Tegen armoede…

Dominicus Gent

Viering van zondag 17 oktober 2021

Gerechtigheid is voller dan rechtvaardigheid…
(17 okt: Dag van Verzet tegen extreme Armoede)

 

Welkom in deze viering, iedereen hier, iedereen thuis.
We vieren vandaag in verbondenheid de wereldwijde strijd tegen armoede.

Naar aanleiding van de Werelddag van verzet tegen extreme armoede en geweld hebben we vandaag An Bistmans uitgenodigd. Zij is voorzitter van Zuidpoort, vereniging waar armen het woord nemen. Ze heeft van die strijd tegen armoede en uitsluiting zon beetje haar levenswerk gemaakt, ze zal daar straks over getuigen. 
We hebben het ook over het verlangen naar, de roep om gerechtigheid, die als een rode draad door de bijbel loopt. We lezen daartoe ook een aantal fragmenten.

Maar laten we ons eerst toevertrouwen. Er is veel dat gebeurt in ons leven, in het leven van de mensen en de wereld rondom ons, veel dat mensen hulpeloos achterlaat, in materiële en geestelijke armoede… Laten we daarom de Paaskaars aansteken die vertelt van een belofte van redding, die vertelt van overgave en vertrouwen.

En laten we bidden:
Gij die geen naam wil hebben,
maar kracht en redding wil zijn voor wie naamloos en onzichtbaar blijven,
in uw spoor van verbondenheid die sterker wil zijn dan vernietiging
zijn wij hier samen,
we denken vandaag heel speciaal aan wie het hardst door armoede wordt getroffen.
Gij, geheim van goedheid en vertrouwen,
Gij, beweging die stroomt, en zich door niets en niemand inperken laat.

Welkom

Dit huis is een huis waar de deur openstaat,
waar zoekers en zieners, genood of gekomen,
hun harten verwarmen, van toekomst gaan dromen,
waarin wat hen drijft tot herkenning gaat komen,
de vonk van de Geest in hun binnenste slaat.

Dit huis is een huis waar gemeenschap bestaat,
waar zangers en zeggers bijeen zijn gekomen
om uiting te geven aan waar zij van dromen,
waardoor een beweging ontstaat die gaat stromen,
die nooit meer, door niemand, zich inperken laat

(T. M. Poortstra –  M. Tom Löwenthal)

 

De bijbel over armoede

De strijd tegen armoede is een rode draad door de bijbel. Ik begin met een analyse uit Spreuken die aan duidelijkheid niets te wensen overlaat: : “Er groeit meer dan genoeg voedsel op onze akkers, maar omdat het niet eerlijk verdeeld wordt, krijgen arme mensen niets.” (13:13)

Even duidelijk klinkt de Stem in psalm 82:

“Hoe lang nog oordelen jullie onrechtvaardig
Hoe lang nog kiezen jullie partij voor wie kwaad doen
Doe recht aan weerlozen en wezen
Kom op voor verdrukten en zwakken
Bevrijd wie arm zijn  en honger lijden
Red hen uit de greep van wie kwaad wil.
Maar jullie begrijpen niets meer
jullie wandelen in duisternis
de aarde gaat eraan kapot.”

En Jesaja zegt het even klaar: “Is vasten niet dit: uw brood delen met wie honger heeft, arme zwervers opnemen in uw huis, een naakte kleden die gij ziet en u niet onttrekken aan de zorg voor uw broeder?” 
En Jesaja’s woorden klinken door in Matteus 25: “Ik had honger en gij hebt mij te eten gegeven, ik was naakt en gij hebt mij gekleed…”

Ter ondersteuning zijn er na de uittocht uit Egypte wetten ingesteld, we lezen enkele uit Leviticus:

“Gij moogt in uw wijngaard geen tweede keer plukken en de afgevallen druiven niet opvangen, dat alles is bestemd voor de arme en de vreemdeling.”
“Gij moogt uw akker niet tot de rand afmaaien en wat is blijven liggen moogt ge niet bijeen rapen. Dat is bestemd voor de armen en de vreemdelingen.”
“Want bedenk dat gij ook slaaf zijt geweest in Egypte.”

