Kerstmis 2014

Dominicus Gent

Kerstviering 2014

Welkom en een Zalig Kerstfeest aan elk van jullie, samengekomen om hier met elkaar kerstmis te vieren.

Vieren kan je pas als je niet alleen samenkomt om iets van lang geleden te herdenken, om wat er toen gebeurd is en dat een belangrijk moment geweest is voor jou, terug op te roepen. Het is pas echt vieren als dat moment ook vandaag nog waardevol is, iets betekent…en dus zijn we op zoek gegaan wat kerstmis ons vandaag nog zegt.

We vieren vandaag het moeilijk te bevatten iets dat God ons nabij gekomen is in een weerloos kind. We steunen hiervoor op de verhalen uit het evangelie, wel beseffend dat we daar geen biografie te lezen krijgen, wel dat mensen God ontmoet hebben in Jezus en dat ze geprobeerd hebben wat dit met hen gedaan heeft in hun taal en cultuur te verwoorden. Aan ons om deze ervaring naar vandaag te vertalen…

Een ding is zeker: in het leven van Jezus is meer dan duidelijk de zorg van God voor de meest kwetsbare duidelijk geworden… Én dat we mogen hopen dat er, hoe duister het ook is, mensen zullen opstaan om licht te brengen, om in Gods naam op te staan.

Steken we de Paaskaars aan, als symbool voor het licht dat kwam en als symbool voor het leven van Jezus van Nazareth waarin iets van God zichtbaar werd. En de kaarsjes van de adventskrans: de kring van wachten en uitzien is vandaag rond.

En we openen de paraplu van Welzijnszorg, als symbool van onze zorg voor kwetsbare mensen.

Het uitzien naar de komst van Jezus wordt in tal van liederen uitgezongen. Een ervan zingen we nu: O kom Emmanuel blad

Lezing Lucas 1, 1-20
In die dagen kondigde keizer Augustus een besluit af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. Deze volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië. Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. Omdat Jozef van David afstamde, ging hij van de stad Nazareth in Galilea naar Judea, naar de stad die Bethlehem heet. Daar zou hij zich laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was. Terwijl ze daar waren, brak het uur van haar bevalling aan. Ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in de herbergen van de stad.
Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het open veld; ze hielden de wacht bij hun kudde. Opeens stond er een engel bij hen en werden ze omgeven door het stralende licht van de Heer. Ze schrokken hevig. De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik breng jullie goed nieuws dat bestemd is voor het hele volk: heden is in de stad van David voor jullie een redder geboren. Hij is de Messias, de Heer. En dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden in een doek gewikkeld, een kind in een voederbak.’ Opeens plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden: ‘Eer aan God in de hemel en vrede op aarde voor alle mensen.’
Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: ‘Kom, laten we naar Bethlehem gaan om te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt.’ Ze gingen op weg en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag. Toen ze dit zagen, vertelden ze wat hun over dat kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders vertelden. Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken. De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden.

Overweging

Je kunt er niet omheen. De opgeklopte kerstsfeer waar ik zelf wat misselijk van word. Met het “ ge sjingle bell “ en andere liedjes. Loop door één of andere winkelstraat en de kersttaferelen komen je tegemoet. Ook al lijkt bij velen die kerstversiering meer op een winterlandschap dan op een kerststal. Die kleine Jezus is er zelden nog te vinden.
Maar gelukkig kan je hier of daar een kerk binnenstappen om te genieten van een prachtige kerststal. Of hebben jullie er thuis ééntje staan. Die beelden in de stal hebben een eigen boodschap. Ze verwijzen naar een andere realiteit, een realiteit die misschien wat ongemakkelijk is. Ook vandaag is christus te vinden in een stal. Onze kinderen zullen straks die stal aankleden en bevolken.

Hoe kan Kerst een betekenis hebben voor ons allemaal? Maria en Jozef op weg…. Het lijkt wel vruchteloos, want geen plaats in de herberg. Dan duikt plots de grote duisternis op. Helaas lijkt het wel eens op ons, op mijn verhaal. In donkere momenten van ziekte, van groot verdriet, van het niet meer zien zitten, … heeft niets nog de schijn van een nakende geboorte. Grote bezorgdheid omwille van de onzekerheid, hoe gaat dit aflopen? Is er wel een toekomst, een lichtpunt? “ ik zie licht in de duisternis – het einde van de tunnel is in zicht “. Uitdrukkingen om te vertellen dat er iets positiefs kan gebeuren. Gelukkig ook, dat geeft me kracht.

