Tolerantie 1

Dominicus Gent
Viering van zondag 15 juni 2014
Eerste viering over tolerantie: “Mag het een beetje meer zijn?”

 

IMG_9925  Welkom op deze zonnige zondag.
Misschien ben je in gedachten bij studerende kinderen, kleinkinderen, neven, nichtjes… die een vast ingrediënt zijn in de junimaand. Of misschien kijk je al uit naar zonnige vakantiedagen en de Gentse feesten.
Maar toch nam je de tijd om hier en nu samen te vieren rond het licht van de Paaskaars.
Hier samengekomen… waar het ideale samenleven gezocht wordt, de onhoorbare Stem gehoord wordt… We zingen over dit samenkomen: Hier wordt het land gezocht…

WOORDDIENST

1 Vandaag vieren we de eerste van twee vieringen rond tolerantie. Volgende week over tolerantie en levensbeschouwing, geïnspireerd door Guido Van Heeswijck die publiceerde over tolerantie en actief pluralisme.
In deze eerste viering willen we het begrip tolerantie een beetje verkennen en kijken of en hoe tolerantie iets kan bijdragen op onze zoektocht naar ‘het land waar wij gelijken zijn’ (cfr. openingslied), de toekomst die ons is aangezegd – goed leven voor allen.

Tolerantie, je tolerant opstellen, een beetje tolerantie opbrengen … We horen het te pas en te onpas in veel verschillende situaties en we kunnen er niet echt de vinger op leggen. Tolerantie / verdraagzaamheid: zou het kunnen betekenen dat je iets tolereert – verdraagt – wat eigenlijk niet te verdragen is, of niet hoeft getolereerd te worden omdat het gezag, de wet, de stilzwijgende afspraken een duidelijk kader scheppen? Of ligt de betekenis van tolerantie / verdraagzaamheid in de soepelheid die je opbrengt om in allerlei situaties de best haalbare weg te zoeken?
Tolerantie: de krantenberichten van de laatste weken en maanden illustreren gebrek aan tolerantie.
Er is veel onverdraagzaamheid, verborgen én openlijke intolerantie.
– Flatbewoners die protesteren tegen de aanwezigheid van herstellende kankerpatiënten (kreunen en steunen)
– De buurt die geen crêche in de straat wil
– Spelende kinderen die geviseerd worden
– De Sinksenfoor die moet uitwijken
– Racistische uitspraken die mensen pakken op hun afkomst, hun huidskleur.
– Enz.
Waar komt dit soort intolerantie vandaan?
Spelen er economische overwegingen? Zou een huis naast een crêche in waarde dalen?
Is het de confrontatie met of de angst voor ziekte en levenseinde die flatbewoners aanzet tot bezwaren?
Zijn we bang voor het onbekende? Schrikken andere en vreemde gewoontes ons af?
Of moeten we de oorzaak voor zoveel intolerantie zoeken in het liberale ideeëngoed van ieder voor zich – de rechten van het individu als alleenzaligmakend?
Intolerantie heeft meerdere onderliggende oorzaken waarop we niet direct de vinger kunnen leggen. Het zal zeker met de tijdsgeest te maken hebben – en tegelijkertijd is het van alle tijden.

Er zijn ook heel wat situaties die niet moeten getolereerd worden, meer zelfs waar zogenaamde tolerantie eerder onverschilligheid of gemakzucht mag genoemd worden.
– De geparkeerde auto voor onze kerkdeur waardoor iemand met een rolstoel nauwelijks binnen kan.
– Vuilnis op de straat: vorige week in de Bevrijdingslaan maar ook soms aan de bushalte hier voor de kerk.
– De automobilist die steevast vergeet te pinken
– De wekelijkse fuif in het scoutslokaal, midden in een woonwijk.
Het mag duidelijk zijn dat tolerantie hier weinig soelaas biedt. Hier moet uit een ander register geput worden: bewustmaking en verantwoordelijkheid. En er mag/moet nu eenmaal over gewaakt worden dat regels en afspraken nageleefd worden.

En als alle wetten en regels dan nageleefd worden (als dat al zou kunnen), is de kous dan af?
Beslist niet. Want hoe dan ook kom ik in situaties terecht waar ik geconfronteerd wordt met de andere, het andere, het vreemde.
Er is een ideaal van samenleven dat mij voor ogen staat. In de Bergrede, bij Matteus, krijgen we aanbevelingen om naar dit ideaal toe te leven. Marie-Ann zal dit straks toelichten.

Tolerantie en verdraagzaamheid, het vraagt engagement én wijsheid om keuzes te maken ten goede. Jan van Opbergen spreekt over ‘met handen, ogen, oren, door keuze vroeg of laat, herscheppen wij de aarde tot alle goeds in staat.’
2 Christenen stellen zich niet tevreden met gemakkelijke tolerantie, elkaar verdragen, een status quo beogen, met vlak evenwicht alleen of met het minimum minimorum van samenleven: het compromis. Christenen zijn eigenlijk een beetje naïef, zij stoten zich, maken hun handen vuil, leven soms onstuimig door die droom die niet van hier is… Maar van christenen mag je misschien wel ietske meer verwachten, mag je duidelijke keuzes verwachten die ons verder brengen op de weg van goed samenleven?
We luisteren naar een passage uit de Bergrede in het evangelie van Mt.

