Verbeelding en werkelijkheid (2)

Dominicus Gent

Viering van zondag 19 juni 2016

Verbeelding en werkelijkheid (2)

Goede morgen en welkom op deze tweede viering in de reeks rond verbeelding. Annemie en ik bogen ons over de vraag of en hoe verbeelding en religie met elkaar verbonden zijn. Kan verbeelding een ander licht laten schijnen op onze religieuze ervaring die eventueel leidt naar een bepaald geloof? We laten alvast het licht van de paaskaars schijnen in ons midden, als een baken van hoop, als een oriëntatiepunt in ons zoeken naar een weg ten leven.
Ook verhalen en liederen kunnen ons tot wegwijzer zijn. Zingen we het lLied over de verhalen van God met de mensen…

 

Deuteronomium 8,7-8

Straks brengt de Heer, uw God, u naar een goed land, een land van beken,bronnen en waterstromen, die ontspringen in de valleien en op de bergen, een land van tarwe en gerst, van wijnstokken, vijgenbomen, en granaatappelbomen, een land van olijven en honig, een land waar u niet slechts schamel brood zult eten, maar waar het u aan niets zal ontbreken, een land waar u ijzer vindt in het gesteente en waar u koper zal delven uit de bergen. Wanneer u dan in overvloed leeft, dank de Heer, uw God, dan voor het goede land dat hij u gegeven heeft. Zorg ervoor dat u hem niet vergeet, waardoor u zijn geboden, wetten en regels, die ik u vandaag voorhoud, zou veronachtzamen.
Wanneer u volop te eten hebt en mooie huizen bouwt om in te wonen, wanneer u steeds meer runderen, schapen en geiten krijgt, steeds meer goud en zilver, wanneer uw hele bezit toeneemt, mag u daardoor niet hoogmoedig worden en de Heer, uw God vergeten.

 

Overweging: verbeelding als zoektocht

Of je nu in een God gelooft, of denkt dat er helemaal geen God bestaat, je kan er niet omheen dat mensen, al heel vroeg in hun menswordingsproces, blijkbaar ervaren hebben dat er nog iets anders bestaat dan de realiteit zoals we ze elke dag zien en ervaren. Een soort van verbondenheid (misschien oorspronkelijk eerder afhankelijkheid?) van “een iets”dat hun leven bepaalde. Ervaren dat jij geen heer en meester bent over je leven. Dat er je veel ‘gegeven’ wordt, dat er je veel overkomt. Dat je als mens niet alleen kan leven, dat je anderen nodig hebt.
En blijkbaar kunnen wij mensen moeilijk zonder beelden, zonder “ver-beelding” Met “ver-beelding” bedoel ik: dat een mens via tekening, muziek, dans, probeert om dit ongrijpbare toch voelbaar, zichtbaar te maken, te vangen in woorden. (eventueel zoals de kleine beer die zegt hoe graag hij zijn papa ziet: van hier tot aan de maan en terug)
Voor die “ver-beelding” grijpt men dikwijls terug naar dingen die men kent of fantaseert men bepaalde eigenschappen: in het geval van geloof/religie: mensen stellen zich die “hogere” machten voor als goden die wel heel veel menselijke, dierlijke eigenschappen hebben, of zelfs een combinatie van beiden. En probeert men via verhalen over die goden en hun relatie met de mens iets te zeggen over waar we vandaan komen, waarom wij hier zijn, wat ons te doen staat.
Is dat dan allemaal uit de duim gezogen en kan je als moderne rationele mens dit allemaal afdoen als flauwekul? Ik denk het niet, want al die dingen zijn wel degelijk op ervaringen van mensen gebaseerd. En die zijn wel “echt”. Alleen is het goed je ervan bewust te zijn dat al die beelden, verhalen, een zoektocht zijn, dikwijls tijdsgebonden, niet iets vaststaand. Dat het pogingen zijn om beter voeling te krijgen, meer verbondenheid met datgene dat zo ongrijpbaar, maar soms ook zo als iets echt, waarachtig ervaren wordt. Dat het een hulpmiddel is om ontvankelijker te staan voor diepe religieuze ervaringen. Als je deze religieuze ervaring kan delen met anderen, helpt het je op je zoektocht, verstevigt het je, geeft het je kracht. Zoals wij hier elke week samenkomen rond woord, brood en wijn, vanuit een verbondenheid, een aangesproken zijn door de boodschap van Jezus van Nazareth. Om voort te kunnen, om niet op te geven, om ontvankelijk te staan voor het Mysterie.

Evengoed moeten we erop beducht zijn om van onze beelden geen realiteit te maken. Daar schuilt het gevaar van ‘de waarheid “ in pacht te hebben, en loert onverdraagzaamheid naar wie een ander beeld voorheeft. De geschiedenis staat bol van dergelijke gebeurtenissen…meestal niet de meest fraaie.

