Leven met genoeg (vasten 5)

Dominicus Gent
Viering van zondag 3 april 2022

Leven met genoeg 

Welkom deze zondagmorgen twee weken voor Pasen. De veertigdagentijd is al een heel stuk gevorderd. Vandaag zoomen we in op leven met genoeg. Het is iets nieuws, dat niet vanzelfsprekend tot onze denk- en voelpatronen behoort: we merken het aan het hamstergedrag dat opnieuw begonnen is naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne. Kunnen we ons iets voorstellen bij leven met genoeg?

Laten we deze vraag en ons allen onder het licht van de paaskaars stellen en bidden:

Onze moeder en vader, groot mysterie
We zijn hier en in onze huiskamers samen gekomen
Om bijeen te brengen wat in onze hoofden en harten en handen leeft.
Gij zijt aanwezig waar twee of meer samenzijn:
Inspireer ons, maak ons ontvankelijk en laat ons volstromen met levensadem.

 

Dat wij volstromen met levensadem

Dat wij volstromen
met levensadem
en schreeuwen
eindelijk geboren.

Dat wij volstromen
met levensadem
en lachen
eindelijk geboren.

Dat wij volstromen
met levensadem
en weten
eindelijk geboren.

Tekst: Huub Oosterhuis Muziek: Bernard Huijbers

 

Adio Amore (Mistero Buffo)
Als we nadenken over leven met genoeg dan kijken we naar onze economie. Daar leven denkbeelden van eeuwige groei die meer en meer onhoudbaar blijken. Dat weten we al langer dan vandaag. Ook in de jaren 70 zong de Internationale Nieuwe Scene hier al liederen over, zoals in Mistero Buffo. We kijken en luisteren en gaan terug kijken naar het verleden:

https://www.youtube.com/watch?v=eQrgV6YELzc van minuut 2:11 tot 4:38

 

Donuteconomie

Het thema van onze viering is ‘Leven met genoeg’; niet met te weinig, zoals al onze broeders en zusters die nog steeds zingen “adio amore…”; niet met teveel, zoals zij die leven om steeds meer te krijgen en te sterven aan hun eigen overvloed.
We kunnen er niet naast kijken en wie even buiten het bestaande systeem gaat staan en met frisse ogen kijkt naar het landschap waarbinnen we ons bewegen, kan niet anders dan zien dat veel van het menselijke doen en laten hopeloos ontspoord lijkt. De economie genereert twee groepen mensen. De ene groep heeft onvoldoende toegang tot de basisproducten en de andere groep baadt in weelde. Mensen en bedrijven maximaliseren niet alleen voortdurend hun groei, hun winst, maar hebben ook het idee dat ze dat moeten doen en dat het niet anders kan. De symptomen van ontsporing zijn overweldigend zichtbaar. Toenemende armoede, groeiende ongelijkheid en onvrede, klimaatveranderingen, milieuvervuiling… In onze rijk bedeelde wereld met zoveel grondstoffen, talenten en mogelijkheden, waar essentiële zaken in principe ruim voldoende aanwezig zijn voor iedereen, loopt het op vele fronten mis. Het aards paradijs dat onze wereld kan zijn is dringend aan ommekeer toe.

Recent hebben we door de pandemiemaatregelen noodgedwongen wel wat geleerd en gevoeld dat het anders kan, dat het niet onmogelijk is. Meer dan ooit gingen we ons afvragen welke zaken we prioritair voor de hele samenleving willen behouden? Welke focussen en drijfveren onze openbare gezondheid, politieke bestuur en economisch streven best zouden sturen. Om een antwoord te vinden voor het economisch model waaronder we in grote mate opereren vond Broederlijk Delen inspiratie bij Kate Raworth, een economiste verbonden aan de Universiteit van Oxford. Raworth die zelf een verleden heeft als Oxfam campagnevoerder schuift een alternatief model naar voor. Ze begrijpt dat het economisch model tot stand kwam in naoorlogse tijden waar men gericht was op economische groei voor de heropbouw van de maatschappij. Maar aan elk groeiproces komt een einde. De drang tot steeds meer groei leidt tot ontsporing, uitputting van de aarde en veel van de overgrote structurele problemen die we kennen. We moeten naar een economie die de boven- en ondergrenzen respecteert, een regeneratieve en distributieve economie.

