Dominicus Gent
Viering Pasen
Zondag 1 april 2018
Welkom iedereen op deze Paasmorgen.
Veertig dagen, van Aswoensdag tot vandaag, hebben we geprobeerd dat vervelende gevoel in onze schoen door aanwezigheid van een kiezel te begrijpen als appel tot nadenken. Broederlijk Delen zette de solidariteit met projecten in Oeganda in de kijker, Iris en Pieter hielden ons een spiegel voor om bewuster om te gaan met voedsel en de kwetsbaarheid van onze aarde.
Het zette ons aan tot inkeer en tegelijkertijd tot toekeren naar elkaar.
Bij het binnenkomen heeft ieder van jullie een kiezel gekregen. Geen paniek, er wordt niet gevraagd om hem letterrijk in je schoen te steken. Maar hou hem nog maar bij tot het einde van viering…
Gisterenavond en vandaag in de vroege morgen zijn er gemeenschappen die vuren aangestoken hebben met mooie stukken hout .
Schoon onbehandeld hout werd overgegeven aan de likkende vlammen die het hout tot as herleidden, gereduceerd tot stof waar alle organische stoffen verdwenen zijn en alleen mineralen overblijven. Mineralen die in die vorm goed oplosbaar zijn en als meststof kunnen aangewend worden. Natuurlijke meststoffen die de natuur na een lange winterperiode en rust samen met het licht van de zon doen ontwaken. Je voelt het gewoon wanneer je een wandeling maakt: bloemen, gras, onkruid piept als jong groen uit de grond. Voel jij ook die kracht van ontluikend leven in je lichaam? Het zet mij aan om nieuwe voornemens te maken, oude overbodige gewoontes van mij af te gooien en frisse ideeën toe te laten.
Tussen de warme as zijn er nog smeulende gensters waaraan een kaars kan aangestoken worden om zo licht in de duisternis te brengen. Kris Gelaude verwoordt het als volgt :
Zie dan dat licht.
Hoe het opstaat
Vol geloof in zichzelf
Em met armen wijd van erbarmen
Alles bijeenhoudt.
Het komt als geroepen.
Het heeft de verste verten in zicht.
Het buitelt, het wenkt en het schatert.
Het rent door de straten
Blij als een kind.
Het zorgt voor explosies van leven
Dat onder de aarde verborgen ligt.
Laten we hier ook licht binnenbrengen op deze plaatsen binnen onze gemeenschap
Achteraan staan heel wat lichtjes te wachten om aangestoken te worden aan het licht van de nieuwe Paaskaars, om daarna de tafel te versieren.
Willen de kinderen en enkele goede zielen de kaarsjes naar voor brengen.
Licht, ontloken aan het donker,
Licht, gebroken uit de steen,
Licht, waarachtig levensteken,
werp uw waarheid om ons heen!
Licht, geschapen, uitgesproken,
Licht, dat straalt van Gods gelaat,
Licht uit Licht, uit God geboren,
groet ons als de dageraad!
Licht, aan liefde aangestoken,
Licht, dat door het donker brandt,
Licht, jij lieve lentebode,
zet de nacht in vuur en vlam!
Licht, verschenen uit de hoge,
Licht, gedompeld in de dood,
Licht, onstuitbaar, niet te doven,
zegen ons met morgenrood!
Licht, straal hier in onze ogen,
Licht, breek uit in duizendvoud,
Licht, kom ons met stralen tooien,
ga ons voor van hand tot hand!
Lezing 1 Kor. 15, 1–11
Broeders en zusters, ik herinner u aan het evangelie dat ik u verkondigd heb, dat u ook hebt aangenomen, dat uw fundament is en uw redding, als u tenminste vasthoudt aan de boodschap die ik u verkondigd heb. Anders bent u tevergeefs tot geloof gekomen.
