Verbeelding en werkelijkheid (3)

Dominicus gent

Viering van zondag drie juli 2016

Verbeelding (3)

 

Goedemorgen en welkom in onze zondagsviering.

We zijn aan de derde viering in een reeks van drie aangekomen waar we wilden en willen nadenken over de verhouding tussen verbeelding en werkelijkheid. Vandaag staan we stil bij een paar Bijbelse beelden en verhalen en zien we hoe ze tegenover de geschiedenis staan. Hoe beelden gebruikt en gemaakt worden en verbeelding het soms overneemt en de werkelijkheid geweld aandoet. Maar dat er toch ook altijd uitzicht komt.

Maar stellen we ons eerst onder de aanwezigheid van de Eeuwige, dat ons samenzijn mag geïnspireerd worden door haar Adem, door zijn Licht. Steken we de paaskaars aan.
En zingen we ons tot gemeenschap met het lied: Zomaar een dak…

Zomaar een dak boven wat hoofden,
deur die naar stilte openstaat.
Muren van huid, ramen als ogen
speurend naar hoop en dageraad.
Huis dat een levend lichaam wordt
als wij er binnengaan
om recht voor God te staan.

Woorden van ver, vallende sterren,
vonken verleden hier gezaaid.
Namen voor Hem, dromen, signalen
diep uit de wereld aangewaaid.
Monden van aarde horen en zien
onthouden, spreken voort
Gods vrij en lichtend woord.

Tafel van Eén, brood om te weten
dat wij elkaar gegeven zijn.
Wonder van God, mensen in vrede,
oud en vergeten nieuw geheim.
Breken en delen, zijn wat niet kan,
doen wat ondenkbaar is,
dood en verrijzenis.

(H. Oosterhuis)

Inleiding

Bloedboek, het recenste werk waarin Dimitri Verhulst de 5 eerste bijbelboeken, de Thora, herschreef, maakte heel wat ophef. Het boek zelf en de hele deinig eromheen toonden nog eens pijnlijk aan hoe groot de onwetendheid is over de bijbelse teksten en hoeveel misvattingen erover bestaan. De bijbel is geen geschiedenisboek, dat weten we, maar het geloof in geschiedschrijving zit dieper dan we willen geweten hebben. Het choqueert wanneer HET basisverhaal van de bijbel: de uittocht uit Egypte, geen historisch gebeuren blijkt te zijn.
En al gauw is het besluit: het is allemaal mythe, het zijn allemaal legendes en het zijn allemaal alleen MAAR verhalen. Of of, of het is waar gebeurd of het is fantasie. Of het is echt of het is bedrog.
Op 18 juni werd de boekenprijs van deMens.nu, een unie van vrijzinnige verenigingen, uitgereikt aan de Nederlandse docent filosofie Floris Van den Berg voor zijn boek: Beter weten- filosofie van het ecohumanisme. In de samenvattende voorstelling van dit boek stelt hij dat de zoektocht naar waarheid heel belangrijk is en dat daarom alle foute ideeën en opvattingen moeten bestreden worden. Zeker alle religies vermits zij bedrog zijn.
Het verrast me telkens weer dat het vandaag nog altijd zo simpel kan zijn.

De tegenstelling die tussen geschiedenis en verhaal gemaakt wordt legt vooral een gebrek aan gevoeligheid bloot voor de meerzinnigheid van de werkelijkheid en voor de gelaagdheid van literatuur.
De bijbel verhaalt het verleden in functie van het NU en betrokken op de toekomst. De verhalen zijn niet bedoeld als historisch verslag, ze zijn niet gegroeid vanuit een geschiedkundige interesse, ze zijn geselecteerd, herwerkt en telkens weer bewerkt en doorgegeven vanuit hun belang voor de actualiteit en voor wat voor ons ligt.

Een voorbeeld: Het gekende scheppingsverhaal pretendeert niet de oorsprong van de wereld en de mens te vertellen, maar het zegt: wat God schept is goed. Mensen zijn, naar zijn beeld, in staat scheppend te leven. Er zijn geen ijzeren wetten die de mensen dwingend voorschrijven hoe ze hun wereld moeten inrichten en hen ertoe brengen berustend te zeggen dat er voor de bestaande wereldorde geen alternatief is. Er is altijd een alternatief, mensen blijven altijd handelingsbekwaam, ze zijn geen radertjes in een of andere kosmische vechtmachine. Ze zijn verantwoordelijk. Wat fout gaat is geen onontkoombaar lot maar behoort tot onze verantwoordelijkheid.

