PINKSTEREN 2025

Dominicus Gent

PINKSTEREN

8 JUNI 2025

 

Beste vrienden hier en vóór de schermen thuis, van harte welkom op deze hoogdag van Pinksteren.

Pinksteren het feest waarmee we de paastijd afsluiten. Maar wat een bijzonder feest! Tongen van vuur dalen neer, deuren en ramen waaien wijd open, mensen trekken de straat op, goed nieuws verspreidt zich in alle talen als een lopend vuur. Dat vuur mogen we ook hier vandaag verwelkomen en delen.

Steken we nu eerst het licht van de paaskaars aan. We staken de kaars 50 dagen geleden voor ’t eerst aan op het Paasfeest. Vandaag bereikt het paasgebeuren de volheid van zijn betekenis, want de opstanding gebeurt nu ook bij de volgelingen van Jezus. De paaskaars staat vandaag speciaal, symbool voor de warmte en de begeestering die we hier zoeken en mogen doorgeven.

Laten we nu zingend bidden: Veni creator

Kom, Schepper, Geest ontsteek jouw vuur,
in ons gedoofd door tijd en duur,
door woorden hol en leeg gemaakt,
door beelden los van jou geraakt.

Herstel in ons die oude kracht
die mensen tot bezieling bracht,
die hen deed gaan waar niemand ging,
die groot noemt wat nog heet gering.

Herleef in ons met jouw geloof,
die tegenkracht van mensenroof,
die roept om solidariteit,
om leven dat geen aandacht krijgt.

Herschep in ons dat oude woord
misbruikt voor oorlog, broedermoord;
die Naam van God hier ooit ontstaan
vanwege land dat moet bestaan.

Herneem daarom jouw oudste recht:
sta op in ons als minste knecht,
die mens die om de ander geeft,
misschien voor hem zijn leven geeft.

T. Jan van Opbergen M. Veni, creator, spiritus

 

LEZING : HET PINKSTERVERHAAL (Handelingen 2, 1-13)

Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven.

In Jeruzalem woonden destijds vrome Joden, die afkomstig waren uit ieder volk op aarde. Toen het geluid weerklonk, dromden ze samen en ze raakten geheel in verwarring doordat iedereen hen in zijn eigen taal hoorde spreken. Ze waren buiten zichzelf van verbazing en zeiden: ‘Het zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken? Hoe kan het dan dat wij hen allemaal in onze eigen moedertaal horen? Parten, Meden en Elamieten, inwoners van Mesopotamië, Judea en Kappadocië, mensen uit Pontus en Asia, Frygië en Pamfylië, Egypte en de omgeving van Cyrene in Libië, inwoners van Rome die zich hier gevestigd hebben, en ook mensen uit Kreta en Arabië, zowel Joden als proselieten – wij allen horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden.’ Verbijsterd en geheel van hun stuk gebracht vroegen ze aan elkaar: ‘Wat heeft dit toch te betekenen?’ Maar sommigen zeiden spottend: ‘Ze zullen wel dronken zijn.’

 

Lied: Levende Liefde

Levende liefde, blijvende trouw,
toevlucht en toekomst,
NAAM, ons te boven en zo nabij,

stormwind en stilte, vuurvlam en zon,
adem en hartslag,
NAAM, ons te boven en zo nabij,

oorsprong en einde, bron en begin,
eerste en laatste,
NAAM, ons te boven en zo nabij.

T. Sytze de Vries. M. Willem Vogel

 

  DUIDING

Ze zijn zat.
Zat of zot.
Dat moet wel. Hoe kan je anders na de schandalige veroordeling van Jezus door de joodse leiders maar ook door de massa die Barnabas verkoos, hoe kan je na de publieke terechtstelling van je leider en gids, vol enthousiasme over de grote daden van God spreken?
Zat of zot. Ze zijn de volgers van een beweging die nauwelijks begonnen, al onthoofd is. Believers in een toekomst van recht voor eenieder, van inclusie, van genezing en sjaloom, terwijl de feiten hun in alles tegenspreken: gewelddadige bezetting, terreur, moord.
Wat maakt hen zo overmoedig en roekeloos? Willen ze eindigen op dezelfde manier als hun voorganger?

