Dominicus Gent
Pinksteren 2022
Welkom op deze hoogdag van Pinksteren!
Je zou het iedereen toewensen, dit vuur te midden van verlorenheid en verdriet.
Je zou het iedereen toewensen, die kracht te ervaren die mensen draagt. Die mensen uitnodigt om elkaar te dragen.
Je zou het iedereen toewensen, echt bevrijding mee te maken, zodanig dat dat geloof nooit meer weggaat, blijven zal en gedeeld kan worden in zelfs de moeilijkste omstandigheden.
Laten we vandaag, op deze dag van Pinksteren, de belofte vieren die Jezus deed: er is in het leven een kracht, een vuur, een overtuiging die ons niet alleen laat.
We hoorden het al in het lied. Maar ook de Paaskaars spreekt ervan. Ze vertelt over de geestkracht die nodig was om weg te trekken uit diepe onderdrukking, een onmogelijk verhaal gebeurde toch…
Wees hier aanwezig
Wees hier aanwezig, woord in ons gegeven
Dat ik U horen mag met hart en ziel
Refr. Wek uw kracht en kom ons bevrijden
Woord ons gegeven, God in ons midden,
toekomst van vrede; wees hier aanwezig
Uw wil geschiedde, uw koninkrijk kome.
Zie ons gedoog ons, laat ons niet vallen refr.
Dat wij niet leven, gevangen in leegte.
Dat wij niet vallen terug in het stof
Zend uw Geest dat wij worden herschapen. Refr.
Dat wij U horen, dat wij U leven,
mensen voor mensen, allen voor allen.
Dat wij volbrengen uw woord, onze vrede.
T. Huub Oosterhuis M: Tom Lôwenthal
Handelingen 2, 1-19
Toen de dag van Pinksteren aanbrak, waren allen bijeen op dezelfde plaats. 2Plotseling kwam uit de hemel een gedruis alsof er een hevige wind opstak en heel het huis waar zij gezeten waren, was er vol van. 3Er verscheen hun iets dat op vuur geleek en dat zich, in tongen verdeeld, op ieder van hen neerzette. 4Zij werden allen vervuld van de heilige Geest en begonnen in vreemde talen te spreken, naargelang de Geest hun te vertolken gaf. 5Nu woonden er in Jeruzalem Joden, vrome mannen, die afkomstig waren uit alle volkeren onder de hemel. 6Toen dat geluid ontstond, liep het volk te hoop en tot zijn verbazing hoorde iedereen hen spreken in zijn eigen taal. 7Zij waren buiten zichzelf en zeiden vol verwondering: “Maar zijn al die daar spreken dan geen Galileeërs? 8Hoe komt het dan dat ieder van ons hen hoort spreken in zijn eigen moedertaal? 9Parten, Meden en Elamieten, bewoners van Mesopotamië, van Judea en Kappadocië, van Pontus en Asia, 10van Frygië en Pamfylië, Egypte en het gebied van Libië bij Cyrene, de Romeinen die hier verblijven, 11Joden zowel als proselieten, Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze eigen taal spreken van Gods grote daden.” 12Allen waren buiten zichzelf, wisten niet wat ervan te denken en zeiden tot elkaar: “Wat zou dit betekenen?” 13Maar anderen zeiden spottend: “Ze zijn zich aan zoete wijn te buiten gegaan.”
Het verhaal gaat voort
Het moet zo ongeveer 1973/74 geweest zijn. We zaten op kot in een gemeenschapshuis met allemaal Kuccers. Drie van ons, Marleen, Wies en Mieke, studeerden dat jaar af, en waren op zoek naar een zinvol engagement voor na hun studies, samen met nog een paar anderen student-kuccers.
Er werd heel wat vergaderd, de talenten van elk werden aangewend om te kijken welke noden er waren, wat er nog ontbrak aan mogelijkheden in Gent, wie daar meer van wist, welke kanalen ze konden raadplegen. Wij, die nog een jaar moesten studeren en vanop de zijlijn supporterden, zagen ze in vuur en vlam staan voor hun project. Uiteindelijk kwamen ze bij crisisopvang terecht, iets wat in Gent nog ontbrak.
