Thuiskomen

Dominicus Gent

Viering van zondag 12 augustus 2018

THUISKOMEN

 

Welgekomen op deze zondag in augustus.

Augustus is ondertussen al een heel stuk opgeschoten. De bijna alarmerende hitte en droogte is veranderd in stevige vertrouwde regenbuien. Mensen die een stapje in de wereld hebben gezet komen terug. Kortom we hervinden het oude bekende terrein dat we ’thuis’ noemen. Wie even ‘weg’ was van het gewone doen – op welke manier ook – herkent wellicht dat haast juichende gevoel, de opnieuw gewekte nieuwsgierigheid en de opborrelende vreugde bij de terugkeer van een reis, als je de drempel van het eigen huis betreedt. Het comfort van de bekende plek waar je jezelf mag zijn, veilig bent, gekend bent en ook de mensen kent.

Welkom thuis dus, ook hier in Dominicus. Thuis, die haven van waaruit sterk en geborgen, maatschappelijk betrokken leven mogelijk is, daar willen we vandaag even bij stilstaan. Wat mag en moet het zijn, hoe kunnen we zo’n omgeving voor onszelf, voor elkaar en voor de wereld helpen waarmaken. We kijken hoe Jezus ons daartoe inspireert en om helder te zien, steken we de Paaskaars aan.

Zingen we ons tot gemeenschap met het lied in de Kaft nummer 81: dit huis is een huis waar de deur open staat, waar mensen van toekomst gaan dromen. Laat ons hier samen stem aan geven en van toekomst gaan dromen…

 

Een plek om mens te worden…

Ik weet niet of veel mensen erop letten, maar als je op reis bent in Europa staan er overal kerken. Zelfs in de kleinste, onooglijkste plaatsjes staat er een. Je kan je afvragen: wat dreef en drijft al die gemeenschappen om telkens weer een spirituele plek centraal te zetten tussen de eigen huizen, waar ze dan wonen, werken, samenkomen, handel drijven, school lopen.

Ligt het antwoord niet in de woorden van het lied dat we net hebben gezongen, en waarmee we deze spirituele ruimte tot leven hebben gewekt voor elkaar. Zoeken wij, en zovelen voor en met ons, niet de plek waar de deur openstaat, waar mensen bijeen komen en naar elkaar luisteren, waar harten worden verwarmd en gemeenschap vormen, waar van toekomst mag worden gedroomd, waar letterlijk een vonk, een kracht, een beweging naar binnen slaat en ons sterker maakt dan alle inperking, dan alle vernietiging?

Ieder mens verlangt diep in zijn of haar binnenste naar een plek waar je rust kunt vinden. Waar je innerlijke vrede kunt vinden, en genoeg vertrouwen om weer naar buiten te gaan en verder te bouwen aan je leven en aan dat van de mensen rondom je. Daarom is het goed dat er zo’n ogenschijnlijk lege ruimte als een kerkgebouw bestaat. We vullen die met elkaars gedeelde leven. We vullen die met oude woorden, met gezangen, met schoonheid, met stilte. We durven zelfs de grote droom aan te spreken, en te vragen: zie naar ons, ken ons, draag ons…

Maar wat als er geen religieus ritueel is, geen verstillend gebouw? Wat als iemand langs de straten moet dolen? Wat er niemand is om even je hart bloot te leggen, dat arme hart dat op barsten staat en niemand die het ziet?

Daarom zeg ik, maar we weten het allemaal: de eerste plek die mensen elkaar kunnen aanbieden, is zichzelf. Dat er iemand stilstaat en vraagt hoe het is, en blijft luisteren. In de ogen en het gezicht van degene die naar je luistert, ontstaat de plek waar iemand weer mens kan worden. Waar iemand weer zijn kracht kan vinden. In elkaar beseffen we wat dat is, gekend zijn. In elkaar delen we het leven in zijn diepe gegeven goedheid.

