Kiezels in je schoenen (vastenviering 3)

Dominicus Gent
Viering van zondag 04 maart 2018 
Kiezels in je schoenen (vastenviering 4)
Jacobs gevecht

 

Welkom allemaal op deze koude (maar ook zonnige) zondag. Een derde zondag op onze weg naar Pasen, met enerzijds grote stenen die zoekende mensen de weg wijzen, maar ook met veel kiezels die ons alert houden, die dwingen stil te staan.
Laten we ons warmen bij elkaar en bij vuur met eeuwigheidswaarde. We steken de Paaskaars aan.

En zingen wij samen dit drempelgebed:

Gij die ons roept, ons zoekt en wilt kennen,
wek ons tot leven.
Gij die ons leven ten goede wilt keren
sta ons voor ogen.
Doe ons elkaar zien zoals Gij ons ziet.

 

Jacobs worsteling

In de eerste Bijbelboeken is God vaak een stem die mensen aanspreekt en op weg zet: “Abraham, trek weg!”, “Mozes, ga naar farao!”, “Jona ga naar Nineve!”…. Sommigen doen wat gevraagd wordt. Maar het zijn niet de minsten die niet gehoorzamen, die niet willen horen en op de vlucht slaan. Denk maar aan Jona die naar Spanje wil en in de walvisbuik terecht komt. Of aan de uitvlucht van Mozes: ik kan niet goed spreken, stuur mijn broer naar farao…

‘Wij die niet horen, vluchten en zwijgen, wek ons tot leven. Die aan ons vasthoudt ons leven ten goede: sta ons voor ogen’.
Bijbelse familiegeschiedenissen zijn herkenbaar. Ze kunnen tot leven wekken, ons voor ogen staan om een leven ten goede te keren. Als een kiezel in je schoen kunnen ze ambeteren en beletten het leven te leven als vanouds. Er moet en kan iets nieuws gebeuren.

Vandaag staan we stil bij zo’n kiezel uit Genesis.

In de Jakob-verhalen worstelt men constant: Isaak en Rebekka worstelen met dreigende kinderloosheid. Eens die is afgewend ruziet de op komst zijnde tweeling in de moederschoot. Bij de geboorte houdt de jongste de hiel van de oudste vast en wordt Jakob genoemd, wat iets betekent als ‘hielenlichter’.
Wat verschillen de broers van elkaar: Esau, jager, buitenmens, leeft van dag tot dag zonder interesse voor tradities als zegen en eerstgeboorterecht. De jongste blijft liever dicht bij huis en is een moederskindje. Jakob is gehoorzaam, toont weinig initiatief maar blijkt een bedrieger wanneer hij op moeders advies het eerstgeboorterecht én de vaderlijke zegen van de oudste afsnoept. Daar komt familieruzie van.
Jakob vlucht naar het buitenland voor de woede van Esau. Bij oom Laban wordt de bedrieger zelf bedrogen, o.a. wanneer hij in het huwelijksbed de oudere Lea krijgt in plaats van de begeerde Rachel waarvoor hij nog eens zeven jaar zal werken.
Bij de geboorte van een zoveelste zoon steekt het verlangen naar zijn familie, zijn broer en zijn land de kop op. Jakob wil terug, wil schoon schip maken. Maar hij is bang voor de ontmoeting en de woede van zijn broer. Hij bedenkt strategieën. Eerst diplomatieke: geschenken naar zijn broer sturen. Vervolgens smeken tot God: ‘Red mij uit de handen van mijn broer, ik vrees dat hij ons zal aanvallen en iedereen en mij zal doden’. Tenslotte bereidt hij zich voor op een gewelddadige confrontatie en verdeelt zijn kudde en gevolg over twee kampen.
Op het moment dat de ontmoeting met Esau onafwendbaar is, op het moment dat Jakob het beloofde land binnen zal gaan… gebeurt het volgende

(Gen 32, 23-32)
Maar tijdens die nacht stond hij op en stak met zijn twee vrouwen, zijn twee slavinnen en zijn elf kinderen het wed van de Jabbok over. Toen Jakob hen met zijn bezittingen over de rivier gebracht had, bleef hij alleen achter. En een man worstelde met hem, tot het aanbreken van de dageraad. Toen de man gewaar werd dat hij Jakob niet aankon, stootte hij hem bij de worsteling boven tegen de heup, zodat die ontwricht werd. Daarop zei de man: `Laat mij gaan, want de dageraad is aangebroken.’ Maar hij antwoordde: `Ik laat u niet gaan, wanneer gij mij niet zegent.’ Hij vroeg: `Hoe is uw naam?’ Hij gaf ten antwoord: `Jakob.’ Toen zei hij: `Voortaan zult gij geen Jakob meer heten, maar Israël, want gij hebt met God gestreden en met mensen en gij hebt hen overwonnen.’ Nu vroeg Jakob: `Maak mij uw naam bekend.’ Maar hij zei: `Waarom vraagt ge naar mijn naam?’ Toen gaf hij hem ter plaatse zijn zegen. Jakob noemde die plaats Peniel, `want – zo zei hij – ik heb God gezien van aangezicht tot aangezicht, en ik ben toch in leven gebleven.’De zon ging op, zodra hij Peniel voorbij was. Sindsdien was hij mank aan zijn heup.