Tegen de achtergrond van zulke teksten is het begrijpelijk dat Jezus eenzelfde duidelijke stem laat horen als hij onrecht ziet, en ook dat hij ontroerd wordt door de muntjes van de arme weduwe:

“Op een dag gaf Jezus les in de tempel. Hij zei: ‘Let op voor de schriftgeleerden. Ze lopen graag in lange kleren rond, ze laten zich groeten op de markt, ze willen op de belangrijkste zetels in de synagoge zitten en op de ereplaatsen bij een maaltijd. Maar intussen slokken ze de huizen van weduwen op, terwijl ze voor de schijn lange gebeden opzeggen. Zij zullen strenger beoordeeld worden dan anderen.’ Jezus ging zitten tegenover de offerkist in de tempel. Hij zagt hoe de mensen kopergeld in de offerkist gooiden. Veel rijken gooiden er veel in. Er kwam een arme weduwe. Ze gooide er twee muntjes in. Jezus riet zijn leerlingen bij zich en zei: ‘Je mag er zeker van zijn: die arme weduwe gooide meer in de offerkist dan alle anderen. Want de anderen gooiden er iets in van hun overvloed, maar zij gooide er van haar armoede alles in wat ze had, het geld waarvan ze moest leven.”

 

Gerechtigheid

 De Vlaams-Nederlandse Dominicaan Edward Schillebeeckx heeft een prominente rol gespeeld in de ontwikkelingen die zich in het kerkelijk en gelovig leven hebben voorgedaan in de tweede helft van de vorige eeuw. Vooral zijn nieuwe visie op Jezus van Nazareth maakte indruk. Hij bevrijdde hem van het goddelijk aureool waardoor zijn menselijke gestalte pas echt uit de schaduw naar voor kon treden.

Als theoloog is hij altijd gevoelig gebleven voor de ontwikkelingen in de samenleving. Hij heeft zich dan ook in de volgende periode van zijn theologische loopbaan helemaal ingeschakeld in de sfeer van de bevrijdingstheologie en het ecofeminisme. Hij zag hierin een doorgaande lijn die reeds voor Jezus van Nazareth het joodse geweten had gevormd. Vanuit geloofsgemeenschappen in het zuiden en vanuit de vrouwenbeweging kreeg deze stroming een heel nieuw elan dat een ware opstanding mag heten. De stem die spreekt vanuit het onrecht dat mensen wordt aangedaan roept om verandering.

De gevoeligheid voor die stem van verzet heeft een opvallende ontwikkeling doorgemaakt. Waar vroeger liefdadigheid werd gepredikt dat niet zelden als zoethoudertje functioneerde, stapten we over naar een nieuw bewustzijn. Onrecht werd benoemd. De mensonwaardige effecten ervan onder ogen gezien.  Mensen namen geen genoegen met liefdadigheid. Ze eisten hun recht. Schillebeeckx werd op zijn manier hun bondgenoot. Hij had het over een negatieve contrastervaring. Hij bedoelt: de ervaring van wat niet humaan is, roept een reactie op. “Dit is niet de weg die we als menswaardig kunnen beschouwen”, “dit is beschamend en roept om verandering”. Hij had oog en feeling voor het instinctief “neen” dat mensen in zich voelen opwellen. Dit is een moment van openbaring. Dat komt niet van boven, uit een andere wereld, dat doet zich voor vlak voor onze ogen.

Zo spreken de grote profeten uit de achtste eeuw: Amos en Hosea, Jesaja en Micha. Hun inspiratie is duidelijk terug te vinden in de joodse wetgeving. Zo vinden we in het boek Leviticus indrukwekkende voorstellen voor een nieuwe sociale orde. Aan grootgrondbezitters en rijken wordt paal en perk gesteld. Alle goederen, grond en bezittingen dienen met een vaste regelmaat herverdeeld te worden. Slaven of lijfeigenen dienen na een vaste termijn in vrijheid hersteld worden. Zo staat het in de Tora. Het mag dan vaak dode letter gebleven zijn. Het blijft de expressie van een droom, een visioen dat men niet wil loslaten.

