Paaswake 2022

PAASWAKE

Dominicus Gent – 16 april 2022 

1. Mensen komen aan

Vuur in de vuurpot buiten de kerk. De mensen die dat willen kunnen rond het vuur gaan staan. De anderen gaan in de kerk. Iemand (als er kinderen zijn een kind) geeft de mensen een kaarsje of potje met theelichtje voor de jonge kinderen, en een blaadje.

2. Openingsrite achteraan in de kerk

Er staan de paaskaars, tekens voor de paaskaars, lont. Paule komt binnen met een kaars in windlicht die zij aan het vuur uit de korf heeft aangestoken met een lont.

Begin van Genesis uit de (kinder) Bijbel 
In het begin maakte God de hemel en de aarde. De aarde was leeg en verlaten. Overal was water, en alles was donker. En er waaide een hevige wind over het water. Toen zei God: ‘Er moet licht komen.’ En er kwam licht. God zag hoe mooi het licht was. Hij scheidde het licht en het donker. Het licht noemde hij ‘dag’ en het donker noemde hij ‘nacht’. Toen werd het avond en het werd ochtend. Dat was de eerste dag.

Lied: “Of hoe dat heet” (blaadje)
Gelukkig dat het licht bestaat
En dat het met me doet en praat
En dat ik weet dat ik er vandaan kom
Van het licht of hoe dat heet
Van het licht of hoe dat heet
T: Hans Andreus M:

Welkom en duiding van de elementen  

Goede namiddag en welkom in deze viering.

Op dit moment tussen Goede Vrijdag en Pasen willen we de tijd nemen en even stil worden. Als iemand doodgaat die we graag zien, gaan we zelf ook nadenken over ons eigen leven. Op dit moment tussen de dood en het diepe gevoel dat Jezus toch leeft, willen we dan ook even stilstaan bij ons leven, ons bestaan. Over het begin, over wat belangrijk is, over het einde en wat misschien daarna. En wat we daarover van Jezus kunnen leren.

Als zoekende christenen willen we ons hierbij laten helpen door verhalen uit de Bijbel en door een paar tekenen die zonder woorden ons de betekenis ervan kunnen laten voelen. Tekenen die al heel vele jaren doorgegeven worden van ouder aan kind.

We zijn hier bijeen omdat we geloven dat we altijd terug kunnen en zullen zien dat licht de diepste donkerte kan verdrijven. Dat steeds opnieuw nieuw leven kan beginnen, ook al lijkt alles dor en kil. In dit seizoen zien we de natuur om ons heen opstaan, ontwaken, ontluiken. We zien de aarde openbarsten en bloemen en vruchten voortbrengen. We zien de zon de donkere dagen en de koude verdrijven. De lucht geurt fris en geeft ons nieuwe adem en doet ons zingen. Het water lest onze dorst bij de eerste warmte.

Wie naar dat leven kijkt, weet het: dat is niet mogelijk zonder aarde, vuur en licht, water en lucht. Heel erg nodig, maar ook heel erg bedreigd. Wanneer we te kwistig omspringen met deze bronnen, brengen we het leven zelf in gevaar.

De aarde is onze steun en voedingsbodem. We halen daaruit wat we nodig hebben om te groeien en te leven. Ook zonder water is er geen leven. Het begin van alle leven op aarde is daar te zoeken. En net zoals een mens voor een groot deel uit water bestaat, kan hij ook niet leven zonder lucht. Die maakt dat we kunnen ademen, praten, zingen. En ook vuur en licht zijn nodig: zonder licht zie je niets: geen schoonheid, niet waar je naartoe gaat, wie je ontmoet op die weg.

Gelukkig dus dat het licht bestaat en dat het met me doet en praat en dat ik weet
dat ik er vandaan kom, van het licht of hoe dat heet. Zingen we dit samen: `Gelukkig dat het licht bestaat’…

Lied: “Of hoe dat heet” 
Gelukkig dat het licht bestaat
En dat het met me doet en praat
En dat ik weet dat ik er vandaan kom
Van het licht of hoe dat heet
Van het licht of hoe dat heet
(T: Hans Andreus)

Tekens aanbrengen op de paaskaars en vuur-ritueel 

De paaskaars gaat terug op heel oud Romeins gebruik om in de paasnacht veel licht te ontsteken. Dat licht doet ons denken aan Jezus’ verrijzenis uit zijn doodsnacht.

