Tijd van rust en reflectie…

 

Dominicus Gent

Viering van zondag 9 juli 2017

Tijd van rust en reflectie…

De vieringen tijdens de vakantieperiode zijn niet gekoppeld aan een strak thema. Toch willen we er een rode lijn insteken. Vakantie is een tijd van rust en reflectie. Maar wat is dat? En is dat alleen iets voor de vakantietijd? We boren in de vakantievieringen verschillende bronnen aan die ons kunnen inspriren om ons leven beter in balans te brengen. Vandaag onderzoeken we of de levenswijze in kloosters en abdijen ons daarbij kan helpen.

Wat kan ik leren om van het leven in een klooster of een abdij om rust en regelmaat te vinden in mijn eigen leven?  En waarin kan ik mij oefenen tijdens de komende vakantietijd om die balans te vinden? Het klooster blijkt een onderneming te zijn dat geleid wordt als een bedrijf. Maar waarin verschilt dat bedrijf met de de wereld waarin ik mij dagdagelijks onderdompel?  Hoe slagen monniken er in om elke dag stilte, rust en regelmaat te vinden? Ook al zijn er vele taken te vervullen, zoals kaas maken, brood bakken, bier brouwen, elexir destileren. Maar ook de boekhouding, het personeelsbeleid, het onderhoud. Ik vraag het vandaag aan een expert. Ignace helpt mij hopelijk op weg.

Een belangrijk onderdeel is regelmaat. Het aansteken van de paaskaars maakt vast deel uit van het rime in ons samen vieren. We worden stil. We herhalen dezelfde handeling. Een oud gebaar van overlevering. Wij gaan de weg van oude woorden. Een teken uit geloof geboren. Het licht dat ons voorgaat.

 

Matteus 37-42

In zijn zendingsrede zei Jezus tot zijn leerlingen:

“Denkt niet, dat Ik vrede ben komen brengen op aarde; Ik ben geen vrede komen brengen, maar het zwaard. Tweedracht ben Ik komen brengen tussen een man en zijn vader, tussen dochter en moeder, schoondochter en schoonmoeder; en iemands huisgenoten zullen zijn vijanden zijn.

Wie vader of moeder meer bemint dan Mij, is Mij niet waardig; wie zoon of dochter meer bemint dan Mij, is Mij niet waardig. En wie zijn kruis niet opneemt en Mij volgt, is Mij niet waardig. Wie zijn leven vindt, zal het verliezen, en wie zijn leven verliest om Mijnentwil zal het vinden.

Wie u opneemt, neemt Mij op; en wie Mij opneemt, neemt Hem op die mij gezonden heeft. Wie een profeet opneemt, omdat het een profeet is, zal ook het loon van een profeet ontvangen; en wie een deugdzaam mens opneemt, omdat het een deugdzaam mens is, zal ook het loon van een deugdzame ontvangen. En wie een van deze kleinen al was het maar een beker koud water geeft, omdat hij mijn leerling is, voorwaar, Ik zeg u: Zijn loon zal hem zeker niet ontgaan.”

 

Eerste overweging

1

Er zijn alle eeuwen door, mensen geweest die een levensvorm gezocht hebben die naar hun aanvoelen het evangelie zo dicht mogelijk benadert. We hebben zojuist één van die teksten gehoord. Jezus die zijn leerlingen opdraagt alles achter te laten: vader en moeder, broers en zussen om hem te volgen. Ze moeten zelfs bereid zijn hun kruis op te nemen zoals Jezus.  Dergelijke mensen vinden we in de eerste eeuwen van het christendom in een beweging weg uit de bewoonde wereld naar de woestijn of naar de wildernis: mensen die in eenzaamheid zich toeleggen op de ascetische levensstijl die ze in navolging van Jezus proberen waar te maken. Eremieten werden ze genoemd of woestijnvaders (en –moeders) en kluizenaars die zich ver van het werelds lawaai en de prikkels van de aardse geneugten houden om zo een proces van zuivering, verlichting en uiteindelijke eenwording met God te bereiken. Dat proberen ze te realiseren door bidden, vasten en meditatie.