Het belangrijkste dat ik u heb doorgegeven, heb ik op mijn beurt ook weer ontvangen: dat Christus voor onze zonden is gestorven, zoals in de Schriften staat, dat hij is begraven en op de derde dag is opgewekt, zoals in de Schriften staat, en dat hij is verschenen aan Kefas en vervolgens aan de twaalf leerlingen. Daarna is hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders en zusters tegelijk, van wie er enkelen gestorven zijn, maar de meesten nu nog leven. Vervolgens is hij aan Jakobus verschenen en daarna aan alle apostelen. Pas op het laatst is hij ook aan mij verschenen, aan het misbaksel dat ik was. Want ik ben de minste van de apostelen, ik ben de naam apostel niet waard omdat ik Gods gemeente heb vervolgd. Alleen dankzij zijn genade ben ik wat ik ben. En zijn genade is bij mij niet zonder uitwerking gebleven. Integendeel, ik heb harder gezwoegd dan alle andere apostelen, niet op eigen kracht maar dankzij Gods genade. Hoe dan ook, of zij het nu zijn of ik, wij verkondigen allemaal dezelfde boodschap, en door die boodschap bent u tot geloof gekomen.
Op Pasen verwacht je misschien een andere lezing. Over de vrouwen aan het lege graf. Immers de 4 evangelisten schrijven daarover. Het eerste wat de vrouwen denken, is dat iemand het lijk is komen weghalen. Dat staat letterlijk zo in het evangelie van Johannes. Maar dan treden twee engelen naar voren en die zeggen: ‘Je moet de levende niet zoeken bij de doden.’ Maar is dat lege graf wel een ‘bewijs’ dat Jezus verrezen is? Het gevoel dat de vrouwen Jezus kwijt zijn overheerst nog. Er blijft nog twijfel hangen in de vreugde. Maar het zoeken is gestart. Er is nog een weg af te leggen. Er is een openheid gecreëerd. Het beeld van het lege graf biedt perspectief. Op Pasen start de tocht naar Pinksteren. Dan wordt Pasen afgewerkt. Vandaag gaan we opnieuw op tocht.
Ik begon mijn inbreng met de vrouwen aan het graf omdat Paulus die vrouwen blijkbaar is vergeten te vermelden in zijn brief aan de Korinthiërs. Bij deze is dat rechtgezet. Waarom dan deze getuigenis van Paulus op Paaszondag? We vonden die lezing voor vandaag heel mooi aansluiten bij het thema dat we hanteerden in de veertigdagentijd.
We gebruikten het beeld van de gestapelde steenmannetjes of de gidsstenen. Steenmannetjes worden gebruikt om een pad of de top van een heuvel te markeren. Deze steenmannetjes zijn bijzonder nuttig om de weg te kunnen vinden. Paulus is zo’n steenmannetje waar wij onze kei kunnen bijleggen. Zodat na ons mensen de weg kunnen blijven vinden.
We gebruikten ook het beeld van de kiezel in de schoen. Een kiezel die onderweg in je schoen terecht kwam. En waar je veel te lang mee bleef doorlopen. En waarvan je de pijn nog voelt, lang nadat je de kiezel uit je schoen hebt geschopt. Jezus was de kiezel in de schoen van Paulus geworden. Ik zou de schoenen van Paulus eens gezien willen hebben. Die moeten in de aanloop van zijn verrijzeniservaring vol met kiezels hebben gezeten. En hij is die kiezels ook nooit kwijt geraakt.
Paulus getuigt van de weg die hij heeft afgelegd. Zijn Paasgeloof ontspringt aan de ervaring van anderen aan wie Jezus zich reeds toonde. Hij beschrijft hoe Jezus zich eerst liet zien aan Petrus (Kefas / Rots), aan de leerlingen, aan grotere groepen mensen, de apostelen,… Zij zijn voor Paulus de gidsstenen. Hij beschrijft ook hoeveel moeite dat dynamische proces van herkenning, ontkenning en dan opnieuw herkenning van hem vergde. Dat zijn de kiezels in zijn schoenen. Dat is voor mij zeer herkenbaar. Ook ik ervaar mijn zoeken als een continu proces van herkenning, ontkenning en omarming.
