De stille ommekeer door vrouwen… (Het verhaal gaat voort 3)

Dominicus Gent
Viering van zondag 29 mei 2022

De stille ommekeer door vrouwen…

 

Welkom vandaag zondag 29 mei, de laatste zondag tussen Pasen en Pinksteren. Het is de derde en laatste viering in een reeks over de periode tussen het sterven en verrijzen van Jezus en het uitbrengen van zijn boodschap door de leerlingen. Een tijd van schuilen, rouwen, samen zoeken en bevroeden wat het nieuwe dat Jezus kwam voorleven betekende en hoe de volgelingen hiermee verder konden in hun leven. Het is een periode van ontmoetingen met Jezus en met engelen. In de verschillende evangelies worden de klemtonen wat anders gelegd.

We stellen ons bij het begin van deze viering in het licht van de paaskaars en we bidden:
 

Groot Mysterie,

Hoe zou de wereld er uitzien, als de leiding in de kerk niet hoofdzakelijk door ongehuwde mannen werd genomen maar door allen die er werkzaam zijn, beroepsmatig of vrijwillig? Wat zou dit kunnen betekenen als inspiratie in de kerk en maatschappij van vandaag? Vrouwen vormen een heel grote groep gelovigen en medewerkers, tot op vandaag bevinden ze zich in de marge van de officiële ambten, zowel in de katholieke, orthodoxe, islamitische, joodse, … wereldbeschouwingen.

Geef ons inspiratie hoe we de plek van vrouwen erkennen, waarderen en versterken in onze dagelijkse ontmoetingen en ons leven.
 

Tekenen van hoop

Als hier of daar een vrouw wordt opgericht
En zich, rechtop gekomen warmt in licht,
Wordt weer een stukje schepping afgemaakt:
Zij is tot haar bestemming aangeraakt.

Als ergens eens, een man tot vrede komt
En zich niet langer in de strijd vermomt,
Dan weer is het de levenskracht die wint:
Hij durft het aan met zachtheid, als een kind.

Als in de buurt twee mensen samengaan
En elk het aandurft niet alleen te staan,
Dan wint de liefde weer van angst de strijd:
Zo komen mensen tot barmhartigheid.

Als wij hier samen delen onze kracht
En leren hoe de minste wordt geacht,
Dan bouwen wij weer verder aan het Rijk
En mogen daarmee zijn aan God gelijk.

T: Gea Boessenkool / M: Berre van Thielt

 

Lezing Johannes, 20, 1-18

Na de sabbat, op zondagochtend, ging Maria uit Magdala naar het graf. Het was heel vroeg in de ochtend, het was nog donker. Toen ze bij het graf kwam, zag ze dat de steen voor het graf weggehaald was. Maria rende weg, naar Simon Petrus en de leerling van wie Jezus veel hield. Ze zei tegen hen: ‘De Heer is weggehaald uit het graf! En ik weet niet waar hij naartoe gebracht is.’ Meteen gingen Petrus en de andere leerling op weg naar het graf, ze renden erheen. De andere leerling liep sneller dan Petrus, en was het eerst bij het graf. Hij keek naar binnen en zag de doeken liggen. Maar hij ging het graf niet in. Kort daarna kwam ook Simon Petrus bij het graf. Hij ging wel naar binnen. Hij zag de doeken liggen, ook de doek die om het hoofd van Jezus gezeten had. Die lag niet bij de andere doeken, maar apart, netjes opgerold. De andere leerling ging nu ook het graf in. Toen hij de doeken daar zo zag liggen, geloofde hij dat Jezus was opgestaan. In de heilige boeken stond al dat Jezus moest opstaan uit de dood. Maar dat hadden de leerlingen nog niet begrepen.
Maria bleef wenen buiten bij het graf. En terwijl ze zo weende, keek ze binnenin het graf. Daar zag ze twee engelen met witte kleren aan. De een zat aan het hoofdeinde van de plaats waar Jezus had gelegen, de ander aan zijn voeteneind. Ze vroegen: ‘Waarom ween je zo?’ Ze zei: ‘Ze hebben mijn Heer weggehaald uit het graf en ik weet niet waar ze Hem hebben neergelegd!’ Toen ze zich omkeerde zag ze Jezus staan, maar ze wist niet dat Hij het was. Jezus vroeg: ‘Waarom ween je zo? Zoek je iemand?’ Maria dacht: ‘Dat is de tuinman!’ en ze zei: ‘Meneer, als Jij het bent die Hem hebt weggenomen uit het graf, zeg me dan waar Je Hem hebt neergelegd. Dan kan ik Hem laten halen.’ Jezus zei: ‘Maria!’ Ze keerde zich nu naar Hem toe en zei: ‘Rabboeni!’ (Dat is het Hebreeuwse woord voor: meester.) ‘Hou Me niet vast’, zei Jezus. ‘Ik moet nog gaan naar de Vader. Ga liever naar mijn vrienden en zeg hun dat Ik gezegd heb: “Ik ga op naar mijn Vader die ook jullie Vader is, naar mijn God die ook jullie God is.” ’ Toen ging Maria van Magdala naar de vrienden en zei: ‘Ik heb de Heer gezien’, en ze vertelde alles wat Jezus haar gezegd had.