Benedictus van Nursia is een sleutelfiguur in de overgang van kluis naar klooster. Dat gebeurt in de 6e eeuw. De eremieten die soms min of meer in groepsverband leefden krijgen nu een duidelijke leefregel. Alle extreme vormen van ascese die bij de kluizenaars soms voorkwamen worden getemperd en in een evenwichtiger gemeenschapsregel opgenomen. Benedictus getuigt in zijn regel van grote wijsheid en psychologisch inzicht. Bidden, werken en rusten moeten een harmonische levensstijl bevorderen. Het leven wordt opgedeeld in drie delen van telkens 8 uur.

Het klooster ziet er uit als een soort dorpsgemeenschap die in eigen behoeften voorziet. Tevens verschaft het werkgelegenheid voor mensen uit de omgeving.  In die zin hebben de abdijen een belangrijke sociale en maatschappelijke functie. We leven in een tijd dat de samenleving als vrij ruw gekarakteriseerd wordt. Roversbendes, invallen van vreemde volksstammen, vechtpartijen zijn  geen uitzondering. Het leven in de abdij is in dat opzicht over het algemeen een verademing.

Het hele leven in het klooster wordt gekenmerkt door de gerichtheid op God. De verticale dimensie kleurt het hele leven. De natuur is Gods schepping, en die wordt dan ook met liefde bestudeerd. Aandacht voor fauna en flora behoren tot de dagelijkse bezigheden van de monniken. Reeds vroeg komen de monniken tot de bevinding dat het vervuilde water allerlei ziekten onder de mensen veroorzaakt. Het is dan ook hun menslievende  plicht andere dranken te vervaardigen die de monniken en de werklieden op de abdij gezond en blij maken.

De gemeenschap inspireert zich op het leven van de eerste christengemeenschap te Jeruzalem, zoals beschreven in de Handelingen: ze hadden alles gemeenschappelijk. De kloostergemeenschap functioneert een beetje als een model-samenleving. De gerichtheid op God, schepper van hemel en aarde, wordt bezongen in de psalmen die gebeden worden in het koorgebed, en de zorg voor de natuur geldt als zorg voor de schepping die de monniken als goede rentmeester waarnemen. 

Het koorgebed is later door de kloosters die in de hoge middeleeuwen ontstaan (zoals Dominicanen en Franciscanen) overgenomen. Het betekent tot in de jaren 60 nog een hele klus. Maar het betekende ook een discipline waardoor je een bepaalde geloofssfeer leerde verinnerlijken. Het betekende niet alleen dat je vertrouwd raakte met bv. de psalmen, maar ook dat je reeds van in den beginne geconfronteerd werd met de godsvraag omwille van de conflicterende godsbeelden waar je in die psalmen tegen stootte. Zoals het godsbeeld van God als moeder die haar kinderen nooit in de steek laat als de wraakzuchtige god die de kinderen van de vijanden met het kopke tegen de rotsen slaat. Het voelde reeds aan dat de levensstijl van een dominicaans huis van een ander soort beleving was dan het abdijleven.

Maar van het “ora et labora” onthoud ik dat het een levensstijl waarin gebed, liturgie, en een cultuur van innerlijkheid in goed evenwicht met handenarbeid een eigen harmonie kunnen hebben. Zonder het belang van het gezonde leven uit het oog te verliezen: zie het aantal gezonde dranken die aan de kennis van de monniken zijn ontsproten.

Commentaar 

Moet ik nu uit de inbreng van Ignace begrijpen dat ik mij tijdens de vakantie moet verdiepen in het leven van de Benedictijner monnik Dom Perignon? De vermeende uitvinder van de Champagne? Of in medicinale effecten van het elexir  eau de Carmes op mijn overbelaste spijsvertering? Het gezonde leven is in elk geval een tip waaraan ik mij tijdens de vakantie graag aan overgeef. Maar er is meer.

Ik ervaar dat het bewustzijn van het jaarritme, het ritme van de natuur en de seizoenen, bij mezelf dreigt verloren te gaan. Maar er is hulp. Het ritme van het kerkelijk jaar is georiënteerd op de natuur als Gods schepping. De feesten die we vieren en waar we steeds naar uitkijken passen bij de seizoenen. 