Wat is er gebeurd? Het wordt in de lezing van vandaag met veel gedruis verhaald maar veel wijzer worden we er toch niet van. We kunnen alleen maar een enorme transformatie vaststellen.
Met Pinksteren wordt een kwetsbare groep leerlingen en vrienden boven zichzelf uitgetild. Teneergeslagen mensen worden enthousiaste verkondigers. Ze zijn herschapen. Ze worden bewoond door het leven van God zelf.
Wat een transformatie.
Eerlijk, ik ben daar nog niet weinig jaloers op. Ik wou dat ik, dat wij allen, zo opgeladen zouden worden met energie en passie om onbevreesd publiek te verkondigen en te doen waar het op aankomt en de geweldloze boodschap van Jezus in de centra van de macht te brengen en bij allen die gemakshalve hun ogen afwenden van de catastrofes die machthebbers aanrichten.
Wat is er gebeurd met de leerlingen? Ze zijn in die korte periode niet ineens ‘intelligenter, dapperder of beter georganiseerd’. En toch blijkt er iets te zijn waardoor ze andere mensen werden. Kan dat aan mij, aan ons gebeuren?

Zij zijn vervuld door de Geest. Die Geest die van oudsher toebedacht wordt aan de Gezalfde, aan de Messias. Op hém zou een geest van wijsheid van inzicht, van goed beleid en sterkte rusten, van kennis en ontzag voor de Levende. Dat verlangen naar een Messias leefde sterk bij het uitgebuite en onderdrukte deel van de joodse bevolking. Zij hadden gehoopt dat Jezus die verwachting zou invullen. Maar het tegendeel gebeurde. Hij werd smadelijk gekruisigd.
Het Pinksterverhaal vertelt ons dat de Geest die aan de Messias toegeschreven wordt, nu neerkomt op de verzamelde groep leerlingen. Dat is ongezien en ongehoord. Er was hen enkel beloofd dat ze niet alléén verder zouden moeten. Maar dat de Geest van de Messias elk van hen en allen samen zou doordesemen, dat was ondenkbaar. Door de geestkracht zijn ze in staat om de beweging verder te zetten: om gemeenschappen te vormen waarin de Messias blijvend aanwezig is in de solidaire liefde. En een solidaire liefde houdt ook in de bereidheid daarvoor te lijden. Ik zeg het niet graag. Maar ik vrees dat het essentieel is: aanvaarden dat liefde ook pijn kan zijn en zwaar om dragen en dat solidariteit je soms in situaties brengt waarvoor je niet zomaar zou kiezen.

Kan het ook aan ons gebeuren? Zo begeesterd worden? Zo bezield je helemaal afstemmen op een toekomst die je niet in handen hebt maar waarvoor je alles wilt inzetten. Zonder enige garantie je lot verbinden aan dat van wie niet geen leven hebben.

In dat verband is het misschien goed om de historische wortels van het christelijke Pinksterfeest te vermelden. Niet als een ‘weetje’ maar als sleutel tot een goed begrip van wat Pinksteren betekent. Dit feest wortelt in het joodse Pinksterfeest dat een natuurfeest was.
Het einde van de oogst van gerst en het begin van de tarwe-oogst worden gevierd. De vruchten van het veld worden als gave aangeboden en een deel geofferd. Als dank en vanuit het diepe besef dat de natuur nooit een eigendom kan zijn. Maar gegeven is. Een gave die een eerbiedige relatie vraagt. Voor boeren en moestuiniers is dat een evidentie. Het is vanzelfsprekend: zij bewerken het veld maar de kiemkracht en de wasdom zijn niet hun verdienste.
Wij zijn vaak vervreemd van die ondoorgrondelijke wederkerigheid. Het lijkt ons veiliger om de touwtjes zelf in handen te houden en het blijkt moeilijk om te betrouwen op de altijd aanwezige scheppingskracht.
Die levengevende Geest is altijd al aan het werk.

