Leren onderscheiden… (synodale kerk 2)

Dominicus Gent

Viering van zondag 14 november 2021

Leren onderscheiden… (synodaal proces 2)

 

Van harte welkom u allen hier aanwezig en welkom ook aan de mensen die via Zoom deze viering meevolgen. Welkom in dit uur van samenzijn rond het woord van hoop en van toekomst en rond de tafel van breken en delen. We hopen op Aanwezigheid, Nabijheid en Geestkracht bij het aansteken van de paaskaars.

We vertrouwen ons toe aan het Licht in ons midden.

Deze viering is de tweede van drie vieringen n.a.v. het synodaal proces. Paus Franciscus nodigt wereldwijd christelijke gemeenschappen uit om na te denken en met elkaar in gesprek te gaan over hoop en vertrouwen, dromen en visioenen. Om na te denken over nieuwe krachten en vernieuwd geloof in wat ons is aangezegd in de Bijbelse traditie waarin ook Dominicus zondag na zondag samen komt.

Nadenken met zicht op de toekomst houdt in dat er afwegingen en keuzes gemaakt worden. We gaan hiervoor te rade bij Ignatius van Loyola die ons meeneemt in het ‘proces van onderscheiding’ of ‘de onderscheiding der geesten’, concept dat we al kennen van Paulus in zijn brieven aan de christenen van zijn tijd. We verkennen de betekenis van ‘de onderscheiding der geesten’  voor de visie en het handelen van Dominicus Gent. Een jezuïtisch spoor in de Dominicaanse spiritualiteit waarin wij blijvend zoeken naar Aanwezigheid die groter is dan ons hart. We zingen ons zoekend verlangen uit in het openingslied.

 

Wij zoeken U als wij samenkomen,

hopen dat Gij aanwezig zijn,

hopen dat het er eens zal van komen:

mensen in vrede vandaag en altijd.

 

Wij horen U in oude woorden,

Hopen dat wij Uw stem verstaan,

hopen dat zij voor ons gaan verwoorden

waarheid en leven, de bron van bestaan.

 

Wij breken brood en delen het samen,

hopen dat het wonder geschiedt,

hopen dat wij op hem gaan gelijken

die ons dit teken als spijs achterliet.

 

Wij vragen U om behoud en zegen,

hopen dat Gij ons bidden hoort,

hopen dat Gij ons adem zult geven:

geestkracht die mensen tot vrede bekoort.

 

Henk Jongerius

 

Brief aan de Galaten 5,16-26

Ik zeg u dus: laat u leiden door de Geest, dan zult u niet toegeven aan aardse begeerten.

De aardse begeerte gaat in tegen de Geest, en wat de Geest verlangt gaat in tegen de aardse begeerte. Het een is in strijd met het ander, en u kunt dus niet zomaar doen wat u wilt. Maar wanneer u door de Geest geleid wordt, bent u niet onderworpen aan de wet.
De praktijken waartoe de aardse begeerte aanzet zijn bekend: ontucht, zedeloosheid en losbandigheid, afgoderij en toverij, vijandschap, tweespalt, jaloezie en woede, gekonkel, geruzie en rivaliteit, afgunst, bras- en slemppartijen, en nog meer van dat soort dingen. Ik herhaal de waarschuwing die ik u al eerder gaf: wie zich aan deze dingen overgeven, zullen geen deel hebben aan het koninkrijk van God. Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Er is geen wet die daar iets tegen heeft. Wie Christus Jezus toebehoort, heeft zijn aardse natuur met alle hartstocht en begeerte aan het kruis geslagen. Als we leven door de Geest, laten we de Geest dan ook volgen. Laten we elkaar niet uit eigenwaan de voet dwars zetten of een kwaad hart toedragen.