De naam donut is ontleend aan de vorm van het diagram: een cirkel met een gat in het midden. Het gat van het model geeft weer hoeveel mensen geen toegang hebben tot de 12 basisbenodigdheden als gezondheidszorg, huisvesting, onderwijs… De elementen waar de donut-economie zich op focust kan je vergelijken met de SDG’s of Sustainable Development Goals, de duurzame ontwikkelingsdoelen. De korst van de donut geeft weer in hoeverre de ecologische plafonds waarvan leven afhankelijk is worden overschreden. Volgens het model is een economie welvarend als alle 12 elementen van het sociale fundament worden gehaald, zonder het ecologisch plafond te overschrijden. Dat is de ruimte waarin we, binnen de mogelijkheden van de planeet kunnen voorzien in de behoeften van iedereen: DE VEILIGE EN RECHTVAARDIGE RUIMTE VOOR IEDEREEN. Er is genoeg! En om welzijn en natuur te laten bloeien is het vinden van de juiste balans essentieel. Hierover zal de volgende overweging het hebben.  

 

Van grond en vuur

Van grond en vuur zult Gij ons maken,
hoog op rotsen, aan levend water,
van geur en smaak, van licht en stem,
uw evenbeeld.

Volk dat in duisternis gaat,
mensen met stomheid geslagen,
het zal geschieden, zegt Hij,
dat zij weer glanzen als nieuw.

Van licht en stem zult Gij ons
maken, uw evenbeeld.

Niet meer beklemd en verdeeld,
niet meer in woorden gevangen,
één en gekend en bevrijd
eindelijk mens zal ik zijn.

Van licht en stem zult Gij ons
maken, uw evenbeeld.

Daar staat de stoel van het recht,
daar zal staan de tafel der armen,
dan is de dag van het lam,
zie, Ik kom haastig, zegt Hij.

Van grond en vuur zult Gij ons maken,
hoog op rotsen, aan levend water,
van geur en smaak, van licht en stem,
uw evenbeeld.

T: Huub Oosterhuis M: Antoine Oomen

 

Lezing Jesaja 43:16-21
Ik ben de Heer, die voor jullie een pad door de zee maakte. Ik stuurde het leger van de Egyptenaren achter jullie aan, met hun paarden en wagens. Maar door mij vielen ze allemaal op de grond. Ze stonden niet meer op. Het hele leger verdween, als een kaars die opbrandt. Maar denk niet alleen aan wat er gebeurd is. Kijk niet alleen terug naar het verleden. Want ik ga iets nieuws doen. Het is zelfs al begonnen, heb je het niet gemerkt? Ik maak een weg door de woestijn, en ik laat er rivieren stromen. De dieren in de woestijn zullen mij eren, omdat ik voor water zorg. En ook jullie zullen water kunnen drinken. Want jullie zijn het volk dat ik uitgekozen heb. Jullie zijn het volk dat ik gemaakt heb. En jullie zullen aan iedereen vertellen hoe machtig ik ben.

Jesaja laat Jahwe aan het woord in een betoog om vertrouwen te hebben in het nieuwe en niet steeds terug te kijken naar wat achtergelaten moest worden. Dat nieuwe is een weg door de woestijn, een pad dat nog onbekend en onbetreden is. Het enige wat Jahwe verzekert: er zullen rivieren stromen en waar water stroomt ontstaat leven. De dieren zullen Jahwe eren en het is aan ons om dat ook te doen, want ook wij zullen water kunnen drinken.
Jesaja benoemt één van de meest kostbare en schaarse levensnoodzakelijke bedreigde elementen: zoet zuiver drinkwater. Zoals Mieke beschreef in haar uitleg over de donuteconomie is de buitengrens van de donut gevormd door het ecologische plafond afkomstig van de planetaire grenzen. Daarvan worden er nu al verschillende ruim overschreden. De noodzakelijke hoeveelheid zoet water per persoon is dit weldra ook. Bovendien zie je aan de binnenkant van de donut, het sociale fundament, dat water voor heel wat mensen niet voldoende beschikbaar is. En leven zonder drinkbaar water is onmogelijk. Het beeld van de woestijn is een terugblik naar het verleden maar stilaan ook een weinig opbeurend toekomstbeeld. We voelen ons dikwijls machteloos in beslissingen die boven ons hoofd genomen worden en we vaak moeten zeggen: niet in mijn naam, beste politici, beste ondernemers.