 
Wie was Maria Magdalena ? Heel veel weten we niet over haar, en toch. In elk van de 4 canonieke evangelies wordt verteld dat zij met Jezus meereisde als een van zijn vrouwelijke volgelingen. Op zich is dat al spectaculair: dat Jezus vrouwen niet op grote afstand hield als hij aan het werk was als leraar en prediker – zoals dat in de synagoge gebeurde. Hij trok met mannen en vrouwen samen rond. Die vrouwen gingen niet mee ‘als kookmoeders’ om het eens in kamptaal te zeggen – nee: zij waren evenwaardige leerlingen en soms zelfs de beste van de klas. Ondenkbaar in de Joodse cultuur en toch gebeurde het.

Maria Magdalena wordt 12 keer bij naam genoemd in de evangelies. Meer dan de meeste apostels leerlingen en meer dan gelijk welke vrouw buiten zijn familie. Bij Lukas lezen we dat ze een van de vrouwen was die niet alleen meereisde maar ook zijn werk hielp ondersteunen ‘met eigen middelen’, ze was dus wellicht rijk. Passages in Lucas en Marcus vertellen erbij dat Jezus bij haar 7 demonen had verdreven. De 4 evangelies identificeren haar als iemand die alleen of samen met andere vrouwen, waaronder de moeder van Jezus, het lege graf zag en als eerste van de verrijzenis van Jezus getuigde.

Ze is daarnaast een belangrijke figuur in latere zogenaamde gnostische geschriften, waaronder het evangelie van Thomas, van Philippus en van Maria. Dat laatste is zo genoemd, niet omdat zij het zou geschreven hebben, maar omdat zij er een centrale rol in spelt. Zij beschrijven MM als Jezus nauwste en meest geliefde leerling en de enige die zijn lering echt verstond. Zij kreeg extra privaat onderricht van Jezus. Zij vertellen hoe dit alles tot een spanning leidde met Petrus.

Het portretteren van Maria Magdalena als een prostituee begon pas einde 6de eeuw (591) toen Paus Gregorius I de drie vrouwen die Lucas introduceerde als MM, Maria van Bethanië en de ‘zondige vrouw’ die de voeten van Jezus waste, tot een en dezelfde figuur maakte. Na het Paassermoen van Gregorius werd het verhaal van MM als bekeerde prostituee gretig opgepikt en gedurende eeuwen kleurrijk aangedikt. Sommige protestantse leiders verwierpen het categoriek.
In 1969 liet Paus Paul VI de unificatie van deze 3 vrouwen weghalen van de Algemeen Roomse kalender, maar het idee van MM, de prostituee, bleef hangen.

