Ruth 2

Dominicus Gent
Viering van zondag 1 juni 2014

Tweede viering over Ruth: risico’s nemen…

 

Welkom op deze eerste zondag van de maand juni en het maandelijkse luxefeest van Dominicus. We beleven ze niet in haar volle glorie deze keer, want we moeten wat jong geweld missen vandaag. De kinderen zijn er gelukkig wel – een bijzonder welkom !- maar voor de jongeren is het die tijd van het jaar dat ze zo’n grote interessse voor de studie vertonen dat zelfs Dominicus even moet wachten. Uit solidariteit met hen gaan we straks een klein examen afnemen. Dit is immers de tweede viering uit een reeks van twee over het rijke boek Ruth, dat zo kleurrijk verteld is vorige week en toch wat opfrissing nodig heeft om er verder te kunnen op werken…

Ruth deed ons toen stilstaan bij de zorg voor onze ouderen. Vandaag inspireert ze ons om na te denken over het nemen van risico’s en het verlaten van de eigen vertrouwde omgeving. Dat doen we op deluxe-zondagen altijd al een beetje als we de stap zetten om de handen uit de mouwen te steken met geëngageerde mensen uit de buurt. Niet de meest succesvolle onderneming als je dat laat afmeten aan het vuil dat weliswaar mindert maar toch blijft komen in het straatbeeld. En toch gebeurt hier iets dat de moeite waard is. Bij zo’n manier van kijken en leven willen we vandaag stilstaan en er het licht van de Paaskaars op laten schijnen…

Het Ruth verhaal voor de kinderen (en ter herinnering)

Bethlehem wordt door een hongersnood getroffen. Daarom trekt een gezin met twee zonen naar Moab, een heidens gebied, om daar een beter leven op te bouwen. De twee zonen huwen er met een Moabitisch meisje. Na een korte tijd sterven zowel de man als beide zonen. Noömi, de moeder, besluit terug naar Bethlehem te gaan en raadt haar twee schoondochters aan naar hun familie terug te keren om daar een nieuwe toekomst op te bouwen. De ene gaat, de andere (Ruth) wil voor haar schoonmoeder blijven zorgen, zelfs al moet ze alles achterlaten.
Als ze in Bethlehem wonen gaat Ruth de aren rapen die na de oogst op de akker blijven liggen, zodat ze eten hebben.
Toevallig, of beter gezegd door Gods voorzienigheid, zoekt ze haar voedsel op de akkers van Boaz, een familielid van haar overleden man. Hij ziet haar wel zitten en na een paar probleempjes te hebben opgelost trouwen Ruth en Boaz. Ze krijgen een zoon: Obed, die later de grootvader van David zal worden.

Overweging: over risico en keuze

Het leven steekt soms vreemd in elkaar. Niet zelden zijn het toevalligheden die een belangrijke en soms zelfs een beslissende rol spelen in een mensenleven. Het kan gaan om een ontmoeting, een gesprek, een leraar, een vriend/in, die iets in ons hebben losgemaakt. Mijn leven had er wellicht anders uitgezien was er niet dàt moment geweest, dié ontmoeting.

Anderzijds. Er is meer dan toeval. Veel is reeds voorgegeven. Het feit van hier en nu te leven bijvoorbeeld. Op deze plek en in deze tijd. De kans bestaat dat we komende week een nieuwe regering hebben, maar ik acht het een kleine kans. Het zou eerder toeval zijn. Het toeval is inderdaad reeds behoorlijk ingebed. Maar af en toe steken we het toch ook een (klein) handje toe. Wij maken namelijk wel degelijk keuzes. We zoeken het gezelschap op van bepaalde personen en niet van om het even wie. En we willen toch wel een bepaalde lijn in ons leven vasthouden. Hoewel dat door allerlei toevalligheden kan doorkruist worden.

Hierin speelt dan onze grondhouding een belangrijke rol. Welke plaats krijgen die toevalligheden? Is het angst dan wel vertrouwen die onze raadsvrouw is. Angst om te verliezen wat we hebben of wat ons allemaal kan overkomen, dan wel vertrouwen dat er goede toekomst komende is. Het beeld van Ruth kan misschien enige inspiratie bieden. Noömi blijft als weduwe achter wanneer haar man en haar beide zonen gestorven zijn. Haar beide schoondochters leven met haar mee maar uiteindelijk maakt elk van hen haar eigen keuze. Orpa keert terug naar haar Moabitische thuis. Ruth kiest ervoor bij haar schoonmoeder Noömi te blijven. Zij waagt zich aan een nieuwe fase in haar leven. Ze was trouw geweest aan haar man en haar schoonmoeder in haar thuisland. Nu kiest ze er bewust voor “vriendin” te blijven van haar schoonmoeder. Die trouw wil ze voortzetten ook als dit betekent dat ze weg moet gaan uit haar land, haar familie, haar godsdienst.