We kunnen meer dan we denken.
Maar daarvoor moeten we ook echt nadenken en daarnaar leven. Want we leven heel erg zoals ons voorgeleefd werd door onze ouders, of doordat we het zo gewoon zijn. Elke dag zijn er nieuwe inzichten. Zo weten we welke impact de kledingindustrie heeft op het welzijn van werknemers ver weg en op het milieu. We hebben informatie over de productie van de zaken die we dagelijks gebruiken. Op die manier kunnen we proberen onze eigen donut te maken, of in elk geval hoe we die bovengrenzen al dan niet overschrijden.

Zaterdag 26 maart was Earth Overshoot Day in België. We hebben die dag alle hernieuwbare bronnen die de aarde kan voorzien voor een heel jaar opgebruikt. België is dit jaar al het vijfde land om deze datum te overschrijden, vier dagen vroeger dan vorig jaar.

Naast bewust omgaan met wat we gebruiken kunnen we ook mekaar inspireren en actie voeren. Zoals de Grootouders voor het klimaat. Zoals er al vele bewegingen bezig zijn, soms heel klein. Ik hoorde op de radio de trots van enkele actievoerders die konden verhinderen dat een klein bosje gekapt werk door universiteit Gent. Informatie van Fluxis: door de hoge gas en elektriciteitsprijzen is het verbruik in januari met 5% gedaald en in februari met 16%. Verandering, op korte termijn, is mogelijk! Dat geeft hoop!

Er is zelfs een website van klimaatdichters, die bij de actualiteit van de klimaatproblematieken gedichten schrijven. Jullie kregen op je stoel een gedicht, een nieuwe psalm geschreven door Peter Theunynck:

PSALM 151

Ik liet u ontstaan uit mijn stof.
Ik overgoot u met licht.
U wemelde en kikkerde daarin.

Ik voerde u met zonnekoren overdag
en sterrenbloesem ’s nachts,
borduurde u een bladerdek.

De jaren heb ik niet verdisconteerd,
het garen niet verrekend in de rente.
Ik dacht in ijzertijd en zonnewende.

Met al mijn stammen onderstutte ik
het firmament. U zat daar waar u zat
op rozen zelfs als mijn platen schoven.

Was u een moede hinde die naar helder
water smacht, ik stuwde het door kieren,
stuurde het langs beken en rivieren rond.

Ik legde zeeën om u aan en oceanen,
zodat u altijd scheppen kon en scheep
kon gaan. En ik bedacht de regen.

Ik hoopte grond op voor een heuvel,
perste lava uit mijn lenden
opdat u klimmen kon naar overzicht.

Kuit liet ik voor u schieten in de diepte,
ik vulde uiers af, blies eierschalen vol,
ik was vervuld van overvloed voor u.

Zaden kon u scheppen uit mijn schoot,
ik schudde noten uit mijn vingers,
hing een glimlach in de takken.

Omdat de hond in u van delven hield,
verborg ik kostbaarheden in de grond:
edelstenen, goud, oud ijzer, zink en lood.

En u begon. U was met weinigen
in het begin. U was maar her en der
en zus en zo. U was omzeggens schuw.

U sprokkelde en plukte, u haalde
merg uit bot waaruit verhalen groeiden.
Ze hingen bij de holenvuren rond.