Voor een cultuur die vrouwen graag als dienstmaagd had, was het een meevaller deze bevoorrechte vrouw gereduceerd te zien tot een bezoedeld exemplaar. Zo werd de kracht die van haar uitstraalt – als model voor een volgende generatie samenwerkende mannen en vrouwen – teniet gedaan. Het beïnvloedt niet alleen het beeld van haarzelf, maar ook van de groep volgelingen van Jezus – toen en nu – die ze vertegenwoordigt. Die karaktermoord – zeg maar – duikt al meer algemeen op in de eerste eeuwen na Christus, bijvoorbeeld in die zogenaamde Paulusbrieven die niet van de hand van Paulus zijn.

Die techniek van shaming en ontmenselijking werkt en is van alle tijden. Denk aan de schrijnende verhalen van pubers wiens eerste seksuele verkenning door een rancuneuze partner gefilmd en op het onverwijderbare internet gezet wordt. Het is zo ingrijpend dat het menig kind tot zelfmoord drijft. Soms slaagt men erin het negatieve tij te keren. In zijn boek ‘De bekeerlinge’ maar ook meer algemeen ziet Stefan Hertmans een krachtige vrouw als iemand die kan leven met gemis. Het is zeker een nodige voorwaarde en een belangrijke stap. Vandaag willen we vieren hoe mensen erin slagen om zo’ destructieve ervaring om te keren, te gebruiken voor heling – zelfs op grotere schaal.

Karen Armstrong voelde zich de mond gesnoerd door het kloosterregime – zij vertrekt (hoe pijnlijk is dat) en spreekt vandaag de wereld toe over godsdienst en haar positieve kracht stimuleert humane ontwikkeling in harmonie met mens en natuur.

Magy Barankitse die ontslagen werd in haar school omdat ze opkwam voor de Hutu’s, vervolgens haar nieuwe collega’s op het bisdom zag afslachten en uiteindelijk haar leven opnieuw bedreigd wist en haar levenswerk voor toekomstige generaties in Burundi met de grond gelijk gemaakt zag – geeft niet op. Vandaag is ze vluchteling in Rwanda, en moet ze zich schuil houden waar ter wereld ze ook is. Maar ze bouwt zelf een school in het vluchtelingenkamp en dankzij de Aurore prijs die ze ontving, konden honderden Burundezen een voortgezette opleiding in het buitenland krijgen.

Dat de impact van het stigma als ‘bezoedeld’ niet te onderschatten is, maar men toch het tij kan doen keren met de hulp van velen konden we onlangs nog eens beluisteren in het verhaal van Eddy Demarez en de Belgische basketters, de Cats. De sportjournalist liet zich smalend uit over de topsportsters die man-vrouwen zouden zijn. Het gebeurde per ongeluk met heel veel publiek – voor de camera. Er waren dus massa’s getuigen waaronder een groep die sterk genoeg was om te zeggen: dit kan niet door de beugel.

Onder de slachtoffers waren internationale topfiguren met sterke persoonlijkheid die een positief rolmodel hoopten te zijn voor heel wat jonge meisjes. Ze gaan in gesprek met die man om de zaken beter te begrijpen en slagen erin tot hem door te dringen (met de hulp van de werkgever die hem niet zomaar verder gewoon zijn gang wil laten gaan). Ze willen het incident gebruiken om een positieve ommekeer tot stand te brengen. Wat het met hem doet, maakt Eddy Demarez – na 9 maand terugtrekking uit het publieke leven – bekend in een interview met Linde Merckpoel. We tonen er enkel fragmenten uit. Ze tonen de heftigheid van het foutbesef, en het publieke stigma dat volgde – maar ook de kansen die hij kreeg dankzij die sterke vrouwen die hijzelf vakkundig had onderuit gehaald.

Ook Dominicus kan rolmodel zijn voor een meer dan klerikaal gedicteerde kerkvorm met ondergeschikte vrouwen als het op de lering (inhoud), het heilige (de sacramenten) en de organisatie (vorm) van het kerk zijn – aankomt. Rolmodel ook voor meer dan eigen winst gestuurd streven en meten van succes. Dat we het niet onder stoelen of banken steken wat hier gebeurt, maar volmondig durven spreken om toekomstige generaties te kunnen blijven inspireren.

