Over inleving

Dominicus Gent
DeLuxe familieviering van 4 mei 2014
Over INLEVING

 

GOEDE MORGEN, iedereen, en welkom in deze viering.
Welkom, jij die …
En hier stop ik even.

Degenen onder jullie die dikwijls naar deze vieringen komen, zullen herkennen wat hier meestal komt. Er worden dan aan ons, aan jullie, aanwezigen, een aantal eigenschappen toegeschreven: toestanden, omstandigheden, overwegingen die blijkbaar te maken hebben met het feit dat wij, dat jullie hier zijn.

En die voorgangers – ge moogt ze niet onderschatten – die zorgen er dan wel voor dat bij die eigenschappen of overwegingen die worden aangegeven, er een paar zaken bij zijn waarvan je denkt: “Ah ja, dat ben ik. Dit gaat over mij. Ik ben dus ook welkom. Wat die voorganger zegt, dat is waar. Dat is een waar – zegger”.

Dames en heren, ik moet u iets bekennen – en ik hoop dat de andere voorgangers me dit niet kwalijk nemen. Eigenlijk hebben wij, voorgangers, u iedere keer weer liggen. Want wij zorgen er wel voor, in onze keuze van woorden en beelden, dat de meesten onder jullie zich wel op één of andere manier aangesproken voelen. Ge kunt dat op veel verschillende manieren doen. Door bijvoorbeeld telkens als wij een eigenschap noemen, er meteen ook het tegengestelde aan toe te voegen, en ook een paar tussenliggende situaties. “Jij die van ver komt, of van dichtbij…?”: degenen onder ons die van zichzelf vinden dat ze niet van ver komen, zullen zeggen dat ze dichtbij zij. Dus: het klopt! “Jij maar alleen, jij met je vrienden”: sommigen onder ons zijn alleen gekomen, en wie niet alleen gekomen is, is hier met of onder vrienden: altijd prijs. Jij die zoekt naar rust na een drukke week. Of jij die zoekt naar gemeenschap na een eenzame week. Als je ’t maar juist weet te formuleren, klopt het altijd. Die voorgangers toch…

Ofwel noem je een eigenschap die eigenlijk voor iedereen opgaat. “Niemand komt hier vrij van het kwade” … is er iemand die niet iets van spijt voelt, over iets wat ooit in het leven is voorgevallen, en waarvan men denkt “ik had dat zo niet mogen doen”? “Jij die hunkert naar troost, naar bemoediging”: is er iemand die niet met één of ander littekentje zit – misschien zelfs met sporen van een heuse amputatie, waar we misschien kunnen leren mee leven, maar dat nooit helemaal kan worden uitgewist?

Die voorgangers die zeggen altijd dingen waarin we ons herkennen. Dingen die waar zijn. Die waarzeggers. En af en toe zullen ze ook wel dingen zeggen die niet op ons van toepassing zijn, maar dat is niet erg: dat is dan voor de anderen. Als ik me maar aangesproken voel, is het goed.

En zo krijgen wij telkens het gevoel dat iemand – die voorganger, of de andere aanwezigen met wie ik me hier plots verwant voel – dat iemand blijkbaar voeling heeft voor wie ik ben, voor wat mij bezig houdt. Dat die anderen op dezelfde golflengte zitten als ik. Dat wij verwant zijn. Dat wij delen van ons leven met elkaar delen. Dat wij mee-leven. Dat wij in-leven.

In-leven is het thema dat ons is aangereikt voor deze viering. Kan dat wel? Het kan deugd doen van te ondervinden dat anderen in ons iets van henzelf lijken te herkennen, of dat wij denken te weten wat anderen meemaken. Op dezelfde golflengte zitten. Lotgenoten zijn. Naast mekaar kunnen staan: dezelfde richting uitkijken, aan hetzelfde zeel trekken (en ook nog in dezelfde richting – een niet onbelangrijk detail…). En anderzijds: wanneer iemand anders beweert te weten wat er in ons omgaat: dat kan ook verknechtend werken – alsof die ander kan bepalen wat ik meemaak, wie ik ben, wie ik moet zijn. Zelfs al heeft die ander iets gelijkaardigs meegemaakt – een scheiding? Een overlijden? – de ervaring van bemind te worden? – de ervaring van moeder of vader te worden? – Elk van ons zal de ervaring hebben dat mijn, dat uw ervaring een zeer individuele ervaring is, die toch nooit hetzelfde is als die van de ander.