Ik heb uitgekeken naar dit feest van de messiaanse gemeenschap maar had het bij de voorbereiding heel erg moeilijk om dichtbij het enthousiasme van die leerlingen te komen.
De vreselijke situaties in zoveel landen drukken zwaar op mijn gemoed en in het bijzonder de beelden die ons vanuit Gaza tegemoet komen. Op dit moment bevinden Mahmoud en zijn gezin zich in hun dorp in de Westbank in zone C. Dat is een gebied onder volledige controle van het Israëlisch leger. Toen we deze week met Whatsapp telefoneerden, toonde Mahmoud mij een groot stuk grond dat hij aan het bewerken was. Elke voormiddag gaat hij er naar toe. Hij toonde de tomatenplanten, de bessenstruiken, de bloemkolen, de oregano en salie, de vele soorten fruitbomen en ook de heel oude olijfbomen, wel 500 jaar oud, vertelde hij. Hij zal de vruchten niet plukken, dat zal zijn familie hopelijk kunnen doen. Maar hij was heel gelukkig dat vele werk te tonen en ook om te vertellen hoe goed het is in de schaduw van de oude bomen, samen te kunnen zitten. Die beelden en dat gesprek duiken telkens weer op. Het heeft een diepe indruk op mij gemaakt.
Moge dat verbond met de grond dat hem zo veerkrachtig maakt, ook ons open en ontvankelijk maken voor de scheppende kracht die ons in beweging zet en adem geeft om door te gaan en vol te houden. Want wat menselijker wijze gesproken uitzichtloos is, blijkt toch toekomst te hebben. Is dat niet het hele evangelie?

Zou het kunnen dat het uitgerekend op het moment dat zoveel inzet vergeefs blijft en we onmachtig lijken om situaties ten goede te keren, belangrijk is om de dromen met elkaar te blijven delen. Om ons niet neer te leggen bij de brute feiten. Om te durven zat en zot zijn en aan mekaar te vertellen welke het goede nieuws is waar we naar uitzien. Misschien zijn het strohalmen maar ook die kunnen branden en we laten ze graag als lopend vuur rondgaan.

 

Lied: De Geest des Heren 

De Geest des Heren heeft een nieuw begin gemaakt,
in al wat groeit en leeft zijn adem uitgezaaid.
De Geest van God bezielt die koud zijn en versteend,
herbouwt wat is vernield, maakt één wat is verdeeld.
Wij zijn in Hem gedoopt, Hij zalft ons met zijn vuur,
Hij is een bron van hoop in alle dorst en duur.
Wie weet vanwaar Hij komt, wie wordt zijn licht gewaar?
Hij opent ons de mond en schenkt ons aan elkaar.
De Geest die ons bewoont, verzucht en smeekt naar God,
dat Hij ons in de Zoon doet opstaan uit de dood.
Opdat ons leven nooit in weer en wind bezwijkt,
kom Schepper Geest, voltooi wat Gij begonnen zijt.

T. H. Oosterhuis M. ‘Gelukkig is het land’

 

VOORBEDEN

God van vuur en leven,
Op deze Pinksterdag bidden wij om de komst van Uw Heilige Geest.
Laat Uw geest waaien door onze gesloten deuren,
door de angst en verdeeldheid in de wereld,
en maak ons tot mensen van moed, verbondenheid en geloof;
Vernieuw in ons het verlangen om ons met hart en ziel af te stemmen op Uw Woord.
Laat ons bidden

Kom met Uw Geest ons tegemoet,
schenk ons Uw gaven zevenvoud,
spreid Uw naam over ons uit.

God, wij bidden voor de Kerk,
In al haar verscheidenheid van talen, culturen en visies.
Dat zij niet vasthoudt aan wat verstard is,
Maar zich laat leiden door de levendige adem van Uw Geest.
Dat kerkleiders wijsheid ontvangen,
En dat gelovigen het vuur vinden om profeten te zijn in deze tijd.
Laat ons bidden

Kom met Uw Geest ons tegemoet,
schenk ons Uw gaven zevenvoud,
spreid Uw naam over ons uit.

God, bron van vrede,
De wereld snakt naar adem, naar rust, naar recht.
Waar vuur vernietigt, laat Uw vuur daar helen.
Waar mensen elkaar niet verstaan,
breng daar woorden van begrip en bruggen van genade.
Schenk wereldleiders de geest van overleg,
en ondersteun hen die strijden voor rechtvaardigheid.
Laat ons bidden

Kom met Uw Geest ons tegemoet,
schenk ons Uw gaven zevenvoud,
spreid Uw naam over ons uit.

