VIERING: Possibiliteit en verbinding

Dominicus Gent

Viering van zondag 21 augustus

Possibiliteit en verbinding

 

 
Van harte welkom op deze voorlaatste zondag van de zomervakantie. Welkom jullie allen hier aanwezig of aanwezig vanuit jullie huiskamer. En ook welkom aan allen die we meedragen in ons hart.
Vandaag is het een beetje een speciale viering. Ze is niet ingebed in een reeks en we kozen ook niet om te vieren rond het Evangelie van de dag. De actualiteit bracht ons tot het thema van vandaag. We formuleren het zo: de humanistische, possibilistische visie van de recent overleden ere-rector Caroline Pauwels brengt ons naadloos bij de visie van Jezus. Deze verbinding willen we vandaag vieren. 

 

Wij gaan de weg van oude woorden,
van overlevering,
die wij van onze ouders hoorden,
in eigen luisterkring,
verhalen uit geloof geboren
om onze weg te gaan,
en tekens die ons veel beloven,
als wij ze nieuw verstaan.

Wij zijn een schakel van de keten,
verbintenis van hoop,
mensen op zoek naar beter weten,
oprechte levensloop.
Er is geen God aan onze zijde,
die zegt: zo ga je goed.
Wel één die roept door alle tijden:
zoek verder, het komt goed.

tekst: Jan van Opbergen; muziek: Lyon 1548

 

1 Het optimisme van Caroline Pauwels

Twee weken geleden overleed Caroline Pauwels, ere-rector van de VUB, op 58-jarige leeftijd. Ze was in mijn ogen, en met mij vele anderen, een topvrouw, een grote inspirator met een duidelijke visie. Haar engagement gold niet allen voor de VUB maar ook voor de hele samenleving. Ze stond bekend voor haar vrije, optimistische en possibilistische kijk op de wereld waarin ze humanisme en wetenschap naadloos met elkaar verbond.

Ik volgde haar reeds geruime tijd in de columns, artikels en boekjes die ze schreef en ook in de vele interviews die ze gaf. Ik bewaarde een essay van haar geschreven in 2018 waar ik nog steeds steun aan heb. Ik ontdekte daar haar visie op het possibilisme.

Ik citeer haar: “Het is mijn overtuiging dat de verlichtingstraditie: het durven denken, de rede, de wetenschap, het humanisme en het possibilisme vandaag de beste basis vormen om duurzaam het hoofd te bieden aan de existentiële onzekerheden in het leven. Er bestaat een hardnekkig vooroordeel dat maakt dat we onmiddellijk diepgang toedichten aan wie met een pessimistisch verhaal komt, terwijl we optimistische geluiden al gauw wegwuiven als zijnde oppervlakkig. Possibilisme is een term van de bevlogen Zweedse arts en statisticus Hans Rosling. Uiteraard mogen we nooit blind zijn voor het menselijk leed dat extreme armoede, oorlogsgeweld en catastrofes elke dag opnieuw veroorzaken. De media zoomen er terecht op in. Maar het is even belangrijk om soms uit te zoomen. Volgens Hans Rosling hoeven we alleen maar naar de beschikbare data te kijken om vast te stellen dat het steeds beter gaat met onze wereld. Ziektes, armoede en kindersterfte hebben de voorbije decennia een flinke duik genomen. Meteen het bewijs dat we als mensheid in staat zijn om ons eigen lot te verbeteren. Vanzelf zullen de dingen niet beter worden, maar we hebben wel de mogelijkheid om ze beter te maken. De wereld gaat niet reddeloos ten onder, mensen kunnen leren uit hun fouten en dat geeft hoop. Wat vandaag onmogelijk lijkt is dat morgen misschien niet meer. Ik steek niet weg dat ook ik bij momenten door fundamentele twijfels wordt overvallen, dat ook ik me soms afvraag of het allemaal nog wel goed komt met mens en samenleving. Ik heb het bijvoorbeeld bijzonder moeilijk als ,ik lees wat op sommige sociale media verschijnt over vluchtelingen,asielzoekers en migranten, maar ook over mensen die hier werden geboren, maar van wie de wortels ergens anders liggen. We kunnen door de vreemde tot naaste te maken, door hem of haar een gezicht te geven,door naar diens concreet verhaal te luisteren, door ons te verplaatsen in de situatie van die andere,door de dialoog aan te gaan, zoveel moois bereiken. We zullen samen moeten zoeken naar een modus vivendi, naar manieren van vreedzaam omgaan met verschillen. En ook daarvoor vertrouw ik op de rede,de wetenschap het humanisme en het possibilisme.”