Matteus 5, 38-48 38

38 Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Een oog voor een oog en een tand voor een tand.”
39 En ik zeg jullie je niet te verzetten tegen wie kwaad doet, maar wie je op de rechterwang slaat, ook de linkerwang toe te keren.
40 Als iemand een proces tegen je wil voeren en je onderkleed van je wil afnemen, sta hem dan ook je bovenkleed af.
41 En als iemand je dwingt één mijl met hem mee te gaan, loop er dan twee met hem op.
42 Geef aan wie iets van je vraagt, en keer je niet af van wie geld van je wil lenen.
43 Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Je moet je naaste liefhebben en je vijand haten.”
44 En ik zeg jullie: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen,
45 alleen dan zijn jullie werkelijk kinderen van je Vader in de hemel. Hij laat zijn zon immers opgaan over goede en slechte mensen en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.
46 Is het een verdienste als je liefhebt wie jou liefheeft? Doen de tollenaars niet net zo?
47 En als jullie alleen je broeders en zusters vriendelijk bejegenen, wat voor uitzonderlijks doe je dan? Doen de heidenen niet net zo?
48 Wees dus volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt is.

Een straffe tekst die een ideaal voor ogen houdt, een hoge ethische norm voorop stelt… die duidelijk stelt dat samenleven voor een christen gerust ‘ietske meer’ mag zijn dan wat wetten en regels voorschrijven.
Hoe kunnen we onszelf bekwamen in dit kruideniersschap van ‘mag het iets meer zijn’ wanneer het over goed samenleven gaat?

Pat Patfoort, bioloog en antropoloog uit Maldegem is al 40 jaar actief in vredeswerk en geweldloze communicatie. Ze doet dat zowel op microvlak (partnerrelaties, gezinnen) op mesovlak (in scholen, bedrijven) als op macrovlak (politiek, bv. Israël-Palestina of Hutu’s-Tutsi’s).
De toelichting bij een evangelie leent zich eigenlijk niet tot een grote uiteenzetting, maar voor het tolerantiethema is het model van Pat Patfoort het enige waarvan we ervaarden: hiermee kunnen we echt verder geraken op het vlak van goed samenleven. Hier schemert iets door van wat Rijk der Hemelen zou kunnen zijn hier en nu.
Ik probeer haar model kort samen te vatten en te illustreren en ik hoop dat ieder van u iets voelt van de kracht van haar model en hoezeer het in de lijn ligt van de ‘maar-ik-zeg-u’-s die Matteus in de Bergrede in Jezus’ mond plaatst.
Bij haar studie van menselijke relaties ontdekt Patfoort dat verschillen tussen mensen van kindsbeen af vaak leiden tot intolerantie en geweld omdat elk mens van nature uit zelfbehoud reageert op verschillen. Verschil leidt niet automatisch tot conflict. Het wordt pas een conflict wanneer de verschillen in het M-m systeem worden geplaatst. Dan ontstaat spanning: iedereen probeert zichzelf in een M-positie te plaatsen en de ander in een m-positie. Men wordt heen en weer geslingerd in deze posities, probeert zichzelf op te hijsen maar wordt terzelfdertijd door de ander naar beneden gedrukt. Je probeert te bewijzen dat je gelijk hebt maar wordt terzelfdertijd onder druk gezet door de ander om toe te geven dat je ongelijk hebt. Denken en handelen vanuit M-m is de wortel van onverdraagzaamheid en geweld. Zolang die M-m verhoudingen actief zijn liggen conflicten en geweld voortdurend op de loer met kans op escalatie, geweldketen of opkroppen. Een compromis sluiten lijkt de oplossing maar het is niet meer dan een wankel evenwicht tot wanneer opnieuw één van beide partijen in m of M-positie schiet.
 
We moeten ons niet met een compromis tevreden stellen, het mag ‘ietske meer’ zijn. Volgens PP is een echte transformatie nodig naar een evenwaardigheidsmodel dat recht doet aan de verschillen. Evenwaardigheid is iets anders dan gelijkheid waarbij de ander overtuigd moet worden, zich moet aanpassen of moet veranderen, zich moet integreren en assimileren.
Het evenwaardigheidsmodel overstijgt de oppervlakkigheid van de argumenten en vertrekt van een open communicatie over de fundamenten van onze standpunten, de redenen waarom iemand een bepaald standpunt heeft: wat zit er onder aan ervaring, gewoontes, gevoelens, belangen, enz… daar is nl. niets mis mee, die zaken zijn er en veranderen niet door te zeggen dat het niet mag. Echt in gesprek gaan met de funderingen van de ander, wil zeggen dat ik niet start met een focus op oplossingen maar bereid ben een creatief proces door te maken dat ons voorbij het compromis kan brengen.
Dat vraagt oefening.