Het is zoals in het lied dat we hierna zullen zingen. Psalm 132, een psalm van David: ik zal in mijn huis niet wonen, ik zal niet rusten, geen ogenblik, voordat ik heb gevonden een plek waar Hij wonen kan, een plaats om te rusten voor Hem die God is, de enige ware… Wat een omkering! Geen God die als machtigste eer en een tempel verdient, maar een God die bij mensen blijft, ook en zeker als ze geen dak boven hun hoofd hebben, ook en zeker als ze niet de rust en de vrede vinden die elke mens nodig heeft om waardig en goed te leven. Daarom worden we zo aangesproken, zegt Levinas, als we echt het gelaat zien van de ander: er is in ons, in elk van ons, die diepe liefde die zowel vraag als antwoord is, en die we herkennen als mensen open willen luisteren naar elkaar.

Echt een woning vinden waar mensen kunnen thuiskomen, is moeilijk, dat weten we. Dat weten financieel armen, alleenstaande moeders met kinderen, erkende vluchtelingen die het asielcentrum moeten verlaten. We willen het proberen met een nieuwe vzw, Thope, gestart vanuit Dominicus, maar op zoek naar veel meer solidaire partners, in parochies, de stad Gent, individuele mensen. Vandaag, te midden van veel opgeklopte angst en negativiteit, moeten we het geloof levend houden dat als mensen hun kleine goedheid samenleggen, ze bergen kunnen verzetten. Dat zijn de woorden van Jezus, en ze klinken ook door in de bergrede: het zijn de zachtmoedigen, de barmhartigen, de nederigen, de zuiveren van hart, de vredestichters die de wereld echt zullen veranderen. Zelfs de treurenden zullen dat doen, zegt Jezus. En degenen die hongeren en dorsten naar gerechtigheid, dat wil zeggen degenen die kapotgaan aan het onrecht in de wereld. En zij die er effectief iets aan doen, maar dan tegenwind en vervolging ondergaan. Ook al diegenen dus die letterlijk afzien in hun lichaam, ook zij zullen God zien. Dat wil zeggen: zullen de liefde zien die redt, zullen met hun bijeengevoegde kleine goedheid de grote Goedheid redden en doorgeven aan de volgende generaties. Zodat deze wereld echt een plek is om thuis te komen…

Psalm van David 

Ik zal in mijn huis niet wonen
Ik zal op mijn bed niet slapen
Ik zal mijn ogen niet dichtdoen
Ik zal niet rusten geen ogenblik
Tot ik gevonden heb
Een plek om te rusten voor Hem
die God is, de enige ware

 

Evangelie

Op het einde van elke viering vieren we dat thuiskomen. Het leven is goed, kan goed zijn, moet goed zijn, en dat moeten we vieren, week na week. Gedeeld voedsel en drank wil zeggen dat we levenskracht kunnen delen. Wil zeggen dat iedereen uitgenodigd is om haar of zijn plek in te nemen… Zelfs Jezus had die gedeelde ervaring nodig, nodigde zichzelf uit bij mensen. We lezen na het lied het verhaal van de tollenaar Zacheüs, hoe Jezus zichzelf bij hem uitnodigde en hem daardoor de grootste erkenning gaf die de tollenaar kon krijgen: een nieuw leven, een nieuw kans, een nieuw begin.

Lucas 19 , 1-10
Hij ging nu Jericho binnen. Terwijl Hij er doorheen trok, 2 poogde een zekere Zacheüs, hoofdambtenaar bij het tolwezen en een rijk man, 3 te zien wie Jezus was. Maar hij slaagde daarin niet vanwege de menigte, want hij was klein van gestalte. 4 Om Hem toch te zien liep hij hard vooruit en klom in een wilde vijgenboom, omdat Jezus daarlangs zou komen. 5 Toen Jezus bij de plaats kwam, keek Hij omhoog en zei tot hem: ‘Zacheüs, klim vlug naar beneden, want vandaag moet ik in Uw huis te gast zijn.’ 6 Zacheüs kwam snel naar beneden en ontving Hem vol blijdschap. 7 Allen zagen dat en merkten morrend op: ‘Hij is bij een zondaar zijn intrek gaan nemen!’ 8 Maar Zacheüs trad op de Heer toe en sprak: ‘Heer, bij deze schenk ik de helft van mijn bezit aan de armen; en als ik iemand iets afgeperst heb, geef ik het hem vierdubbel terug.’ 9 Jezus sprak tot hem: ‘Vandaag is dit huis heil ten deel gevallen, want ook deze man is een zoon van Abraham. 10 De Mensenzoon is immers gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was.’

