Jongeren die gaan vechten (2): de terugkeer

Dominicus Gent

Viering van zondag 15 februari 2015.

Tweede viering rond jongeren die gaan vechten: de terugkeer…

 

Goede morgen. Aan ieder van u: wees welkom. Van harte.
In dit uur van samenzijn rond woord en tafel, leggen we bijeen wat ons bezig houdt – wat het leven ons biedt. De kleine en grote persoonlijke vreugdes en zorgen. De kleine en grote maatschappelijke besognes.

Bij het begin van dit samenzijn keren we ons tot de Eeuwige en bidden:
Gij eeuwige, groter dan ons hart,
Gij die bron zijt van hoop en levenskracht:
Schenk aan kleinen en groten op deze wereld
Vertrouwen in woorden die van u spreken.
Open ons hart voor wat goed is en waar.
Schenk ons het licht
Waarin mensen elkaar vinden
Om als zusters en broeders te leven
In het spoor van Jezus
en van allen
Die de weg gaan van vrede, van hoop en van gerechtigheid.
Wees hier aanwezig.

(pianospel tijdens aansteken Paaskaars)

 

WOORDDIENST

We starten de viering met het zingen van het uittochtlied. Misschien vreemd om een uittochtlied in plaats van een intochtlied aan het begin van de viering te zingen. Maar er staat in dit uittochtlied zo gebald veel dat aansluit bij onze gedachten en gevoelens rond jongeren die naar Syrië trekken, dat we het niet konden laten.

Uittochtlied: “Alsof de richting ons werd ingeschapen, gaan wij de onbegonnen lange weg…” “En weer zullen slaven, uit ons geboren, om bevrijding schreeuwen…”

Overweging

– Vorige week vertelde Mieke het verhaal van een jongeman uit een doorsnee Vlaams gezin die zich tot moslim bekeert en in juni 2014 vertrekt naar Syrië, tot grote verbazing en verdriet van zijn omgeving.
– Antoinette legde de link met andere jongelui in een andere eeuw die vanuit een ideaal vertrokken naar het oostfront.
– Honderden mensen verdronken deze week in zee omdat ze wegtrokken en om bevrijding schreeuwden.
‘En weer zullen slaven uit ons geboren om bevrijding schreeuwen…’ we zongen het in canon opdat het onophoudelijke tot in onze vezels voelbaar zou zijn.
Maar we zongen ook hoe als het ware in ons DNA zin en richting in dat steeds terugkerende te vinden is: ‘alsof de richting tot bevrijding ons werd ingeschapen’. In die richting tot bevrijding staan we voor de creatieve opdracht tot vertrouwen, tot vrijheid en ‘nieuw leren zien’: wij gaan immers een on-begonnen weg, een lange weg – laten we realistisch zijn en ons niet laten verleiden tot wat voor de hand ligt en makkelijk is, het ís een lange weg. Het bijbelschristelijke visioen voor deze wereld verzekert ons Aanwezigheid op deze weg waardoor een harde dienst van ons wordt afgenomen, we staan er niet alleen voor. Over dit visioen moeten we durven spreken, de tegenstem laten horen en die nieuwe wereld sprekend en doend ook scheppen. ‘Als we het duister niet aanpakken, neemt het bezit van ons’, schreef Kayla Mueller, de 26 jarige IS-gijzelaar van wie we sinds deze week zeker weten dat ze gedood is.