Uit het dagboek van Jozef:
Die adviezen van mijn broer… ik zou er iets van krijgen. Enkele dagen voor we vertrekken, zegt hij: “hier, gebruik ons lastdier maar, je zult het nodig hebben” Hij legt ons de route uit, de plaatsen om te overnachten en dan helemaal op het eind, zegt hij … “Naar Bethlehem is normaal gezien twee weken maar in jullie situatie zou ik zeker een extra week rekenen.” Hoe hij dat zegt …. “in jullie situatie…” , hoe hij dan wegkijkt, zijn best doet om niets te zeggen over Maria, over haar zwangerschap. Alsof ik mij niet genoeg schaam, alsof ik vergeten ben mij te verontschuldigen. (…)
We zijn nu op één dagreis van Jeruzalem. Daarna de stad door naar de Zuidpoort en dan nog zes uur. Maria houdt zich sterk maar ik weet het niet. Wat doen we als de weeën komen…? Ik weet het niet. Waarom kunnen we niet hier in de grote stad overnachten, hier waar er de voorzieningen zijn?

Want zelfs al zegt het verstand dat het gaat mislukken, dat je gezondheid het laat afweten, dat je kinderen niet goed terechtkomen, dat we ons grote zorgen maken, dan toch is leven mogelijk, zeggen de Bijbelverhalen… Die verhalen geven ons hoop, het kerstverhaal is zo’n verhaal bij uitstek: er zijn nog mogelijkheden, ook al zien we ze niet. In onze Dominicus- gemeenschap proberen we dit te leven en te vieren, de hoop voor velen. Een gemeenschap die je niet loslaat, die je draagt over alles heen. Je samen gedragen weten wordt hier uitgezegd en uitgezongen, in elke viering. Voor Hem en voor elkaar zijn we de moeite waard om verder op weg te gaan.

Wat ik hier vertel, wordt op wonderlijke wijze verhaald en verbeeld in dat onverwoestbare kerstverhaal. Ik neem jullie even mee in dat verhaal :

De os en de ezel; deze dieren zijn in de loop van de geschiedenis opgedoken in het verhaal, maar onwaarschijnlijk is het niet dat ze er waren. Dieren die beschutting zoeken en krijgen. En die op hun beurt warmte geven aan dat kleine kind. Uit onverwachte hoek… Dat weten en ervaren is een hele geruststelling. Op moeilijke momenten kunnen we wat warmte, een hand, een liefdevol gebaar, een blik gebruiken om ons te zeggen: het komt goed.

Wie is de herbergier die geen plaats aanbiedt? Ik die gehaast ben om tijdig aan de feesttafel te zitten. Voorbij loop aan al diegenen die vandaag geen plaats vinden, en enkel beschutting hebben van wat oude kartonnen dozen. De herbergier staat model voor de onverschillige, harde wereld waarin macht, geld, succes wel een plaats vinden en op een warm applaus mogen rekenen. Of is hij de huiseigenaar die selectief zijn huurders kiest.

Herders en hun kudde: een ruw, hoekig volkje, uitschot voor die tijd. Vandaag: mensen met een “verleden“ waar we liever omheen lopen. Ik heb er niets mee te maken. Te gevaarlijk voor mijn eigen reputatie. En juist zij komen toch wel op bezoek. Die kleine Jezus vindt het blijkbaar geen probleem. Met andere woorden: hij daagt ons uit hetzelfde te doen.

Terwijl er vandaag nog steeds Herodussen rondlopen die kinderen blijven vermoorden. Beelden van de vele conflictgebieden in de wereld raken ons wel, maar ik voel er vooral de machteloosheid bij. Het weten en niets kunnen doen…. of is dat te goedkoop? We worden telkens wanneer we hier samenkomen opgeroepen, tegen beter weten in, dat het goed kan komen. Soms tegen de stroom in, een kleine steen verleggen. Als dàt niet onze uitdaging is om met gelijkgezinden stappen van verzet te maken.