De levende Jezus spreekt persoonlijk aan. Jezus toont zich in de ervaring van anderen aan wie hij zich reeds heeft getoond. “Blijf denken aan wat ik heb gezegd en gedaan” is Jezus’ boodschap. “Zo kan je ervaren dat ik leef, dat ik je aanspreek en oproep om te leven zoals ik het heb voorgedaan”. Zo heeft Jezus zich uiteindelijk ook aan mij getoond, zegt Paulus. Het heeft wat voeten in de aarde gehad. Ik wilde het maar niet herkennen. Maar te lange leste liet hij zich uiteindelijk ook aan mij zien.
“Alleen dankzij zijn genade ben ik wat ik ben. En zijn genade is bij mij niet zonder uitwerking gebleven.” zo besluit Paulus. Het is de genade van zich geraakt voelen en van een omgekeerd leven.
Jezus kan niet worden herdacht rond het graf. Dat is leeg. Daar is niets te zoeken. Bij de ontdekking van het lege graf is er nog niet ten volle het besef van verrijzenis. Dat moet nog groeien.
In onze traditie vieren wij Pasen met enige voorkennis. Wij vieren al met de gedachte aan Pinksteren die zal komen. Pasen is de eerste cairn of steenmannetje op de weg naar Hemelvaart en Pinksteren. Vandaag is een begin. Het begin van de Paastijd die 50 dagen duurt tot Pinksteren. Pasen is dus eerder het begin van een weg. Vanuit het diepe duistere dal de berg op… Tussen de opschietende narcissen en paaslelies. De bloemen staan in knop. Het nieuwe leven laat zich ontdekken en opent zich langzaam voor onze ogen.
We kijken vanaf nu uit naar de verhalen waarin Jezus zich toont aan de leerlingen, aan Thomas en aan de twee mannen op weg naar Emmaüs en ook aan Paulus. Gaandeweg groeit het besef dat zij Jezus niet onder de doden moeten zoeken. Onderweg naar Pinksteren leren we signalen oppikken dat hij leeft. Dat Hij zich toont aan mensen. Zij zijn de gidsstenen op onze tocht. Hij maakt zijn belofte waar: ‘Ik zal er zijn’.
Pasen is als de opgeschoten paaslelies (of tulpen) op de tafel. Maar de bloemen staan nog in de knop. Ze geven zich nog niet helemaal prijs. Voor ze openbloeien zal het nog enkele dagen duren. Er moet nog een weg worden afgelegd. Maar er is perspectief. Het graf is leeg. Halleluja.
KLEIN PAASLIED
Tussen waken, tussen dromen,
in het vroege morgenlicht,
wordt de steen van het graf genomen,
horen vrouwen het bericht,
dat door dood en duisternis
Jezus leeft en bij ons is.
Zij die zich als eersten buigen
over leven in haar schoot,
zijn op Pasen kroongetuigen
van nieuw leven uit de dood.
Vrouwen hebben Hem ontmoet,
weten zich bevrijd voorgoed.
Uit een sprakeloos verleden,
weggeschoven, ongehoord,
wordt een nieuwe tuin betreden
open is de laatste poort,
sluiers worden weggedaan:
het is tijd om op te staan.
Lente kleurt de kale bomen,
door het leven aangeraakt
bloeien bloemen aan de zomen,
zo wordt alles nieuw gemaakt.
Juichend stemt het leven in
met de toon van het begin.
Hanna Lam
Hernieuwing van de doop- en geloofsgeloften
Lucht, vuur, water en aarde
zij grijpen op elkaar in in een voortdurend samenspel
zij omgeven ons,
zij maken ons bestaan mogelijk.
Wij worden eruit geboren, zij nemen ons terug op, zij bestendigen ons bestaan.
Moge dit water dat uit de zon is gestroomd,
ons als schitterlichte rivieren
doordringen tot in de kern van wie we zijn,
en ons doen leven.
Moge dit water waarmee we in het leven werden geroepen
en dat we nu gieten in de schaal met de stenen en kaarsjes
ons verbinden met elkaar,
niet alleen wijzelf die dit leven leven hier en nu en in de gehele wereld,
maar ook allen die ons zijn voorgegaan,
verder oplichten in een vuur dat niet overgaat.