Al spreekt de tekst van ‘een man’ die met Jakob worstelt, het is duidelijk dat het om God gaat. Jakob krijgt nl. de naam ‘Israël’, wat iets betekent als: ‘Hij die met God strijdt’. En Jakob noemt de worstelplaats Peniel: ‘God zien van aangezicht tot aangezicht’.

We proberen enkele sleutels om de verdere betekenis van dit worstelverhaal te ontsluiten en de dynamiek ervan in ons leven te herkennen.
– Ten eerste de worstelplaats: Jakob staat bij de grensrivier Jabbok, de grens met het beloofde land. Hij vlucht nog steeds voor een confrontatie van aangezicht tot aangezicht, denk maar aan de strategieën die hij bedacht. Zolang hij niet de verantwoordelijkheid opneemt voor het verleden noch het aangedane onrecht herstelt kan hij het beloofde land niet binnengaan. Eerst moet hij die confrontatie met zichzelf, God en zijn broer aangaan.
– Die ontwrichte heup is een tweede sleutel. Een heup staat nl. symbool voor betrouwbaarheid en eerlijkheid. God legt zijn vinger op een wonde die Jakob liever niet wil erkennen en wil vergeten. God rijt de oude wonde van zijn bedrog open.
– Daarop vraagt God naar zijn naam. Jakob worstelt met de waarheid. Het uitspreken van die naam is een bekentenis: Ja, ik ben Jakob, de hielenlichter, de bedrieger.
– Jakob gaat een weg ten goede: van gehoorzaamheid naar verantwoordelijkheid, van moederskindje naar zichzelf-zijn. Die weg begon bij de beslissing naar Kanaän terug te keren, vervolgens door de waarheid over zijn verleden onder ogen te zien en zijn beschamende naam voor God te noemen.
Nu is het Jakobs beurt om God niet los te laten vooraleer die hem zegent met een nieuwe naam: Israël, ‘hij die strijdt met God’. In het verleden hield je Esau’s hiel vast, in de toekomst zal je God vasthouden. Jij laat hem niet los, hij zal jou niet loslaten. Laat Esau maar los zodat je God kan vasthouden.
De worsteling verandert Jakob wezenlijk. De volgende dag gaat hij Kanaän binnen als een andere man dan die welke 20 jaar eerder vluchtte.
– De laatste betekenisontsluiting ligt in de verzoening met zijn broer Esau. Die valt ineens makkelijk, ze zijn geen rivalen meer want de bestemming/roeping van Israël is anders dan die van Esau. Esau -voorvader van de Edomieten- symboliseert wereldste macht terwijl Israël geroepen is tot verantwoordelijkheid.

Niets menselijks is Jakob vreemd, hij is een personage om van te houden. Hoe moeilijk is het om verantwoordelijkheid op te nemen voor onrecht, voor fouten die je begaat, voor kwetsuren die je anderen aandoet. Hoeveel makkelijker lijkt het om weg te kijken. Hoe knagend is het gevoel dat enkel een pijnlijke confrontatie verlossing kan brengen. Jakobs pijnlijke nachtelijke worsteling symboliseert het moeilijke van de roeping tot verantwoordelijkheid.
Marianne Moyaert schrijft bij dit verhaal “Ik houd van de God van Jakob omdat Hij van Jakob houdt. Jakob is geen heilige en toch ziet God hem graag. Jakob bedriegt, maar God (…) laat hem niet los, laat hem niet alleen maar laat hem ook niet begaan. God geeft zich niet enkel te kennen in de mooie momenten maar ook in de moeilijke, de donkere”. Crisis brengt op het spoor van God. Worstelen is een toegang tot en een verdieping van de relatie met God en de ander”.  (Bronnen: o.a. Marianne Moyaert, Van vlucht tot verantwoordelijkheid in Christophe Brabant & Marianne Moyaert (red.) Worstelen met het Woord. Tegendraadse Bijbellezingen. Pelckmans/Klement, 2009.)

Waar en wanneer gaan wij de verantwoordelijke weg naar een leven ten goede? Aan welke grens, welke Jabbok houden wij halt om de kiezels in onze schoen te bekijken, onze schamelheid en kwetsbaarheid onder ogen te zien, de worsteling aan te gaan?