U werd er zelf door aangestoken en bedacht
iets als een man maar groter: hij leefde op
een berg en droeg een staf. Hij was onzichtbaar

en u zag. U schreef hem uw gedachten toe,
u schreef zijn testamenten uit, u sloot
een nieuw verbond. U werd daar handig in.

Vermenigvuldigen lag meer in uw natuur
dan delen. U vond het drieslagstelsel uit,
u maaide weg, u sloeg een voorraad op.

U woekerde als distels voort, men prikte zich
aan u. Had u gebrek aan leefgebied,
u brandde zich een weg in mij.

Mijn zuilen vielen om. Terwijl ik rimpelde
en kromp, was u bezeten door de groei.
U was gehaast: u wou voortdurend zijn

waar u niet was. U dacht in zonnestelsels
en in functie van. Ik was nog slechts een middel
en geen doel, een stapsteen in uw groter plan.

Eenvouds verlichte waters waren van geen tel voor u,
u spaarde zelfs de nachtegalen niet. Wie zingt nu nog
van u, van u bent niet dan in mijn aarde?

Peter Theunynck

Laten we, zoals in de tekst Jesaja aanmaant, onze Godvader, Godmoeder danken voor het drinkbare water dat we zo nodig hebben en stilstaan bij ons gebruik er van en hoe we er mee omgaan. En laat ons wachters zijn op de muren, het zwijgen verbreken als een klein begin van opstanding, een teken!

 

Dat wij als wachters op de muren zijn 

Dat wij als wachters op de muren zijn,
geroepen om het zwijgen te verbreken,
een klein begin van opstanding, een teken.

Nog heerst verhuld de slavernij
van man en macht: een maatschappij
die in haar schild het onrecht voert
van leven dat wordt ingesnoerd.
Maak, God, om Christus’ wil ons vrij.

Dat wij als wachters op de muren zijn,
geroepen om het zwijgen te verbreken,
een klein begin van opstanding, een teken.

Nog duurt een ongelijk gevecht:
de sterke die zijn wil oplegt
aan de verliezer – op dood spoor
gaat hij verarmd de dagen door.
God, wie verschaft de zwakke recht?

Dat wij als wachters op de muren zijn,
geroepen om het zwijgen te verbreken,
een klein begin van opstanding, een teken.

Nog wordt het gouden kalf vereerd
van nooit genoeg en altijd meer.
Maar schrijnend is het tegendeel:
de rekening voor ons teveel.
God, zegen wie het onrecht keert.

Dat wij als wachters op de muren zijn,
geroepen om het zwijgen te verbreken,
een klein begin van opstanding, een teken.

Nog heerst het drogbeeld van de staat:
er is een vijand die men haat,
nooit is een wapen sterk genoeg.
o God, bevrijd ons van de vloek
die eens geen leven overlaat.

Dat wij als wachters op de muren zijn,
geroepen om het zwijgen te verbreken,
een klein begin van opstanding, een teken.

T: René van Loenen M: Kees Schuurman

 

Tot slot: Fiets is verzet

1. fiets is verzet:
zij schroeit de aarde niet,
wind mee en tegenwind,
gebogen en rechtop,
op eigen kracht op weg.

2. fiets is verzet
op eigen benen gaan
bergafwaarts en bergop
en niemand komt zover
de files achter u

3. fiets is verzet
de aarde recht gedaan
vrijheid die komen gaat
verbranding ver voorbij
in de gewonnen tijd

4. fiets is verzet
leer nog de kinderen
het evenwicht als kunst
voornamer dan de fiets
en schoner is er niets

Herman Verbeeck

 

 

Blijf verbonden met de gemeenschap van Dominicus Gent:
via de nieuwsbrieven: https://www.dominicusgent.be/nieuwsbrief/
via Facebook ( https://www.facebook.com/Dominicus-Gent-324436994242688/)
Abonneer u nu op ons Youtube-kanaal ( https://www.youtube.com/channel/UCBCXMCRb0cNw8Dd3tMc9elQ)

Indien u meent dat voor een bepaald object het auteursrecht van de auteur of zijn/haar erfgenamen, of het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met ons zodat de situatie kan worden rechtgezet.