Dominicus Gent
5 juli 2020
Over ontmoeting en waarheid…
(corona-viering met zoom)
1 Van harte welkom op deze viering. Moge dit kleine uur op zondag ons helpen innerlijke kracht te verzamelen, met oude en nieuwe woorden, met muziek en stilte, met elkaar. We lezen straks een fragment uit het Johannesevangelie, en Johannes heeft daar beelden voor, voor dat verlangen naar diepte en kracht en verbondenheid in ons. Hij spreekt van levend water, wat een geweldig beeld is…
Maar altijd beginnen we met licht te ontsteken. Licht van de weg van bevrijding in de Paaskaars, en licht van ons geloof dat liefde niet verdwijnt, in de kleine kaarsjes voor onze lieve doden…
En we zingen tot het Mysterie in ons midden. Jij die wijkt voorbij alle namen, zegt het lied. Je bent zoveel niet: geen oordeel, geen veilig pad, geen gulden regel, geen woord om te aanbidden. Maar je bent wel in mensen die roepen om mededogen, zeker de verminkt en kleine mensen. Als je bestaat, besta in hen, zegt het lied. Besta in mij…
2 LIED: Jij die voor alle namen wijkt
Jij die voor alle namen wijkt
Geen weg die in jouw verte reikt
Geen woord kan jou aanbidden.
Jij die niet hoogverheven troont
Licht dat in nacht en wolken woont
Een dode in ons midden.
Jij komt, wij weten dag noch uur,
Jij gaat voorbij, een dovend vuur
Een stilte in de bomen.
Roepend van ver, stem van dichtbij,
Niet overal, niet hier ben jij,
Niet god die wij ons dromen.
Geen veilig pad om langs te gaan,
Geen plek geen been om op te staan
Geen rots om op te bouwen.
Geen bron die uit de rotsen breekt
Geen bloed dat stuwt, geen hart dat spreekt,
Geen ziel om in te schouwen.
Geen gulden regel, rond getal,
Geen laatst gericht in dit heelal
Onwrikbaar onbewogen.
Maar mensen die verminkt en klein
Ontheemd ontkend toch mensen zijn,
Roepend om mededogen.
Roepende stilte, verre stem,
Als jij bestaat, besta in hen,
In mensen in ons midden.
Wees onbestaanbaar, ongehoord,
Besta in mij, onvindbaar woord,
Niet god die wij aanbidden.
Jij die mij kent, jij die mij boeit,
Ik die jou jij noem onvermoeid
En nog niet kan vergeten,
Zouden wij ik-en-niemand zijn
Ontheemd, ontkend, ontroostbaar zijn,
En van elkaar niet weten?
Tekst: Huub Oosterhuis Muziek: Genève 1551
3 Johannesevangelie (Joh.4)
3 Zo verliet Jezus Judea en ging weer naar Galilea. 4 Daarvoor moest hij door Samaria heen. 5 Zo kwam hij bij de Samaritaanse stad Sichar, dicht bij het stuk grond dat Jakob aan zijn zoon Jozef gegeven had, 6 waar de Jakobsbron is. Jezus was vermoeid van de reis en ging bij de bron zitten; het was rond het middaguur. 7 Toen kwam er een Samaritaanse vrouw water putten. Jezus zei tegen haar: ‘Geef mij wat te drinken.’ (…) 9 De vrouw antwoordde: ‘Hoe kunt u, als Jood, mij om drinken vragen? Ik ben immers een Samaritaanse!’ Joden gaan namelijk niet met Samaritanen om. 10 Jezus zei tegen haar: ‘Als u wist wat God wil geven, en wie het is die u om water vraagt, zou u hém erom vragen en dan zou hij u levend water geven.’ 11 ‘Maar heer,’ zei de vrouw, ‘u hebt geen emmer, en de put is diep- waar wilt u dan levend water vandaan halen? (…)13 ‘Iedereen die dit water drinkt zal weer dorst krijgen’ zei Jezus, 14 ‘maar wie het water drinkt dat ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen. Het water dat ik geef, zal in hem een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft.’ 15 ‘Geef mij dat water, heer,’ zei de vrouw, ‘dan zal ik geen dorst meer hebben en hoef ik ook niet meer hierheen te komen om water te putten. 16 Toen zei Jezus tegen haar: ‘Ga uw man eens roepen en kom dan weer terug. 17 ‘Ik heb geen man; zei de vrouw. ‘U hebt gelijk als u zegt dat u geen man hebt; zei Jezus, 18 ‘u hebt vijf mannen gehad, en degene die u nu hebt is uw man niet. Wat u zegt is waar.’ 19 Daarop zei de vrouw: ‘Nu begrijp ik, heer, dat u een profeet bent! 20 Onze voorouders vereerden God op deze berg, en bij u zegt men dat in Jeruzalem de plek is waar God vereerd moet worden.’ 21’Geloof me,’ zei Jezus, ‘er komt een tijd dat jullie noch op deze berg, noch in Jeruzalem de Vader zullen aanbidden. (…) 23 Er komt een tijd, en die tijd is nu gekomen, dat wie de Vader echt aanbidt, hem aanbidt in geest en in waarheid. De Vader zoekt mensen die hem zo aanbidden, 24 want God is Geest, dus wie hem aanbidt, moet dat doen in geest en in waarheid.’