 

Over thuiskomen

Als het goed zit, dan zijn we in veel verschillende omgevingen thuis, van heel intieme naar heel ruime. Thuis in je lichaam (die tempel van God ), in je huis, straat, stad, land, continent en evengoed op het werk, de leesclub, de Dominicusgemeenschap… In Nederland heeft het centraal bureau van de statistiek ‘hoe het met ons thuisgevoel gesteld is’ als indicator voor het welzijn van de inwoners van het land geïntroduceerd. Zo’n omgeving ondergaan we niet alleen, we bouwen eraan, brengen verandering, of gaan elders als het echt niet klikt…

In sommige landen is het bewind de laatste jaren zozeer veranderd dat velen emigratie overwogen. Ook de kerk zag veel mensen vertrekken. De socioloog Duyvendak beschrijft in zijn boekje ‘Thuis’ hoe burgers die ’s lands waarden en wetten niet meer delen in de VS zich toch zeer thuis voelen in hun wijken en gemeenschappen: onder gelijkgezinden met wie ze proberen om die wetten en waarden te veranderen. Het klinkt haast als de verhouding van Dominicus Gent tot de officiële kerk. Echt treurig wordt het als een land een deel van zijn van oudsher bewoners gaat bestempelen als tweederangs, zelfs hun taal miskent. Mensen discrimineren vanuit hun identiteit en zo hun thuis ondermijnen levert intense spanning en frustratie op, is bron van duurzame agressie.

De buren vormen bij uitbreiding een deel van de woonomgeving. Beter een dichte buur dan een verre vriend… Als het echt fout zit met de buren kan het zelfs levensbedreigend worden. Dat moest onlangs een homopaar in het Gentse nog ervaren toen ze ook fysiek aangevallen werden door buren die hun geaardheid en levenswijze niet waarderen. Ze vragen zich af of zij nu moeten verhuizen of hun belagers opdat zij terug een thuis kunnen vinden.
Het is goed onze buren te kennen, vertrouwd te zijn met wie ze zijn en wat ze doen. Als ‘goetgheburen’ te leven.;-) De socioloog spreekt van een omgang die idealiter amicaal is: niet te afstandelijk maar ook niet te intiem of alom tegenwoordig. De aanwezigheid is soms sterker dan vermoed. Het verrast me elk jaar opnieuw hoe snel de buren weten dat we thuisgekomen zijn na een reis. Hoe stil we ook binnenkomen binnen een 10-tal minuten komen ze al onze post brengen. En onze buren zijn atheïst, maar ze komen zowat elk jaar naar deze kerk om het GentseFeesten-concert mee te maken. Door te weten hoe mensen wonen leren we hen ook kennen en krijgen we meer besef van de wereld en onze positie daarbinnen.

Belangrijk bij thuis is dat we de zaken een beetje onder controle hebben, dat we weten waar we aan toe zijn en een en ander kunnen inrichten op onze maat en ons ritme van omgaan met de buitenwereld. We bepalen zelf wie binnen komt en met wie we ons hebben en houden delen. De eerste keer dat je een eigen kamer kreeg: hoe werd daar als kind niet naar uit gekeken. Op het einde van het leven is er dan weer vaak de omgekeerde beweging: een stuk zelfstandigheid opgeven, omdat we minder plaats en meer hulp nodig hebben. Een oude nota-bejaardenbeleid in Nederland schreef daarover: Waar men vroeger onder `zelfstandig wonen’ vooral had begrepen dat bewoners anderen konden vermijden, was het nu juist een privéruimte als gelegenheid voor sociaal verkeer en maatschappelijk functioneren. Ook in Vlaanderen kwam recent nog die nood aan maatschappelijke betrokkenheid in een enquête over kwaliteit van leven sterk naar voor.