 

Ignatius van Loyola en de ‘onderscheiding der geesten’

U hoorde het: Paulus windt er in zijn Galatenbrief geen doekjes om. Het is voor hem heel duidelijk wat de weg van de Geest is en wat de doodlopende zijpaden zijn. Hoe plezant en aanlokkelijk die zijpaadjes ook wel lijken, ze leiden je weg van het koninkrijk van God. Kiezen kan toch simpel zijn?
Wat Paulus hier doet, is onderscheiden wat van het menselijk gedrag in zijn ogen tot leven leidt en wat tot ondergang, hel en verdoemenis, om het met de donderpredikanten van weleer te zeggen.
“Onderscheiden”, het hoge woord is eruit. Het is niet zomaar dat paus Franciscus dit aanhaalt in zijn basisdocument over de synodale weg waartoe de Kerk-mensen worden uitgenodigd. Hij vermeldt het als een te volgen methode om tot keuzes te komen. Franciscus is immers een “SJ”, een jezuïet en dus getraind in de onderscheiding der geesten, het behoort tot het DNA van zijn spiritualiteit.
En wanneer bij ons in de voorgangersgroep het woord “jezuïet” valt, wordt er altijd onwillekeurig in mijn richting gekeken. Oei, zo klinkt het als een scheldwoord. Voor de duidelijkheid: dat doen ze omdat ik enige jaren van mijn leven werd ondergedompeld in de jezuïtische pedagogiek en wel enige affiniteit heb met de Ignatiaanse spiritualiteit. Zoals gezegd: daarin behoort de “onderscheiding der geesten” tot de dagelijkse praktijk.

Voor er nu een aantal van u gaan denken dat ik in het nachtelijk duister, omgeven door kaarslicht en half bedwelmd door dampen van etherische oliën, gebogen over een glazen bol mezelf te buiten ga aan allerlei magische rituelen: u heeft een te levendige fantasie. Ik moet u ontgoochelen, want “onderscheiding der geesten” klinkt indrukwekkender dan wat het is.

Om dat goed te kunnen uitleggen, moet ik terug naar hoe het allemaal begon. Bij een Baskische edelman uit de 15e eeuw, Iñigo de Loyola, later Ignatius genoemd. Het is een charismatische en ambitieuze jonge man die zich aan het Spaanse hof vervolmaakt in de gevechtskunst, in de diplomatie en in het rokkenjagen. Zijn grootste drijfveer bestaat erin eer te behalen in alles wat hij doet. Hij wil de anderen aftroeven.
Bij de belegering van Pamplona door de Fransen voert hij de Spaanse troepen aan. Er vliegt een kanonskogel over de muren die hem zwaar aan de beide benen verwondt.
De onstuimige levensgenieter is plots een jaar lang aan het ziekbed gekluisterd. Hij heeft vrouw noch kind, heeft als jongste van elf kinderen niets geërfd en is nu op de koop toe van zijn fysieke capaciteiten beroofd. Het noopt hem tot een grondige bezinning.
Voor zijn herstel verblijft hij bij zijn broer. Hij vraagt naar wat lectuur om de tijd te verdrijven en wat op te vrolijken, maar in plaats van ridderromans en traktaten over de hoofse liefde die hij gewoon is, krijgt hij van zijn zeer vrome schoonzus een Bijbel en een boek over heiligenlevens. Dolblij is hij dus… Hij heeft echter een zeer levendige verbeelding en geeft zich over aan dagdromen. De ene keer fantaseert hij over het leven aan het hof en dan vooral over escapades met de hofdames, de andere keer leeft hij zich helemaal in in de verhalen over Jezus of één of andere heilige. Al die dagdromen voelen heerlijk aan. Maar na verloop van tijd begint hij toch een verschil te merken. De dromen over het hof geven hem plezier, maar even daarna voelt hij zich ongelukkig. Wanneer hij zich inleeft in de evangelieverhalen merkt hij dat de vreugde die hij daaruit put, achteraf ook blijft duren. Het zet hem aan het denken. Hij schrijft: “God wil dat de mens een vreugdevol leven leidt. Duurzame vreugde is het teken van de nabijheid van God.”
Hij hangt zwaard en schild aan de haak en besluit zich helemaal toe te wijden aan God. Dat is een weg met vallen en opstaan. De eerzucht die hij had om de beste te zijn in de politiek en de strijdkunst vertaalt hij naar zijn geloofsleven. Hij wil ook daar de beste zijn: als een vrome man 7 dagen vast, dan doet hij er 8, als een heilige 5 keer per dag bidt, dan doet hij het 6 keer. Door zijn ijzeren wilskracht schiet hij er bijna zijn gezondheid bij in en botst op de grenzen van zijn ijdelheid. Hij gaat een heel leerproces door, een geestelijke oefening, waar hij zich van ijdeltuit bekeert tot een nederig man. Hij leert dat niet in de eerste plaats de persoonlijke verdienste, dat wat van jezelf komt, belangrijk is, maar dat wat je ingegeven wordt door God. Dat goed onderscheiden is de kunst.

