Het oplichten van het nieuwe

Dominicus Gent

Viering van zondag 16 juli 2017

Het oplichten van het nieuwe…

 

Goede morgen en hartelijk welkom, of je nu voor de eerste keer hier aanwezig bent of een trouwe bezoeker. We willen hier samen op deze zondag tijd maken, voor elkaar en voor de woorden en daden van de man uit Nazareth.

Ieder van jullie herinnert zich nog de geschiedenislessen, waarin men de grotschilderingen voorstelde als een van de grote verwezenlijkingen van onze rechtstreekse voorouders. Zij toonden aan hoe goed wij (als mensengroep) toen al waren, en natuurlijk onrechtstreeks hoe “minder” de Neanderthalers waren die hier toen ook rondliepen.
Maar… over de ouderdom van sommige onder deze schilderingen is men nu tamelijk formeel: zij zijn nog ouder zijn dan we dachten, en zij zouden geschilderd zijn op een moment dat de homo sapiens daar nog niet was. Wie dan wel? De Neanderthaler liep hier toen wel rond… Logische conclusie: zij zijn de kunstenaars van dienst. Maar dat heeft wel verstrekkende gevolgen: een revolutionaire verandering in visie: wij zijn niet de enigen met creativiteit, met ‘verstand’. We delen die met anderen. Alle bestaande “zekerheden” over onze afkomst en onze verwanten moeten opnieuw bekeken en herschikt worden. Want als een theorie niet klopt met de feiten, dan moet je je theorie aanpassen, leerden we vroeg in onze opleiding.

Wij allen hebben zekerheden, visies en standpunten verworven in ons leven. Dat geeft richting en duidelijkheid. Maar, af en toe breken er mensen, woorden, voorvallen, ervaringen, binnen in ons leven, die ons andere visies of evidenties laten zien. En die ons en onze manier van gelovig zijn soms onderuit halen.

Het evangelie reikt ons verhalen aan over mensen die vasthouden aan wat zekerheid biedt, of mensen die juist doorheen ‘ongemakkelijke ontmoetingen’ sterker in verbinding kunnen komen met de andere.  Juist in het onverwachte breekt toekomst door, breekt het Rijk van God door.  Daarover beluisteren we straks een verhaal.
We steken nu eerst de paaskaars aan als symbool voor de aanwezigheid van de Eeuwige.

En we zingen samen uit wat we hier elke zondag weer komen zoeken:

Wees hier aanwezig
Woord ons gegeven
dat ik u horen mag
met hart en ziel.
Wek uw kracht
en kom ons bevrijden 

 

Inleiding op de lezing uit Matteus 15

De lezing van vandaag, uit Matteus 15, gaat over de onvergetelijke indruk die Jezus naliet als hij tafelgemeenschap hield.  Over de betekenis hiervan componeerde Matheüs een prachtig tweeluik, in de hoofdstukken 14 en 15.  

In hoofdstuk 14 vallen vier fasen op:

  1. De openingsscène:  het koninklijk paleis van Herodes, een verjaardagsfeest, een gedekte tafel en daarop het hoofd van Johannes de Doper. 

2de scène: Jezus wil bekomen, wil alleen zijn en wijkt uit met een boot naar een eenzame plaats.

3de scène: Aangekomen op de oever, wordt Jezus onverwachts geconfronteerd met een grote menigte.  En hoewel hij zelf zo vol verdriet is, wordt hij toch door medelijden bewogen en Hij geneest hun zieken. 

Slotscène: Het wordt laat, de leerlingen willen iedereen wegsturen… het gekende verhaal.  Jezus deelt broden en vissen. “Allen eten tot ze verzadigd zijn en aan overgebleven brokken haalt men nog 12 volle korven op.”   Hoofdstuk 14  begint dus met een koninklijke tafel van  macht en dood, en eindigt met een solidariteitstafel, met eten en leven  in overvloed.

Hoofdstuk 15 begint met een felle woordenwisseling tussen Jezus en de Farizeeën : over eten! 

Scène 2 : Jezus wil ontkomen aan de druk van de Farizeeën, hij wijkt uit.  Deze keer gaat hij ver weg: hij steekt de grens over, tot in het buitenland.

en weer is er een derde scène, waar iemand verlangt naar genezing. Maar deze keer is Jezus niet spontaan door medelijden bewogen… We luisteren naar het verhaal.

