeren, onderwerpt u aan de oudsten. Trouwens, allen moeten zich in de omgang met elkaar laten leiden door nederigheid, want God weerstaat de hovaardigen, maar aan de nederigen geeft Hij genade.

 

De brief dateert van het einde van de 1ste eeuw en is gericht aan gemeenten waar vooral bekeerde heidenen leven. Deze nieuwe christenen worden niet echt vervolgd maar ervaren wel plagerijen, achterstelling, verdrukking. De auteur, vermoedelijk een volgeling van de apostel Petrus, benoemt en erkent de situatie van de leden. Hij wil, naast enkele praktische richtlijnen, deze christenen vooral moed inspreken. Moed om vol te houden in de lastige omstandigheden waarin zij leven. Hou vol, geef niet op. De zogenaamde Petrus eindigt zijn schrijven toekomstgericht, met perspectief én met nog enkele zinnen met goede raad.

Het zijn aanbevelingen aan de oudsten over hoe de kudde te ‘weiden’, te ‘hoeden’ zoals God het wil. Met de belofte van goed leven, ons aangezegd.

Als we de tekst een beetje ontdoen van de ‘gezwollen’ taal ontdekken we bruikbare raad voor vandaag. Richtlijnen die perfect aansluiten bij de eerste overweging: de regel van Benedictus en hoe deze aanbevelingen te hanteren door leidinggevenden vandaag.

Begeleidt mensen van harte, niet uit dwang. Toegewijd, maar niet uit winstbejag. Speel niet de baas maar wees een voorbeeld. Het zijn regels voor de kellenaar in de abdij maar voor ieder van ons doenbaar en herkenbaar in alle sectoren van onze samenleving én voor ons persoonlijk leven.
De laatste zin, vers 5, zet mij aan om na te denken over hoe leiding te ontvangen.
Evenzo, gij, jongeren, onderwerpt u aan de oudsten. Trouwens, allen moeten zich in de omgang met elkaar laten leiden door nederigheid.

Leiding geven, ‘bezielend’ leiding geven veronderstelt ook leiding ontvangen.
Hoe kijk ik naar de leidinggevende? Sta ik open voor wat iemand mij te bieden heeft? Stap ik van harte en trouw mee in de richting van het vooropgestelde doel? Beantwoord ik het appél om verantwoordelijkheid te dragen, onder leiding van …?

Er zijn nog veel meer vragen te stellen bij ‘hoe leiding ontvangen’. Het is bovendien boeiend te ontdekken dat bezielende leiding een bezielende ontvangst genereert.

De voorbije weken las ook u ongetwijfeld over een acteur wiens droom het is om de Vierde Symfonie van Brahms te dirigeren. Het hele verhaal wordt breed en wijd verteld maar één zinnetje uit een interview bracht mij bij het thema van bezielend leiderschap. De dirigent moet uiteraard competent zijn: partituren instuderen, de vele verschillende instrumenten laten schitteren, een eigen stijl ontwikkelen. Hij moet de leden van het orkest gericht aansturen. Maar hoe? Niet op autoritaire of dictatoriale wijze. Degand zegt: ‘Je moet de muzikanten de vrijheid geven en hen uitnodigen. Dirigeren is uitnodigen…’ Mooi, vind ik dat. Leiding geven/krijgen mogen ervaren als een uitnodiging om het beste van jezelf te geven vanuit jouw persoonlijke competentie.

Van Timotheüs hoorden we: Een diaken moet zich waardig gedragen. Hij moet oprecht zijn, mag niet overmatig veel wijn drinken en niet hebzuchtig zijn.

Benedictus heeft het in zijn regel ook over wijn drinken. Hoeveel mag een monnik per dag drinken? Hij stelt voor ‘een halve per dag’. Een halve wat? Een halve liter? Een halve beker? Een half vat? Er staat geen volumemaat bij. De monnik bepaalt zelf of hij al dan niet wijn drinkt en hoeveel hij drinkt. Afhankelijk van het tijdstip, de behoefte, het werk dat wacht, de voorraad. De leidinggevende zorgt voor voldoende orde en overschouwt het geheel. Tegelijkertijd bouwt hij vrijheid en flexibiliteit in voor de ontvanger.

Bezielend leiding geven én ontvangen wil ik illustreren met iets uit de alledaagse praktijk.
Wekelijks ga ik naar Planeet Mars, een Gentse dansschool. Tango, salsa, … en ook dans voor 55+ers (geriaters raden deze vorm van bewegen aan want goed voor de conditie maar ook voor het geheugen en de coördinatie). K’robics, een dik uur bewegen, dansen, o.l.v. Koen. De dansleraar voorop en een 25-tal danslustigen staan voor de kamerbrede spiegel. De muziek speelt. Drie minuten opwarming. En dan …dansen, elke week een nieuwe choreografie. Koen begint en de deelnemers doen gelijk mee. De leraar heeft de choreografie opgedeeld in behapbare stukken. Hij begint met de eerste bewegingen, als de groep voldoende mee is, volgt een tweede reeks en zo verder tot we de hele dans kennen/kunnen. Elkeen voert uit volgens eigen mogelijkheden. (de oudste deelnemer is ruim 80+). De leraar vertraagt waar nodig, herhaalt waar vraag is, komt naast een danser voor een lastige pas. Alles zonder luid geroep, zonder gescandeer van ritme enz.