De Schelp werd na meer dan een jaar geboren, en bestaat vandaag nog steeds, al is het al lang niet meer met de eerste enthousiaste ploeg.
Elke vergelijking loopt mank, maar deze ervaring van hun gedrevenheid doet me sterk aan het verhaal van Pinksteren denken.
Niet voor niets laat Lucas Pinksteren vallen op de 50ste dag na Pesach. Het feest van de eerste oogst die binnengehaald wordt. Je kan dit best letterlijk en figuurlijk verstaan. Eerst moet er gezaaid worden, dan gewacht, onkruid gewied en uiteindelijk kan men oogsten. Zo verliep het ook bij de leerlingen van Jezus, zo ook bij mijn vrienden in 1973/74.
De leerlingen hadden tijd nodig, en elkaar, om alles wat er gebeurd was een plaats te geven. Ze zullen ongetwijfeld veel herinneringen opgehaald hebben aan hun tijd met Jezus. Tijd om te ontdekken wat die in hen wakker gemaakt had, waarvoor ze hem zijn gevolgd. En gaandeweg hebben ze de kern, het belangrijkste ontdekt: dat de God van Jezus Liefde is, niet een ongenadige rechter. Dat mensen geroepen worden om die God, die liefde in hun leven gestalte te geven, zoals ze dat bij Jezus hadden gezien, ervaren. Elke mens op zijn manier, elke mens met zijn mogelijkheden en beperkingen.
Dus ook zij.
Dat die boodschap niet verloren mocht gaan, dat dit zo een bevrijding is te weten dat je er mag zijn, met je beperkingen, met je falen en missen. En dat je met de ogen van die Liefde naar de anderen kan kijken. Hoe waardevol dit voor iedereen was. Hoe dit zou kunnen groeien naar een totaal andere wereld…
Een groep mensen kunnen je terug in je kracht zetten zoals hier een paar weken geleden werd gezegd in de inbreng.
Het is meestal een werk van lange adem, van onzekerheid, van samen zoeken.
Dat de groep je helpt stand te houden, richting te zoeken zie je bij de leerlingen, maar bv ook vandaag overduidelijk in zelfhulpgroepen. Samen kan je het vuur brandend houden, en dan is die Geest van God als een vuur,
als vlammen fel bewogen, verterend wat aan onrecht leeft,
een gloed vol mededogen.
Een vonk van hoop in onze nacht,
een wenkend licht dat op ons wacht,
een warmte in hart en ogen.
De Geest van God waait als de wind
op vleugels van de vrede,
als adem die ons leven doet,
deelt ons een onrust mede
die soms als storm durft op te staan,
geweld en kwaad durft tegen gaan,
een koele bries die zuivert.
In stilte werkt de Geest van God,
stuwt voort met zachte krachten,
een wijze moeder die ons hoedt,
een bron van goede machten.
Zij geeft ons moed om door te gaan,
doet mensen weer elkaar verstaan,
omgeeft ons als een mantel.
De Geest van God is als een vuur,
als vlammen felbewogen,
verterend wat aan onrecht leeft,
een gloed vol mededogen.
Een vonk van hoop in onze nacht,
een wenkend licht dat op ons wacht,
een warmte in hart en ogen.
Marijke Koijck-de Bruijne M. Gon Voorhoeve
Over de tongen
Ik zou iets willen zeggen over dat meest iconische beeld van Pinksteren, die tongen. Ik begrijp dat wat de leerlingen met Jezus meegemaakt hebben zo intens was, dat het verhaal wel moest voortgaan. Al die genezingen naar lichaam en geest, al die woorden die als levend water waren en zo helder onthouden en gekoesterd. Ja, dan wil het verdriet daarover vertellen en getuigen, en wordt het stilaan een vuur. Het is dat vuur dat uitgedrukt wordt in het beeld van die tongen, als vlammen boven hun hoofden.