Ook het dagritme van de kloosterlingen kan mij inspireren. Als we met de gezinsgroep naar de abdij van West-Vleteren trekken dan dompelen we ons onder in het ritme van de getijdegebeden. Dat geeft een zekere rust en zekerheid.

De vraag is: kan ik dat dagritme van de monniken overplanten in mijn dagdagelijks bezigheden? Misschien moet dat met een beetje creativiteit wel lukken. Ik lees in het boek “Rust en regelmaat” van Anselm Grün en Patra Altmann enkele tips zoals:

– Zoek naar een gepast het ritueel na het opstaan. Dat kan met meditatie, lezen of sporten.

– Begin steeds op dezelfde tijd met het werk

– Leg bepaalde tijdsblokken vast voor werk, rust, een wandeling in de buitenlucht.

– Respecteer de fasen van de dag

– Beperk je tijdsinvestering. Leg voor vergaderingen een strikte tijdslimiet vast.

Ik kan het leven van de monniken binnen de kloostermuren niet kopiëren. Maar misschien kan ik van hen leren om de essentie van die dagindeling over te nemen en in mijn leven in te bouwen. Ora et labora voor dummies. Het is geen onaardige opdracht om daar tijdens de vakantieperiode eens bij stil te staan. Hoe bouw ik in mijn eigen leven een cultuur in van gebed, liturgie, en innerlijkheid? En ik stel vast dat wat “ora” betreft, ik op de goede weg ben. Want deel uitmaken van deze gemeenschap en de wekelijkse vieringen helpen mij daar bij. Nu nog het “labora” in balans brengen.

 

Tweede overweging

Vanaf het jaar 1000 maken we gedurende enkele eeuwen een heel bewogen tijd mee in West Europa. Er is een industriële revolutie in de landbouw met zijn vele spin offs zoals de opkomst van de burgerij als nieuwe sociale realiteit, de steden die centra van handel en ambachten worden. Er zijn de kruistochten die gedurende enkele eeuwen voortdurende volksverhuizingen met zich meebrengen, die zowel naar Zuid Frankrijk als naar het heilig land trekken. Een ontredderde kerk wordt bovendien geconfronteerd met tal van bewegingen van mensen op zoek naar een nieuwe spiritualiteit. In die sfeer ontstaan verschillende nieuwe religieuze orden die de uitdagingen van die tijd op verschillende manieren onder ogen zien. Franciscanen en Dominicanen, Norbertijnen en Karmelieten zijn maar enkele van die bewegingen. Om als religieuze beweging binnen de kerk erkend te worden zijn ze door de paus verplicht om een aantal leefregels over te nemen van de oudere contemplatieve orden. Dat betekende concreet het leven in gemeenschap en het inbouwen van het gezamenlijk gebeden getijdengebed.

Toch zijn geen van de genoemde bewegingen slotkloosters. Zeker niet. Ze gaan niet op het platteland wonen, maar in de stad. Ze bouwen geen eigen dorp of boerderij waarvan ze als groep kunnen leven zoals de Benedictijnen. Ze zijn actief betrokken op het stadsleven: de dialoog met de sociale en maatschappelijke ontwikkelingen die zich daar afspelen is een bewuste keuze. De Franciscanen doen dat door hun uitgesproken armoedebeleving, Dominicanen door de dialoog aan te gaan met de intellectuele uitdagingen van die dagen. De elementen die ze (noodgedwongen) hebben overgenomen van de contemplatieve ordes – zowel het gemeenschapsleven als het koorgebed – worden hieraan aangepast. Het is belangrijker tijd te maken voor studie en reflectie, dan in alle gebedsmomenten aanwezig te zijn. Het typeert de dominicaanse mentaliteit. De confrontatie met de nieuwe geestesstromingen, maar ook met het sociale leven staat centraal. Het koorgebed heeft in de loop van de tijd een afgeslankte vorm gekregen, maar de studie is steeds als levenslange discipline voorgehouden. Studie wordt zelfs gezien als een vorm van gebed. Omdat het niet zomaar gaat om tijdverdrijf of intellectuele Spielerei, maar juist om een existentiële betrokkenheid op het mensengebeuren.