Wie het nieuws deze week kon volgen deelt misschien mijn gevoel dat naast de reële ellende ons ook angst, wantrouwen en onveiligheid wordt aangepraat. Ontspoort onze samenleving niet in het cultiveren van angst, wantrouwen en onveiligheid? En in deze post-Charlie Hebdo & Sharia-proces-periode vooral angst en wantrouwen ten aanzien van moslims?
Van mijn collega’s islam hoor ik hoezeer ze daarvan afzien en van godsdienstleerkrachten in katholieke scholen met veel moslims hoor ik dat ze meer werk hebben met het indammen van racisme en anti-islamsentiment bij collega’s en leerlingen dan met het indijken van moslimradicalisme.
In deze algemene teneur van angst en wantrouwen ten aanzien van moslims kunnen we ook de maatregelen plaatsen van de verschillende regeringen in ons land tegenover radicaliserende moslims in het algemeen en de terugkerende Syriëstrijders in het bijzonder: strafbaar stellen van deelname aan buitenlandse conflicten, ontnemen van Belgische nationaliteit, ontzeggen van toegang tot grondgebied, intrekken van verblijfsvergunningen, het schrappen van kindergeld voor radicaliserende jongeren enz….
Voor de jongeman wiens verhaal we vorige week hoorden zijn sommige voorstellen bizar: hij is geadopteerd in een Vlaams gezin: moet hij dan terug naar Haïti?
Gelukkig pleit men ook voor preventie: vertrek beletten, radicalisering in gevangenissen tegengaan door inzetten van islamconsulenten, een oproep aan het middenveld -waartoe ook wij en de meerderheid van de moslims behoren- om voor tegenreactie te zorgen op propaganda van moslimextremisten.

Een vraag die ons moet bezighouden is hoe dit algemeen gevoel van angst, onveiligheid en wantrouwen gekeerd kan worden tot een samenleven waarin hoop, veiligheid en vertrouwen de boventoon voeren?

Vorige week hoorden we het evangelieverhaal bij Lucas over de vader en zijn twee zonen: Jezus vertelt dit verhaal wanneer hij te maken krijgt met farizeeën en schriftgeleerden die er schande van spreken dat hij omgaat met tollenaars en zondaars. Als antwoord op hun gemor vertelt hij drie verhalen: Een herder die 1 van zijn 100 schapen verliest (1% dus) en het gaat zoeken, een vrouw die 1 van haar 10 drahmen verliest (10% verlies deze keer) en haar ganse huis ondersteboven keert. En dan een derde verhaal van een vader wiens jongste wegtrekt en verbrast, bij hongersnood in loondienst komt bij een varkensboer, tot inzicht komt en terugkeert naar huis waar hij met open armen ontvangen wordt door vader… maar niet door zijn oudste broer. Een herder die 1% kwijt is, een vrouw die 10% verloor en een vader die de helft verliest… maar altijd mondt het verhaal uit in feest omdat wat en wie verloren was, terug gevonden is…
Bij een parabel zijn het de toehoorders die het antwoord geven… wat de schriftgeleerden deden nadat ze drie parabels met een crescendo aan verlies beluisterden, weten we onrechtstreeks: ze delen niet in de blijdschap om terugkeer …. enkele hoofdstukken later veroordelen ze Jezus tot de doodstraf.
Is dat ook ons antwoord: hard, gewelddadig, angstig, vast zittend in eigen groot gelijk?

In de parabel zegt de oudste broer: ‘die zoon van u is thuisgekomen’. Hij zegt niet ‘mijn broer is thuisgekomen’. De oudste heeft elke band met de jongste verbroken, die ziet hij niet meer als zijn broer. Maar de vader herstelt die band: ‘die broer van je was dood en is weer levend geworden, hij was verloren en is teruggevonden’.

Kan de houding van de vader tegenover de oudste zoon geen katalysator zijn voor onze houding tegenover terugkeerders vandaag? De vader nodigt zijn oudste uit tot mededogen. Hij nodigt uit de zondaar, de vertrekker als naaste te zien, als medemens, als broeder.
Broeder- en zusterschap werkt preventief tegen radicalisering, maar kan ook rol spelen bij terugkeer van jongeren die elders meenden te moeten vechten. Wat Eefje en Dani hier in een viering getuigden in verband met hun werk in de gevangenis ligt in dezelfde lijn: de ander –wat hij ook heeft misdaan- blijft ook een medemens die vanuit die status van broederschap recht heeft op ons mededogen.