Dat visioen zet een stap verder dan het eisen van rechtvaardigheid. Natuurlijk is  rechtvaardigheid een basiswaarde. We kunnen het niet missen. Maar het blijft een minimumgrens. In die zin biedt rechtvaardigheid een bescherming voor ieder van ons. De Bijbelse droom zet nog een stap verder. Er is namelijk dat innerlijk instinct dat ieder mens in zichzelf kan ontdekken, het verlangen om van binnenuit mee te leven met de verdrukte, de ont-rechte mens. De aandrang om  het puur juridische te  overstijgen. Die stap begint waar  rechtvaardigheid gevoed wordt door barmhartigheid. Mensen dragen die warmte en genegenheid in zich.  “Gerechtigheid” is de term die we daarvoor bezigen. Gerechtigheid kan  niet meer precies gedefinieerd worden. Het is uitdrukking van een visioen, een diepe hoop dat gerechtigheid ooit de ziel mag worden van een gedeelde levenssfeer. Het verdient gerechtigheid te heten omdat het ontspruit aan de overvloed van het hart, de drang om mensen nabij te zijn, om te helpen waar het kan.  Dat is “aan woorden voorbij”.

 

Tekenen van hoop

Als hier of daar een vrouw wordt opgericht
en zich, rechtop gekomen warmt in licht,
wordt weer een stukje schepping afgemaakt:
zij is tot haar bestemming aangeraakt.

Als ergens eens een man tot vrede komt
en zich niet langer in de strijd vermomt,
dan weer is het de levenskracht die wint:
hij durft het aan met zachtheid als een kind.

Als in de buurt twee mensen samengaan
en elk het aandurft niet alleen te staan,
dan wint de liefde weer van angst de strijd:
zo komen mensen tot barmhartigheid

Als wij hier samen delen onze kracht
en leren hoe de minste wordt geacht,
dan bouwen wij weer verder aan het Rijk
en mogen daarmee zijn aan God gelijk.

(T.: Gea Boessenkool / M.: Berre van thielt & Guusje Storm)

 

Getuigenis An Bistmans

    Dankjewel voor de uitnodiging…

Ik heb zelf nooit armoede gekend. Ik ben wel sober opgevoed, en dat niet in een stad als Gent… Later heb ik als alleenstaande moeder toch ook goed op mijn portemonnee moeten letten.

Maar intussen weet ik heel goed, dat ik niet te klagen heb…

    Armoede en kansarmoede heb ik moeten leren kennen…
Mijn bewustzijn daarrond is getriggerd toen ik begin jaren 70 in Gent kwam studeren. Ik leerde buurtwerk en opbouwwerk kennen. Ik leerde kritisch denken op een andere manier … en onze maatschappij te zien als iets waar je mee kan aan bouwen, als iets dat maakbaar is. 

Ik kwam voor het eerst echt in aanraking met mensen in armoede tijdens een stage in een  buurthuis in de Noordwijk in Brussel. En later toen ik hier in het buurthuis in de Bevelandstraat werkte. Dat werk heeft voor mij de basis gelegd voor een hele carrière in het sociaal werk en in het volwassenenonderwijs.

Ik voel me en ik ben eigenlijk nog altijd een opbouwwerker, iemand die participatie wil stimuleren en aan verandering werken… om het kort te zeggen.

Ik heb nooit getwijfeld over de positie die ik zou innemen…
Als mens en als werker kon ik alleen maar naast de mensen in armoede gaan staan. Naar hen luisteren, horen wat ze nodig hebben…  en daarmee aan de slag gaan. En dat samen met hen.

Ik heb heel veel geleerd en dat is nog niet gestopt.
Ik leerde hoe alles hier in elkaar zit…  En hoe het anders en beter zou kunnen om niemand uit te sluiten, om iedereen te betrekken en te respecteren … 
Ik leerde vooral ook open staan voor mensen die in een totaal andere situatie leven dan ik, die een heel andere achtergrond hebben …
Ik leerde mijn solidariteit te tonen, en met feedback om te gaan. …
Ik leerde dus ook mezelf al veel beter kennen. En ook dat is nog niet gestopt.