Jozef: de man die opgeroepen en uitgedaagd wordt zijn verantwoordelijkheid op te nemen. Niet op de vlucht voor…. Maar ter ondersteuning mee voor de goede zaak doet wat verwacht wordt.

Maria: niet alleen het lief en teder vrouwtje, maar een vrouw met pit. Opgeroepen om te voltooien wat in haar is wakker gemaakt, wat in haar is opgeroepen. Zij biedt mij de zekerheid dat in al dat verborgen leed van mensen, die ziek zijn er toch, ondanks alles, hoop kan zijn.

Uit het dagboek van Maria:
Hoe het gaat de laatste dagen…. Wonderlijk. Soms heb ik koorts, ’s nachts kan ik nauwelijks slapen; overdag ben ik doodop; Jozef is bij momenten erg zenuwachtig. Maar dat is allemaal van buiten. Van binnen is het zo anders. Ik voel een gloed, een stilte, een verlangen ook… Mijn nicht heeft dat aangevoeld. Het wordt een bijzondere zwangerschap, zei ze, het wordt een bijzonder kind. Ik word gewaar wat ze bedoeld heeft. Ik moet helemaal niets doen, het kind toont mij de weg. Vreemd dat ik niet bang ben. Ik ben helemaal niet bang. Zelfs Jozef begint het te merken… misschien is het besmettelijk. Hij wordt rustiger als hij naast mij loopt.

Waar herkennen we de kleine Jezus vandaag? Misschien herken je hem aan zijn oosters uiterlijk. Hij speelt tussen blanke en vreemde kinderen die door elkaar lopen. Je ziet hem soep bedélen, hij die weet wat het is om in nood te zijn. Hij verstaat de man of vrouw die naar een buurthuis komen, niet enkel voor een warme maaltijd, maar voor de warmte en vriendschap. Je ziet hem kijken naar de zoekers van onze tijd. Ondanks hun volle handen van het shoppen, lijkt het alsof ze blijven zoeken.

Christus in onze stad, in onze wereld, vandaag. Weet wel: zijn echte stal staat meestal verborgen. Niet in kerken of winkelstraten of bij die een kerstboom. De echte stal waar hij woont, staat op de plaats waar zijn liefde verder gaat. Christus Jezus Emanuel – de mens waar we God het best leren kennen.
Dat die mens gekomen is, dat willen wij vieren….. we zingen het lied “Uit uw hemel zonder grenzen”

Aanbrengen van de kerststal

Welkom aan de kinderen en hun begeleiders. Ook zij hebben nagedacht over Kerstmis. En traditiegetrouw brengen ze de kerststal en de beeldjes naar voor, zodat de symbolen van kerstmis hier zichtbaar zijn.

Een kind leest:
De mensen die over Jezus schreven, wilden ons iets belangrijks vertellen. Kerstmis was het begin van Jezus’ leven en daarin moest je al zien wat belangrijk is.
De kerststal:
alle plaatsen waar mensen elkaar beschutting bieden, hoe schamel ook.
De os en de ezel:
zij tellen helemaal niet mee, maar toch geven ze warmte en nabijheid waardoor het leefbaar wordt in de stal.
Maria en Jozef:
zij tonen ons dat, als je je hart volgt en openstaat voor de droom van God, er wonderen kunnen gebeuren.
Jezus:
de mens waar we God het best leren kennen
Herders:
dat zij de eersten zijn die op bezoek komen, laat zien dat elk mens iemand waardevol is in Gods ogen, zelfs zij die normaal gezien niet meetellen .
Engel:
de boodschapper komt altijd als er iets belangrijks gaat gebeuren in de Bijbelse verhalen.
Ster:
als we goed opletten dan zien we soms tekenen die ons de weg wijzen, die ons tonen waar het belangrijkste te vinden is.
De kerstballen:
als we feest vieren is er ook versiering nodig: dat is iets wat elk van ons kan doen: mee helpen om het feestelijk te maken.

