Geboorte die niet mogelijk is… (4e zondag advent)

Dominicus Gent
Viering van zondag 21 december 2014

Geboorte die niet mogelijk is…

(4de zondag van de advent)

 

Van harte welkom in deze donkerste tijd van het jaar, tevens een donkere week waarin een bende mannen in een school in Pakistan een bloedbad aanricht, een bloedbad waarbij meer dan 100 kinderen de dood vinden. Wat voor een wereld is dit?
Er is veel licht nodig om daar tegenop te wegen.

Maar we steken toch de paaskaars aan en de vier kaarsen van de adventskrans…

Vriendelijk licht,
Weeg op tegen duisternis,
Hernieuw ons verlangen naar vrede en recht voor deze wereld,
Spoor ons aan vertrouwvol licht te blijven brengen waar duister heerst
Vriendelijk licht,
Verwarm onze harten,
Verlicht onze wegen,
Maak onze handen vaardig,
Dat we duisternis in en rondom ons doorbreken.

 

 annunciatie  Aankondiging van de geboorte van Jezus (Lucas 1, 26-45)

[26] In de zesde maand werd de engel Gabriël door God gezonden naar een stad in Galilea, met de naam Nazaret, [27] naar een maagd die verloofd was met een man genaamd Jozef, die uit het huis van David stamde; haar naam was Maria. [28] De engel trad bij haar binnen en zei: ‘Verheug u, begenadigde, de Heer is met u.’ [29] Zij raakte geheel in verwarring door wat hij zei en vroeg zich af wat deze begroeting te betekenen had. [30] Maar de engel zei: ‘Schrik niet, Maria, u hebt genade gevonden bij God. [31] U zult zwanger worden en een zoon baren, die u de naam Jezus moet geven. [32] Hij zal een groot man zijn, en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd. God, de Heer, zal Hem de troon van zijn vader David geven. [33] Hij zal eeuwig koning zijn over het huis van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.’ [34] ‘Maar hoe moet dat dan?’ zei Maria tegen de engel. ‘Ik heb geen omgang met een man.’ [35] De engel antwoordde haar: ‘Heilige Geest zal op u komen en kracht van de Allerhoogste zal u overdekken. Daarom zal het kind heilig genoemd worden, Zoon van God. [36] Bovendien, ook Elisabet, uw verwante, is op haar oude dag zwanger van een zoon; zij werd onvruchtbaar genoemd, maar zij is al in haar zesde maand. [37] Want voor God is niets onmogelijk.’ [38] Toen zei Maria: ‘Ik ben de dienares van de Heer; laat met mij gebeuren wat u gezegd hebt.’ Toen ging de engel van haar weg.

[39] Kort daarop reisde Maria in grote haast naar het bergland, naar een stad in Juda, [40] waar ze het huis van Zacharias binnenging en Elisabet begroette. [41] Toen Elisabet de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot; ze werd vervuld met de heilige Geest [42] en riep luid: ‘De meest gezegende ben je van alle vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot! [43] Wie ben ik dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt? [44] Toen ik je groet hoorde, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. [45] Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan.’

Lied: Schoot die niemand draagt…

Overweging: geboorte die niet mogelijk is…

Het lijkt, zoals het verteld wordt, een onmogelijk verhaal, de zwangerschap van Maria. Zo bekend, en vaak aan de kant geschoven als een beetje lachwekkend, met dat rare overschaduwen van de Heilige Geest. Of gerecupereerd door een kerkelijke traditie die van haar een soort supermaagd wil maken, ver van alle seksualiteit. Maria Goretti is ook zo gerecupereerd: een meisje van 11 dat door de man die haar wilde verkrachten, werd neergestoken omdat ze zich verzette. Maar een zwangerschap is iets heel kwetsbaars, en een verkrachting is een gruwel, laten we dat niet vergeten.

Laten we daarom proberen verder te kijken dan dit losse verhaal, en proberen echt bijbels te lezen, dat wil zeggen het verhaal plaatsen in een groter geheel van verhalen die allemaal hetzelfde proberen te zeggen: Gezegend Eeuwige, gij reddende God…

Dan merken we dat de bijbel vol staat met onmogelijke geboortes: onmogelijkheden die toch gebeuren.
Het begint al met Sara, de onvruchtbare vrouw van Abraham, die ondertussen bij een Egyptisch slavin al een oplossing had gezocht. Maar toch, Sara wordt zwanger en baart Isaak. Isaak vindt geen vrouw in het vreemde Kanaan waar hij woont, zijn vrouw Rebecca is een toevallige ontmoeting aan een waterbron, met de hulp van Jahweh. Ook Rachel, de vrouw van Rebecca’s zoon Jacob, was onvruchtbaar, maar krijgt toch twee zonen. En Hanna was kinderloos, kreeg toch Samuel en sprak dan een lofzang uit die veel gelijkenis vertoont met het Magnificat. En Elizabeth kon geen kinderen krijgen en kreeg toch Johannes die later de Doper werd. En ze moest dit blijde nieuws melden aan Maria, die eigenlijk geen kind mocht krijgen omdat ze nog niet getrouwd samenleefde met een man. Allemaal geboortes die niet vanzelfsprekend zijn, maar “van God sprekend” zijn, zoals Willem Barnard het formuleert in die typische stijl van hem.