Bejaarden stellen terecht of onterecht – mede daarom – de verhuis naar een WZC zo lang mogelijk uit. Zo leven heel wat bejaarden met het verlopen van de jaren nog alleen in een huis dat veel te groot wordt, terwijl ze soms weinig mobiliteit overhouden zodat ook hun sociaal functioneren erg beknot wordt. De stad Gent heeft naast een task force wonen (voor de woningcrisis en het tekort aan betaalbare woningen voor kwetsbare mensen), ook een project Eenzaamheid en `buren voor buren’ al heel wat jaren in de steigers staan. Terwijl wij, Thope, op zoek zijn naar een onderdak, een woning en een thuis voor erkende vluchtelingen, zijn er andere mensen die veel plaats over hebben en hunkeren naar gezelschap en soms naar hulp bij praktische dingen die niet meer lukken. Een oplossing lijkt voor het grijpen. Als het lukt om die twee groepen samen te brengen dan kan 1 probleem + 1 probleem gelijk zijn aan twee oplossingen. De wetgever heeft er vrij recent alvast voor gezorgd dat het wettelijk heel netjes geregeld kan worden dat iemand met plaats te veel, onderdak geeft aan anderen die er vrij zelfstandig en of gedeeld kunnen wonen. Het moet klikken natuurlijk en helemaal van zelfsprekend is het niet. Maar mogelijk is het wel. Er zijn prachtige voorbeelden van een nieuwe thuis die groeit, waar ook de bredere families in betrokken worden. Een broeikas voor integratie en betrokken en verbonden leven. Een oproep tot verandering tot een voller leven, zoals wanneer die vreemde man Jezus vanuit een ander wereldbeeld met Zacheus aan tafel kwam zitten. Dan kan er veel gebeuren.

We zingen het uit in het lied: Wij zullen kennen zoals wij gekend zijn, en er begint een nieuw leven…

Tafeldienst

Laten we het goede leven vieren aan deze tafel van gerechtigheid.

We doen dat in verbondenheid met allen die hier vandaag niet kunnen zijn om mee te vieren.

We doen dat in verbondenheid met de onzichtbaren in deze stad, met de treurenden, met de zachtmoedigen en de vredestichters, met allen die hongeren en dorsten naar gerechtigheid, waar ook ter wereld, al of niet in het spoor van Jezus van Nazareth. Voor hen steken we het klein solidariteitskaarsje aan.

We doen dat in verbondenheid met onze geliefde doden.

Tafellied: Gezegend Eeuwige, Gij reddende God…

Onze Vader

Vredeswens 

Communie

Afsluiter

In Carpentras in Frankrijk staat nog iets van wat ooit een bloeiende abdij was, thuis van de Dominicanen die al prekend en bedelend rondtrokken in turbulente tijden. Langs de wenteltrap staat er de volgende tekst te lezen:
Peut-etre une de nos taches les plus urgentes est-ell de reapprendere a voyager
Eventuellement au plus proche de chez nous
Pour reapprendre à voir
L’exploration sera longue, variee, passionante
Sans plus tarder, partons

Wellicht bestaat een van onze meest dringende opdrachten erin om terug te leren reizen
Eventueel naar zijn die ons het meest nabij zijn
Om opnieuw te leren zien
De ontdekkingstocht zal lang zijn, gevarieerd en fascinerend
Laat ons niet langer talmen: we vertrekken!

Slotlied: Psalm 126 Als God ons thuisbrengt uit onze ballingschap, dat zal een droom zijn…

Foto’s Guido Vanhercke, kunstwerk gezien op Watou 2018: vluchteling gaat zijn droom achterna…