Wat hier met enkele woorden wordt gezegd – haar land, haar familie, haar godsdienst – betekent dat het gaat om een levenskeuze. Die keuze roept een Bijbelse herinnering op. Ruth gaat de weg die ook Abraham is gegaan. Ook hij waagt zich aan een nieuwe fase in zijn leven. En wel met gelijkluidende woorden: Trek weg uit uw land, uw stam en uw familie. Ruth wordt in diezelfde lijn geplaatst. Trek weg. Dat betekent risico. Noömi waarschuwt haar. Ze komt in een onzekere situatie terecht. De sociale context van Juda biedt haar geen verzekering qua levensonderhoud. Ruth houdt echter vast aan haar keuze. Ze weigert terug te keren naar haar volk, haar land en haar god zoals haar schoonzus die dat wel doet. Vastberaden kiest Ruth haar eigen weg: de weg van de vriendschap en verbondenheid met haar schoonmoeder voor wie ze ook verantwoordelijkheid opneemt.

Dat blijkt al meteen wanneer ze in Betlehem zijn aangekomen. Ruth neemt het initiatief om voor het dagelijks brood te zorgen door aren te gaan lezen op het veld van Boaz. Als de rijke landeigenaar Boaz voor het eerst Ruth opmerkt wil hij meer weten. Hij vraagt echter niet “wie is zij”, maar wel “van wie is deze vrouw”. Een vraag die meteen haar precaire sociale situatie illustreert. Onder wiens gezag valt zij, bij wie hoort zij? Die vraag heeft Ruth reeds achter zich gelaten. Zij zal zelf wel bepalen wie zij is. Zij heeft er voor gekozen vriendin te zijn van haar schoonmoeder en zorg voor haar te dragen. Zij doet dat zonder dat ze enige garantie heeft dat ze het zal halen. Zij neemt het risico.

Dat de verbondenheid tussen een Moabitische en een Judeese vrouw een bijzondere plaats inneemt in deze geschiedenis waarin de naam van God aan het licht komt is veelzeggend. Hier neemt de geschiedenis een wending. Het idee van “wij, het uitverkoren volk” wordt open gebroken. De horizon wordt verbreed. Gedaan met elke vorm van chauvinistische zelfoverschatting: wij, beter dan de anderen. Het is déze dynamiek waaraan de godsnaam verbonden wordt: in de tussenmenselijke relaties waarbij etnische grenzen overstegen worden. De vraag van Boaz: “van wie is zij” wordt door Ruth op haar initiatief ingevuld door haar keuze vriendin te blijven van Noömi.

Deze houding wordt uitgedrukt door een simpel zinnetje waar je als lezer gemakkelijk overheen leest “zij bleef bij haar schoonmoeder wonen” (2,23). Dit houdt in dat ze haar solidariteit en haar keuze voor Noömi op de eerste plaats blijft stellen. Boaz geeft aan dat ze andere keuzes had kunnen maken die ze niet maakt :”Je hebt geen jonge mannen achterna gelopen, geen arme en geen rijke”. De gevolgtrekking van de gezagdragers uit de gemeenschap is duidelijk: “Iedereen weet dat je een voortreffelijke vrouw bent”. Hiermee krijgt Ruth de Moabitische een titel die haar ten volle recht doet.

Wat betekent dit allemaal binnen de Bijbelse geschiedschrijving? Waarom is dit verhaal in de Bijbel opgenomen? Omdat hier een gewoon profaan verhaal drager is van een religieuze boodschap. De wereld is de plaats waar we God ontmoeten. Deze God staat niet boven of buiten de wereld en de geschiedenis. Mensen komen hem op het spoor als de lokroep naar verbondenheid zonder aanzien van persoon of cultuur. Het is het waagstuk van onze menselijke geschiedenis. Ik neem graag de beeldspraak over van Amerikaanse feministische theologe Sally McFague (The body of God). Ze waagt zich aan het beeld van de wereld als het lichaam van God. De wereld en dus ook de menselijke geschiedenis als het lichaam van God. En zoals het menselijk lichaam een bezield of begeesterd lichaam is, zo ook is onze geschiedenis het bezield of begeesterd lichaam van God. De geschiedenis van God. Die bezielde beweging wordt zichtbaar in de keuzes van Ruth. In haar vastberadenheid, haar zelfbewustzijn, het risico dat ze neemt en de uitdaging die ze aangaat.

Ruth, een legende die getuigt van een richting die mensen is ingeschapen om zich over te geven aan die lange weg die we kunnen gaan waarin af en toe het licht doorbreekt, de zon opgaat, en de woestijn een land wordt waar nieuw leven ontbloeit.

Overweging: over risico en kracht

In de geschiedenis van het Godsvolk krioelt het van de mensen die grote risico’s durven nemen, die zich haast roekeloos in het avontuur storten. Nooit zonder belangrijke reden weliswaar slaan ze een aartsmoeilijke weg in. Wie haalt het in zijn hoofd om zijn eigen zoon naar het offeraltaar te brengen, om met een heel volk de woestijn door te trekken, om een ark op droog land te bouwen, om wetgeleerden de les te spellen, om als Jood de strijd op te nemen met de machthebbers van Rome. Wat is de kans dat je daar heelhuids, laat staan als winnaar doorkomt?

