Pinksteren 2017

Dominicus Gent

Zondag 4 juni 2017

Pinksteren

 

 

Van harte welkom op deze hoogdag van Pinksteren.

Pinksteren: het feest waarmee we de paastijd afsluiten. Maar wat een bijzonder feest! Tongen van vuur dalen neer, deuren en ramen waaien wijd open, mensen trekken de straat op, goed nieuws – in vreemde talen –  verspreid zich als een lopend vuur. Dat vuur mogen we ook hier vandaag verwelkomen en delen.

HET LIED VAN VANDAAG EN MORGEN

Wat altijd is geweest, het waaien van de geest
gebeurt aan ons vandaag.
Dat vuur van het begin wij ademen het in,
Gods woord dat antwoord vraagt.
Die in de stilte sprak, het noodlot onderbrak
en nieuwe wegen baande,
Hij is nog niet verstomd Hij zwaait ons toe en komt
en zegt Ik ben uw Vader.

Het meeste gaat voorbij maar meer en meer wordt Hij
de toekomst die ons wacht.
Bij Hem is geen verraad Hij zelf heeft ons gemaakt,
zijn oog is in ons hart.
Wij leven zijn bestaan, zijn ongekende naam
aanschouwen wij van verre.
Zijn zwijgen is van goud zijn woord is ons behoud
in leven en in sterven.

Als alles is volbracht zal Hij voor ons een stad
van brood en spelen zijn.
De stol die ons regeert de dood zal zijn gekeerd,
wij zullen mensen zijn.
Hij geeft een nieuw gezicht aan duisternis en licht
aan alles wat wij deden
Hij maakt zijn woorden waar, wij spreken met elkaar
een taal van hoop en vrede.

H.Oosterhuis

 

Handelingen 2, 1-11.

Toen de dag van Pinksteren aanbrak, waren allen bijeen op dezelfde plaats. Plotseling kwam uit de hemel een gedruis alsof er een hevige wind opstak en heel het huis waar zij gezeten waren, was er vol van. Er verscheen hun iets dat op vuur geleek en dat zich, in tongen verdeeld, op ieder van hen neerzette. Zij werden allen vervuld van de heilige Geest en begonnen in vreemde talen te spreken, naargelang de Geest hun te vertolken gaf. Nu woonden er in Jeruzalem Joden, vrome mannen, die afkomstig waren uit alle volkeren onder de hemel. Toen dat geluid ontstond, liep het volk te hoop en tot zijn verbazing hoorde iedereen hen spreken in zijn eigen taal. Zij waren buiten zichzelf en zeiden vol verwondering: “Maar zijn al die daar spreken dan geen Galileeërs? Hoe komt het dan dat ieder van ons hen hoort spreken in zijn eigen moedertaal? Parten, Meden en Elamieten, bewoners van Mesopotamië, van Judea en Kappadocië, van Pontus en Asia, van Frygië en Pamfylië, Egypte en het gebied van Libië bij Cyrene, de Romeinen die hier verblijven, Joden zowel als proselieten, Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze eigen taal spreken van Gods grote daden

 

De Geest van Pinksteren

Het verhaal van Lucas in de Handelingen spettert van enthousiasme. Een hevig gedruis, vurige tongen, vreemde talen, volken uit de hele wereld horen met open mond over Gods grote daden.

Van grote daden is echter nauwelijks iets te zien geweest. Het optreden van Jezus is op een sisser uitgelopen. Bovendien is zijn executie aan een kruis, op wereldschaal bekeken, een totaal onbelangrijk gebeuren. Een detail in de geschiedenis. Kruisigingen zijn schering en inslag bij de Romeinen. Met zijn eliminatie lijkt alles weer onder controle, zowel voor Romeinen als voor de Joodse leiders.

Lang duurt het echter niet. Dat ligt aan dat handjevol vissers en die enkele vrouwen die hem hadden meegemaakt. Zij hebben iets gezien. Iets gevoeld. Een licht en een gloed die een barst bewerken in de wereld waar geweld en macht genadeloos te toon voeren. Zelfs de kruisdood van hun geliefde vriend kan dat licht, die gloed, niet doven. Het kruis van Jezus betekent geen fataal einde. 

Er breekt inderdaad iets open. Het gebeurt telkens weer. Tot op vandaag. Bij mensen uit heel verschillende culturen en tradities. In alle uithoeken van de wereld. Mensen hebben geen vrede met de wereld die ze aantreffen. Ze weigeren zich neer te leggen bij een bestaan dat enkel schaduw en duisternis is. Dat is vandaag het geval in tal van landen in Afrika waar hongersnood heerst, waar kinderen massaal sterven door ontbering. In deze duisternis zijn er ondanks alles die kleine medische posten die een lichtbaken zijn in een zee van ellende. Het is voelbaar in het interview dat Reginald Moreels gaf in DS magazine van 13 mei, over zijn inzet als oorlogschirurg in Mosul, Irak. De gruwel die hij er meemaakt is onbeschrijflijk. De keuzes waartoe hij als arts gedwongen wordt zijn verscheurend. Maar straks vertrekt hij voor een nieuwe missie naar Jemen. Of dat geen gekkenwerk is?