Wat ik vooral geleerd heb uit dat voor mij nieuwe begrip ”possibilisme” is dat met hoe meer mensen we samen blijven geloven in de mogelijkheden die we zelf hebben om de wereld voor elkaar leefbaar en mooi te maken, hoe meer het geluk en de vrede onder ons zullen leven. Wat echt telt zijn mensen en hun verbondenheid. Wat we voor elkaar kunnen betekenen, daar sta ik nog dagelijks versteld van.
Zo heb ik een nicht, de oudste dochter van mijn broer, die als ze zag dat ik zenuwachtig en bang was omdat een aantal zaken verkeerd liepen, zei:”Tante, voor alles is er een oplossing! Je hoeft je niet zo druk te maken. Een belleke en we helpen elkaar.” En inderdaad omstandigheden kan je dikwijls niet veranderen maar wel de manier waarop we daar samen op reageren.
 

 
Waar is de plaats die vrede lacht?
Waar wordt aan mensen recht verschaft?
Waar is de God die leven geeft?
In elke mens die liefde deelt.

Ik zoek de plek waar vrijheid heerst,
waar elke mens van angst geneest,
ik zoek de God die armen heelt,
in elke mens die liefde deelt.

Ik zoek het land dat vreugde heet,
vrij van geweld en oorlogsleed,
ik zoek de stad waar God regeert,
in elke mens die liefde deelt.

Hier is de plaats waar vrede lacht,
hier wordt aan mensen recht verschaft,
hier is de God die leven geeft,
in elke mens die liefde deelt.

Muziek en Tekst: Berre van Thielt

 

2 Jezus’ verbondenheid

Het woord possibilisme was voor mij compleet nieuw. Nog nooit van gehoord. Maar wat het woord wou zeggen was mij niet onbekend. Het ideaal om vanuit verbondenheid te zorgen voor een wereld waarin elke mens evenveel waard is, en waar dat nog niet het geval is, uitkijken naar kansen om iets te veranderen, vinden we voor mij terug bij Jezus onder de naam “het Rijk Gods” of “Uw wil geschiedde” .

Het is gelukkig een idee dat ook bij veel religies en levensbeschouwingen een kernboodschap is: nl de gulden regel “Behandel je naaste zoals je zelf wilt behandeld worden”. Het besef dat dat de opdracht in het leven is, dat daar de essentie ligt, dat dat de wens is van wat ons overstijgt als je gelooft in een God, of dat de zin is van ons bestaan als er voor jou geen God is.

Bij Jezus is zijn verbondenheid met wat hij “zijn Vader” noemt de bron van waaruit hij vertrekt en leeft. De wereld was toen voor velen even chaotisch, onveilig als nu: misbruik van macht voor eigen gewin, politieke spelletjes, uitbuiting, onderdrukking , ziektes, het maakte dat voor velen overleven op de eerste plaats kwam. Er is dan weinig plaats om kansen te zien om dingen ten goede te veranderen.
Dat dan het “Rijk Gods” een ideaal is beseft Jezus ook, en het uitdagende en mooie in zijn boodschap is dat dit geen streefdoel is op lange termijn (en laat ons eerlijk zijn: het zal nog een hele lange tijd duren eer mensen ooit zover zouden komen), maar dat het hier en nu al aanwezig is. Je kan het al zien, zien wat dat met mensen doet als mensen vanuit die possibiliteit proberen te leven. En het hoeven geen grootse heldendaden te zijn. Klein is ook goed. Laten we luisteren naar een van Jezus gelijkenissen over het Rijk Gods.

Marc. 4:30-32
Waarmee kunnen wij het Koninkrijk van God nog meer vergelijken? Wat zal Ik zeggen? Het lijkt op een mosterdzaadje. Hoewel dat een heel klein zaadje is, wordt het toch een erg grote struik. Er komen zulke grote takken aan dat de vogels eronder schuilen en erin kunnen nestelen.’

Zo leven, met aandacht voor de mensen die op je pad komen was voor Jezus zelf geen theoretisch concept. Door de manier waarop hij met mensen omging, toonde hij hoe het kan. Luisteren naar mensen kan “wonderen” doen. Door te luisteren naar hun verhaal geven mensen soms zelf aan waar een mogelijke oplossing ligt. Bij een aantal genezingsverhalen vraagt Jezus “wat wil je dat ik voor je doe?”.
Daarmee zegt hij: ik ben hier voor jou, ik zie je, en ik neem je vraag ernstig. En dat kan veel veranderen. Luisteren we naar het volgende verhaal.