Een vergelijking tussen de terugkerende jongste zoon in de parabel en de uit Syrië terugkerende Vlaamse jongeren loopt op veel terreinen mank, ook al worden in de parabel een aantal reinheids- en familiewetten overtreden. Maar toch, het appèl is niet te miskennen…
Begrijp me niet verkeerd: dit is geen pleidooi voor straffeloosheid. Inzicht in het aangedane kwaad, straf als stap in herstel van het kwaad zijn voorondersteld in de evangelische oproep elkaar als broeder/zuster te zien.
Pas als we in elkaar het mens zijn herkennen en erkennen maken vrede en rechtvaardigheid een kans en kunnen we van angst genezen.
In elke mens die liefde deelt, daar is de plaats van vrede, de plek van de vrijheid, het land van de vreugde.

Lied: Waar is de plaats die vrede lacht? In elke mens die liefde deelt…

Overweging

Waar is de plaats? In elke mens die liefde deelt – waar kan je terecht met angst? Wat is ‘u veilig weten’ – hoe wordt vertrouwen opgebouwd?
Is hier de plaats die vrede lacht?
De plaats waar mensen recht wordt verschaft?
Is hier de God die leven geeft?
In u, in mij, in elkeen die liefde deelt?

Ik ben dankbaar, heel erg dankbaar dat er voor mij een plek bestaat waar ik telkens opnieuw mag zeggen, zingen, uitspreken … dat er een plek IS waar ik met mijn angst, mijn vraag, mijn onvermogen terecht kan. Een plek waar ik medestanders weet die de hoop niet opgeven, die geloven in vrede en gerechtigheid, die zoeken en niet opgeven. Een plek ook waar zorg en onrust mag gedeeld worden. Maar waar steeds opnieuw gezocht wordt naar perspectief, naar toekomst.

De viering vorige week heeft ons beroerd en heel wat vragen en bedenkingen (emoties?) opgeroepen. De actualiteit houdt ons bezig (een understatement). Zeker als dwaas geweld en dreiging heel dichtbij komen. En als angst en onveiligheid gebruikt/misbruikt worden door allerlei belangengroepen.
Vandaag geven we geen pasklare antwoorden noch oplossingen. Daar zijn andere plekken en instanties voor. Wat we wel kunnen (en moeten) doen is nadenken in de geest van wat ons telkens weer wordt aangezegd: de hoop op en het geloof in een wereld waar het goed is om te leven. Waar waardig en goed leven is voor allen.
Met deze droom – utopie – voor ogen, mag ook de angst en de onveiligheid benoemd worden. Dat mensen bang zijn, zich onveilig weten, neigen tot doemdenken … Niets menselijks is ons vreemd. Ieder van ons krijgt er in meerdere of mindere mate mee te maken.

‘Wees niet bang, heb vertrouwen’ kennen we als uitspraak van Jezus.
Misschien is mogen en kunnen vertrouwen wel de grondvoorwaarde om angst en onveiligheid te kanaliseren. Vertrouwen dat mocht groeien, met vallen en opstaan. Vertrouwen dat je best meekrijgt van in de wieg, door veilige hechting. Ik denk terug aan iets van bijna 30 jaar geleden (heb ik hier zeker al eens verteld!): onze jongste van twee staat bovenaan de trap (minstens 12 treden hoog). Zijn papa staat helemaal beneden en steekt zijn handen uit. Zonder enige twijfel springt zoonlief in vaders armen en wordt veilig opgevangen. Een zalig moment. Ik ben er zeker van dat daar een stevige bodem van vertrouwen gelegd is. Een bodem waar elk mensenkind recht op heeft. Het recht en de behoefte om te vallen, vallen in iemands armen. Maar we weten dat dit niet ieders deel is. We maken met ons allen veel verschillende dingen mee waar we op evenveel verschillende manieren mee omgaan. Soms ben ik ook verbaasd over mezelf, hoe en of ik reageer, hoe ik omga met wat op mij afkomt. Maar toch, vaak, à la limite, weet ik, als angst of onveiligheid de kop opsteekt – weet ik dat ik mag vertrouwen. En met mijn verstand WIL ik ook niet meegaan in de onredelijke terreur van angst, wantrouwen en onveiligheid. Zeker niet hier in onze beschermde omgeving. Er zijn veel plaatsen op de wereld waar mensen dagelijks moeten omgaan met geweld, bedreiging, echte terreur.