Je kan de oefening maken voor alles waarbij je intolerantie bij jezelf voelt opkomen, maar uiteraard is het meest interessante wanneer je ook daadwerkelijk dit gesprek aangaat.
Als je de oefening zelf maakt: zet twee kolommen op een blad met bovenaan links jouw standpunt over iets (zo kort mogelijk geformuleerd) en in de andere kolom het standpunt van de ander.
Bv. “Herstellende kankerpatiënten hebben recht op een thuis” in de eerste kolom – “Zieken horen niet thuis in een gewoon flatgebouw”. Plooi je blad in twee.
Noteer in de eerste kolom de funderingen als antwoorden op de waarom-vraag (tav het standpunt of tav een fundering) en begin elke funderingen met het woord ‘ik’. Vermijd absoluut: “ik denk/ik vind… dat jij” of de werkwoorden ‘willen’ en ‘weten’. Gebruik de uitdrukking ‘ik denk/vind dat het …is” zo weinig mogelijk maar vervang ze door de werkwoorden die eronder schuilen bijvoorbeeld: “ik voel me goed/slecht als…”, “ik vind het moeilijk”, “ik voel me verdrietig“ “ik hou van/ik hou er niet van”, “ik denk dat ik”, “ik heb de gewoonte”, “ik ben opgevoed met” “ik ben bang wanneer”, “ik ben bang dat”, “ik vrees dat”, “ik heb nood aan”, ik heb de indruk dat” “ik heb het gevoel dat”, “ik heb meegemaakt dat”. Enz…
In de eerste kolom staan dan zaken als:
• Ik ben opgevoed met het idee dat elk mens recht op een thuis heeft
• Ik voel me verdrietig als herstellenden geen thuis hebben
• Ik heb meegemaakt dat herstellenden zieker werden omdat ze als alleenstaande niet voor zichzelf konden zorgen
• Ik voel me goed als ik kan meewerken aan een project dat mensen echt helpt
• Enz.
Als je klaar bent met de eerste kolom verplaats je je in de tweede en doe je hetzelfde
• Ik ben ook ziek geweest en voor mezelf gezorgd
• Ik heb nood aan rust
• Ik vrees dat ik geen rust meer heb met al dat bezoek
• Ik heb de indruk dat wij verketterd worden
• Ik voel me verdrietig als ik lees wat in de krant over ons gezegd is.
• Enz…

Ik kreeg al enkele keren de kans aan zo’n oefening deel te nemen en dat leerde mij alvast dat ik de visie van de ander interessant ging vinden, dat een zwart-wit antwoord/oplossing moeilijker wordt – dat ik mezelf en mijn drijfveren beter leer kennen – dat ik funderingen hoor en aanvaard, ook al begrijp ik niet alles – maar ook dat geduld en tijd nodig is voor dit proces.
Door het proces is een oplossing meer dan een compromis omdat met veel funderingen rekening wordt gehouden. De onverdraagzaamheid wordt met deze methode bij de wortel aangepakt.
Bron: http://www.patpatfoort.be/NL-Pat-model.htm

Het verlangen om vanuit een nieuw kader de wereld te kunnen zien zonder mij te moeten ergeren of intolerantie te voelen opkomen…. het verlangen om het oude achter ons te laten… het is van alle tijden en het vraagt oefening om het realiteit te laten worden.
Een ideaal kan uit het oog verloren worden maar blijft in ons sluimeren. Het woord uit de Bijbel en ons samenkomen hier maken dit verlangen dikwijls los als een heugenis, een herinnering aan het eerste licht ooit.
Hier kunnen we ons vrij voelen in denken en vrij voelen door te zingen, dan komt soms een nieuwe wereld dichterbij…een voorgevoel van liefde is hier soms te ervaren… de hoop kan groeien dat we elkaar niet alleen maar tolereren maar tot medemens uitgroeien, mens van de Bergrede worden voor wie het samenleven ‘ietske meer’ mag zijn. Zingen we het lied: Als vrijheid was wat vrijheid lijkt…

TAFELDIENST

Mag het iets meer zijn?
Rond de tafel van breken en delen worden we uitgenodigd om, in het voetspoor van Jezus van Nazareth, ons engagement in deze wereld op te nemen en uit te dragen.
We weten ons gesteund en omringd door velen.
We brengen hier aanwezig: de mensen die hier niet kunnen zijn omwille van werk, zorg of ziekte.
De mensen die zich op oneindig veel plekken op deze wereld engageren om leven een beetje mooier, beter en echter te maken.
En we gedenken onze lieve doden die ons voorgingen in hoop en liefde.
Laten we aan tafel gaan.

 

*

(foto: Guido Vanhercke, uitgehakte trap in prehistorisch fort Georgië)