Om op die vraag te kunnen antwoorden moeten we eerst goed verstaan wat
`heelhuids’ doorkomen betekent. Veel erger dan gave en goed te verliezen, is het toch om de waarden te verliezen die ons heilig zijn, om God en gebod los te laten, om ons fundamenteel menszijn en ons geloof in recht en gerechtigheid geweld aan te doen. Wie dat inruilt voor een schijnbaar comfortabel leven van status en status quo, die heeft pas de strijd verloren nog voor ze begonnen is. Om met onbevooroordeelde ogen te kunnen kijken naar onze eigen geplogenheden en te kunnen zien waar het grondig verkeerd loopt, waar we afweken van die rechte weg, hebben we soms nood aan een frisse blik. En soms is het dan de vreemdeling in ons midden, met zijn andere achtergrond die ons beter dan wie ook de ogen kan openen en de weg kan wijzen naar nieuwe oplossingen.

Vaak zijn dat mensen die zelf de begane paden durfden verlaten omwille van een visioen over iets wat hun persoonlijke welzijn overstijgt. Een duurzaam geluk, zeg maar, dat niet puur op zichzelf betrokken kan zijn. En zo kan het gebeuren dat er in de onmiskenbaar vrouwelijke stamboomlijn van koning David en Jezus meer dan één niet-Joodse te vinden is; dat aan de bron zelfs een volk van slaven (in Egypte) ligt, een incestueuze verhouding (tussen Lot, de neef van Abraham en diens oudste dochter waaruit de Moabieten zijn ontstaan) en allochtone vrouwen (zoals Tamar, Rachab en Ruth).

Tot op vandaag blijven mensen van vreemde origine ons soms als geen ander de weg wijzen. Voor de Gentse Vluchtelingenwerking bijvoorbeeld, of als een Argentijn de paleizen van Rome betreedt. De katholieke theoloog Knitter geeft ronduit toe dat hij zonder Boeddha geen Christen zou kunnen zijn. Hij ervaart hoe het Christendom veel inhoud heeft, maar weinig methode en techniek aanbrengt. Hij gelooft dat we fundamenteel van aard zijn als Boeddha: deel van een geheel van verbanden, geroepen om ons daar bewust van te zijn en om uit mededogen te handelen. Als hij het boeddhisme hoort uitleggen hoe onze ware identiteit, ons ware geluk er in bestaat om onze individualiteit te overstijgen, dan begrijpt hij plots beter wat het betekent `alleen als een graankorrel in de grond valt en sterft zal ze vrucht voortbrengen’. Haast letterlijk is dat belichaamd in de omgeving van Maggy Barankitse waar sinds kort 22 coöperative boerderijen opgestart zijn in een poging om de armoede te helpen doorbreken. En zowaar: op nog geen 2 jaar tijd is voor zo’n 8.000 families de rijstoogst verdrievoudigd. Je kan jezelf niet vinden tenzij je jezelf verliest…

En zo gebeurt het, is het misschien overmijdelijk dat juist de schijnbare mislukking van de risicovolle onderneming bron van nieuw leven wordt. Nog afgezien van het directe objectieve resultaat van de gekozen weg, is het feit op zich dat een mens die weg kiest van een kracht en een niet te schatten impact op de wereld. Het maakt alles anders, hoe het materiële avontuur ook uitdraait.
Het is -wat mij betreft – het centrale thema van `Deux jours, une nuit’ de nieuwste film van de gebroeders Dardenne en een aanrader. Het klinkt ook door in het nieuwste boek dat Joël De Ceulaer als non-thëist schrijft: `Gooi God niet weg’. In een Knack speakers corner bij die gelegenheid legt hij uit: `Ik ben mij ervan bewust dat dit immense universum de mens overstijgt. En ik heb het grootste respect voor wie zich vanuit een religieuze inspiratie inzet voor de medemens. Er is iets in die godsdienst dat nuttig is, en indrukwekkend.’
Een kruisdood doet niets af aan het project, definieert niet de mislukking van het leven van Jezus. In tegendeel, het onderstreept juist hoeveel die fundamentele keuzes voor een mens waard zijn. In zo’n omgeving te mogen wonen: dat is het eeuwig leven.

We zingen: `Geef dat ons niets weerhoudt die lange weg te gaan. Dat elk zich nu verstout uw richting in te slaan’.

Inleiding tafelgebed

Tafelen doe je met mensen die iets gemeenschappelijk hebben. We denken dan ook aan allen uit onze gemeenschap die er vandaag niet bij kunnen zijn, en we voelen ons verbonden met hen die we in dit leven moesten loslaten. Voor hen steken we de kaarsjes aan. En we steken ook het licht aan van de verwantschap en verbondenheid met allen waar ook ter wereld keuzes maken in de geest van Jezus van Nazareth.
Als we hier samenkomen zoeken we inspiratie, bemoediging, soms duidelijkheid om verder op stap te gaan, om keuzes te maken, om risico’s te nemen. We zingen ons geloof dat de God van Jezus ons nabij is uit in het tafelgebed: Gezegend de onzienlijke…