Die techniek, die methode wordt een manier van leven en is dat tot op vandaag voor heel veel mensen, jezuïeten en anderen, ondergetekende incluis.
Er spelen in ons leven allerlei krachten en invloeden die iets met ons doen. Vele daarvan liggen buiten onze controle. Iñigo was ervan overtuigd dat er krachten zijn die van de goede geest van God komen en andere van een boze geest, wat hij in zijn taal en tijdsgewricht “de duivel” noemde. Je moet een beetje door de voor ons archaïsche taal lezen. Die krachten zijn er altijd en overal in ons. Ze worstelen in ons.  De goede krachten brengen mensen bij meer leven en liefde, en dus dichter bij God, de negatieve krachten doen het omgekeerde. Het meest betrouwbare teken dat iets van de goede geest komt, is dat je duurzame vreugde ervaart, rust en vertrouwen. De andere geest kan wel even plezier of leukigheid geven, maar laat achteraf een gevoel van boosheid, droefheid en leegte achter.

Het komt er dus op aan om wat in je omgaat aan diepe ervaring en gevoelens, dus niet die gevoelens die afhangen van het weer of je hormonen, om wat in je omgaat aan gemoedstoestanden en innerlijke bewegingen nauwkeurig te beschouwen en te onderzoeken wat ze met je doen. Niet in de eerste plaats de sterke gevoelsbewegingen, maar eerder de diepere, de subtielere. Brengen ze vreugde of droefenis, versterken ze je innerlijk leven of ondergraven ze het juist. Dat doe je meestal in een dagelijks gebed of meditatie, maar het kan eigenlijk altijd en overal, zelfs hier.
De goede geest zal troost brengen, je band met God te versterken, je stimuleren, de tegenwerker zal twijfel en onrust zaaien.
Zo kom je beetje bij beetje, met vallen en opstaan, op het spoor van de weg die de jouwe is. Geen grote ingevingen, al gebeuren die soms wel, maar stil afwegen en stap voor stap de weg zoeken. Stap voor stap word je contemplatief in de actie, begin je God in alle dingen te ervaren. Je mag op die diepe ervaring vertrouwen.

Het is die methode die paus Franciscus aanraadt te gebruiken om tot keuzes en beslissingen te komen in het synodaal proces. Ons de vraag te stellen wat ons drijft, door welke innerlijke dynamiek, door welke geesten we ons laten aanvuren en aan te voelen of die van onszelf of van God komt. Te onderscheiden wat tot meer leven en scheppingskracht leidt en wat ons daarvan afbrengt in alles wat we individueel en samen doen. Is het de Jezusweg of onze eigen weg? Duurzame vreugde is onze wegwijzer.
Die introspectie kan tot hernieuwde inzet leiden, of om het met Ignatius te zeggen, het zal je brengen tot “en todo amar y servir”… “In alles beminnen en dienstbaar zijn.”

Zingen we van die goddelijke geest.

 

een bron van goede machten.

Zij geeft ons moed om door te gaan,De Geest van God waait als een wind

op vleugels van de vrede,

als adem die ons leven doet,

deelt ons een onrust mede

die soms als storm durft op te staan,

geweld en kwaad durft tegengaan,

een koele bries die zuivert.

