Inspirerende dominicaanse figuren: de ontmoeting volgens Pierre Claverie…

Dominicus Gent

Viering van zondag 28 april 2019

Inspirerende figuren uit de Dominicaanse Familie

Pierre Claverie: ontmoeting en dialoog…

 

Goede morgen, en hartelijk welkom op deze zondag.

De jarige, vandaag, is er een in de fleur van het leven. 37 jaar is niet niks. We hebben het over onszelf. Althans onze gemeenschap, die 37 jaar geleden startte in Gent. Het toenmalige KUC was leerhuis, bidplaats, ontmoeting en zoveel meer.
Daarbij past het een Dominicaanse figuur onder de aandacht te brengen. Iemand waar noch Marie-Ann noch ik direct de link en het verhaal van kenden. Marie-Ann neemt ons straks mee in dit verhaal. Ook de Emmaüsgangers in het verdere verloop van de viering kunnen symbool staan voor ons eigen zoekend gelovig-zijn, onze onrust, onze twijfel. Maar zij staan eveneens voor allen die de omkeer willen maken.

Laten we de Paaskaars aansteken.

En zingen we over het huis waar de deur openstaat. Waar gemeenschap bestaat…

 

 

WOORDDIENST

Vandaag focussen we op Pierre Claverie

Zijn leven begint in 1938 in de Franse kolonie Algerije, in een familie die er al vier generaties woont. Pierre beschrijft zijn jeugd als een gelukkige bubbel van on-verschilligheid (in-difference) waarin hij leeft zonder het anders-zijn van de ander, la difference de l’autre te zien.

Op zijn 18de gaat hij in Frankrijk natuurwetenschappen studeren. Op de sociaal-politiek bewogen universiteit wordt hij ondergedompeld in een andere wereld. Hij ontdekt het kolonialisme en bijhorend misprijzen tav de Arabieren. Het raakt hem diep en trekt hem uit zijn bubbel van on-verschilligheid. Van dan af ziet hij het vreedzaam samenleven in diversiteit/ver-schilligheid als de grootste uitdaging voor zijn tijd. Dit bewustzijn valt samen met zijn religieuze roeping. Hij treedt in bij de Franse Dominicanen.

In 1965 – na zijn studies en priesterwijding- wordt zijn droom werkelijkheid: hij keert terug naar Algerije, het vertrouwde land dat na een bloedige onafhankelijkheidsstrijd recht probeert te krabbelen. Terwijl een miljoen Fransen wegvluchten keert Pierre naar zijn geboorteland terug als katholiek Dominicaans priester midden een meerderheid moslims die op gespannen voet leven met christenen. Hij is zich sterk bewust van de nefaste rol die de kerk in de koloniale tijd heeft gespeeld en is gedreven om als andere, dienstbare, kerk aanwezig te zijn.
Mede door de opdracht van het 2de Vaticaans concilie: kerk-ín-de-wereld te zijn, studeert Pierre Arabisch en islamkunde en zet hij in op ontmoeting en dialoog.

Die volgorde is voor Pierre Claverie essentieel: eerst komt de ontmoeting, de vriendschap, de kennismaking met de ver-schilligheid van de unieke ander in zijn eigen omgeving. “We hebben nog geen woorden voor een echte dialoog, we moeten eerst een sfeer van ontmoeting en vriendschap creëren vooraleer een dialoog over onze inzichten en teksten aan te gaan”.

Zo’n respectvolle open ontmoeting voltrekt zich tussen mensen. Je spreekt niet met een abstracte of ideologische islam maar met een mens die ook moslim is. Een samenleving zonder die ontmoetingen is volgens Pierre voedingsbodem voor onverschilligheid of minachting, voor misverstanden en geweld. Vriendschap daarentegen zorgt voor luisteren en beluisteren op een manier die de ander/Ander niet vernietigt maar haar in haar uniciteit erkent.

Claverie richt platforms op van ontmoeting en wederzijdse dienstbaarheid. Hij stelt zich bescheiden op, bewust van de katholieke geschiedenis die met haar totalitaire waarheidsclaim meermaals voor uitsluiting en ellende heeft gezorgd. Pierre is niet bezig met bekeren maar met het bevorderen van het langzame proces van broederschap. Volgens hem is de eerste stap in dit proces de moeilijkste: uit jezelf komen, uit je bubbel.

In 1981 wordt Pierre bisschop van de provincie Oran. Met 35 priesters en amper 20.000 christenen ‘een druppel in een oceaan’. Zijn geschriften en retraites handelen over ‘l’amitié’ tussen christenen en moslims. Ze worden druk gelezen en bijgewoond. Velen getuigen van zijn bijzondere aanleg tot vriendschap: zijn sprekende ogen, zijn mogelijkheid zich in te leven in de ander, zijn gastvrijheid, zijn ontwapenende glimlach die vrij maakt om het leven met elkaar te delen. Pierre onderhoudt meerdere diepe vriendschappen met moslims, o.a. met Mohammed Bouchikhi, zijn chauffeur.