Inleven – kan dat wel? Als een mens, als een dier gedragingen of reacties vertoont die gelijken op wat ik soms laat zien – mag ik dan zeggen dat de ervaring van die man, die vrouw, dat dier hetzelfde is als wat ik meemaak? Onze dochter Pauline deze week vond dat het al goed was als we konden meeleven. Inleven was te veel gevraagd.

Dirk en Ingrid zullen straks dit thema wat verder ontwikkelen. Ik ga straks met de kinderen verkennen in welke rollen we ons kunnen inleven. Maar we willen alvast beginnen met een gebaar dat blijkbaar voor iedereen werkt: als ergens een kaars wordt aangestoken, zit binnen de kortste keren iedereen in dat vlammetje te staren. Een licht om naar op te kijken. Voor ons een verwijzing naar Pasen.
En we zingen een lied waarin we elkaar welkom heten. Waarin we elkaar aanspreken met een thema waarin wellicht iedereen iets van zichzelf herkent: “zoekend met ons om mens te zijn”, “Jij maar alleen, jij met je vrienden”, uitkijkend naar “wat ieder vraagt: tijd om te leven, kans om te zijn”. Geen holle woorden van een marktkramer die denkt dat hij voor elk wat wils heeft, maar omdat we ons inderdaad met elkaar verwant voelen. Echt. Gemeend.
We steken de Paaskaars aan en zingen het lied: Vrede voor jou.

LEZING: Mc 10, 46-52 Genezing van Bartimeus

Ze kwamen in Jericho. Toen hij met zijn leerlingen en gevolgd door een grote menigte weer uit Jericho vertrok, zat daar een blinde bedelaar langs de weg, een zekere Bartimeüs, de zoon van Timeüs.

Toen hij hoorde dat Jezus uit Nazaret voorbijkwam, begon hij te schreeuwen: ‘Zoon van David, Jezus, heb medelijden met mij!’
De omstanders snauwden hem toe dat hij zijn mond moest houden, maar hij schreeuwde des te harder:
‘Zoon van David, heb medelijden met mij!’

Jezus bleef staan en zei:
‘Roep hem.’
Ze riepen de blinde en zeiden tegen hem:
‘Houd moed, sta op, hij roept u.’

Hij gooide zijn mantel af, sprong op en ging naar Jezus. [51] Jezus vroeg hem: ‘Wat wilt u dat ik voor u doe?’
De blinde antwoordde:
‘Rabboeni, zorg dat ik weer kan zien.’
Jezus zei tegen hem:
‘Ga heen, uw geloof heeft u gered.’

En meteen kon hij weer zien en hij volgde hem op zijn weg.

EERSTE OVERWEGING

Wat is er gebeurd tussen Jezus en de blinde Bartimeüs ? Wat heeft er zich tussen hen ontwikkeld toen Jezus het contact opende met zijn vraag “wat wilt gij dat ik voor u doe” ? En wat maakte dan dat de blinde weer kon zien ? Marcus vertelt daar niets over. Ik blijf nieuwsgierig hoe dat allemaal in zijn werk is gegaan.

Die vraag naar het hoe komt bij Marcus niet op. Hij merkt alleen op dat de man meteen weer kon zien. Marcus wil getuigen dat Jezus de Messias is: Godsgezant in de eerste plaats als een mens tussen de minsten van de samenleving.

Dat Bartimeüs als blinde weer kon zien: dat is het wonderlijke van dit verhaal. Hoe Jezus, gedragen door het gezag dat het volk hem toekent, Bartimeüs bejegent en terugleidt naar een plaats gelijk aan al die andere mensen die daar stonden op de weg van Jezus naar Jericho. Hoe hij daardoor als blinde het leven weer kan omarmen en het levensvuur in zichzelf terug ontdekken.

Daarom hebben wij, mensen, de parel van ons inlevingsvermogen, ons empathisch vermogen tot invoelend verstaan. Het vermogen om onszelf in gevoelens en gedachten voor te stellen wat mensen beleven.