Pasen-opstanding draagt in zich nog de wonden van verdriet en pijn.
Daarom steek ik in de kaars de vijf wierooknagels, die herinneren aan de vijf wonden van Jezus, één in elke hand, één in elke voet en één in zijn zij.

Denken we aan alle mensen dichtbij en veraf, bekenden en onbekenden die gebukt gaan onder het lijden en verlies. Ook onszelf in onze donkere dagen.

De kaars is getekend met de eerste en de laatste letter van het Griekse alfabet: alfa en omega, Jezus die zo lang geleden leefde, maar ons ook vandaag nog bij ons is, alfa en omega, ons leven, alle leven, heeft begin en einde.

Schrijven wij ook onze levens in dat grote verhaal. Wij hier en nu, op Pasen 2022. Hier en nu, tussen herinnering en toekomst. In die tussentijd zullen de klaarte en de warmte die de vlam van de paaskaars verspreidt, broederschap en verbondenheid uitstralen, zowel in verdriet als in vreugde. Dat het paaslicht in elk van ons mag ontbranden.

De paaskaars wordt met de lont aan het vuur van het windlicht aangestoken.

Lied: “Of hoe dat heet”
Gelukkig dat het licht bestaat
En dat het met me doet en praat
En dat ik weet dat ik er vandaan kom
Van het licht of hoe dat heet
Van het licht of hoe dat heet
T: Hans Andreus M:

Iedereen geeft het vuur aan elkaar door en gaat plaats nemen in de kerk. We vormen een ronde of ovaal, van aan de tafel. Vooraan liggen kussens voor de kinderen om op te zitten. Als iedereen zijn plaats heeft, wordt het licht in de kerk aangestoken. De kaarsjes worden gedoofd. De pianist speelt een welkom in de vieringruimte.

3. Het element “lucht”

Het licht is heel belangrijk voor de aarde en de mensen. De lucht is ook heel belangrijk. Houden jullie eens je adem in? Zo lang mogelijk? Kan je dan iets zeggen? Kan je nadenken? Voel je je gemakkelijk? Wij hebben lucht, adem, nodig om in en uit te ademen, zonder adem kunnen wij niet leven, niet spreken en zeker niet zingen!
De lucht is ook de wind: soms streelt die heel zachtjes tegen de blaadjes van de bomen, maar soms waait het zo hard dat er pannen van het dak kunnen vliegen of bomen omver vallen. De lucht heeft heel veel kracht ook al kun je ze niet zien. Op de lucht kan iets zweven zoals een buizerd of hoog boven ons of een pluimpje dat heel langzaam naar beneden zweeft. Lucht is iets geheimzinnigs, overal om ons heen, we kunnen ze niet zien, maar we kunnen ze wel ruiken. We laten enkele kooltjes wierook branden en ruiken er aan.

Lezing: naar Genesis 2:7
Toen God de aarde gemaakt had, en er licht en donker was, aarde en water, bomen, bloemen en dieren rustte hij. God zag dat het goed was.
Toen boetseerde God uit het stof van de rode aarde een mens. En God blies de mens levensadem in de neus. Zo werd de mens levend en zag de mooie aarde rondom: Prachtige bomen en bloemen, zon en maan en sterren, vogels in de lucht, dieren op de grond, wormen en mollen onder de grond. In de zee zwommen kleine en grote vissen.

Gebed:
God moeder en vader
Dank u voor de lucht om ons heen.
Wij ademen haar in en uit.
Wij kunnen spreken en zingen door de lucht in onze keel.
Wij kunnen zeilen met een schip over het water door de wind
en vliegen met een vliegtuig door de lucht die het draagt.
We ruiken de bloemen, het lekkere eten, de wierook die we hier branden.
We zijn blij met ons leven.

Lied: “Van de wind” 
Soms wil ik met de wind mee,
met de wind mee, met de wind mee,
aanwaaien, omhelzen en strelen overal.
Waar kom je vandaan? Wat heb je gezien?
Hoelang wind, onderweg? Wat heb je gehoord.
Gefluister, gehuil, gekerm?
Zeg het me, zeg!
Soms wil ik met de wind mee,
met de wind mee, met de wind mee,
aanwaaien, omhelzen en strelen overal.
Waar ga je naartoe? Wat ga je daar doen?
Verwoesten in de nacht?
Of deel je met ons je scheppend geweld, je inblazing, je kracht?
Soms wil ik met de wind mee,
met de wind mee, met de wind mee,
aanwaaien, omhelzen en strelen overal.