Maar behalve dat dat een raar zicht is, die tongen, klopt het beeld ook niet. Vlammen kunnen op tongen gelijken, maar het zijn niet die vlammen die de pinksterboodschap verkondigen. Het zijn de echte tongen. De leerlingen zijn naar buiten gegaan en zijn beginnen vertellen. En hun enthousiasme zal, al vertellende, groter en groter geworden zijn. Per slot van rekening hadden ze veel om over te vertellen, wat een ongelooflijke mens was die Jezus geweest. En hoeveel van zijn woorden en daden zat nog letterlijk in hun lijf, ze moesten er maar over beginnen praten en hun ogen blonken, de dankbaarheid sprak uit heel hun lijf. Ze zullen het zich niet aangetrokken hebben dat ze vaak tegen iemand met een vreemde taal bezig waren, het vuur was duidelijk, en uiteindelijk de boodschap ook.
We hebben allemaal die pinkstertongen nodig. We hebben allemaal nodig dat iemand haar of zijn leven deelt met ons, of vraagt naar het onze. Waarom komen wij elke week naar de viering? Niet alleen om spiritueel voedsel te krijgen, om moed en doorzetting te ervaren bij elkaar, maar ook voor die babbel voor en nadien. Je ziet het al bij het binnenkomen: die glimlachen, die goeiedags, die schouderklopjes of omhelzingen, die vragen, die verhalen, die zorg, die genegenheid, die liefde. Je ziet het na de viering, je zag het na de Witte Donderdagviering, hoe iedereen babbelde bij de boterkoeken van Michel en frank.
Die babbels doen niet alleen deugd omdat ze plezant zijn, ze doen ook deugd omdat ze een uitnodiging zijn: je weet dat je ergens terecht kunt als het moeilijk zal gaan, je weet dat het vuur ook dan zal branden. Die zekerheid is deel van de vrede die we elkaar elke viering wensen.
Daarom zou ik willen hopen dat de tongen verder gaan na Pinksteren. Er is zoveel goeds aan een diep gesprek tussen mensen. Ik zou willen hopen dat we erin slagen om mensen bij elkaar te brengen aan de huiskamertafel, om over hun leven te praten bij een koffie en stuk taart. Jean-Paul Vermassen maakte het onlangs mee in Brussel en kan er niet over zwijgen. Jean-Paul is actief in Clemenspoort en was door een jong gezin uitgenodigd om te komen spreken in hun huiskamer, voor hen en hun vrienden. En hij ervaarde wat een vuur kan loskomen als mensen hun hart openen voor elkaar.
Ik hoop dat de tongen meer vuur kunnen losmaken dan alleen in de vieringen. In de veertig jaar Dominicus zijn we veertig jaar ouder geworden. We zullen eucharistie blijven vieren, dat zijn we aan elkaar verplicht. En trouwens, oud worden is ook niet altijd simpel, we moeten daar nog veel met elkaar over babbelen. Maar onze kinderen en hun kinderen, waar zullen die hun vuurbrengende tongen vinden? Ik hoop al dat het lukt om de laatste groep Dominicusjongeren weer bij elkaar te brengen, onder begeleiding van enkelen van ons, ze vragen ze zelf naar. Ik hoop dat het lukt om de dertigers en veertigers aan hun livingtafel te krijgen en in alle openheid te laten vertellen over hoe zij de grote wereld en het grote leven ervaren, waar kracht te vinden is en enthousiasme, waar wijsheid en geduld. Maar gewoon ook om erbij te zijn, bij dat uitwisselen en luisteren in de diepte. Daarmee begint alles, dat wens je iedereen toe.
En misschien wordt daar dan, in die huiskamer, ook een stuk brood gebroken en drank doorgegeven, als herinnering aan de eerste Paas- en Pinksterervaring…
Mensen van God
Niet als een storm, als een vloed
Niet als een bijl aan de wortel
komen de woorden van God
niet als een schot in het hart.
Maar als een glimp van de zon,
een groene twijg in de winter,
dorstig en hard deze grond-
zo is het koninkrijk Gods.
Stem die de stilte niet breekt,
woord als een knecht in de wereld,
naam zonder klank zonder macht,
vreemdeling zonder geslacht.
Kinderen, armen van geest,
mensen gelouterd tot vrede,
horen de naam in hun hart,
dragen het woord in hun vlees.
Blinden herkennen de hand,
dovemansoren verstaan Hem.
Zalig de man die gelooft,
zalig de boom aan de bron.
Niet in het graf van voorbij,
niet in een tempel van dromen,
hier in ons midden is Hij,
hier in de schaduw der hoop.