Want met het vermogen tot inleven kunnen wij gevoelens en ideeën, door de ander herkenbaar maar soms ook zeer gecamoufleerd uitgedrukt, naar voren halen. Inlevend ingaan nodigt de ander uit en geeft hem ruimte. Die aandacht en ruimte met respect voor het tempo waarin de ander zich kan uitdrukken, doet het levensvuur opleven. En in de oplaaiende energie die ontstaat vindt de ander soms de woorden en lichaamstaal die hem nieuwe helderheid verschaffen. Dit voegt leven toe, de ander ontvangt kracht en zin krijgt om te ontdekken wat voor hem weggelegd is, om verder te gaan.

Bejegening met warme aandacht en empathie kan bewerkstelligen dat iemand de ander meeneemt zoals een ketting haakt in een tandwiel. Het tandwiel heeft inkepingen tussen de tanden door. Het laat toe dat de ketting binnen de omtrek van het tandwiel terechtkomt.

Dit beeld heeft natuurlijk zijn beperkingen, maar een ketting in een tandwiel kan een enorme kracht overbrengen. Het suggereert teveel dat een mens greep kan krijgen op een ander. Maar een mens die begrip geeft – een woord met ongeveer dezelfde stam als grijpen, greep krijgen – en een ander aan zichzelf te kennen geeft, kan die ander meetrekken, kan die ander de weg laten vinden die hij als goed voor zichzelf ervaart.

Inlevingsvermogen : het is een hoogwaardig instrument van helende nabijheid. Tenminste als dit dicht staan gebeurt in een volkomen accepteren van wie de ander is.

Inderdaad: wij zullen kennen zoals wij gekend zijn; en dan begint een nieuw leven. Laten we dit lied nu zingen…

 

TWEEDE OVERWEGING

Dirk heeft het daarnet gehad over de kracht die kan vrijkomen bij diegene die gehoord, beluisterd, gerespecteerd, geloofd, aanvaard wordt. Over perspectieven die zich openen, over nieuwe kansen die gezien worden. Over het fundamenteel gevoel van mensen om aanvaard en bemind te worden. Als dit kan is het inderdaad alsof de ogen opengaan, er een nieuwe wereld ontdekt wordt.
Maar hetzelfde geldt voor diegene die zich inleeft in/ die meeleeft met de ander. Het respecteren van het verschillend zijn, er geen waardeoordeel aan vast knopen, het open staan en toelaten van de wereld van de ander en proberen van die te begrijpen doet ook iets met de “inlever”.

Het kan allerlei effecten hebben: van zien hoe je zelf functioneert, wat je belangrijk vind, waar je nog werk aan de winkel hebt om open en vrij de ander te ontmoeten, tot het geraakt worden in het diepste van je ziel.
Het opent ook voor de inlever andere perspectieven, je ziet de wereld letterlijk door een andere bril en doet je andere beslissingen nemen…

Ik wil dit concreet maken aan de hand van een paar voorbeelden:

1)veertien dagen geleden hoorden we Dhr. Mo Ibrahim. Voor mij en waarschijnlijk ook voor jullie een illustere onbekende. Het is een Soedanees-Britse communicatie-ondernemer en miljardair. Hij komt uit een arme Soedanese familie en kon verder studeren, wat niet evident was. Na een parcours in de telecommunicatie wereld, richtte hij een firma op die 24 miljoen gsm-abonnees in 14 Afrikaanse landen verkocht. In 2005 verkocht hij zijn firma, en richtte de Mo Ibrahim Stichting op na een uitgebreide studie over hoe het geld het meest efficiënt gebruikt kon worden om zoveel mogelijk mensen kansen te geven. Zijn doel werd: een beter bestuur in Afrika bevorderen. Hij creëerde daarvoor de Mo Ibrahim Index, om de prestaties van naties te evalueren.
In 2007 de initieerde hij Mo Ibrahim-prijs voor Achievement in African Leadership , die $ 5.000.000 als eerste som, en $ 200.000 als jaarlijkse betaling voor het leven, aan Afrikaanse staatshoofden toekent, die werken aan veiligheid, gezondheid, onderwijs en economische ontwikkeling voor hun landgenoten en zorgen voor een democratisch machtsoverdracht aan hun opvolgers. Dr. Ibrahim heeft beloofd om minstens de helft van zijn rijkdom te geven aan goede doelen door toetreding tot de The Giving Pledge. Op zich indrukwekkend…