En laat ons dan ons geloof uitspreken
in het mysterie dat ons, levenden en doden,
door Jezus is aangereikt,
dat ons omringt en ons begeleidt naar onze bestemming.
Wij geloven in God, de Ene, de Eeuwige.
Al wat bestaat leeft door Hem:
hemel en aarde, mensen als wij,
geboren als geroepen, op liefde gebouwd.
Wij leren zijn naam van Israël, zijn volk,
dat Hij bevrijdde en in zijn hart sloot.
Wij kennen zijn aangezicht door Jezus Messias,
zijn Eerste, zijn Liefste, die ontferming onder ons leefde.
Hem hebben mensen verlaten, gekruisigd
en aan hun ontrouw is hij gestorven.
God hield hem vast op zijn weg door de dood,
kroonde zijn trouw met het licht van de morgen.
Ons is zijn sterven de weg naar het leven.
En zijn gezindheid wordt door Gods Geest in ons geademd,
vandaag en voorgoed.
Dat houdt ons in leven tot aan de Dag
dat hij zal komen de aarde richten
en wij zullen zeggen
de Ene, de Eeuwige,
tot al wat bestaat nieuw is geworden
en Hij zal zijn in alles in allen.
Sytze De Vries
Uitnodiging tafel
Laten we aan tafel gaan.
Brood en wijn delen wij, het voedsel dat Jezus verbond met zijn leerlingen.
Teken van een bezield verband in de eerste christelijke gemeenschappen.
Voedsel dat ook ons nog steeds verbindt met elkaar en met Hem.
Brood en wijn als teken van een bezield verband met onze geliefde doden,
die ooit met ons rond deze tafel stonden. Voor hen steken we kaarsjes aan.
Brood en wijn als teken van een bezield verband met de solidariteit van mensen wereldwijd.
Met allen die vandaag het feest van Pasen vieren. Thuis of op de vlucht. Ze zijn in ons hart.
Voor hen steken we het kaarsje van de solidariteit aan.
Tafelgebed
We delen brood en wijn – dienst van de tafel – breken en delen
En we bidden
in onzekerheid en onmacht – hoe te gaan in deze wereld
In hoop – gevestigd op een stem die richting geeft en verenigt
en in herinnering – van wat ons al eens is aangezegd en voorgedaan
Zo roepen wij tot jou, Levende,
en stemmen ons op jou af
Wees gezegend
jij die licht en leven bent
voorbij de schaduw van dood
Levenslicht, Naam boven ons uit
Gezegend jij om mensen die jouw weg durven gaan
om zovelen die moed putten uit wat hen is aangezegd
woorden van goedheid en geluk: jij mag er zijn
jij – ook al aarzel je zelf – jij bent op de goede weg
Gezegend jij om die lange rij van mensentot op vandaag
Zo zegenen wij dit brood en deze beker,
zoals ons is voorgedaan door Jezus van Nazareth.
die uitdeelde tot het laatst van zijn leven.
Doe als ik, zou hij hebben gezegd,
om voor altijd verbonden te zijn.
Zo bidden wij hem achterna
om hoop en richting,
om vrede en gemeenschap
tussen alle mensen
(Juut Meyer)
Onze Vader
Vredeswens: Mogen we het elan, de kracht, het enthousiasme, het licht dat Jezus ons brengt met Pasen doorgeven aan elkaar in een gemeend : ‘Vrede zij met U’. Een uitgestoken hand, een gemeende knuffel of een lieve zoen kunnen hierbij helpen.
Zoals de zon opkomt in de morgen,
zoals de knop zich zal openen tot een bloem,
zo verrijst een mens uit de dood
op deze morgen van Pasen.
Halleluja, looft God.
De steen is weg gewenteld van het graf.
Hij brengt ons nieuw leven.
Halleluja voor Pasen.
Slot
Je kan de kiezel die je kreeg achteraan in de schaal achterlaten. Maar misschien wil je hem wel bewaren en later terugvinden…?
*
foto: “De verrijzenis” zoals afgebeeld op het graf van koning Ferdinand I (14de eeuw), Igreja do Carmo in Lissabon