Is historiciteit dan niet belangrijk? Natuurlijk wel. Bijbelverhalen zijn verbeelding van een werkelijkheid, en ook al zijn ze zelf niet historisch in de betekenis van objectief verifieerbaar, ze zijn dat toch omdat ze vertellen over hoe mensen echt de realiteit ervaren hebben. En mensen gebruiken beeldtaal en verhalen om nuances door te geven die in een feitenverslag onherroepelijk verloren gaan
Waar de bijbel aan geschiedschrijving doet, gebeurt dit vanuit het perspectief van de toekomst, van het zicht op een bevrijde wereld, op vrije en gelijkwaardige mensen, op rechtvaardige en vredevolle relaties. En bijna altijd is dat als een ‘tegenstem’, een kritisch verzet want de wereld is geen paradijselijke plek.
Ondertussen vertelt de bijbel vele verhalen. Verhalen en hun personages zijn bijzonder krachtig en maken zelf geschiedenis. Dat is van alle tijden. Denken we maar aan het enorme impact dat films en soaps hebben. Dat impact kan alle richtingen uit: constructief of destructief. Scheppend of vernietigend. Dat gaven we al aan in de eerste viering van deze reeks rond verbeelding.

Vandaag zoomen we in op een bijbelse figuur: Maria Magdalena en de wijze waarop dit personage geschiedenis maakte. Maar eerst zingen we het Schriftlied, omdat die Schrift mensentoekomst schrijft.

Schriftlied

Die chaos schiep tot mensenland,
die mensen riep tot zinsverband,
Hij schreef, ons tot bescherming,
zijn handvest van ontferming.
Hij schreef ons vrij, met eigen hand.
Schrift die mensenoorsprong schrijft.
Woord dat trouw blijft.

Dat boek waarin getekend staan
gezichten, zielen, naam voor naam,
hun overslaande liefde,
hun overgaande liefde,
hun weeën die niet overgaan.
Schrift die mensendagen schrijft.
Licht dat aanblijft.

Zijn onvergank’lijk testament:
dat Hij ons in de dood nog kent;
de dagen van ons leven
ten dode opgeschreven,
ten eeuwig leven omgewend.
Schrift die mensentoekomst schrijft.
Naam die trouw blijft.

(H. Oosterhuis)

1-IMG_4241-001

Ternant (Zuidelijk Bourgondië): triptiek


Maria van Magdala

Ik zou mijn inbreng willen beginnen met een kleine bevraging. Geen schrik, het is geen referendum, niemand wordt er straks uitgegooid omwille van het foute antwoord. Een enquête over uw kennis van de gewijde geschiedenis, meer bepaald over de figuur van Maria Magdalena. Ik haal drie beelden aan die ik over haar vond.
Het eerste: “Maria Magdalena was de belangrijkste apostel, die op dezelfde hoogte stond als Petrus, u weet wel, de steenrots waarop de Kerk moest gebouwd worden.”
Het tweede: “Maria Magdalena is gekend als een boetvaardige zondares, een zondige vrouw die tot inkeer gekomen is en zo als ideaalbeeld voor ons allen is vooruitgeschoven door de Kerk.”
Het derde: “Maria Magdalena is getrouwd met Jezus op de bruiloft van Kanaän en is na zijn dood met de Heilige Graal naar Marseille getrokken, waar ze het christendom verkondigd heeft, een aantal wonderen verricht heeft en zich vervolgens in de woestijn teruggetrokken heeft om er nog 30 jaar als kluizenares te leven.”

Al deze -zeer verschillende- beelden bestaan van haar en dat is op zijn minst merkwaardig te noemen, want ze liggen nogal ver uiteen, lijkt me. Is de verbeelding van mensen door de eeuwen heen met hen op hol geslagen of hebben we hier te maken met doelbewuste beeldvorming? Ik probeer het samen met u uit te vinden.