T&M:Bernard Huybers

 

4. Het element ‘aarde’

In het vroege voorjaar, wanneer in de natuur weer alles tot leven lijkt te komen, vieren we Pasen. Het is de kostbare grond onder onze voeten, het is moeder Aarde die in al haar kwetsbaarheid en gulheid, aan ons haar vruchten blijft schenken.

De kinderen en de grote mensen die het gebed kennen voor de maaltijd, kunnen het hier met mij zeggen:
Aarde die het voor ons bewaarde
Zonne die het rijpen deed
Lieve zon en lieve aarde, dat we u beiden niet vergeten.
Ook de mensen niet vergeten die telen en bereiden voor ons het eten….

We willen hier samen doen wat boeren en tuinders elk jaar weer met zoveel zorg en toewijding proberen, om ons voedsel te laten groeien. In de gezegende aarde planten we de kleine zaadjes van komkommerkruid….om dan stil te wachten hoe het groeien gaat.
Toch is wachten alleen niet genoeg : met water, licht en onze aandacht, komt het langzaam tot ontkiemen.
Luister maar naar het kleine vers hierover:
In ’t kleine ronde zaadje fijn
Een leven moet verborgen zijn.
Amper is ’t in de aarde gestoken
Of het is er uit gebroken.

Dan dringt het kiempje naar omhoog
en zoekt het licht aan de hemelboog.
Het worteltje, dat zet zich vast
Terwijl het stil naar voedsel tast.

We nodigen de kinderen en enkele ouders uit om samen het werk aan te vatten….

De kinderen vullen potjes met aarde (van Goede Vrijdag), met meststof en mineralen en zaadjes van bernagie.

Gebed 
Ene,
gij hebt ons getrokken uit de aarde,
en hebt haar aan ons toevertrouwd
opdat ze ons kan voeden en dragen,
verbonden met die onuitwisbare ervaring
dat diep in haar nieuw leven ontkiemt en opbloeit, steeds opnieuw.
Laat ons in deze paasnacht wakend blijven voor
de grote kwetsbaarheid van boer, grond, plant en dier
Laat ons dankbaar blijven voor
zoveel gulheid en kleurenpracht.
Laat ons uitkijken naar nieuw leven
dat uit haar korst ontspringt.

Lied: (Jan van Opbergen, één strofe)
Lieve hemel ooit van aarde,
Aarde is al wat wij zijn.
En de mensen mogen leven
Tot ze mens en naaste zijn
Tot ze ooit in vrede zijn,
Tot ze eens weldenkend zijn
Lieve hemel ooit van aarde,
God zal mens geworden zijn

 

5. Evangelie en paasbezinning

Lezing Paasverhaal kinderbijbel
Jezus was al drie dagen dood. Een zware steen lag voor het graf. Twee stoere soldaten moesten van hun baas, Pilatus, daarbij de wacht houden. Ze liepen zo maar wat heen en weer.
Maar na een paar minuten, gebeurde er iets : de grond begon hevig te trillen.
“Wat is dit?” riep één van de soldaten bang…En op dat moment schoot nog een hevige bliksemflits naar de aarde. En daarna gebeurde iets nog vreemder: er stond een engel in witte kleren. Hij rolde de zware steen opzij en ging erop zitten.
De soldaten schrokken ontzettend. In paniek renden ze weg. Even later was de engel weer verdwenen. Nu was er niemand meer om het graf te bewaken.