Hij put zijn bezieling uit de mentaliteit geïnspireerd door het personalisme. Hij bedoelt daarmee de overtuiging dat je jezelf maar wordt in relatie tot de ander. Hij pleit er ook voor. Die zendingen bieden geen oplossing voor de conflicten. Dat spreekt voor zich. Maar het is sterker dan mezelf, zegt hij. Een roep. Ik word er meer mens door. Het licht breekt hoe dan ook door. There is a crack in everything, that’s how the light gets in.

Vandaag gedenken en vieren we dat ook wij die innerlijke kracht in ons dragen. Wij kunnen iets doen. Het is misschien niet zo groot. Als het maar iets is. Dan breekt ook bij ons iets open. Daarom geven we niet toe aan de dreigende lethargie en evenmin aan de onverschilligheid, maar geloven we in die kracht in ons: plus est en vous. Het motto dat de heren van Gruuthuuse (Brugge) als motto hadden en op hun schilden droegen. Ook zij hadden het van de oude Grieken die het reeds wisten. Ook dat is eeuwenoud. Wij kunnen een verschil maken. En dat is helemaal niet bedoeld als een oproep waarmee we elkaar het vuur aan de schenen leggen. Het gaat  veeleer als een persoonlijk bewustzijn dat we dank zij het verrijzenisgeloof kunnen cultiveren. Plus est en vous. Wij kunnen de lamlendigheid openbreken, wij kunnen het cynisme breken.

Dat hebben die vroege leerlingen van Jezus goed begrepen. Dat begrijpen zovele anderen, zowel binnen als buiten de christelijke traditie. Dat inzicht, dat gevoel blijkt universeel: de kracht om gemakzucht en middelmatigheid te overstijgen. Zoiets zie je vaak gebeuren bij grote menselijke tragedies. Zoals bij de ramp voor de kust van Lampedusa  in 2013 toen driehonderd van de vijfhonderd bootvluchtelingen de verdrinkingsdood stierven. Vreselijke beelden. Maar in die beelden zie je ook de hulpverleners en gewone burgers opduiken, die de handen uit de mouwen steken om tegemoet te komen aan een dwingend moreel appèl. Het kan hen niet deren dat vele anderen op afstand de schouders ophalen. Het zijn kleine straaltjes licht, hoop en goedheid in een ondraaglijk somber decor.

Op dit pinksterfeest is ons hoop toegezegd. Niet als passieve verwachting, maar als een actief streven zodat de dag van morgen beter zal zijn dan vandaag. Dat Jezus verrezen is betekent in elk geval dat zijn geest niet in een graf kan worden opgesloten. Maar dat die geest in ons leven mag opstaan. Plus est en vous. Vandaag vieren we dat die geest ook aan ons gegeven is.

 

Gij zijt voorbijgegaan

Uit uw hemel zonder grenzen
komt Gij tastend aan het licht
met een naam en een gezicht
even weerloos als wij mensen.

Als een kind zijt Gij gekomen,
als een schaduw die verblindt,
onnaspeurbaar als de wind
die voorbijgaat in de bomen.

Als een vuur zijt Gij verschenen,
als een ster gaat Gij ons voor,
in den vreemde wijst uw spoor,
in de dood zijt Gij verdwenen.

Als een bron zijt Gij begraven,
als een mens in de woestijn.
Zal er ooit een ander zijn,
ooit nog vrede hier op aarde?

Als een woord zijt Gij gegeven,
als een nacht van hoop en vrees,
als een pijn die ons geneest,
als een nieuw begin van leven.

 

Pinksteren gebeurt !?

Er is ons hoop toegezegd, zodat de dag van morgen beter zal zijn dan vandaag. Zo eindigde net de overweging. De dag van morgen beter dan vandaag ? Een boude uitspraak, toch? Mochten we de vraag voorleggen aan een willekeurige groep mensen dan vrees ik dat we lik op stuk zouden krijgen. Dichtbij én wereldwijd is er op het eerste gezicht niet zoveel dat wijst op beterschap, op vooruitgang, op een vorderend betere wereld. Is wat ons hier samenbrengt – niet alleen op deze mooie pinksterdag, maar elke zondag opnieuw – dan een grote leugen? Aanvechting van de werkelijkheid?

In een gesprek na een filmvoorstelling stelde de inleider (filosoof, historica) dat hét kenmerk van het christendom is dat altijd een nieuw begin mogelijk is. Ze verduidelijkte: ook als alles vernietigd wordt wat mensen opgebouwd hebben, als niets meer overeind blijft, ook dan gelooft een christen dat er van voren af aan kan herbegonnen worden. Typisch christelijk was voor die dame: de altijd weerkerende cyclus van vallen en opstaan, van ondergang en verrijzenis.

Ik vind het een moeilijke opvatting, defaitistisch. Want waar is dan die innerlijke kracht waarvan hier vandaag sprake? Waar blijven we met het vuur van Pinksteren, waar maken we dan het verschil?