Laten we eerst eens kijken wat we in de Bijbel over haar terugvinden. In het Lucasevangelie lezen we dat ene Maria uit Migdala een belangrijke figuur onder de volgelingen van Jezus was. Er wordt verteld dat Jezus rondtrok met de twaalf en ook een aantal vrouwen die, zo staat er “waren genezen van boze geesten of andere kwalen”. Daaronder Maria van Magdala, bij wie zeven demonen waren uitgedreven. Er staat dat die vrouwen instaan voor Jezus en de anderen, wat impliciet veronderstelt dat het om bemiddelde, gerespecteerde vrouwen ging. Vrouwen die wel allemaal door Jezus genezen waren, maar daaraan werd geen morele bijbetekenis gekoppeld. De zeven demonen bijvoorbeeld duidden alleen op de ernst van de aandoening, wellicht een geestesziekte of epilepsie. Een relatief onschuldige verwijzing dus naar Maria Magdalena.
We vinden haar later terug bij de dood van Jezus op Golgotha, waar ze expliciet als één van de vrouwen die hem niet verlaat, die hem trouw blijft, getekend wordt. Dat was een daad die niet zonder gevaar was, een moedige houding die in fel contrast stond met de houding van de apostelen, die, op Johannes na, hem verraden hadden en gevlucht waren. Het toont eigenlijk de belangrijkste bevestiging van wie ze was. De vier evangeliën en ook nog andere vroegchristelijke teksten noemen haar vervolgens expliciet bij naam wanneer ze bij de eersten naar het graf gaat en in het Johannesevangelie is ze de eerste aan wie Jezus verschijnt en de eerste om het blijde nieuws van zijn verrijzenis te verkondigen. Nergens is iets te lezen over boetedoening of over een zondig leven.

Andere teksten in de vroege Christelijke tijd laten vermoeden dat haar positie als apostel minstens op gelijke hoogte stond met die van Petrus. De kerkvader Augustinus noemt haar zelfs “apostel der apostelen”. Die positie was wellicht te wijten aan haar intieme omgang met Jezus, die volgens sommige geschriften ook een fysiek aspect had. Men had ze zelfs eens gezien terwijl ze aan het kussen waren. Maar ook daarover werd niet moeilijk gedaan, er werd zeker geen moreel oordeel over geveld. Jezus werd niet alleen herinnerd als iemand die vrouwen met bijzonder respect behandelde, als gelijken in zijn omgeving, hij reduceerde ze ook niet tot hun seksualiteit.
En in de eerste christelijke gemeenten waren er dan ook zowel mannen als vrouwen die instonden voor de verkondiging, in volle gelijkwaardigheid. Een korte getuigenis horen we daarover straks in één van de brieven van Paulus.
Dat beeld van Maria Magdalena als “apostel der apostelen” is gedurende de drie eerste eeuwen stilletjes aan veranderd naar dat van een vrouw van lichte zeden die tot inkeer gekomen is, een boetvaardige zondares.

Hoe is het zover kunnen komen? De verhaallijnen in de evangeliën hebben het in alle geval voor mensen die de verhalen achteraf navertelden in de eerste christengemeentes, niet echt makkelijk gemaakt.

Er komen in het Jezusverhaal namelijk een aantal sterke vrouwen voor en die heten dan ook nog bijna allemaal Maria. Was het een veel voorkomende naam of hebben de verschillende mondelinge overleveringen er dus een beetje een potje van gemaakt? Het kan best. We hebben Maria, de moeder van Jezus, maar er is ook Maria van Bethanië, de zus van Martha en Lazarus, Maria, de moeder van Jacobus en Maria, de vrouw van Klopas.
En dan was er ook nog een Maria uit Egypte, niet in de Bijbel vermeld, een historische figuur die een zondig leven leidde in Alexandrië, berouw kreeg en gedurende 47 jaar in de woestijn als kluizenaar boete deed. Te veel Maria’s dus en dan durft een verteller wel eens de één door de ander halen.
De vermelding van Maria van Magdala komt bij Lucas bovendien net na het verhaal over een naamloze vrouw van lichte zeden die Jezus komt zalven met dure nardusolie in het huis van een Farizeeër en zijn voeten vervolgens afdroogt met haar losse haren. Het verhaal bij Lucas heeft ook een duidelijke erotische ondertoon. Een man mocht de losse haren van een vrouw namelijk alleen maar zien in de intimiteit van de slaapkamer. Andere verzen in andere evangelies maken het alleen maar erger.
Bij Mattheus en Marcus wordt ditzelfde verhaal, het zalven van Jezus met dure olie in verband gebracht met het zalven van zijn dode lichaam, dat -inderdaad- moest gebeuren door de vrouwen die dicht bij Jezus stonden, dus ook Maria Magdalena. En de verwarring wordt nog groter omdat Mattheus en Marcus, anders dan Lucas, het verhaal situeren in Bethanië, de thuisbasis van nog een andere Maria, de zus van Lazarus, die op een bepaald moment net hetzelfde doet: Jezus voeten zalven met dure nardusbalsem en die dan afdrogen met haar losse haren.