Op de begraafplaats liep een vrouw die Jezus goed had gekend en had lief gehad. Haar naam was ook Maria. Ze was op weg naar het graf van Jezus. “Vandaag kan ik hem voor het laatste zien” dacht ze, “want morgen wordt het graf voor altijd gesloten. Ik hoop maar dat ik die zware steen weg kan rollen,” dacht ze…Ze hoopte dat de soldaten haar hiervoor wilden helpen. Maria had een flesje olie bij zich. Die olie wilde ze over het lichaam van Jezus gieten. “Dat is het allerlaatste wat ik voor hem kan doen”, zei ze verdrietig bij zichzelf. Maar, aangekomen bij het graf zag ze helemaal geen soldaten. “Hoe kan dat nu?” Dacht Maria ongerust. “Waar zijn ze gebleven? En die zware steen is al weggerold? Wat zou er gebeurd zijn?” Bang keek ze om zich heen. Ze rende naar Petrus en Johannes, de vrienden van Jezus om te vertellen dat het graf open stond en dat de soldaten weg waren.
Petrus en Johannes haastten zich ook naar het graf en ook zij zagen wat er was gebeurd : Jezus’ dode lichaam was niet meer in het graf.
“We moeten het de anderen vertellen,” zei Johannes. “Kom mee Maria”. Maar Maria bleef huilend bij de ingang van het graf staan. Pas toen Petrus en Johannes weg waren, ging ze voorzichtig binnen.
Maar wat was dat? Op de plaats waar Jezus gelegen had, zag ze een engel in witte kleren. Maria schrok hevig. Ze beefde over haar hele lichaam.
“Je hoeft niet bang te zijn”, zei de engel. “Vertel eens, waarom huil je?”
“Omdat Jezus is verdwenen, zijn lichaam is weg” riep Maria snikkend. Ze draaide zich om en liep verdrietig weg. In de tuin van de begraafplaats stond een man.
“Wat is er aan de hand?” vroeg hij vriendelijk.
Maria dacht dat het de tuinman was. “Weet u soms waar ik het lichaam van Jezus kan vinden, vroeg ze, hij is weg?”
De man keek Maria aan en zei : “Maria, herkén je me niet meer?”
Toen zag ze het. Het was Jezus. Maria kon haar ogen niet geloven.
“Je leeft” riep ze? “Je leeft!”. En iedereen dacht dat je dood was!”
Jezus glimlachte. “Ik was ook dood. Drie dagen lang. Maar nu leef ik weer.”
“Wat geweldig”, zei Maria blij. Dan wordt het weer net als vroeger.
Maar Jezus schudde zijn hoofd. “Dat gaat niet. Ik zal hier niet meer lang kunnen blijven.”.
“O,” zei Maria verward.
“Ga naar mijn leerlingen” zei jezus. “vertel hun dat je mij hebt gezien. Dat ik leef”.
Daarna verdween Jezus.

 

6. Wijding van het water en geloofsbelijdenis

God blies over het water en het land kwam te voorschijn. Water is zo belangrijk en is vol geheimen. Het verfrist, het reinigt, het lest de dorst, maakt het land vruchtbaar. Water is helder, reukloos en smaakloos. Water kan heel kalm , kabbelend, rustgevend zijn.
Tegelijk kan het water rusteloos zijn, vol raadsels en geweld.( denken we maar aan de vele overstromingen, zoals deze winter in Verviers waar de straten vol liepen en het water heel wat huizen wegspoelde).
Water is een heel oud symbool dat leven schenkt maar ook het leven kan verwoesten.
Toch heeft God het water een grotere betekenis gegeven. Jullie zijn gedoopt met water dat gezegend was. Dit willen we nu terug doen: het water zegenen en daarvoor heb ik jullie hulp nodig. We gaan blazen over het water om Gods geest over het water te brengen.

Daarna dopen we de Paaskaars 3 x in dat water, vervolgens wordt ze aangestoken met het licht dat we gekregen hebben van het vuur.

We gieten nu dit water uit in een kan en we bidden.

Lieve GOD, met onze adem willen we leven in dit water blazen,
Zodat het water met fijne rimpelingen tot leven komt en daarna rustig en kalm wordt.
We willen alle goede eigenschappen aan dit water toevertrouwen en wanneer we dorsten nood hebben aan iemand die ons heel graag ziet dan denken we aan jou God en je lieve zoon Jezus.
Zegen ons met dan met dit water zodat we weten dat jullie heel dichtbij zijn.

We bidden samen het gebed over onze keuzes :

Gij God moeder en vader
die liefde zijt,
zie ons hier bijeen: kinderen en grote mensen in een kring.
Zegen ons, één voor één
en tezamen
opdat wij groeien, zoals kleine zaadjes,
tot we mensen van uw liefde worden.
Leer ons naar elkaar kijken en luisteren
in verwondering.
Oefen ons in voorzichtig omgaan
met wat iemand kan kwetsen
Geef ons vertrouwen
in de dag van morgen.
Leer ons spreken zodat iemand anders ons verstaat,
leer ons niet alleen naar onze eigen gedachten te luisteren,
maar ook die van iemand anders
totdat wij elkaar zien
in een nieuw licht
en samen werken en leven in vrede.