Hier in dit stervend bestaan,
wordt Hij voor ons geloofwaardig,
worden wij mensen van God,
liefde op leven en dood.
T: Huub Oosterhuis M/ Bernard Huijbers
Inleiding tafeldienst
We gaan aan tafel. Nergens wordt er zoveel bediscussieerd, in vraag gesteld, duidelijk gemaakt dan aan tafels. Ook wij staan in een traditie waarin aan de leerlingen aan een tafel werd voorgedaan hoe wij als mens kunnen leven. Wij vertrouwen dat wij elkaar daarin tot steun en kracht kunnen zijn. Want breken en delen van je leven is niet zo simpel. Gelijkgezinden, zoals jullie hier aanwezig, lijfelijk of via de streaming, zijn daarin broodnodig. We delen ook in de ervaring en liefde van onze geliefde doden, die ons voorgingen en die ons tot vandaag inspireren. Voor hen steken we graag de kaarsjes in vuur en vlam aan.
We steken ook het kaarsje van verbondenheid aan met allen, die waar ook ter wereld blijven geloven in dit uitzicht dat wenkt, zodat iedereen naar een nieuwe toekomst, een nieuwe morgen, kan gaan.
Tafelgebed: Gezegend Eeuwige
In de nacht klonk uw stem, sprak uw hart
In de nacht brak het donker op uw woord van licht.
Een dag ongeweten, een uitzicht dat wenkt,
roept Gij wakker voor ons.
Opstaan, vertrouwen en gaan zullen wij naar de morgen,
zingen om U het lied van alle reisgenoten:
Heilig, heilig, heilig, zullen wij U zingen
Heilig, heilig, heilig, moeten wij U noemen,
met heel de schepping mee uw grote daden roemen!
Zingen wij Hosanna, hemelhoog Hosanna!
Zegen van Godswege,
Hij die komt gezegend met de Naam van Hem!
Zingen wij Hosanna, hemelhoog Hosanna!
In de nacht bleef Gij trouw aan het volk van uw Liefde,
aan de Zoon van uw hart.
Uit het geestloze dal van de duizenden doden
hebt Gij hen tot leven gebracht.
Gezegend, Eeuwige, Gij, reddende God,
om de Zoon van uw liefde.
Hij, onze geboorte, een nieuwe dag.
Delen wij samen hier in zijn lichaam,
vinden wij leven eens en vooral in zijn bloed.
Voeg ons bijeen tot één levend lichaam,
een tempel van liefde, oase van vrede,
een woning voor U.
Dat onze dagen U zullen aanbidden en eren uw Naam,
doen wie Gij zijt:
Eeuwige, reddende God!
T:Sytze de Vries M: Willem Vogel
Onze Vader
Vredeswens
Die vredeswens is een kostbaar moment in onze vieringen. Soms lijkt het wel of er dan boven onze hoofden iets van vurige tongen hangen… 😉 In elk geval geven we elkaar een beetje vuur… Wensen wij elkaar vrede, diep levensvrede…
Communie
Slotlied Uit staat en stand
Uit staat en stand en wijsheid losgewoeld
Omgewaaid. Ontwortelde plataan.
Toen heeft hij licht onder zijn schors gevoeld,
een vlaag van knoppen die op springen staan.
Uit jij en jou en woorden weggevlucht.
Ergens heen gejaagd. Boomgrens voorbij.
Op adem komen in de dunne lucht,
je eigen hartslag horen. Vogelvrij.
Uit eigen aard en huid naar iemand toe,
onontkoombaar. En niet wonen meer
tot ik Hem, Hij mij vinden zal, en hoe-
een zee van dromen gaat in mij tekeer.
T:Huub Oosterhuis M: Antoine Oomen
Blijf verbonden met de gemeenschap van Dominicus Gent:
via de nieuwsbrieven: https://www.dominicusgent.be/nieuwsbrief/
via Facebook ( https://www.facebook.com/Dominicus-Gent-324436994242688/)
Abonneer u nu op ons nieuw online platform: http://Bijlichten.be
Ga er in gesprek met de auteurs van de filmpjes!
Indien u meent dat voor een bepaald object het auteursrecht van de auteur of zijn/haar erfgenamen, of het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met ons zodat de situatie kan worden rechtgezet.