En het geboren worden beperkt zich niet alleen tot zwangerschappen, het is breder: Mozes had eigenlijk moeten verdrinken in dat mandje van hem, maar wordt gered en kreeg een leven. Isaak was deel van een oud, wreed godenoffer, maar werd gered en kreeg een leven. Zoveel verhalen waar de redding vanuit onverwachte hoek komt, onmogelijk eerst, en dan toch mogelijk.

Die rode draad moet een betekenis hebben. Die merken we het mooist in de verhalen van de genoemde vrouwen: ze spreken van een groot vertrouwen, een groot openstaan voor, een groot beschikbaar zijn. Mannen willen dwingen, zegt Barnard, vrouwen weten beter dat je in het leven veel moet leren krijgen, en dat je daar heel alert moet naar luisteren, om de tekenen niet te missen. De mannen in deze viering moeten zich nu niet aangevallen voelen, Barnard bedoelt ook alleen maar de tegenstelling weer te geven tussen twee levenshoudingen: de dwingende levenshouding en de open, vertrouwende levenshouding. Dat mannelijk-viriele, dat eisende wordt in de bijbel toch al gerelativeerd door een koning soms zelfs van achter de schapen te gaan zoeken, of een profeet van achter zijn ploeg. Het gaat erom in deze wereld te blijven horen dat we als mens geroepen zijn tot veel meer dan enkel er zijn: dat we geroepen zijn om van deze wereld een gerechtigde wereld te maken, waar onmogelijke geboortes mogelijk worden, waar wat dood was weer vrucht kan dragen. En niet alleen dat we worden geroepen, maar dat het ook kan, dat het mogelijk is, daar wordt over verteld, verhaal na verhaal. Veel Griekse tragedies spreken van noodlot in de mens, de bijbel spreekt van zegen in de mens.

In die zin is het verhaal van de zwangere maagd Maria absoluut geen ontkenning van het menselijke lichaam. Integendeel, zou ik zeggen. Maria is wel degelijk zwaar zwanger, voor iedereen zichtbaar. En Jezus geboren laten worden, dat zal de H.Geest niet doen voor haar, dat zal zoals alle geboortes moeite kosten. Maar hoe prachtig is het toch dat, in al die bijbelse verhalen, net een zwanger vrouwenlichaam het symbool wordt van het luisteren, van het ja zeggen, soms van het doen voor het begrijpen, van het toevertrouwen aan het leven… Voor die bijbelse zegen, gesymboliseerd in een zwanger vrouwenlichaam, dat ondanks alles toch zwanger is, kunnen we alleen maar magnificat zingen: mijn ziel maakt groot de heer… Ik zeg dat ook als opa met kleinkinderen die in hun kleine lijfje die onmogelijkheid hebben gevoeld, en toch mogelijk werden… Laten we in dat grote, gedeelde lichamelijke vertrouwen volgende week Kerstmis vieren…

Lied: Ik wandel door Gods seizoenen…

Overweging: het wonder van de geboorte

Een collega van mij, een schoon mens met grote inzet, zit er helemaal door: vastgelopen in gramschap, uitgeput van klimwerk op zelfgemaakte barricades, blind door eigen groot gelijk en zijn onmogelijkheid nuances te zien, laat staan de mens erachter…. Hij is met ziekteverlof gesteld, voor één maand – om mee te beginnen. Het eerste concrete advies dat hij kreeg is dagelijks 1-2 uur te wandelen.
Wandelen, zelf in beweging komen om beweging te krijgen in wat vast zit – wandelen door Gods seizoenen om te voelen: het leven als nieuw begin, het leven als zegening. Ik hoop het voor hem en voor ons… deze kersttijd is toch een tijd van hoop… en dat is niet zeemzoeterig maar heeft te maken met inzicht en passie en vaardigheden aanleren.

Misschien is het jullie ook al opgevallen dat Kerst en Pasen zo op elkaar lijken, niet zozeer de temperaturen of attributen als kalkoenen, paashazen, dzinglebells… maar in hun diepste overtuiging: dat licht het wint van duisternis, dat leven het wint van de dood. Dat wie vastzit in beweging kan komen, dat wars van groot geweld een jong meisje de Nobelprijs voor de Vrede krijgt, dat de gruwel van de kindermoord in Peshawar beantwoord wordt met een golf van solidariteit: een wereldwijde petitie om werk te maken van onderwijs voor alle kinderen ter wereld tegen eind 2015.
Dat leerlingen het verschil tussen Pasen en Kerst vergeten lijkt me in dit perspectief ook helemaal niet erg, als ze maar dit vertrouwen meegenomen hebben op hun levensweg: dat er licht kan komen, dat ons licht is toegezegd ook in diepste duisternis, dat ook wij dat licht kunnen zijn.