 

Klein Paaslied

Klein Paaslied
Tussen waken, tussen dromen,
in het vroege morgenlicht,
wordt de steen van ’t graf genomen,
horen vrouwen het bericht,
dat door dood en duisternis
Jezus leeft en bij ons is.

Zij die zich als eersten buigen
over leven in haar schoot,
zijn op Pasen kroongetuigen
van nieuw leven uit de dood.
Vrouwen hebben Hem ontmoet,
weten zich bevrijd voorgoed.

Uit een sprakeloos verleden,
weggeschoven, ongehoord,
wordt een nieuwe tuin betreden
open is de laatste poort,
sluiers worden weggedaan:
het is tijd om op te staan.

Lente kleurt de kale bomen,
door het leven aangeraakt
bloeien bloemen aan de zomen,
zo wordt alles nieuw gemaakt.
Juichend stemt het leven in
met de toon van het begin.

(T. Hanna Lam / M. Mark Joly)

 

De Junia-prijs

Dinsdag 17 mei werd voor de eerste keer de Junia-prijs uitgereikt.
Vrouwen-In-Zicht, een website van 11 vrouwelijke theologen en godsdienstleraren, reikt vanaf 2022 jaarlijks een prijs uit aan een project, persoon of groep die bijgedragen heeft tot positieve beeldvorming rond vrouwen in de kerkgemeenschap en tot het creëren van ruimte voor gelijkwaardige verantwoordelijkheid. Deze prijs is vernoemd naar Junia, aangehaald door Paulus in de brief aan de Romeinen. Heel wat theologen vroeger en nu zien hierin een verwijzing naar een vrouwelijke apostel.
Het genomineerde project, persoon of groep moest één of meerdere van de volgende aspecten mogelijk gemaakt of sterk aangemoedigd hebben in de kerkgemeenschap: erkenning, participatie en verbinding.
Op de website staat dit artikel dat vorig jaar verscheen in De Standaard:

“De stille ommekeer voor vrouwen in de katholieke kerk.