De verhalen uit de Bijbel zijn zo’n neerslag van de zoektocht van een groep mensen. Mensen die tegenslagen, oorlogen, deportaties meemaken. Die proberen een identiteit te vinden, iets dat hen verbindt (en daarvoor zijn religies blijkbaar nogal geschikt). Mensen die proberen er de moed in te houden door te dromen, door zich een betere toekomst voor hen en hun kinderen te “verbeelden”. Die zich ook met vallen en opstaan verbonden weten met Jahweh, en vanuit die verbondenheid durven hopen. Zelfs al zijn ze soms het spoor kwijt.
Wat daarnet verteld werd komt uit de zogenaamde redevoeringen van Mozes aan de Israëlieten, vlak voor ze het Beloofde Land zullen binnentrekken. Ze zwerven al zoveel jaar, zijn nergens thuis, leven in onzekerheid. Aan die mensen wordt een schitterende toekomst beloofd door Jahweh, die hen goed gezind is. Een goed land dat met alle “ver-beelding” verwoord wordt.
Maar er wordt nog iets anders vertelt. De schrijver heeft blijkbaar geleerd dat er iets fout gaat wanneer mensen de voeling met het grotere, met Jahweh, met God verliezen. Omdat ze denken dat al wat ze hebben verworven voortkomt uit hun eigen kunnen, denken ze dat ze het alleen wel kunnen en vergeten ze de elementaire “wetten” van het samenleven die hen door Jahweh gegeven werden. Ook dit is een ervaring die je niet kan pakken, verklaren: als mensen alleen met het materiële bezig zijn, gaat er dikwijls een dimensie van het mens-zijn verloren. Dan, vertellen de verhalen uit de bijbel, dan loopt het mis. En dit wordt al even plastisch ‘ver-beeld”: oorlog, misoogsten, verbanning…
Ver-beelding en religie: ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, omdat het groter is dan ons hart en we daar geen woorden voor hebben. Het blijft stuntelen, uitzoeken naar wat als waar ervaren wordt.

Het rosse paard

 

Overweging: verbeelding als belofte…

Toekomst, wijd licht land, gerechtigheid, een wijnstok tegen de klippen op, …
Dat is het visioen dat Mozes zijn volk voorhoudt, daar trekken ze naartoe. Dit vooruitzicht houdt hen op de been. Goed leven voor alle mensen. Dat was toen, dat is vandaag, dat zal ook morgen zijn. Het verlangen naar, de hoop op goed leven. Geloven dat wat ons is aangezegd ook mogelijk wordt, tegen beter weten in. En zien, soms even, in het voorbijgaan.
Waar zie je dat dan, dat verbeelden, hoe en wanneer mag ik dit ervaren.

Zowel Ingrid als ik bezochten, vorig jaar in Brussel, de overzichtstentoonstelling met werk van Chagall. Elk afzonderlijk werden we er meegenomen in de wereld van een kunstenaar uit de vorige eeuw die, op zijn eigenste wijze, de belofte in beeld brengt.
Doorheen de tentoonstelling, die chronologisch opgevat werd, krijgen we zicht op de moeilijke en donkere tijd waarin Chagall leefde.
Geboren in 1887 Vitebsk, een dorp in Wit-Rusland, in een streng joods chassidisch gezin. In zijn geboorteland ervaart hij de vijandigheid tegenover joodse mensen. Dit zal hij nog sterker ervaren begin de jaren 30 in het dreigend antisemitisme en later de Jodenvervolging die hem tot ballingschap dwingt in Amerika. Na de oorlog sterft vrij plots Bella, zijn grote liefde.
Het leven van Chagall verloopt niet in enkel rozengeur en maneschijn. Zowel persoonlijk leed als donkere wolken boven de Westerse samenleving zijn zijn deel. Dat is ook duidelijk in zijn schilderijen. En toch … Wat mij opviel is dat, ondanks de moeilijke en duistere context, er altijd iets oplicht in zijn werk. Ook in zijn donkerste doeken word ik telkens getrokken naar iets zachts, iets hoopvols. In de moeilijkste omstandigheden vindt hij alsnog de kracht om zijn optimisme uit te drukken. Hij viert ook dan het leven en de liefde.
Chagall blijft zijn lange leven (hij werd 97) heel nauw verbonden met de Hebreeuwse religieuze cultuur en met de volkstradities uit zijn jeugd. Zijn hele oeuvre is ervan doordrongen. Is het dat gegeven dat hem in staat stelt, telkens opnieuw, de schoonheid te zien in de natuur, de schoonheid van de liefde?
Als joods kunstenaar dooorbreekt Chagall het verbod om beelden te maken. Hij tekent en schildert het joodse leven, rabbijnen, gebedskleden. Maar meer nog dan dat, verbeeldt hij het visioen van goed leven. De felle kleuren en vaak fabelachtige personages appelleren mij aan de belofte die ons is aangezegd, het licht dat toekomst geeft. In het werk van de kunstenaar mag ik iets ervaren van geborgenheid – oergeborgenheid?
De woorden die mij in deze context bijzonder dierbaar zijn vind ik in het lied van Oosterhuis: Groter dan ons hart.

Omdat Gij het zijt, groter dan ons hart
Die mij hebt gezien eer ik werd geboren.

Dit ‘groter dan ons hart’ is ontvankelijk voor alles wat in en met mensen gebeurt. Alle ellende, droefenis, verdriet, onrecht mag ik daarin neerleggen. Maar ook alles wat goed leven mogelijk maakt. Opdat ons vertrouwen mag groeien en vaste grond krijgen: laten we zingen.

IMG_7005

Tafelgebed

Elke week opnieuw verzamelen we rond de tafel van brood en wijn, tafel van vieren wat nog niet is. Vertrouwen, voedsel geven, in het voetspoor van Jezus van Nazareth.
We denken aan alle mensen die zich inzetten voor een wereld, deze wereld waar het goed is om te leven. We bidden voor troost en kracht waar mensen getroffen worden door geweld, uitsluiting, dood.
We gedenken onze lieve doden.
En speciaal vandaag Lucien de Ridder

Tafelgebed: Gezegend de Onzienlijke…

 

 

Onze Vader

Vredeswens
Wensen we elkaar toe dat we onze verbeelding mogen delen met elkaar en ons zo rijker maken, zodat we vredevol anderen kunnen ontmoeten en openstaan voor en leren van hun beleving.

Slotlied: Zegening kaft 32