    Om armoede aan te pakken is het volgens mij noodzakelijk om echt contact te hebben met mensen in armoede, hun stem te horen. Hun ervaringen, gevoelens, hun gedachten en suggesties naar de samenleving… Die moeten gehoord worden. En die moeten bijvoorbeeld naar het beleid, om daar invloed op beslissingen te kunnen hebben. Eigenlijk zoals door alle andere belangengroepen in ons land gebeurt. 

     De stem van mensen in armoede zou eigenlijk nog veel luider kunnen klinken. Want om armoede aan te pakken ligt er nog heel wat werk. We bestrijden ze wel, maar het is dweilen met de kraan open. Nu weer: rond energie. Gelukkig is over het sociaal tarief onderhandeld. Daarvoor zijn dan  miljoenen euro’s nodig om mensen eigenlijk een peulschil toe te stoppen om de stijgende energierekening te helpen betalen. 
Ik denk dat veel mensen hun hart vasthouden voor de rekening na de komende winter.
Mensen die bv. een slechte, maar voor hen toch dure woning huren. Mensen betalen, maar  moeten meestal niet rekenen op hun huisbaas om de woning te verbeteren en te isoleren. Dat zou zeker de factuur ook naar beneden helpen. Maar daar kan bv. geen verplichting op komen. Woonbeleid is daar niet echt genoeg mee bezig.
En dat is maar 1 voorbeeld.

    De overheid kan blijkbaar alleen maar lijnen trekken. Accenten leggen. Procedures voorzien.

Voor de rest is er ook inzet nodig vanuit de samenleving zelf. Mensen hun rechten geven, is niet alleen een kwestie van politiek. Het is ook ieders verantwoordelijkheid om menswaardigheid te respecteren en te verhogen. Het ligt vaak ook in onze eigen mogelijkheden. Mag ik denken aan onze eigen verantwoordelijkheid als huisbaas, werkgever, hulpverlener, leraar, politieagent, … of misschien meer van toepassing: onze verantwoordelijkheid als buurman of vrouw, als burger… Vaak spelen we een grote rol in het leven van anderen. En dus zeker ook in het leven van mensen in armoede.

Om te kunnen bijdragen aan een menswaardig leven voor iedereen en aan rechtvaardigheid is ook solidariteit nodig.
Want samen maken we onze maatschappij.

    Vaak zien we echte solidariteit, of betrokkenheid! Maar wat betreft mensen in armoede is die vaak toch ver te zoeken. En is er nog solidariteit als er bij de groep mensen in armoede ook heel veel mensen zijn met roots in het buitenland?
Dan schrijven we precies een ander verhaal.

     Uitsluiting van mensen, oordelen over mensen… dat is blijkbaar iets dat we allemaal en gemakkelijk doen… 
Hoe kijken we naar mensen in armoede? En hoe vertaalt zich dat in de politiek die wordt gevoerd? Want politici houden erg rekening met de mogelijke kiezers voor hun beleid.

Ik hoorde vorige week nog iemand zeggen: wij hebben de leiders die we verdienen. Zij vertalen meestal wel wat er in de samenleving leeft…  en dat zijn ook ‘wij’.

     Zullen we zeggen dat onze samenleving zowel koud als warm is?

Het doet deugd om in een vereniging waar armen het woord nemen als De Zuidpoort te kunnen komen en daar samen te zijn, samen strijd te voeren en naar buiten te komen met getuigenissen en aanbevelingen om het leven van mensen in armoede menswaardiger te maken.
Je kan daar het gevoel krijgen dat het werk betekenis heeft.  Dat er oor is naar de boodschap die mensen in armoede brengen. Dat ondervinden we vaak. Maar het blijft altijd vanuit de marge. En het blijft ook werk in de marge.
Fundamenteel werken we armoede niet weg.
Ze vermindert ook niet. 1 cijfer maar: in een stad als Gent leeft 1 kind op 5 in armoede. We weten intussen dat opgroeien in armoede een stempel drukt op het hele leven.

    De strijd tegen armoede zoals we hem nu voeren, vindt zijn grondslag in 1994, met het Algemeen Verslag over de armoede. 