 

Lezing uit Matteus, hoofdstuk 15

Vandaar trok Jezus zich terug naar de streek van Tyrus en Sidon.  Op een gegeven ogenblik trad een Kananese vrouw,  afkomstig uit dat gebied, naar voren, luid roepend: “ Heb medelijden met mij, Heer, Zoon van David! Mijn dochter is van een duivel bezeten en wordt verschrikkelijk gekweld. “Maar Hij gaf haar in het geheel geen antwoord. Toen wendden zijn leerlingen zich tot Hem met het verzoek: “Stuur die vrouw toch weg, want ze blijft ons achterna roepen.”  

Hij antwoordde: “Ik ben alleen maar tot de verloren schapen van het huis van Israël gezonden.”Maar de vrouw kwam naderbij, wierp zich voor zijn voeten neer en zei: “Heer, help mij.”

Hij gaf haar ten antwoord: “Het is niet goed het brood dat voor de kinderen bestemd is, aan de honden te geven.”

“Wel waar, Heer, “ sprak zij, “want de honden eten immers toch ook de kruimels die van de tafel van hun meesters vallen.”…

Daarop zei Jezus haar: “Vrouw, ge hebt een groot geloof!  Uw verlangen wordt ingewilligd.  “ En van dat ogenblik was haar dochter genezen.

Uit die streek teruggekeerd trok Jezus langs het meer van Galilea.  Talrijke mensen stroomden naar Hem toe die lammen, gebrekkigen, blinden, stommen en vele anderen met zich mee voerden om ze aan zijn voeten neer te leggen. Hij genas hen, tot verbazing van het volk dat zag hoe stommen spraken, gebrekkigen gezond werden, lammen liepen en blinden konden zien.  En zij verheerlijkten de God van Israël.

Jezus riep zijn leerlingen bij zich en sprak: “ Ik heb medelijden met al deze mensen, omdat ze al drie dagen bij Mij blijven, zodat ze nu zonder voedsel zijn: maar ik wil hen niet laten gaan zonder dat zij eerst gegeten hebben, omdat Ik vrees dat zij anders onderweg zullen bezwijken. “

En Hij nam de zeven broden, brak ze en gaf ze aan de leerlingen die ze weer aan het volk gaven. 

Allen aten tot ze verzadigd waren en aan overgebleven brokken haalde men nog zeven volle manden op.

 

Duiding

Hoofdstuk 14 en 15 beginnen in een sfeer van angst. Johannes de Doper vermoord door de politieke machthebber (14de hfdst), felle kritiek op Jezus door de religieuze machthebbers (15de hfdst).  Twee keer eindigt Matteus zijn hoofdstuk met een broodverhaal, verweven met verhalen over genezingen.  En daar middenin : het verhaal over de ontmoeting met die Kanaanese vrouw uit de streek van Tyrus en Sidon.

De streek van Tyrus en Sidon had in joodse oren een zeer kwalijke klank.  Het was namelijk in dat gebied dat het joodse volk bij de intocht van het beloofde land op zijn grootste vijanden stootte.  Het is daar dat hun leider dit gebied gewelddadig veroverde. Maar in dit verhaal verovert Jezus niet met geweld, hij laat zich veroveren, hij laat zich overtuigen. Dit is de joodse wereld op zijn kop.

De vrouw heeft een eenvoudig verzoek: haar dochter is ernstig ziek.  Zij vraagt: “Help mij.”  Jezus negeert haar, antwoordt niet op haar vraag, en als hij uiteindelijk spreekt verklaart hij zijn reactie:  “Ik ben er voor de verloren kinderen van mijn eigen volk.” Dat is Jezus’ diepe overtuiging, zijn diep geloof.  “ En dus”, zegt Jezus, ik ben er niet voor jou, niet voor je zieke dochter, want jij bent een hond.”  Hond was een grof joods scheldwoord voor een vreemde.  Maar deze vrouw spreekt Jezus tegen.  Zij weet dat Jezus de tafel dekt voor de verloren kinderen van Israël, maar er zijn toch manden met brokken over, voor de honden? Ze gelooft dat het anders kan.  Jezus ziet het brood, de vrouw wijst naar de brokken die over zijn.