U weet hoe het gaat in de geschiedenis en de politiek: je beschuldigt je tegenstander niet rechtstreeks, beter is het met twijfel en verdachtmakingen te strooien. Dan kunnen ze je achteraf niet pakken, je gaf ook alleen maar uiting aan een persoonlijk vermoeden… Dat is wat hier ook gebeurd is. Rook en vuur, weet u wel.

Petrus en Maria Magdalena zijn de leidinggevende persoonlijkheden in de Jezusbeweging. Allebei waren ze in de eerste christengemeenten actief als leiders die getuigenis aflegden van het geloof, die de liefde voorleefden en het evangelie predikten. Al vroeg kwamen er concurrentieconflicten tussen mannen en vrouwen, zoals je kan lezen in latere evangeliën die niet in het Nieuwe Testament opgenomen zijn. De terugkeer naar oude joodse en romeinse patriarchale patronen zorgde voor een alsmaar meer door mannen gedomineerde Kerk.
Om de eigen verdringing van het seksuele en de vijandigheid tegenover vrouwen te legitimeren, had ze het beeld nodig van een grote zondares, aanlokkelijk juist in haar berouw en boetedoening. Als daarbij tegelijk het oppersymbool van gelijkwaardigheid kon neergehaald worden, sloeg men twee vliegen in één klap. Maria Magdalena werd het symbool van het gevallen meisje dat een kuise apostel geworden was, seksueel gedrag werd als zonde bestempeld en de rol van de vrouw in de Kerk werd gereduceerd tot ondergeschikte dienstfuncties.

Het beeld van Maria Magdalena werd in de eeuwen nadien steeds opnieuw heruitgevonden en gebruikt of misbruikt door mensen die een machtsstrijd in hun voordeel wilden beslechten. In de middeleeuwen had de Kerk bijvoorbeeld nood aan bekeerlingen en boetedoeners als marketingelement in de strijd tegen nieuwe ketterse bewegingen en dus werden Petrus, Paulus en ook Maria Magdalena daarvoor ingeschakeld. Petrus die Jezus heeft verraden en daarover bittere tranen weent, Paulus die van christenvervolger zich bekeerde tot verkondiger en natuurlijk Maria van Magdala, omdat ze een zondig leven had geleid en tot inkeer gekomen was. Haar verhaal werd vermengd met dat van Maria de Egyptische en er werd verteld dat ze na Jezus dood met Johannes getrouwd was en dat ze, door hem verlaten omdat hij het te druk had met prediken, zich aan andere mannen had overgegeven. Ze was vervolgens door een mystieke ervaring opnieuw tot inkeer gekomen tenslotte de Middellandse Zee overgestoken en in Frankrijk beland, een plek waar de Kerk in die tijd “stichtende voorbeelden” goed kon gebruiken.

En ook de kunsten zijn daarin consequent meegegaan. Het aantal afbeeldingen van haar met een kruik nardusolie en losse haren zijn niet te tellen en het gaat nog door tot zelfs in de late twintigste eeuw: in de rockopera Jesus Christ Superstar wordt Maria nog geportretteerd als een bekeerde hoer die door haar liefde voor Jezus op het rechte pad is gebracht, of in Martin Scorsese’s film The Last Temptation of Christ wordt ze verbeeld als lustobject voor de gekruisigde Verlosser.

Het duurde tot het tweede Vaticaanse concilie voor de Rooms-Katholieke kerk Maria Magdalena in eer herstelde en de persoonsvermenging met de verschillende andere figuren ongedaan maakte. Ze erkende Maria Magdalena als prominente volgelinge van Jezus. Een aantal jaar later werden de epitheta Maria Penitens (boetvaardige Maria) en Magna Peccatrix (grote zondares) uit het Romeins brevier geschrapt waarmee de rehabilitatie van Maria Magdalena helemaal voltooid was. Bijna tweeduizend jaar is er voor nodig geweest.

Een beeld eindelijk na vele vervormingen en omzwervingen dichter bij de waarheid gebracht? Nu alleen nog er de consequenties uit trekken… een Kerk maken waar wij gelijken zijn.

Zingen we dit uit in het lied “Hier wordt het land gezocht”.

Lied: Hier wordt het land gezocht

Hier wordt het land gezocht
waar wij gelijken zijn,
niemand apart en geen
kleuren die minder zijn.

Hier wordt de tijd verhaast
dat wij elkaar verstaan,
handen die wenken en
ogen die open gaan.