Ik moet niet naïef zijn – weet van de ellende in de wereld, de kleine én grote zorgen. En toch …   Ik mag heel wat dingen zien gebeuren ten goede. Vaak kleine initiatieven, nauwelijks zichtbaar. Maar ik heb ook weet van evenementen waar mensen het voortouw nemen om van deze wereld een betere plek te maken. Waar mannen en vrouwen zich verenigen vanuit een heilige verontwaardiging over mensonterende toestanden. In vele geledingen van onze samenlevingen mag ik iets van het vuur van Pinksteren waarnemen.

Een buurtbewoner van deze wijk vertelde dat de ruimte rond de kerk verbeterd is. Het is er netter en gezelliger geworden. Dat heeft  te maken met de inrichting van de school maar ook met de maandelijkse opkuis van de Plezante Doeners. Een klein initiatief, mede gedragen door vrijwilligers van Dominicus, dat verandering teweeg brengt – ten goede.

   

Dat kan – op het eerste gezicht – niet gezegd worden van de buurt tussen Sint-Pietersstation en Heuvelpoort. Op de hoek van de Ledeganckstraat  staat een opeenhoping van hutjes. Kleine hokjes onder slordige zeilen, allerlei spullen verspreid over het terrein. Een plek voor daklozen? Een vluchtelingenkamp?   Het blijkt een deel te zijn van Verlust der Mitte, de nieuwe tentoonstelling in het S.M.A.K. – de installatie op de hoek van de straat verwijst naar het vluchtelingenkamp in Calais. In het museum zelf verblijven een 12-tal erkende vluchtelingen, dit gedurende de tijd van de tentoonstelling. In MO* staat een knap interview met Philippe Van Cauteren, directeur van het S.M.A.K. Hij wil van zijn museum “een plek maken waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, waar kan getwijfeld worden, waar op allerlei manieren nagedacht wordt over wat er in de wereld gebeurt, …  Heel anders dan de tentoonstellingen waarin rijke mensen hun verzamelingen tonen en zichzelf bewieroken.”

 

Van Cauteren is niet aan zijn proefstuk. Hij was in Bagdad en in een vluchtelingenkamp aan de Syrisch-Iraakse grens. Hij was in Kathmandu waar hij gratis les gaf aan kunstenaars en studenten.  Hij denkt kritisch na over wat kunst mag en kan zijn en hij bevraagt de kunst én zichzelf: “Irak heeft veel met mij gedaan: een laagje zand eraf genomen. Mijn geloof, mijn engagement in de kunst is versterkt. Kunst is geen luxeproduct, geen entertainment, maar een noodzakelijk instrument tegen de onverschilligheid.”

De tentoonstelling bestaat uit verschillende installaties: de matrassen voor vluchtelingen in confrontatie met werken uit de collectie van het museum; het Congolese dorp; de luxueuze receptie van de wapenfabrikant FN Herstal. Ik ben verrast én verward. Wat is echt, wat is fake.

Ik weet mij aangesproken – de woorden van Van Cauteren zijn één van die pinkstervlammen die ik mag meedragen. Het vuurt mij aan om te gaan.

 

Hoe ver te gaan? En of er wegen zijn?
Nooit meer gebaande.
Hoeveel paar voeten zijn zij? Twee drieduizend.
Nog bijna slaven, vreemden voor elkaar.
Kreupelen, blinden.
Maar met iets in hun hoofd dat stroomt en licht geeft.
De zon zal hen niet steken overdag.
Bij nacht de maan niet.
Zij stoten zich aan stenen. Niemand draagt hen.
Omdat zij willen leven als nog nooit –
angstig te moede
zijn zij gegaan met grote hinkstapsprongen.
Niet hier hun vaderland, en schaamteloos
wagen zij alles.
Soms wordt woestijn oase waar zij komen.
Vrijheid ontkiemt in hen, gloeit aan, dooft uit,
zal weer ontvlammen.
Zij blijven kinderen, zij worden groter.
Hun stoet is zonder einde en getal.
Tel maar de sterren.
Zij weten van de stad met fundamenten

H. Oosterhuis

 

artikel in MO*

http://www.mo.be/interview/kunst-een-noodzakelijk-instrument-tegen-de-onverschilligheid?utm_content=buffer61a94&utm_medium=social&utm_source=facebook.com&utm_campaign=buffer

 

Gebed

Kom, Geest van leven
Ziel van ons bestaan,
Hart van het heelal,

kom, Licht van toekomst,

Zicht van morgen,
Inzicht voor vandaag,
Toezicht op ons doen en laten,
kom, Liefde voor alles en allen,

Hoop van de kleinen,
Geloof in het minste, 
kom, Stille Roepkracht
van vernieuwing en bevrijding,

dring door tot achter onze huid,
tot in ons hoofd en hart.

kom, Geest van menswording,
help ons recht doen en vrede zoeken,

en laat ons niet los,
houd ons vast ten einde, ten goede.

Zo moge het zijn.