Studie vraagt uiteraard aandacht en concentratie. Het vergt discipline. Maar dat schenkt juist voldoening. Je stapt niet uit het leven om met iets anders bezig te zijn. De bevraging van je geloof, de uitdaging van de veranderende cultuur, de ontmoeting met nieuwe religieuze visies en overtuigingen: dat is toch de wereld waarin we staan. Je voelt je verbonden zowel met verleden, heden als toekomst. En je wil dat delen: “contemplata aliis tradere”: het overwogene delen met anderen is het motto van de Dominicanen.

 

Commentaar

Ik becommentarieer graag 3 puntjes uit de inbreng van Ignace

 Was het 1000 of 2000? Zoek de 10 verschillen…

Ignace had het daarnet of het jaar 1000 als scharniermoment in het zoeken van een ontredderde wereld naar een nieuwe spiriualiteit. Ik herhaal de eerste zinnen van Ignace maar ik tel er 1000 jaar bij. Dat klinkt als volgt: vanaf het jaar 2000 maken we gedurende enkele eeuwen een heel bewogen tijd mee in West-Europa. Er is een mondiale revolutie in technologie, de grote ecologische uitdagingen, de vluchtelingenproblematiek. En ook een ontredderde kerk en de beginnende  zoektochten naar nieuwe spirituele belevingen. Zijn de omstandigheden van vandaag zo verschillend als die in het jaar 1000? Kan onze tijd een incubator zijn voor een nieuwe dynamiek? Misschien is de dynamiek die aanwezig was bij de oprichting van de Domincanenorde in 1216 nu nog steeds actueel.

– Over het belang van de stad

Ik ervaar het als heel belangrijk dat deze gemeenschap, Dominicus Gent, geïnspireerd wordt door die Dominicaans spiritualiteit. En dat wij onvermoeid de dialoog blijven aangaan met de sociale en maatschappelijke ontwikkelingen van vandaag. En dat dit ook een bewuste keuze moet blijven.

Hoewel ik me tijdens de vakantie zal terugtrekken op het platteland zal de roep van de stad mij blijven aantrekken. Ik wil er midden in staan. De stad is mijn biotoop. Dat is ook de biotoop van dit huis en de gemeenschap die er samen komt.

– Over de studie en het delen ervan.

Door deel uit te maken van deze Dominicus-gemeenschap heeft studie opnieuw een plaatsje gekregen in mijn leven. Dat heeft vooral te maken met het voorbereiden van de vieringen. Dat studeren is een vorm van luisteren. Studeren is actief onderzoeken. Is achter de dingen willen komen. Jezus zegt in het Lucas-evangelie “Alles wat verborgen is zal bekend worden en aan het licht komen. Let dus goed op hoe jullie luisteren”.  Het gaat dus over de continue bevraging van ons geloof en de uitdagingen van de veranderende cultuur waarin we nu staan. Wat we daaruit leren moeten we openbaar maken. “contemplata aliis tradere”: het overwogene delen met anderen. Dat is onze missie. Vandaag meer dan ooit. Dominicaanser kan niet.

 

 

Tafelgebed van Juut Meijer

 

We delen brood en wijn – dienst van tafel –  breken en delen

En we bidden

in onzekerheid en onmacht – hoe te gaan in deze wereld

In hoop – gevestigd op een stem die richting geeft en verenigt

en in herinnering – van wat ons al eens is aangezegd en voorgedaan

Zo roepen wij tot jou, Levende,

en stemmen ons op jou af

Wees gezegend

jij die licht en leven bent

voorbij de schaduw van dood

Levenslicht, Naam boven ons uit

Gezegend jij om mensen die jouw weg durven gaan

om zovelen die moed putten uit wat hen is aangezegd

woorden van goedheid en geluk:  jij mag er zijn

jij – ook al aarzel je zelf – jij bent op de goede weg

Gezegend jij om die lange rij van mensen
tot op vandaag

Zo zegenen wij dit brood en deze beker,

zoals ons is voorgedaan door Jezus van Nazareth.

die uitdeelde tot het laatst van zijn leven.

Doe als ik, zou hij hebben gezegd,

om voor altijd verbonden te zijn.

Zo bidden wij hem achterna

om hoop en richting,

om vrede en gemeenschap

tussen alle mensen

foto Guido Vanhercke