Het Paasverhaal laat de centrale rol van vrouwen zien aan het begin van de christelijke traditie. In het evangelie volgens Johannes is het Maria Magdalena die op paasmorgen naar het graf van Jezus gaat, het leeg aantreft en voor het eerst de levende Jezus ontmoet. Maria Magdalena werd bijgevolg in de eerste eeuwen van het christendom dé apostel onder de apostelen genoemd. Deze centrale rol voor vrouwen is doorheen de geschiedenis van de katholieke kerk steeds opnieuw naar de achtergrond verdrongen. Pasen anno 2021. Vrouwen worden nog steeds buitengesloten uit de ambten in de katholieke kerk door een exclusief mannelijke hiërarchie. Buitenstaanders kijken terecht meewarig naar de katholieke kerk wat betreft het niet openstellen van wijdingen voor vrouwen. Voor heel wat katholieke vrouwen is dit een buitengewoon pijnlijke ontkenning van de eigen roeping. De kerkelijke houding wijst voor hen op een aanhoudende geslotenheid voor vernieuwing die onderbouwd wordt met machtsargumenten in een theologisch jasje. In haar lezersbrief in De Standaard (19 maart 2021) vraagt Agnes Pas zich af wanneer de bisschoppen het zullen opnemen voor de wijdingen van vrouwen in de kerk. In de ons omringende landen zijn er enkele activistische groepen die willen wegen op het beleid van de katholieke kerk rond de wijding van vrouwen. In Duitsland zorgde de beweging Maria 2.0 voor ophef door een wijd verspreide staking van vrouwen in alle kerkwerk. In Frankrijk is er het ‘comité de la jupe’, een groep die ontstond als reactie op de vrouwonvriendelijke uitspraak van kardinaal VingtTrois in 2008. Hij zei dat het moeilijk was om gevormde vrouwen te vinden en dat het dragen van een rok niet voldoende was om in de kerk te werken. Het comité de la jupe liet recent zeven vrouwen solliciteren voor functies die alleen toegankelijk zijn voor mannen. In Vlaanderen is het publiek activisme rond het toelaten van vrouwen in alle functies in de kerk vandaag afgezwakt. Velen hebben het opgegeven steeds maar tegen een glazen plafond te stoten, hebben zich als gevolg minder geïdentificeerd met de leer van de kerk of hebben de kerk stilzwijgend verlaten. Maar diegenen die gekozen hebben om te blijven, hebben quasi ongemerkt voor het grote publiek, gezorgd voor een stille ommekeer. Die stille ommekeer bestaat erin dat wanneer mensen in contact komen met een geloofsgemeenschap, ze vaak eerst een vrouw in een leidinggevende functie zullen ontmoeten en dit nu als ‘gewoon’ zijn gaan ervaren. Ben je opgenomen in een zorgvoorziening en wens je een gesprek over de zin van wat je overkomt of een ritueel? De zorgpastor is meer dan waarschijnlijk een vrouw. Ontvangt je kind het vormsel? De catechist is naar alle waarschijnlijkheid een vrouw. Bezoek je een weekendviering in een eerder progressieve geloofsgemeenschap? Grote kans dat één van de voorgangers een vrouw is. Vrouwen doen begrafenisvieringen, preken en zegenen en de overgrote meerderheid van de betrokkenen vindt dit normaal. Ook in de hoogste beleidsorganen in de Vlaamse bisdommen zijn ondertussen vrouwen aanwezig. Vlaamse katholieke vrouwen die zich geroepen voelen, staan niet langer op de publieke barricades te roepen naar mensen die niet zien of horen willen. Vlaamse katholieke vrouwen die zich geroepen voelen, hebben gewoon verder gedaan en hebben wat ze doen, gewoon gemaakt. De toekomst van de katholieke kerk in het Westen zal vallen of staan met het waarderend integreren van wat er aan de basis gebeurt. De katholieke kerk heeft op haar pad, net zoals vele andere instituties in de samenleving, nog heel wat stappen te zetten in het vermijden van uitsluiting op basis van gender, afkomst, seksuele voorkeur en leeftijd. De vraag is niet of de basis de top zal blijven voorbijsteken, maar wel of zij die op dit moment beslissingsmacht hebben, bereid zijn de weg van de basis in te slaan. In navolging van de Bijbelse traditie, willen wij, als vrouwen, als eersten en altijd opnieuw blijven getuigen van de kracht van leven in situaties die niet leven-gevend zijn. Zalig Pasen!”

Tot daar de brief van vorig jaar.
Enkele leden van onze gemeenschap nomineerden Dominicus voor de Junia-prijs omdat we de voorwaarden voor de prijs in de structuur van onze werking hebben opgenomen: vrouwen en mannen, leken en mensen met een wijding gaan samen voor.

Dit jaar ging de prijs naar Agnes Pas, voormalig voorzitter van het Interdiocesaan Pastoraal Beraad (IPB). Zij krijgt de onderscheiding voor de manier waarop zij heeft bijgedragen tot de positieve beeldvorming rond vrouwen in de kerkgemeenschap. Agnes Pas begon haar carrière als nationaal verantwoordelijke voor Vlaamse Katholieke Studerende Jeugd (VKSJ) en stafmedewerkster aan het Theologisch Pastoraal Centrum in Wilrijk (TPC). Van 1987 tot 1995 was zij voorzitster van het IPB, het advies- en overlegorgaan van leken in de Vlaamse Kerk, en later ook van de ngo Broederlijk Delen. 

 

 

Blijf verbonden met de gemeenschap van Dominicus Gent:
via de nieuwsbrieven: https://www.dominicusgent.be/nieuwsbrief/
via Facebook ( https://www.facebook.com/Dominicus-Gent-324436994242688/)
Abonneer u nu op ons nieuw online platformhttp://Bijlichten.be 
Ga er in gesprek met de auteurs van de filmpjes!

Indien u meent dat voor een bepaald object het auteursrecht van de auteur of zijn/haar erfgenamen, of het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met ons zodat de situatie kan worden rechtgezet.