In december hebben we in Dominicus twee zondagen rond ‘taal’ gevierd en binnen enkele dagen vieren we kerst. We herdenken dan de incarnatie van God: het mens worden, het vlees worden van God. Het beeldrijke kerstverhaal in zijn twee versies -eentje met herders en eentje met wijzen-, hebben we te danken aan Lucas en Mattheus. Marcus’ evangelie heeft het alleen over een volwassen Jezus en als het van de evangelist Johannes afhing waren we in het abstracte woord blijven steken: “in het begin was het woord en het woord was bij God en het woord was God.”
Dankzij de verhalen van Lucas en Mattheus wordt het mens worden van God zo tastbaar, zo concreet: Jezus, een kwetsbare pasgeborene, overgeleverd aan zorg en goedheid van gewone mensen zoals jij en ik. Een pasgeborene, de vorm waarin het wonder van leven zo duidelijk is. De vorm waarin God mens geworden is.

Ben als oma vaak met verwondering en bewondering geslagen wanneer ik het wonder aan het werk zie in die kleine handen en hersenen van onze kleinkinderen: hoe zij in staat zijn tot communicatie op onvermoede manieren, hoe zij hun levensverhaal opbouwen. Enkele weken geleden mochten we drie dagen babysitten bij een kleindochter van anderhalf jaar oud in Frankrijk. Zij wordt groot in een andere taal dan de onze.. zoveel zien we dat kind niet… de drie dagen zouden wellicht zwaar worden, maar we zouden ervoor gaan. Bleek dat zij met allerlei babygebaren zeer goed duidelijk kon maken wat zij wou of wat haar dwars zat: honger, dorst, vuile luier, spelen, moe zijn, willen stoppen met iets, hulp nodig hebben…voor alles een gebaar. We hadden een onvergetelijke tijd met haar en zijn dankbaar dat we zo vroeg deel van een wonderbaarlijk verhaal mogen uitmaken.
Een andere kleindochter -die als 2-jarige woorden en zinnen oefende in spel en omgang- rijdt op haar loopfiets het brede trottoir van haar straat op en af. Opa fietst op straat langszij mee met kleindochter. Ineens houdt de tweejarige halt en kijkt me aan: “ik rij fiets, opa rijdt fiets, wij rijden fiets!” roept ze triomfantelijk uit met schitterende ogen… ik zweer je dat ik de radertjes in die hersenen razendsnel zag werken: ik was getuige van een wonder: taal die geboren wordt, een verhaal dat verteld kan worden.
Ah, je kan hier ook cynisch over doen: dat elk kind vroeg of laat leert spreken en dat het gewoon in de lijn ligt van elke ontwikkeling…dat het van-zelf-sprekend is… Maar voor mij is het van-God-sprekend.

Een (misschien gekend?) gedicht van Geert Boogaard over het eind van het leven loopt omgekeerd parallel aan de verhalen met onze kleinkinderen… Een dementerende moeder lijkt helemaal weg van de wereld, weg van een leven dat ze geleefd heeft in vertrouwvolle omgang met de psalmen…

Schuilen

Toen wij dachten
dat zij niets
meer wist,
wilde ik nog iets
proberen met
een heel oud lied,
niet omdat we
verlangden naar
een laatste woord,
maar om met haar
te schuilen in
een psalm.

Ik zei: Ook
al ga ik
door een dal
van de schaduwen
des doods …

En zij: Ik vrees
geen kwaad.

En ik:
want Gij …

En zij:
zijt bij mij.

In een ervaring van de totale chaos en verlorenheid die dementie heet, is deze psalm 23 een houvast, een troost, er klinkt iets in door van verzet tegen ontmenselijking die dementie is, het staat voor een ervaring van verbondenheid met mysterie van leven en dood, een wonder van opnieuw als mens geboren worden.
Dit verhaal is m.i. minder vanzelfsprekend dan dat van onze kleinkinderen… makkelijker te beamen dat het van God spreekt…

We zingen in afwachting van Kerstmis een geboortelied waarin de dankbaarheid klinkt om het wonder van geboorte in al zijn concreetheid.

Lied: geboorte…

Inbreng van de gemeenschap over eigen ervaringen die “van God sprekend zijn…”

Tafeldienst

Laten we aan tafel gaan, en in gedachtenis aan Jezus die het ons vroeg, schouder aan schouder elkaar brood en wijn doorgeven, en zo letterlijk in ons de liefde, de verbondenheid een beetje meer mogelijk te maken.

We doen dat in verbondenheid met de mensen van deze gemeenschap die hier vandaag niet kunnen zijn, door ziekte, of leeftijd, of werk. We doen dat in verbondenheid met de mensen van deze buurt, van het ziekenhuis hier recht tegenover, in verbondenheid ook met de mensen in deze stad aan wie niemand denkt.

We willen tenslotte, door het kleine Afrikaanse kaarske aan te steken, ons voegen in het spoor van allen die, overal ter wereld, Jezus’ gedachtenis willen vieren. En ons voegen in het grote spoor van onze geliefde doden.

Onze Vader en vredeswens

Slotlied: zegening…