 

   Jacobs gevecht

Marie-Ann heeft de worsteling van Jakob in zijn bredere context geplaatst. Ik ga inzoomen op het nachtelijk gevecht van Jakob met de man. En ook vertellen waarom dit verhaal mij zo aangrijpt. Wat het verhaal over de worsteling met mij doet. Het gevecht is een verhaal op zich. Een ballet van betekenissen.
Het is een nobel gevecht. De beoefende stijl in het verhaal is zonder twijfel de Grieks-Romeinse stijl. Geloof me, ik ben een expert. Met gereglementeerde grepen tracht men de tegenstander met beide schouders tegelijk op de grond te krijgen. Er mag niet geslagen of geschopt worden. Alleen grepen van het hoofd tot de heupen zijn toegestaan. En je mag geen pijn of kwetsuren veroorzaken. Ik vind het een heel intieme sport. Je houdt elkaar in de greep. Je laat niet los. Je ruikt elkaars zweet. Je tast de sterke en zwakke kanten van je tegenstander af. Je voelt zijn hete adem in je nek. Je wordt één met het lijf van de tegenstander.
Het gevecht in het verhaal duurt al uren en het begint de man op de heupen te werken. De overwinning is niet zeker. Plots haalt hij een gemene truc boven en hij raakt Jakob stevig in de heup. Een scheidsrechter zou de man wellicht diskwalificeren. Maar er is geen scheidsrechter. Verder worstelen heeft geen zin. Ontwricht laat Jakob hem toch niet los en vraagt om zijn zegen. Jakob is dezelfde niet meer. Hij heeft zijn kwetsbare kant ontdekt, maar hij is overeind gebleven. Elke gezette stap zal op zijn heupen blijven werken als een herinnering aan het nachtelijke gevecht. Net zoals een kiezel die onderweg in je schoen terecht kwam. En waar je veel te lang mee bleef doorlopen. En waarvan je de pijn nog voelt, lang nadat je de kiezel uit je schoen hebt geschopt. De manke heup is de herinnering aan het kantelmoment.
Daarom vind ik dit zo een aangrijpend vastenverhaal. Het is een verhaal over verandering, over transitie. Vasten is een tijd voor verandering. Maar dat gaat niet vanzelf. Een beter mens word je niet vanzelf. Het is telkens een worsteling waar je nooit ongeschonden uit komt. En toch is het een gezegende ervaring. Dan pas kan je grenzen oversteken, grenzen verleggen.

Ik vind die worsteling voor mezelf zo herkenbaar. En ik wil graag zo’n worstelmoment delen. Wat ik hoor over de Islam in de media is heel dikwijls verbonden met geweld en extremisme. Alsof Europa in oorlog is met de Islam… Ik had het niet zo hoog op met de Islam. Ik voelde me onwennig wanneer ik moslimmeisjes met een hoofddoek op straat zag lopen. Maar ik realiseerde me wel dat dit vooral het gevolg was van vooroordelen en een gebrek aan persoonlijke ontmoetingen. Rationeel besefte ik wel dat deze gedachten verkeerd waren. Het is zo. Ik worstelde daar mee. En eerlijk? Het overvalt me soms nog. Als ik op zondagmorgen door de Wondelgemstraat rij bijvoorbeeld…

Bij Victoria Deluxe ontmoette ik voor het eerst moslimmensen. Die enkele contacten vergden van mij een grotere stap. Victoria Deluxe werd voor mij de plek van de worsteling.
Sinds twee jaar werkt Tourad Kane, één van de kunstenaars bij Victoria Deluxe, aan de documentaire “MIJN WEG“. Tourad is moslim en zo zwart als de nacht waarin Jakob worstelde. Hij volgde zestien Gentse jongeren met een moslimachtergrond. Zij voelen de impact van de negatieve beeldvorming van de Islam en moslimjongeren in media en maatschappij. Alle zestien willen ze een antwoord bieden op deze tendens. En alle zestien willen ze een inspiratiebron zijn voor andere jongeren.
De documentaire nodigde me uit om even mee te lopen op hun pad. Maar het is meelopen met een kiezel in de schoen en een manke heup. Ik heb intussen de twee delen van de documentaire gezien. Het bekijken ervan mondde uit in een nieuw kantelmoment. De moslimjongeren hebben mij in de heup geraakt en ik heb een grens verlegd. Misschien heb ik die nog niet helemaal overgestoken. Maar ik voel me wel gezegend door die jonge moslim-Gentenaars.

Ik ben een visuele mens, daarom krijgen jullie een kaartje mee. Veel kunstenaars lieten zich inspireren door de worsteling van Jakob. Delacroix, Rembrandt, Gaugin, Leloir, Chagall, Doré,… Het kunstwerk op het kaartjes is van Friso ten Holt en van de barokkunstenaar Carlo Maratta. Hier is de worsteling nog bezig. Het is nog zoeken naar de zegen. Wat ik ervaar komt voor mij hier sprekend tot uitdrukking. De achterkant van het kaartje is leeg. Er is alleen de verwijzing naar de tekst uit Genesis. En wat plaats om op een rustig moment – thuis of ergens anders – je gezegende worsteling neer te schrijven.