De Geest van God is als een vuur,

als vlammen felbewogen,

verterend wat aan onrecht leeft,

een gloed vol mededogen.

Een vonk van hoop in onze nacht,

een wenkend licht dat op ons wacht,

een warmt’ in hart en ogen.

In stilte werkt de Geest van God,

stuwt voort met zachte krachten,

een wijze moeder die ons hoedt,

doet mensen weer elkaar verstaan,

omgeeft ons als een mantel.

 

Marijke Koijck-de Bruijne

 

Overweging: over Jan en Lieve

Met zachte krachten stuwt de Geest van God ons voort, geeft ons moed om door te gaan, doet mensen weer elkaar verstaan. En we leren te zien waar het op aan komt, wat er toe doet. Of m.a.w. het proces van ‘onderscheiden’ dat ons net deskundig beschreven werd. Binnen de Dominicusgemeenschap is (was) de voorganger van vandaag niet de enige die thuis is in de jezuïtische spiritualiteit.  Inderdaad, Jan Rombouts en Lieve Borremans waren hier meer dan dertig jaar trouwe Dominicusgangers.

Jan werd/was Jezuïet en is vooral  ’priester’ gebleven zijn leven lang. De laatste jaren van hun leven tot hun overlijden, mocht ik dicht bij Lieve en Jan staan. Lieve overleed in 2018. Jan anderhalf jaar geleden op 22 mei 2020, in volle corona-lockdown. In augustus zou hij 89 jaar geworden zijn.

Onderscheiden waar het op aan komt; welke keuzes maak je; wat doe je wel en wat doe je niet, enz.. Het zijn vragen die je niet elke dag stelt, laat staan bij elke handeling. Gelukkig maar. Het zijn wel de vragen die je doen en laten richting geven, die de grondtoon van je leven bepalen, die je soms van koers doen veranderen of die je terugroepen op de ingeslagen weg.

Leven in de geest van het evangelie – de goede krachten van Paulus – en daarin je eigen weg zoeken ter onderscheiding. De wijze waarop Jan en Lieve net dit vorm gaven in hun leven vind ik wel zeer bijzonder en inspirerend. Niet alleen de wezenlijke stappen, de grote beslissingen in hun leven (vb. beiden verlieten een intellectueel werkmilieu om als arbeider in de fabriek te gaan werken)  maar evenzeer hun leven van alledag stemt tot overweging. Wat en wie ze ontmoetten of opzochten in hun leven, de aandacht voor de armsten en de kleinsten kwam steeds op de eerste plaats. Eigenwaan of iemand een kwaad hart toedragen, afgunst, jaloezie of gekonkel en meer van dat soort dingen die Paulus benoemt waren hen onbekend. Let wel: niets menselijks was hen vreemd. De ene dag was de andere niet altijd. En Lieve had het wel eens moeilijk met de extreme soberheid van Jan (was ook spraakmakend !) Maar alles wat ze deden – of niet deden – was doordrongen van hun diep geworteld vertrouwen en geloof in God, die nabije en levengevende Aanwezigheid. Beiden, zowel Jan als Lieve, leefden met het evangelie. Ze legden dagelijks hun leven op de bijbel. En naast die bijbel lag de dagelijkse krant.

Iets wat mij bijzonder trof was de wijze waarop Jan zijn laatste jaren in het Woon- en Zorgcentrum zin en inhoud gaf. Het was niet zijn gedroomde plek. Hij wist de tekortkomingen scherp te benoemen en zag waar de noden waren. Wat hij ervoer sprak hij ook uit tegen directie, hoofdverpleging, arts of toevallige bezoeker. Niet voor hemzelf, dat deed er niet toe, maar wel voor zijn medebewoners, voor de mensen die niet gehoord werden, o.w.v. hun waardigheid – de waardigheid van élke mens. Zijn opmerkingen werden niet altijd gehoord, laat staan opgevolgd, maar hier en daar heeft Jan een steen verlegd in de dagelijkse zorg of minstens mensen tot nadenken aangespoord.