    In de jaren nadien werden sociale grondrechten erkend en opgenomen in onze grondwet, maar ze zijn jammer genoeg niet afdwingbaar.
Er kwamen ook heel wat verenigingen waar armen het woord nemen, zoals de Zuidpoort, De Beweging van mensen met laag inkomen en kinderen en Sivi, in Gent. Er zijn ook heel veel welzijnsschakels, zoals de Krasdiensten in Gent.
Er kwamen ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting…  

    Er is veel gewerkt, onderzocht, dossiers geschreven, armoedetoetsen uitgevoerd, dialoog gevoerd met organisaties, diensten en politiek.
Er is een hele batterij mensen aan de slag in de sector armoedebestrijding, en in de overheidsdiensten daarrond, denk aan OCMW. Voor veel mensen is het hun job om met mensen in armoede te werken.

    En toch staan we er niet beter voor dan vroeger. Integendeel.
Het wordt steeds moeilijker voor veel mensen om de kop boven water te houden. Hoe kan je met een leefloon rondkomen? Alles is zo duur geworden…  en het stopt niet. Het helpt niet om een sociaal tarief in te voeren, een premie toe te staan als intussen alles gewoon heel veel duurder wordt…
Hoe moet je dus met weinig geld overleven?
En hoe moet je je voelen als je steeds maar het idee hebt dat je profiteert, dat je geen goede burger bent? Dat er een stok achter de deur staat?
Algemeen gezien wordt het discours over leven met een uitkering verhard, men heeft het idee dat mensen moeten geactiveerd worden, geresponsabiliseerd is een woord van de voorbije weken.

Ik heb al veel mensen in armoede leren kennen en met hen samen gewerkt. En ik hoop dat nog jaren te kunnen doen.

Ik heb ondervonden hoe erg het leven in armoede mensen onder stress zet. Hoe ze overleven, hoe ze dagelijks een eigen strijd voeren om hun rechten te bekomen.
Hoe erg het taboe rond leven in armoede is. Hoe moeilijk het bv. is om kinderen op te voeden als je steeds maar het gevoel hebt dat je hen essentiële dingen niet kan geven, en dat je er niet bij hoort.

Het woord uitsluiting is echt van toepassing.

De regels en organisatie in onze samenleving speelt mensen uit elkaar, ze verbinden ons niet.

Ik wil ook getuigen over de kracht van mensen. Hun waardigheid, de sterkte die nodig is om te overleven. 

     Dus kan ik alleen maar hopen op een duidelijker boodschap uit de samenleving naar de samenleving. We hebben meer nodig dan 1 dag van verzet tegen de armoede (zoals vandaag – 17 oktober), we hebben meer nodig dan 1 warmste week.
We hebben een warme samenleving nodig, waarin we niemand achterlaten.
Iedereen kan bijdragen, vanuit zijn eigen plaats en rol in de samenleving.
Dus mag ik hopen dat jij zorgt dat je eigen stuk in orde is: werk drempels weg, sluit zelf niemand uit, leg verbinding met mensen, respecteer hun eigenheid, en vergeet nooit dat jij het verschil kan maken.

Als lid van een vereniging vraag ik ook: wees solidair met onze strijd. Laat je stem horen als het kan.
 

Wij zoeken U

Wij zoeken U, als wij samenkomen,
hopen dat Gij aanwezig zijt.
Hopen dat het er eens van zal komen:
mensen in vrede, vandaag en altijd.

Wij horen U in oude woorden,
hopen dat wij uw stem verstaan,
hopen dat zij voor ons gaan verwoorden
waarheid en leven, de bron van bestaan.

Wij breken brood en delen het samen,
hopen dat het wonder geschiedt,
hopen dat wij op Hem gaan gelijken
die ons dit teken als spijs achterliet.

Wij vragen U om behoud en zegen,
hopen dat Gij ons bidden hoort,
hopen dat Gij ons adem zult geven:
geestkracht die mensen tot vrede bekoort.

(T: Henk Jongerius  – M: Mark Joly)

 

Inbreng gemeenschap

Tafeldienst

Laten we tafel gaan, en de eenvoudige maar levensnoodzakelijke gebaren stellen die Jezus ons ooit voordeed, en waarmee hij zijn leven van breken en delen, van solidariteit die niet opgeeft samenvatte. We doen dat in verbondenheid met de allerarmsten, met de mensen van de buurt, met de eenzamen in deze stad, met de zieken in onze gemeenschap en zij die hier vandaag niet kunnen zijn. En ook met onze lieve doden.