Hier wordt de Stem gehoord
die nog klinken mag,
mensen die hopen op
ooit hun bevrijdingsdag.

Hier staat een tafel waaraan
ons wordt voorgedaan,
hoe wij genezen van
heersen en misverstaan.

Hier is het woord van Hem
die ons geschapen heeft:
“Waar is je broeder, de
mens die jou nodig heeft?”

(Jan van Opbergen)

 

Lezing: Romeinen 16,1-7

Ik beveel u onze zuster Febe aan, diaken van de gemeente te Kenchreeën.
Ontvang haar in de Heer zoals christenen past, en sta haar bij in alle zaken waarin zij uw hulp nodig heeft. Want zelf is zij voor velen, en ook voor mij, een beschermster geweest.
Groet Prisca en Aquila, mijn medearbeiders in Christus Jezus, die hun leven voor mij op het spel hebben gezet; niet alleen ik ben hun dank verschuldigd, maar ook alle gemeenten van heidenen;
groet ook de gemeente bij hen aan huis. Groet mijn geliefde Epenetus, Asia’s eersteling voor Christus. Groet Maria, die zoveel moeite voor u heeft gedaan.
Groet Andronikus en Junia, mijn landgenoten en medegevangenen, mensen van aanzien onder de apostelen, die al eerder dan ik in Christus waren.

 

Riom: Maria Magdalena

Riom (Auvergne): Maria Magdalena

Inbreng

In de wijze waarop met de figuur van Maria van Magdala is omgegaan, zien we hoe elke tijd in dialoog ging met het verhaal en vanuit de al dan niet terechte belangen van haar context nieuwe verhalen maakte of helemaal aan de haal ging met deze eerste apostel. Doorheen de verschillende beelden krijgen we een stuk geschiedenis te zien. Die is niet altijd fraai.
Voor Paulus was de messiaanse gemeente, de gemeenschap van gelovigen, de gemeenschap van gelijken, het lichaam van Christus. Voor Paulus was de gemeenschap van leerlingen van Christus, de gemeenschap waar geen onderscheid meer is tussen jood of Griek, slaaf of vrije, mannelijk of vrouwelijk, die gemeenschap was de gestalte, de drager en de behoeder van de Thora, van de joodse wet, van het bevrijdingsverhaal dat met Exodus, de Uittocht uit Egypte begon. Dat vertelt hij in de brief aan de Galaten en daarin blijft hij tot op vandaag visionair. Daarin blijft hij voor ons richtinggevend.
Toch heeft diezelfde Paulus samen met een aantal andere vooraanstaande leerlingen waaronder Petrus, de leidinggevende vrouwen in de eerste christelijke gemeenten teruggedrongen. Wie kent de vrouwen die in het zonet gelezen brieffragment worden vermeld? Zij hebben net als Maria van Magdala het evangelie beleefd en uitgedragen en Paulus’ missie mogelijk gemaakt. Toch mocht de christelijke geschiedenis hen en de zovelen met hen en na hen vergeten.

Maria van Magdala werd als figuur gerehabiliteerd maar misschien moeten samen met haar de vele christinnen van het eerste uur opnieuw genoemd en erkend worden opdat vrouwen hun rechtmatige plaats in de christelijke traditie kunnen innemen. Het gaat er niet om één vrouw apart te zetten en dan op te hemelen. Het gaat er om vrouwen hun rechtmatige plaats te geven als leerlingen van Christus en als leraressen van het evangelie. Als bouwers van gemeenschappen waarin een glimp van een betere wereld, een nieuwe schepping te zien is.
En wie weet kan dan opnieuw doorheen het gezag van groepen vrouwen en doorheen de beleving van vrouwen, met name ook het denken vanuit en door het lichaam, kan dan de seksualiteit van mannen en vrouwen beleefd worden vanuit haar creatieve functie. En kunnen bevrijde lichamen hun scheppende vermogens inzetten in de broodnodige zorg voor dat grote lichaam dat de aarde is.

Vrije inbreng

Tafeldienst

Beeld en verbeelding, zo toonde ons Jezus van Nazareth, een mensenzoon. We willen het simpele beeld dat hij ons gaf, in gedachten brengen.

Hij die alleen maar wat brood en wat wijn nam en het uitdeelde en daarmee zei: dit is het allemaal, hierin zit de waarheid over mijn en jullie bestaan.
Die zei: “Als je zoals ik nu, samen met elkaar aan tafel gaat, kijk dan voorbij het verleden en voorbij de maatschappelijke status, kijk voorbij je eigen beeld van de andere en raak de mensen aan met een buitengewone aandacht en liefde.