Af en toe blader ik in de nagelaten notaboeken en bundels brieven van Jan. Hele geschriften met overwegingen over allerlei toestanden in de wereld, dichtbij en veraf. Helder maar wel uitvoerig, degelijk gedocumenteerd en steeds in schoonschrift. Vaak ook met precieze vragen naar info om iets beter te kunnen begrijpen. Brieven naar vakbondsmensen, ministers, bisschoppen maar ook naar goede vrienden, familie en zijn geliefde Lieve. En in deze schriftjes noteerde hij ook zijn gesprekken met God, met Jezus.

Wat mij daarin opvalt en raakt is de vreugde die telkens weer naar boven komt. Een diepe vreugde van liefde en leven en het vertrouwen in de weg van Jezus. Vanuit dagelijkse meditatie en gebed heeft Jan zijn weg gevonden, stap voor stap naar duurzame vreugde. Aan het slot van een brief uit Palestina, op een zachte zomeravond, lees ik het volgende: “De zachtheid van deze Oosterse avonden is oeverloos. Het herkauwen van het evangelie bevestigt grondig mijn fundamentele keuze. Tot weldra …”

Van Jan Rombouts over Dominicus naar het synodaal proces of andersom … Zouden we ?

Ook Dominicus heeft deel aan die grote gemeenschap van mensen die gedreven worden vanuit een diep geloof en vertrouwen om van deze wereld een waardige plek van leven te maken, waar iedereen gezien en gekend wordt.

Kunnen we vanuit het goede dat we hier ervaren mensen tegemoet komen in hun noden en verlangens?

Kunnen we door de vreugde die het samenzijn rond woord en tafel ons biedt het verschil maken in de buurt, in de stad?

Kunnen we de levengevende krachten die we hier met elkaar delen ook buiten deze gemeenschap delen met mensen, de minsten en de kleinsten eerst ?

Stof tot nadenken en om straks uit te wisselen in de vrije inbreng.

Maar laten we eerst bidden opdat de Geest van God ons mag aanvuren en richting geven.

 

Kom, Schepper, Geest ontsteek jouw vuur,

in ons gedoofd door tijd en duur,

door woorden hol en leeg gemaakt,

door beelden los van jou geraakt.

 

Herstel in ons die oude kracht

die mensen tot bezieling bracht,

die hen deed gaan waar niemand ging,

die groot noemt wat nog heet gering.

 

Herleef in ons met jouw geloof,

die tegenkracht van mensenroof,

die roept om solidariteit,

om leven dat geen aandacht krijgt.

 

Herschep in ons dat oude woord

misbruikt voor oorlog, broedermoord;

die Naam van God hier ooit ontstaan

vanwege land dat moet bestaan.

 

Herneem daarom jouw oudste recht:

sta op in ons als minste knecht,

die mens die om de ander geeft,

misschien voor hem zijn leven geeft.

 

Jan van Opbergen.

 

 

Dominicaanse Zegenwens

 

Moge God de Vader ons zegenen

moge God de zoon ons heel maken

moge de Heilige Geest ons verlichten

en ons ogen geven om mee te zien

oren om mee te horen

en handen om Gods werk mee te doen

voeten om mee te lopen

en een mond om woorden van verlossingen te preken

en moge de engel van de vrede over ons waken

en ons tenslotte leiden door Gods genade

tot in het eeuwig koninkrijk

Amen.

 

Blijf verbonden met de gemeenschap van Dominicus Gent:
via de nieuwsbrieven: https://www.dominicusgent.be/nieuwsbrief/
via Facebook ( https://www.facebook.com/Dominicus-Gent-324436994242688/)
Abonneer u nu op ons Youtube-kanaal ( https://www.youtube.com/channel/UCBCXMCRb0cNw8Dd3tMc9elQ)

Indien u meent dat voor een bepaald object het auteursrecht van de auteur of zijn/haar erfgenamen, of het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met ons zodat de situatie kan worden rechtgezet.