Heilige Geest, kom ook in ons midden.
In onze huizen, in onze zorgen, in onze vreugde.
Schenk ons de gave van een luisterend hart,
van liefde die grenzen durft te overstijgen,
en van woorden die leven wekken.
Maak van ons mensen van Pinksteren:
Levend, open en vurig van geloof.
Laat ons bidden

Kom met Uw Geest ons tegemoet,
schenk ons Uw gaven zevenvoud,
spreid Uw naam over ons uit.

 

INBRENG VAN DE GEMEENSCHAP

  TAFELDIENST

Laten we aan tafel gaan.

We willen hier niet alleen brood en wijn delen, maar ook ons hele leven, onze dromen, onze zorgen, onze vreugde. Hier delen we het geloof dat wanneer we dit eenvoudige teken van breken en delen keer op keer herhalen, hier en hierbuiten, we de kans op goed leven voor iedereen zichtbaar en tastbaar maken.

Jezus, bezield door onophoudelijke geestkracht, heeft ons daartoe de weg getoond met woord en daad. Hij zei:” Dit brood en deze wijn, dit ben ik helemaal, hierin zit mijn hele leven”. Wanneer we dit samen blijven doen, maken we nieuwe toekomst mogelijk, kan nieuw leven openbloeien. Week na week, jaar na jaar, eeuw na eeuw doen we dat al, niet alleen, maar samen met allen die geestdriftig werken aan een betere wereld en in verbondenheid met hen die ons hierin voorgingen, onze lieve doden.

Zingen we nu het tafelgebed:

Niemand heeft U ooit gezien. Liefde is uw naam.
Brood des levens heet die knecht die uw kind genoemd wordt, Jezus, kind uit Nazaret.
Liefde, zegt Gij, is te doen. Werk in ons, dat wij U doen. Licht ons op, dat wij U zien.
Dat wij leven wat geleefd moet. Dat wij doen wat moet gedaan: recht voor ieder mensenkind.
Brood voor ieder kind van mensen. Vrede, en een nieuwe wereld. En de dood zal niet meer zijn.

T. H. Oosterhuis M. Antoine Oomen

Jezus, kind uit Nazaret bracht de laatste avond van zijn leven samen met zijn vrienden door.
Tijdens de maaltijd nam hij brood,
Hij koesterde het in zijn handen,
Dankte en zegende het
Brood is leven
Hij brak het brood en deelde het rond
En zei: dit is mijn lichaam, mijn leven voor u

Daarna nam hij een beker met wijn,
Dankte en sprak een zegen uit
Wijn is feestelijk leven
Hij gaf de beker rond en zei: dit is mijn lichaam, mijn leven voor u
Blijft zo samenkomen, breken en delen, om mij te gedenken.

 

ONZE VADER

VREDESWENS

COMMUNIE

 

PINKSTERGEDACHTE

Pinksteren
Is openstaan voor een kracht
die je boven jezelf uittilt.

Is warm lopen
voor iets wat hoop geeft
en uitzicht biedt.

Is geloven dat heel gewone mensen
iets buitengewoons tot stand kunnen brengen
als ze zich laten inspireren door woorden van liefde en kracht.

Pinksteren is diep ademhalen
en alles wat in je is
open zetten voor een droom die lucht geeft.

Is je vleugels uitslaan
en je mee laten nemen door die windvlaag
die als een frisse bries over de aarde waait.

Is de kracht van een Heilig Vuur
in elkaar herkennen

Naar Greet Brokerhof-Van der Waa

 

Lied De Geest van God waait als een wind 

De Geest van God waait als een wind
op vleugels van de vrede,
als adem die ons leven doet,
deelt ons een onrust mede
die soms als storm durft op te staan,
geweld en kwaad durft tegengaan,
een koele bries die zuivert.

De Geest van God is als een vuur,
als vlammen fel bewogen,
verterend wat aan onrecht leeft,
een gloed vol mededogen.
Een vonk van hoop in onze nacht,
een wenkend licht dat op ons wacht,
een warmt’ in hart en ogen.

In stilte werkt de Geest van God,
stuwt voort met zachte krachten,
een wijze moeder die ons hoedt,
een bron van goede machten.
Zij geeft ons moed om door te gaan,
doet mensen weer elkaar verstaan,
omgeeft ons als een mantel.

T. Marijke Koijck-de Bruijne M. Gon Voorhoeve