Zo, na een jaar lang rust zijn de beeldjes er weer. Niet zomaar een versiering, een traditie. Deze beeldjes roepen ons op om telkens weer te zien, om te zoeken waar het wonder van Kerstmis in onze tijd opnieuw gebeurt. Daar waar kwetsbaarheid omgevormd wordt in kracht, waar uitzichtloosheid gedragen wordt en kan keren in hoop.

Inleiding tafelgebed

Op deze bijzondere dag mogen we samen aan tafel gaan.
We vieren het feest van het Licht, “Emanuel – Ik zal er zijn” is mens geworden. “Hij van al zo hoge” is hier, hij is nu, hij is hier bij ons. Twintig eeuwen doen we dit al, keer op keer. Wij delen het brood, we delen de wijn. We maken de kring ruimer dan ons kleine bange hart. We zeggen en zingen, aan U komt de eer toe. Jij bent er ook als we u niet zoeken; je bent er zelfs als we u onmogelijk maken. We vieren uw nieuwe wet en uw nieuwe boodschap: dat uw vrede groter is dan onze goede wil. Dat uw vrede eerder is, dieper is, breder is dan wat wij doorgaans kunnen zien. Kom Emanuel, open onze ogen en red onze bange, lieve aarde.
We steken de kaarsjes aan… We gedenken zij die geleefd hebben, we denken aan onze dierbaren. We denken aan de mensen die zich inzetten dichtbij en veraf en we ontsteken het kaarsje uit Afrika meegebracht, symbool van verbondenheid met de grotere kring …
We gaan aan tafel en zingen het tafelgebed: Die naar menselijke gewoonte…

De laatste avond van zijn leven gaf Jezus aan zijn leerlingen een teken, om niet te vergeten waar het op aan komt.
Hij nam brood in zijn handen, brak het en deelde het uit met de woorden: neem en eet
hiervan: dit is mijn lichaam.
Hij nam ook een beker met wijn, zegende hem en deelde hem rond met de woorden; drink uit deze beker,dit is mijn bloed een teken van het nieuwe verbond .
Weet dat, telkens je je leven breekt en deelt, mijn leven, het Leven verder gaat, sterker dan de dood.

Zegening

We willen u graag naar huis sturen met een bijzondere zegen: de Metta Suttha. Wanneer Boeddhistische leerlingen hun leraar vragen hoe ze moeten leven, wordt dikwijls deze tekst gebruikt. Een beetje zoals wij het Onze vader bidden, de woorden waarvan we zeggen dat Jezus ze zelf gebruikte. In de Metta Sutta vertellen de Boeddhisten hoe je verlichting bereikt. Dat is geen individueel streven, geen huzarenstuk van het ego. “Mogen alle mensen gelukkig zijn”, herhaalt de tekst. Het pad naar verlichting en naar vrede is niet zozeer een beweging naar binnen, het is een beweging naar buiten. De beweging loopt via het hart dat gaandeweg groter wordt. Het hart doet het IK smelten en verbindt ons met de wereld.

“Wie vaardig is in het goede en het pad der vrede kennen wil,
dient het volgende te doen: Laat hem bekwaam en eerlijk,
oprecht en zachtmoedig zijn, bescheiden en niet verwaand
tevreden, met weinig behoeften, gematigd, met weinig plichten,
mogen alle wezens gelukkig zijn! Zo wenst hij geluk en vrede toe,
aan elk levend wezen dat bestaat: zwak of sterk, zonder uitzondering,
lang, groot of middelmatig; kort, klein of van grote omvang.
Zowel zichtbaar als onzichtbaar, zowel ver weg levend als dichtbij,
zowel geboren als nog niet geboren: mogen alle wezens gelukkig zijn!
Zoals een moeder haar enig kind met haar eigen leven beschermen zal:
Zo dient men voor alle wezens een grenzeloos hart te cultiveren.
En met liefde voor de gehele wereld, een grenzeloos hart te cultiveren.
Naar boven, naar beneden en om zich heen: onbelemmerd, liefdevol en vredig.”

Slotlied

We delen nu enkele muziekinstrumentjes uit – we willen de vrede van Kerstmis ook samen uitzingen – samen met de kinderen:  Midden in de winternacht…