4 Over het belang van echte ontmoeting
We hoorden een fragment uit een lang gesprek tussen Jezus en een Samaritaanse vrouw. Dat is op zichzelf al speciaal, want Joden en Samaritanen praten niet met elkaar. Dat dat hier wel gebeurt, is opvallend. Twee mensen hebben zich open gesteld voor de ander. Hoe doe je dat, je open stellen voor de ander?
Het begint al met het willen aanspreken van iemand, of het willen luisteren naar iemand. Jezus spreekt een vrouw aan die in de ogen van zijn joodse cultuur tweederangs is. Halve joden, afstammelingen van de joden die achterbleven tijdens de ballingschap en met andere volkeren trouwden. Geen echte, dus. Maar die indeling in goed en minder goed telt niet voor Jezus. Een mens is een mens. Levinas zou zeggen: hij laat zich raken door het gelaat van een ander. En ik denk echt dat het zo werkt. Ontmoeting begint waar je je laat raken door de aanwezigheid van een ander mens. Door dat gelaat dat hopen verhalen en kennis draagt. Door die stem, die bij je binnenkomt als aanraking.
Maar ook de Samaritaanse heeft die openheid. Ze is wel geschrokken, maar ze sluit zich niet af. Ze spreekt het vooroordeel uit waarin ze allebei gevangen zitten, en dat is het begin van een geweldig gesprek, waarvan we hier maar een deel weergeven.
Als Johannes hen allebei bij een waterput laat zitten, dan is dat ook betekenisvol. Een ontmoeting begint waar mensen dorst hebben naar elkaar. Waar mensen weten dat de ander een bron van levend water kan zijn.
En dan is er veel mogelijk. In een echte ontmoeting zijn de verschillen geen hinderpaal, geen bron van frustratie, maar een rijkdom. Een bron van nieuwe inzichten. Een manier om heel dicht bij elkaar te komen. Dat die vrouw al die diepere, inhoudelijke vragen durft opwerpen, is fenomenaal. Maar even indrukwekkend is hoe Jezus over die verschillen heen stapt om in het gesprek mee te gaan. Hij houdt geen rekening met het feit dat zij vrouw is en hij man, en dat men dat ongepast zou kunnen vinden. Plus: ze is halfjoods, zou je kunnen zeggen, en hij volbloed joods. Plus: ze is Samaritaans en Samaritanen aanbidden God op een andere plek dan de joden. Plus: het lijkt duidelijk dat ze een mannenverslindster is (hoe Jezus dat ziet, blijkt niet duidelijk uit het verhaal, zulke details vertellen de evangelieverhalen niet, en dat vind ik wel jammer 😉 Toch weer een van die opvallende vrouwen in de evangelies, die met aandacht en zonder veroordeling getoond worden.)