De drijfveer voor deze keuze was zijn inleving in het leven van veel Afrikaanse mensen. Zich bewust zijn van hoe weinig kansen mensen daar krijgen en hoeveel geluk hij gehad had, maakte in hem, zegt hijzelf, zijn verantwoordelijkheid wakker om iets terug te doen voor Afrika.
Hetzelfde gevoel van verantwoordelijkheid om iets terug te doen omdat je zelf zoveel kansen hebt gekregen hoorden we ook bij Kim Gevaert (ambassadrice voor SOS Kinderdorpen) Mbo Mpenza en Jean Marc Adjovi- Boco die via het organiseren van voetbalscholen jongeren zelfvertrouwen, opleiding en eventueel een voetbaltoekomst willen geven…maar in elk geval meer mogelijkheden om een menswaardig leven op te bouwen.

2. in een gesprek met een vriendin deze week, ging het over haar schoonbroer die een belangrijk politicus is. Een van zijn grote en sterke gaven is dat hij bij onderhandelingen zich in de plaats kan stellen van de ’tegenstanders’, van mensen met andere belangen en prioriteiten. En met die gevoeligheden wel degelijk rekening houdt bij het zoeken naar oplossingen en mogelijke pistes. Dat voelen en waarderen mensen , waardoor méér mogelijk wordt, waardoor de omgekeerde beweging van begrip opbrengen ontstaat en er nieuwe kansen gecreëerd worden.

3. Al een paar keer heb ik zelf ervaren dat je anderen door een heel andere bril bekijkt als je hun verhaal beluistert, dat vooroordelen, principes oplossen, verdwijnen en ik iemand zoals mezelf ontmoet: die zoekt, die probeert, die soms faalt en die zijn opvoeding en verleden met zich meedraagt. Het maakt mij “nederig” en het laat mij zien hoe dikwijls ik nog mensen en dingen bekijk vanuit mijn eigen blik, hoe beperkt die is en hoe dikwijls ik ernaast zit. Wat voor een rijkdom er in de ander zit en hoe die leren kennen ons leven verrijkt…

Als je rondom je kijkt zal je tal van dergelijke voorbeelden vinden. Mensen die, in het alledaagse leven keuzes maken voor de ander, hoe groot of klein, hoe eenmalig of langdurend dat ook mag zijn, vanuit een oproep die komt als je mee-leeft met een ander.

Als het Rijk Gods hier en nu gestalte krijgt, dan is dat mede doordat mensen die gave gebruiken, zelf het heft in handen nemen, omdat ze “geroepen” worden, niet anders kunnen. Soms enkel door er te zijn.
We zingen ons geloof in die kracht uit in het lied: Wie leidt de slaven naar de vrijheid toe? Dat doen de slaven zelf en God weet hoe…

UITNODIGING TOT TAFELDENST

Laat ons aan tafel gaan. Samenzijn onder de vorm van samen eten: het is een van de belangrijkste vast weerkerende gebeurtenissen van ons leven waarin wij ons medemens-zijn uitdrukken.
Laten wij bij het delen en breken van brood en wijn hier en nu
ons al biddend inleven in mensen die ons dierbaar zijn,
mensen die verstoken blijven van dit gebaar,
mensen die in eenzaamheid leven en nog geen uitweg zien
mensen die ingrijpende beslissingen moeten nemen.
Wij doen dit in gedachten aan mensen uit onze gemeenschap die hier niet kunnen zijn,
aan mensen die nu een bijzondere aandacht vragen, omdat ze ziek zijn, omdat ze ingrijpende beslissingen moeten nemen,
mensen voor wie gebeden neergeschreven staan in het intentieboek.
We denken ook aan onze geliefde doden.
En gedenken we dan in dit delen en breken het leven, de dood en de opstanding van Jezus van Nazareth, in wie Gods verlangen naar deze wereld zichtbaar werd.