Als het gaat om zieke mensen van zijn eigen volk, wordt Jezus spontaan bewogen door medelijden, ook al heeft hij zelf zo’n groot verdriet. Hier echter,  bij deze buitenlandse vrouw, wringt de communicatie.  Uiteindelijk laat Jezus zich raken en breekt een nieuw besef door. Jezus geneest van zijn vooroordeel. Juist op het moment dat je het niet verwacht, gebeurt het, het Rijk van God breekt door.  Vanaf dit moment waaiert het evangelie van Matteus open.                                                    

– Vanaf nu  zal Jezus,die zeven keer is uitgeweken voor politieke en religieuze machthebbers, de confrontatie aangaan en niet meer op de vlucht slaan.                      

– Vanaf nu geneest hij zieken, zonder onderscheid van nationaliteit.                               

– Vanaf nu zal Jezus zijn tafelgemeenschap uitbreiden. Daarom componeert Matteus een verhaal over een maaltijd met joden én niet-joden; er blijven  geen 12 joodse korven, maar 7 multiculturele korven over.  Solidariteit, ook met kwetsbare vreemdelingen, kan vanaf dit moment beginnen.

Wat in het echte leven van Jezus waarschijnlijk een trage bewustwording is geweest, wordt hier literair samengebald, verdicht tot één moment.  In dit verhaal klinkt natuurlijk ook de ervaring mee van de eerste christelijke gemeenschappen, die met vallen en opstaan leerden om als joden en niet-joden samen te leven. En Matteus, zelf een jood, kent de spanningen maar al te goed.

Ook vandaag zijn er gelijkaardige inspanningen van mensen om kwetsbare  vreemdelingen  te ontmoeten.  Een voorbeeld: in Parijs zit een vluchteling te bedelen. Een Parijzenaar, door medelijden bewogen, biedt die vluchteling een bord eten aan.  In het gesprek dat naar aanleiding van dit eten ontstaat, blijkt dat de vluchteling het vernederend vindt om te moeten bedelen.  Uit deze ontmoeting groeit een idee: de vluchteling zal de straat opruimen. Want de straten van de stad liggen er vuil bij, de ophaaldienst kan het vuilnis niet tijdig opruimen.  De vluchteling  maakt een bord met een tekst, dat mensen hem  kunnen ‘betalen’  voor zijn opruimwerk.  Zo kan hij bijdragen aan de samenleving.  Ondertussen zijn er  al tientallen van deze bordjes, en tientallen vluchtelingen die ‘werken’ en medeburgers die hen daarvoor  ‘betalen’.  Natuurlijk is dit niet het Rijk van God dat als een kant en klare praktijk uit de hemel komt gevallen, het is een flits, een flard van toekomst en hoop. 

Wij weten zelf uit eigen ervaring hoe moeilijk is om ons geloof  te laten bevragen door iemand die vreemd is.  Wij weten dat het moeilijk is om open te staan voor vreemdelingen, wanneer wij zelf niet spontaan door medelijden bewogen worden.  Deze evangelieverhalen bemoedigen ons: ze tonen dat ieder mens  kan groeien in goedheid.  Ook wanneer het wringt tussen mensen, kan er iets nieuws oplichten.  Dan voelen wij iets van dat Rijk van God en die wonderlijke vrijheid om samen te eten en elkaar te genezen van vooroordelen.   

 

Laat er een tijd zijn
om te behoren tot een wereld in beweging
en een tijd om stilte te vinden in jezelf

Een tijd om te ontvangen in verwondering
en een tijd om te geven meer dan je hebt.

Een tijd om liefde te leren
en een tijd om te voelen hoe kwetsbaar ze maakt.

 
Een tijd om de helende schoonheid te ervaren
en een tijd om de leemten open te houden. 

Een tijd om begeesterd te spreken
en een tijd om bewogen te luisteren.

Een tijd om de hand aan de ploeg te slaan
en een tijd om te wachten, kome wat komt.

Een tijd om kracht en visioenen te delen
en een tijd om met lege handen te staan.

Een tijd om lijden samen te dragen
en een tijd om onmacht daarvan deel te maken.

Een tijd om het leven innig te omhelzen
en een tijd om in vrede alles los te laten.

(Chris Gelaude)