Het gaat om elkaar vinden in geest en waarheid. Dan is een ontmoeting een bron van levend water. Jezus’ leven is gevuld met zulke leven veranderende ontmoetingen. Daarom zijn de vrienden ook niet verwonderd als ze hen bezig zien bij hun terugkeer. Voilà, zullen ze gedacht, hij heeft weer iemand gevonden om mee te babbelen…
Maar ik denk dat Jezus dat deed, omdat ook hij dorst had naar mensen. Dorst om te leren wat mensen meemaken in hun leven. Dorst om van hun zoeken en vertrouwen te leren. Dorst om zijn geloof in verandering en genezing steeds weer bevestigd te zien. Dorst om zijn houding van luisteren en zichzelf bloot geven bevestigd te zien, om zichzelf in vraag te laten stellen. Een ware ontmoeting geeft en krijgt van twee kanten…
Het is misschien een les voor de komende zomertijd, nu we weer buiten mogen en al die mensen tegenkomen rondom ons…
5 LIED: Ballade over Jezus
Dit lied gaat over Jezus, die man van lang geleden,
het dorp waar hij vandaan komt is klein, heet Nazareth.
Zijn naam is alle eeuwen tot hiertoe doorverteld.
Hij was een zoon der mensen, geboren en getogen
uit arme Joodse ouders, een twijg uit Davids stam,
Een kind van de belofte, een zoon van Abraham.
Hij was een jaar of dertig toen hij van zich deed horen.
De mensen schoolden samen als vissen om hem heen.
Zijn moeder en zijn broeders begrepen niets van hem.
De tijd is vol, bekeer je en wees het zout der aarde,
wees voor elkaar barmhartig zoals mij vader is,
op zoek in deze wereld naar wat verloren is.
Ben jij niet voor je kinderen zo goed als je maar zijn kunt,
geef jij een ander stenen wanneer hij vraagt om brood?
Als wij gewone mensen, hoeveel te meer dan God.
Met tollenaars en zondaars dronk hij dezelfde beker,
Hij kwam een dode tegen en nam hem bij de hand.
De naam van God herleefde in heel het Joodse land.
De goden van het duister, de geest van kwaad tot erger
die mensen houdt gevangen, heeft hij tenietgedaan.
Hij heeft hun macht ervaren maar als een man weerstaan.
Zo doende wat hij doen kon ten dienste van de mensen
viel hij in mensenhanden, vond veel te jong de dood.
Er zijn er nog die zeggen: hij is de zoon van God.
Wij gaan met dichte ogen als vreemdelingen verder;
waarom is hij gekruisigd, wij hadden zo gehoopt.
Wie zal de Schrift verklaren, wie breekt voor ons het brood?
Er is nog meer te zeggen, te veel om te bewaren,
de wereld zal te klein zijn als alles helder wordt.
Als wij het moesten zingen, wij kwamen stem te kort.
Huub Oosterhuis/Bernard Huijbers
6 Dominicus over waarheid in de ontmoeting
We maken even een overstap naar de 12e-13e eeuw. We zouden in deze vieringen ten gepasten tijde aansluiting zoeken bij de spiritualiteit van Dominicus. Als het gaat over ontmoeting, over dialoog dan zijn we vandaag aan het goede adres. De kerk van de 12e, 13e eeuw verkeert in een diepe crisis. Van enige evangelische levensstijl is nauwelijks iets te merken. De hervormingsbeweging die was uitgegaan van de abdij van Cluny was na enige tijd uitgemond in nieuwe machtsposities die deze clerici hebben veroverd. Ze hebben zich talloze bezittingen eigen gemaakt zoals mag blijken uit de vele kerken en kerkjes die onder de bescherming en het beheer stonden van de abdij.
Tegelijkertijd is er een grootscheepse zoektocht gaande in tal van bewegingen, groepen en individuen die geen vrede hebben met deze rijke, zelfgenoegzame, klerikale kerk. Mensen willen opnieuw voeling krijgen met de authentieke inspiratie van het evangelie. Opnieuw de geest voelen van de arme, barmhartige Jezus van Nazareth. Het is een chaotische tijd. Er wordt volop geëxperimenteerd in bewegingen van heel diverse snit. Sommige van die gemeenschappen scheuren zich af van het kerkinstituut, andere worden als ketters gebrandmerkt, en nog andere groeien uit tot nieuwe kloosterorden. Eén van die gemeenschappen die behoorlijk wat aanhang geniet is de zogeheten beweging van de katharen. Zij willen terug naar de oorspronkelijke inspiratie van het evangelie. Terug naar een arme kerk, om arm te zijn met de armen. Terug naar een sobere eenvoudige en zuivere kerk. De officiële kerk heeft er geen oren naar. Het ware geloof dient onverkort te worden aanvaard. Het zijn de benedictijnerabten die in de sfeer van het decadente Cluny gemijterd en te paard het echte geloof komen opleggen als onbespreekbare waarheid.