Ik wil u graag uitnodigen te luisteren naar enkele verzen uit het boek Job. We nemen even afstand van de context van het verhaal om te focussen op de inhoud.
We krijgen hier een schets van wat thuiskomen mag zijn, wat vertrouwen zou kunnen betekenen. We mogen zien, even, de hoop die ons is aangezegd.
Laten we met een groot hart en open geest luisteren naar woorden ten leven.

Job 11, 13-19

[13] Keer je naar hem toe,hef je handen naar hem op,
[14] werp alle kwaad ver van je af,laat het onrecht niet wonen in je huis.
[15] Dan kun je je hoofd oprichten, zonder smet,en zul je staan als een toren en niet meer vrezen.
[16] Je zult je ongeluk vergeten,het zal zijn als water dat is weggestroomd.
[17] Lichter dan de middag zal het leven zijn,als de ochtend zal het donker stralen.
[18] Je zult vol vertrouwen zijn, er is hoop,je zult je veilig weten, je kunt rustig slapen.
[19] Je gaat liggen, niemand schrikt je op,en velen zullen naar je vriendschap dingen.
Je zal vol vertrouwen zijn, er is hoop, je zult je veilig weten … je mag rustig slapen.
Een beetje teveel van het goede? Te massief?
Misschien … maar ondanks de vreselijke nieuwsberichten, ondanks alles wat ons ter ore komt van gruweldaden en onrecht. Tegen beter weten in hoop ik met heel mijn hart dat we blijvend mogen zeggen: en toch! Niet naïef of onnozel maar alert en vanuit verbondenheid met de minsten en de zwaksten durven vertrouwen. Want ondanks de angst en het wantrouwen zijn er elke dag opnieuw mensen die opstaan en de weg gaan. Mensen die doen wat moet gedaan worden, zegt Oosterhuis: hun kinderen dragen, hun doden begraven, vechten voor de vreemdelingen in hun midden om brood en kleding, om werk en huizen en recht van spreken … Overal zijn er mensen die doen wat goed is.

Zouden we dat aanvoelen van het goede, van mensen die te vertrouwen zijn, kunnen versterken in de samenleving? Mogen we dit zelf ervaren ? En kunnen we dit leren aan jongeren die geen vertrouwen hebben? Jongeren wier vertrouwen niet mocht ontplooiien of in de kiem gesmoord werd?

Laten we deze vragen overwegen: in stilte of in een gebed hier aan de micro.

INBRENG van de gemeenschap

Lied: laten we samen zingen, om vertrouwen. Het vertrouwen te weten dat we er niet alleen voor staan, dat we medestander zijn in het doen van wat moet gedaan worden. Gezegend die de wereld schept…

TAFELDIENST

Welkom rond de tafel van vertrouwen, waar we brood en wijn delen in herinnering aan Jezus van Nazareth.
We weten ons verbonden met onze geliefde doden voor wie we de kaarsjes in het doopwater aansteken, en met alle mensen van goede wil waar ook ter wereld waarvoor we het engagementskaarsje doen branden.

Verbonden als reisgenoten zingen we vertrouwvol om een nieuwe dag: Gezegend eeuwige

We herinneren ons de avond voor uw lijden en dood,
Je nam het brood in handen,
zegende het en deelde het uit, zeggende:
Dit is mijn lichaam, eet hiervan.

Je nam ook de beker met wijn, zegende die en deelde hem rond, zeggende:
Dit is de beker van mijn bloed, drinkt hiervan.
Eet en drinkt het samen ter herinnering,
ter verinnerlijking van wat ik u heb voorgedaan,
het zijn de tekenen van een nieuw verbond ten leven.
Onze vader (verzameld in vertrouwen)

Vredeswens

Vrede. Op zovele plaatsen op deze wereld ontbreekt ze, de vrede.
Wordt ze bedolven onder alles wat ontmenselijkt en doodt.
En toch zijn er telkens weer mensen die opstaan en de weg ten goede gaan.
Laten we met elkaar van harte vertrouwen op de vrede die ons is aangezegd.
Wensen we mekaar die vrede.

Communie

Zending: als God ons thuisbrengt uit onze ballingschap…