Marcus 10:46-52
In die tijd kwam Jezus vergezeld van zijn leerlingen in Jericho. Maar toen ze, vergezeld van een flinke menigte weer uit Jericho wegtrokken, zat een blinde bedelaar langs de weg, Bartimeüs, de zoon van Timeüs. Zodra hij hoorde dat het Jezus de Nazarener was, begon hij luidkeels te roepen: ‘Jezus, Zoon van David, heb medelijden met mij!’ Velen snauwden hem toe te zwijgen, maar hij riep nog veel harder: ‘Zoon van David, heb medelijden met mij!’ Jezus bleef staan en zei: ‘Roept hem eens hier.’ Ze riepen de blinde toe: ‘Heb goede moed! Sta op, Hij roept u.’ Hij wierp zijn mantel af, sprong overeind en kwam naar Jezus toe. Jezus vroeg hem: ‘Wat wilt ge dat Ik voor u doe?’ De blinde antwoordde Hem: ‘Rabboeni, maak dat ik zien kan!’ En Jezus sprak tot hem: ‘Ga, uw geloof heeft u genezen.’ Terstond kon hij zien en hij sloot zich bij Hem aan op zijn tocht.

De blinde moet hier van de omstaanders zwijgen, hij mag zijn nood niet uitschreeuwen, zijn vraag naar hulp niet stellen. Hij moet blijven waar hij is, aan de rand van de maatschappij is zijn plaats. Als Jezus hem hoort en hem bij zich roept wordt hij plots wel iemand: de omstaanders spreken dan ineens positief tegen hem: “heb goede moed. Hij roept u”. En voor de blinde keert alles zich ten goede.
Dat voorbeeld van Jezus moet inspirerend geweest zijn, en mensen hebben aangezet om ook op zo’n manier te leven. Daarvan getuigen de geschriften over hem. Geschriften die ons uitnodigen en inspireren. Die ons aanspreken en aanmoedigen om ook zo zorg te dragen voor mensen. Om je niet neer te leggen bij wat er niet goed gaat, maar kansen proberen te scheppen om hier en nu, met kleine dingen, proberen verandering te realiseren.
En als je goed kijkt dan zie je heel veel voorbeelden van dat kleine zaadje. Buren die elkaar naar het ziekenhuis voeren, boodschappen doen. Zoveel organisaties die zich inzetten voor kinderen, vluchtelingen, kwetsbare mensen. Die luisteren naar mensen (tele-onthaal en aanverwanten). Die de moed niet opgeven om telkens weer opnieuw te beginnen, want het is niet simpel om mensen die nooit echte kansen kregen, die telkens met het hoofd tegen de muur aanliepen, weer vertrouwen in zichzelf te geven om hun leven zelf in handen te nemen. Of mensen die het niet meer zien zitten een perspectief te bieden.
Het is een werk van lange adem. En het is goed dat er regelmatig mensen opstaan die met nieuwe of oude woorden ons erop wijzen wat belangrijk is, waar we naartoe willen. Zingen we de uitnodiging om ook zo te leven uit in het lied:

 
Zoals ik zelf gezonden ben
zo moet ook gij op weg gaan.
Geen knechten, vrienden noem Ik u,
mijn woord zal door uw mond gaan.

Wat gij gehoord hebt en gezien,
moet gij bekend gaan maken;
wat Ik in stilte tot u sprak
roept dat vanaf de daken.

Neemt onderweg geen reiszak mee
maar gaat met lege handen
en boodschapt als een vredesduif:
‘Gods Rijk is nu op handen’.

Leert van de duif de simpelheid,
weest waakzaam als de slangen
en vreest niet hoe gij spreken zult,
al neemt men u gevangen.

Zo zal het Rijk der Hemelen
onder de mensen komen:
op aarde zal hernieuwde hoop
en goede vrede wonen.

Tekst Henk Jongerius Muziek Joris Backeljauw

  

 

Blijf verbonden met de gemeenschap van Dominicus Gent:
via de nieuwsbrieven: https://www.dominicusgent.be/nieuwsbrief/
via Facebook ( https://www.facebook.com/Dominicus-Gent-324436994242688/)
Abonneer u nu op ons nieuw online platformhttp://Bijlichten.be 
Ga er in gesprek met de auteurs van de filmpjes!

Indien u meent dat voor een bepaald object het auteursrecht van de auteur of zijn/haar erfgenamen, of het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met ons zodat de situatie kan worden rechtgezet.