Wie heeft brood genoeg

Refr. Wie heeft brood genoeg
voor zo grote hongerige menigte? (2x)

Woord dat zegt wat liefde is,
en weer zegt: de aarde delen,
recht is liefde, brood voor velen,
God is brood is mensenrecht?
Woord van God, God in ons, hou aan.
Eeuwig woord, alledagenwoord,
doe ons verstaan.

Refr. Hongerdood genoeg
voor zo grote goddeloze menigte. (2x)

Hand die kan wat liefde is,
maar niet doet: de aarde delen,
nieuwe levensbomen telen,
God de hand die mensheid voedt?
Hand, doe goed. God in ons, hou aan.
Kinderhand, grotemensenhand,
breng dood tot staan.

Refr. Mensengeest genoeg
voor zo grote mensgeworden menigte. (2x)

Geest die weet wat liefde is,
en volvoert: de aarde delen,
hoeveel liefde zal het schelen
of er God of niet-god is?
Mens, doe goed. God in ons, hou aan.
Levensgeest, allemensengeest,
vuur liefde aan.

Refr. Wie is God genoeg
voor zo grote hongerige menigte? (2x)

T: Huub Oosterhuis – M: Antoine Oomen

 

Zo nam Jezus in de nacht van zijn lijden en dood

brood en zei:

Ik wil gegeten worden, ik wil delen wat ik ben,

met jou, mijn naaste, en met ieder mens.

 

Zo schonk hij een beker wijn in, gaf hem door en zei:

Ik wil gedronken worden,

ik zou mijn bloed, mijn ziel, prijs willen geven

voor een nieuw verbond van alle mensen

 

Zo nemen wij dit brood,

breken en delen het met elkaar,

ten teken van ons geloof dat het onmogelijke mogelijk is:

een nieuw verbond van mens tot mens,

gerechtigheid gedaan, God-in-ons midden

 

Onze Vader

Vredeswens

Slotlied

Als mensen afscheid nemen, zeggen ze: stel het wel hé, of: voorzichtig hé. Of: nog een goeie dag.
Maar er zijn wensen die daar bovenuit stijgen: elkaar de vrede wensen, is er zo een.
Maar de mooiste wens vind ik toch de oude zegenwens: zegenen is iemand een vruchtbaar, goed, leven toewensen, vaak met een lichamelijke aanraking erbij.
Elke mens verdient dat haar of zijn leven van de volheid mag drinken die leven kan geven.
Vandaag is dat nog specialer, als we de velen in gedachten houden van wie het leven enkel uit overleven en strijd bestaat…

Laten we een lied zingen waarmee we elkaar zegenen, en ook de velen die het zo nodig hebben…

Zegening

Bevelen wij elkaar in de hoede van de Eeuwige,
Zegene ons de grote Naam!
Met vrede gegroet en gezegend met licht.

Voor wie zoeken in de stilte naar een vuur voor hart en handen:
Met vrede gegroet en gezegend met licht.

Voor wie zingen op Gods adem van de hoop die niet zal doven:
Met vrede gegroet en gezegend met licht.

Voor wie roepen om vrede, van gerechtigheid dromen:
Met vrede gegroet en gezegend met licht.

Voor wie wachten in vertrouwen dat de liefde zal blijven:
Met vrede gegroet en gezegend met licht.

Het licht van Gods ogen gaat over u op!
De zon van zijn vrede, als een nieuwe dag!

Met vrede gegroet en gezegend met licht! (3x)

(T Sytze de Vreis – M Willem Vogel)

 

 

Foto: Ingrid Avet

Blijf verbonden met de gemeenschap van Dominicus Gent:
via de nieuwsbrieven: https://www.dominicusgent.be/nieuwsbrief/
via Facebook ( https://www.facebook.com/Dominicus-Gent-324436994242688/)
Abonneer u nu op ons Youtube-kanaal ( https://www.youtube.com/channel/UCBCXMCRb0cNw8Dd3tMc9elQ)

Indien u meent dat voor een bepaald object het auteursrecht van de auteur of zijn/haar erfgenamen, of het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met ons zodat de situatie kan worden rechtgezet.