Dominicus probeert in het voetspoor van de apostelen het evangelie te verkondigen: niet vanaf hoge paarden zoals de Cisterciënzerabten, maar te voet en in armoede. Dominicus probeert te begrijpen wat de beweegreden en het authentieke zoeken is van die Katharenbeweging. En dat heeft menige ka-tharengroep ook zo begrepen, zodanig dat sommigen zelfs dachten dat Dominicus zich bij hen zou voegen. Het is in elk geval een teken van zijn empathisch vermogen ten aanzien van zijn gesprekspartners. Bekend is het verhaal van Dominicus die op zijn tocht in Frankrijk toen hij in een herberg logeerde in gesprek geraakte met de herbergier die klaarblijkelijk kathaar was. De hele nacht hebben ze met elkaar gepraat. Het doet denken aan het gesprek van Jezus en de Samaritaanse vrouw.
Wat zich tussen beide mannen afspeelde is een prachtig voorbeeld van het devies van de dominicanenorde: contemplari et contemplata aliis tradere. Mediteren, contempleren, studeren: daarmee begint het. Maar hetgeen overwogen werd, bestudeerd, draagt maar vrucht wanneer het gedeeld wordt. Want het delen brengt een nieuwe dynamiek op gang. Woord en wederwoord inspireren tot nuancering, zetten aan tot bedachtzaamheid. In deze wisselwerking ervaren we dat waarheid niet hetzelfde is als het poneren van het eigen gelijk. In de ontmoeting ervaren we elkaar als tochtgenoten op weg. Niet naar een eeuwig onbetwistbaar dogma, maar veeleer als een gedeelde zoektocht naar waarheid.
Waarheid is geen ding. Het is geen blok graniet dat uit de lucht valt. Waarheid licht op als voorlopig inzicht. Het besef van voorlopigheid dank ik aan de ontmoeting in de dialoog. Het gesprek is de plek/het gebeuren waar ik voor mezelf begrijp wat ik dacht begrepen te hebben. Het uitspreken verheldert mijn eigen inzichten voor mezelf of het maakt duidelijk dat mijn inzichten niet zoveel zaaks waren. Dat dank ik aan mijn gesprekspartner. Want hij/zij stelt me een vraag, reageert, kijkt verbaasd of ongelovig, en nodigt uit om nader te verklaren. Dan word ik inderdaad bedachtzamer, minder absoluut zeker van mijn waarheid. Thomas van Aquino, de man van zoveel doorwrochte boeken, schreef steeds in dialoog met een tegenstander die hij in gedachten had. Een tegenstander met wie hij een virtuele dialoog voerde. Zo bracht hij de mening van anderen ter sprake als wezenlijk element in zijn zoeken naar waarheid.
Dergelijke dialoog helpt oog te hebben voor de eigen blinde vlekken, voor de nuances waar overheen gekeken werd. We mogen onze gesprekspartners dankbaar zijn vooral wanneer ze ons doen twijfelen aan onze dierbaarste overtuigingen. Dan is het gesprek, dan is de ontmoeting vruchtbaar geweest.
7 mededelingen
– dit is voorlopig de laatste zoomviering in juli. We beginnen opnieuw 23 augustus, de zondag na half oogst. Hopelijk kunnen we dan weer met veel meer in deze kerk bijeenkomen.
– tussendoor vallen we terug op de situatie aan het begin van corona: namelijk dat er een viering op het web staat elke zondag. En op 19 juli en op 9 augustus organiseren we twee keer een buitenviering voor de gemeenschap samen: op 19 juli wandelen we al pelgrimerend naar Bergen Kruis, Destelbergen en ook op 9 augustus wandelen en eten we samen. Het is een andere vorm van eucharistie vieren, van brood en wijn te breken. En geen betere manier om mensen te leren kennen dan samen te wandelen en te babbelen…
Meer info op deze website.
– tenslotte willen we iedereen bedanken die zich het voorbije jaar met hart en ziel heeft ingezet voor de werking van Dominicus. En iedereen van u, dichtbij of veraf, bedanken we voor het meevieren, het betrokken zijn, de steun en warmte. Moge het jullie allen goed blijven gaan. Blijf goed en gezond!