Daardoor maak je de bron van goed doen in elke mens vrij. Telkens wanneer je dit doet, wordt een nieuwe, hoopvolle toekomst mogelijk. Telkens wanneer je je eigen zoeken naar geluk kan laten doorkruisen door het beeld, het gelaat van de vreemde, kwetsbare en weerloze andere, wordt nieuw leven mogelijk.

Een simpel beeld, wat brood en wijn, een gebaar dat we week na week herhalen om niet te vergeten, om onze verbeelding steeds nieuwe kracht te geven.

We doen dat niet alleen, maar in verbondenheid met allen die hetzelfde gebaar gebruiken overal ter wereld en in verbondenheid met hen die ons hierin voorgingen, onze lieve doden.

Zingen we het tafelgebed: Gezegend Eeuwige

Gezegend, Eeuwige, Gij, reddende God!
In de nacht klonk uw stem, sprak uw hart.
In de nacht brak het donker op uw woord van licht.
Een dag ongeweten, een uitzicht dat wenkt,
roept Gij wakker voor ons.

Opstaan, vertrouwen en gaan zullen wij naar de morgen,
zingen om U het lied van alle reisgenoten:
Heilig,heilig,heilig, zullen wij U zingen.
Heilig,heilig,heilig, moeten wij U noemen,
met heel de schepping mee uw grote daden roemen!
Zingen wij Hosanna, hemelhoog Hosanna!.

In de nacht bleef Gij trouw aan het volk van uw liefde,
aan de Zoon van uw hart.
Uit het geestloze dal van de duizenden doden
hebt Gij hen tot leven gebracht.
Gezegend, Eeuwige, Gij, reddende God,
om de Zoon van uw liefde,
Hij, onze geboorte, de nieuwe dag!

Hij, onze geboorte, de nieuwe dag.

Wij verbeelden aan elkaar
de levenswijze van Jezus en van zovele mannen en vrouwen met hem.

Wij delen het brood en doen de beker rondgaan in de kring.
Wij kiezen voor de enige manier van leven die toekomst heeft:
Breken en delen.
Onze weg door de dood.

Want dat was het enige tastbare dat hij ons achterliet.
Een gebaar.
Een gebeuren waarin Hij wat brood dat van de maaltijd overbleef
in zijn handen nam,
het brak en uitdeelde met de woorden:

Neem en eet dit ben Ik, gegeven voor u.
En daarna liet Hij ook een beker met wijn rondgaan en zei:
Drink hiervan, hierin kom ik naar u toe.

Laat je verbinden met allen die bereid zijn
opstandig te leven tegen elke vorm van onrecht
en bloedvergieten.
Het zal je hele leven
en je toekomst bepalen.
Maar wie met mij
deze beker wil drinken
die beloof ik
dat zij proeven zal Gods toekomst
van allen voor allen.

Hem noemen wij hier:
De weg die begaanbaar is,
en Toekomst al begonnen.
Dat zijn Geest
ons onderweg samen houd
als uw toekomstmensen

Delen wij samen hier Zijn lichaam,
vinden wij leven eens en vooral in zijn bloed.
Voeg ons bijeen tot een levend lichaam,
een tempel van liefde, oase van vrede, een woning voor U.
Dat onze dagen U zullen aanbidden en eren uw Naam,
doen wie Gij zijt:
Eeuwige, reddende God,

(Sytze de Vries)

Onze Vader

Vredeswens

Communie

Slotlied

Lied over de verhalen van God met de mensen.

Verborgen in oude verhalen,
verteld zolang mensen bestaan,
zijn woorden van hemel en aarde
die over Gods wonderen gaan.
W’ontdekken ze als we ervaren
ontvangend in ’t leven te staan.

Verhalen die jong zijn gebleven
want ook ons bestaan wordt verwoord
in tijdloze, steeds nieuwe beelden
sinds eeuwen door mensen gehoord.
Z’omsluiten ons warm als een deken,
ze nemen ons op en gaan voort.

Wij leven zelf nieuwe verhalen
waarin ons de Geest tegenkomt,
als groots en geweldig ervaren,
als ruimte en rust in een storm.
Wij zeggen weer voort wat wij zagen,
verhaal waar geen einde aan komt.

(Marijke Koijck-de Bruijne)

Riom: Maria Magdalena

Riom: Maria Magdalena

(foto’s: Guido Vanhercke)