Soms geeft hij een woord uitleg bij een liedje, maakt een grapje of wijst er iemand op dat ze boos kijkt. Na +/- 50 minuten dansen we de hele choreografie samen, traag en dan weer in een snel tempo. De wijze waarop we begeleid worden van niets naar iets, van opwarming naar een volledige dans is … heilzaam. Er is respect voor ieders kunnen en inzet. Zonder enige vorm van rivaliteit of afgunst. Er heerst een warme, gemoedelijke sfeer. Mensen zijn er zo vriendelijk. En elke keer opnieuw zijn we blij met het resultaat. Het doet deugd. Sommigen hebben hun grenzen kunnen verleggen, hun hoofd leeg gemaakt, weg van de dagelijkse sleur en zorgen. En er wordt gezorgd voor elkaar.

Volgende zondag, op dit uur, wordt in Planeet Mars het leven gevierd van Mia, de moeder van Koen. Mia danste elke week met ons mee, staande voor een hoge barkruk deed ze de oefeningen mee die voor haar haalbaar waren. Ze overleed op 6 januari. En voor haar zullen ze zondag dansen.

Ik trap een open deur in als ik zeg dat leiding geven, leven geven en leven delen is. Dit hele ‘dansverhaal’ is voor mij een metafoor voor wat leven kan en mag zijn. Iemand die voorgaat, het beste van zichzelf wil geven en delen met de mensen rondom. Het is ook de kans krijgen om zelfkennis op te doen, kracht én moed ontdekken om te doen wat moet, wat kan. Om te groeien (zelfs als 55+). Voor mij een dierbaar, bijbels gegeven.

Oosterhuis dichtte er een versregel over. Wie zijn leven niet wil geven, niet wil delen met zovelen …

 
Wie zijn leven niet wil geven,
Niet wil delen met zovelen
Met een ander, gaat verloren.

Wie wil geven wat hij heeft,
Die zal leven, opgegeten,
Die zal weten dat hij leeft.

Tekst: Huub Oosterhuis Muziek: Bernard Huijbers

 

Tafelgebed  

Gij die de stomgeslagen mond verstaat
van alle stervelingen die wij zijn,
wij roepen U de naam toe van een mens,
Jezus, de zoon der mensen Uw geliefde.

Nooit sprak een mens als hij,
in hem verstonden wij uw bestaan
de zin van ons bestaan.
Hij is Uw woord geweest,
hij heeft volbracht alle gerechtigheid,
een mens voor allen.

Om zijnentwil zie ons, dit uur bijeen.
Zie alle stervelingen van de wereld,
waar onze doden zijn, verkoold, verwaaid,
vragen wij U hebt Gij hen nog gezien?

Waarom genadeloos vernietigd worden,
de armsten van de wereld, uw geliefden;
waarom wij die met weinigen bezitten
wat allen toebehoort, uw woord niet doen,

geen wereld maken die in vrede is,
een nieuwe orde van gerechtigheid.
Gij die ons hebt gezegd wat leven is:
te doen wat goed is, recht, elkaar bevrijden. 

Gij, levende God
om Jezus van Nazareth.
Die op de vooravond van zijn sterven
met zijn vrienden aan tafel was.
Hij nam brood, dankte, brak het en deelde het uit
met de woorden:
Neemt en eet,
dit is voor u mijn lichaam,
mijn hele leven.

Ook voor de beker met wijn dankte hij
en gaf hem rond.
Dit is het teken van de nieuwe verhouding
tussen God en mensen, zei hij.
Drink hiervan tot mijn gedachtenis.

Gij die dit woord ons ingegeven hebt,
een bron van kracht en moed en zeker weten,
Gij die het licht in ons geschapen hebt:
dat niet de duisternis ons overmeestert.

Dat niet het laatste woord is aan de dood,
Gij die tot hier ons vasthoudt in het leven,
Gij die ons afgestemd hebt op uw stem,
Gij die ons hebt geschapen naar U toe,

Gij die ons zocht, nog voor wij om U riepen,
Gij die gezegd hebt dat Gij ons zult vinden,
wij roepen U de naam toe van uw mens,
Israël, deze aarde uw geliefde.

T: Huub Oosterhuis M: Antoine Oomen

 

Onze Vader

Vredeswens
Vrede is een kwestie van rede en liefde. Vrede en liefde zijn werkwoorden… Alleen door rede én liefde kunnen we mensen en samenlevingen verbinden en conflicten ontmijnen. Dat vergt bezielend leiderschap. We wensen elkaar vrede en alle goeds.

Communie

Slotlied 

Uit staat en stand en wijsheid losgewoeld.
Omgewaaid. Ontwortelde plataan.
Toen heeft hij licht onder zijn schors gevoeld,
een vlaag van knoppen die op springen staan.

Uit jij en jou en woorden weggevlucht.
Ergens heengejaagd. Boomgrens voorbij.
Op adem komen in de dunne lucht,
je eigen hartslag horen. Vogelvrij.

Uit eigen aard en huid naar iemand toe,
onontkoombaar. En niet wonen meer
tot ik Hem, Hij mij vinden zal, en hoe –
een zee van dromen gaat in mij tekeer.

T Huub Oosterhuis
M Antoine Oomen