We gaan rond met kan en kom en papieren doekjes. Iemand giet telkens een beetje water over de handen in de schaal, iemand houdt de schaal vast, iemand de papieren doekjes. Jo zalft het voorhoofd van de genodigden, en spreekt daarbij de tekst:

Moge uw keuzes u verder dragen
en moge God en de mensen u daarbij steunen.

“Geloofsbelijdenis “ van Kris Gelaude

Ik geloof in Jou, God
Ik geloof dat Jij de aarde liefhebt.
Ik geloof dat Jij gewonde vogels opraapt.
Ik geloof dat Jij voor kinderen een bondgenoot bent.
Ik geloof dat Jij je hart soms vasthoudt.
Ik geloof dat Jij als moeder ongezien zal waken.
Ik geloof dat Jij het zwijgen kent van vaders.
Ik geloof dat Jij nooit dwingt, niets opdringt.
Ik geloof dat Jij heel vaak een stap opzij zet.
Ik geloof dat Jij de eenvoud blijft.
Ik geloof dat Jij van schoonheid nooit genoeg krijgt.
Ik geloof dat Jij soms voor mijn deur staat.
Ik geloof dat Jij graag bij ons aanschuift.
Ik geloof dat Jij de vreugde niet kan missen.
Ik geloof dat Jij het beste in elke mens zoekt.
Ik geloof dat Jij niets liever wil dan tranen drogen.
Ik geloof dat Jij soms sprakeloos naast mij zit.
Ik geloof dat Jij je thuis voelt in de stilte.
Ik geloof dat Jij het leven koestert.
Ik geloof dat Jij met elk van ons blijft meegaan.
Ik geloof dat Jij zal wachten,
met de liefsten der geliefden.
Jij, God met open armen.

(Kris Gelaude)

7. Eucharistische dienst

Laten we aan tafel gaan. Hier delen we niet alleen de oogst van het land en onze arbeid: brood en wijn, maar delen we ook ons leven, onze dromen, ons verdriet.
Een simpel beeld, wat woorden, alledaagse gebaren die Jezus’ denken en doen samenvatten. Gebaren, die wanneer ze keer op keer herhaald worden, ons blijvend veranderen.
Jezus zei: “dit brood en deze wijn, dit ben ik helemaal, hierin zit mijn hele leven, dit alles is het allerbelangrijkste”. Wanneer we dit blijven doen wordt nieuwe toekomst mogelijk en kan nieuw leven openbloeien.
Week na week, jaar na jaar, eeuw na eeuw doen we dit al, niet alleen, maar schouder aan schouder met allen die hetzelfde doen overal ter wereld en in verbondenheid met hen die ons hierin voorgingen, onze lieve doden.

 Gij scheppende God
U danken we om alles wat ons zomaar gegeven wordt:
voedsel, een dak boven ons hoofd, drinkbaar water,
lucht die adem geeft, groen dat leven kleurt.

Leer ons U te herkennen
in elke mens die liefde deelt,
in alles wat ons voedsel geeft.
Laat ons, wanneer we
mekaars spoor kwijt zijn
en uw nabijheid missen,
elkaar en U terugvinden
aan de tafel van Uw mens, Jezus.

Die op de vooravond van zijn sterven
met zijn vrienden aan tafel zat.
Hij nam brood, brak het
en deelde het uit met de woorden:
Neemt en eet, dit is voor u
mijn lichaam, mijn hele leven.

Ook de beker heeft hij aangereikt,
het teken van een nieuwe relatie
met alle mensen
die mekaar behoeden
en doen leven.
Drink hiervan tot mijn gedachtenis, zei hij.

Gij levende scheppende God,
Maak van onze dankbaarheid
voor alle goeds dat wij mochten ontvangen
welwillende aandacht en zorg voor mekaar.
Spit ons om tot goede en geduldige grond voor
de woorden van wijsheid die in onze levens gezaaid worden.
Laat het zaad van liefde en broederschap
in iedere mens ontwaken.

Onze Vader

Vredeswens 
We wensen vrede aan alle mensen die hier zijn vandaag en ook aan iedereen die we kennen, de mensen uit de buurt, de mensen die bij ons wonen en alle mensen en levende wezens op de aarde. Tonen we die vrede aan elkaar.

Zegening