Vanaf 1990 kent Algerije een zwarte periode. De bevolking lijdt onder armoede en een corrupte overheid. Die blijken een vruchtbare bodem voor de haatdragende ideeën van oosterse islamisten. De oorspronkelijke islam van broederschap en devotie komt onder druk. Er breekt een burgeroorlog uit.
Pierre beseft dat hij zijn leven riskeert maar zijn vriendschap en verwantschap met het Algerijnse volk voeden zijn engagement. Hij blijft politiek actief en spreekt ook op radio en TV over broederschap. Meermaals wordt hem gevraagd of het niet verstandig zou zijn ‘naar huis te gaan’. Zijn antwoord is er één van zelfgave: “We mogen ons niet laten ontmoedigen. Vanuit ons paasgeloof dat geen enkele wantoestand onomkeerbaar is en zelfs de dood niet het einde is zijn wij aanwezig daar waar menselijkheid geschonden wordt en mensen nood hebben aan opstanding. Dat is wat Jezus deed en wat ook van ons gevraagd wordt.”

Op 1 augustus 1996 haalt Mohammed zijn vriend Pierre op van de luchthaven en vergezelt hem naar het bisschoppelijk paleis … Daar wacht een bom die hen beiden doodt.
De moedige moeder van Mohammed noemt de gezamenlijke dood en uitvaart van Pierre en haar zoon een goddelijke zegening van de vriendschap en de vrede. Hun lichaam en bloed is door de explosie met elkaar vermengd en maakt hun verbondenheid ook letterlijk onverbrekelijk. Moslims en christenen zijn waarlijk kinderen van God.

150.000 mensen werden gedood in deze burgeroorlog. Daaronder is Pierre Claverie de laatste van de 19 religieuzen. Ondermeer onze landgenoot witte pater Charles Deckers en de monniken van Tibhirine zijn hem enkele maanden eerder in de dood voorgegaan. In 2018 heeft Paus Franciscus deze 19 martelaren zalig verklaard.
———
Wij ondervonden iets wat bij de Emmaüsgangers ook is voorgevallen: onze ogen waren gesloten, wij kenden Pierre Claverie niet. Maar het was hartverwarmend hem te leren kennen en doorheen zijn levensverhaal de Verrezen Christus en de diepte van wat eucharistie kan zijn te mogen ontdekken.

Afsluitend vier gedachten van Pierre Claverie die inspirerend kunnen zijn:
– Hij wenst iedereen de shock toe aan den lijve de conditie van ‘vreemdeling’ te mogen meemaken en daardoor het groter geheel te zien en tot echte ontmoeting te komen met de unieke ander/Ander: de vreemde die verschillend is. Zó verschillend dat je niet langer on-verschillig kan blijven.
– Ieder van ons zou minstens 1 moslimvriend moeten hebben, dan heb je een sleutel om in een realiteit binnen te komen die bij gebrek daaraan gesloten zal blijven.
– Oproep aan Europeanen: wees door je vriendschap een klein steentje dat voorkomt dat de deur van de Islam zichzelf afsluit.
– Oproep aan Europa: trek geen muren op, wentel je niet in de bubbel van on-verschilligheid en eigen groot gelijk uitgaand van een vermeende hogere ontwikkeling en rijkdom die het anders-zijn van de ander misprijst.

 

2

Emmaüsgangers 

Juist die dag waren er twee van hen op weg naar een dorp, Emmaus, op zestig stadiën van Jeruzalem. Zij spraken met elkaar over alles wat er was voorgevallen. Maar hun ogen waren verhinderd hem te herkennen. Het is wellicht ook geen toeval dat wij slechts de naam van één van de twee leerlingen kennen? Kleopas was een van hen op weg naar Emmaus. De ander blijft tot het einde van het verhaal anoniem. Hij of zij kan de naam dragen van elk van ons…

Net als bij de leerlingen van Emmaus schijnt God vandaag veraf te zijn. Jezus heeft wel grote dingen gedaan als “een profeet, machtig in woord en daad“ maar die zaken behoren tot het verleden. Vandaag merken wij, en onze tijdgenoten, weinig van hem. En voor de toekomst is ook al geen rol meer weggelegd. En toch, en toch laat Jezus zich openbaren. Niet van buitenaf, maar in onze nabijheid. Dat we de verkeerde kant opgaan, houdt Hem niet tegen. Dat die 2 leerlingen Jeruzalem, hun medebroeders en -zusters ontvluchtten om terug te keren naar hun vroegere levensstijl, heeft Jezus niet belet om hen ongezien te vergezellen. Ze worden uit hun comfortzone gehaald. Worden als het ware meegezogen in de waan van de dag. Het verhaal van wat met Jezus was gebeurd, was niet om  vrolijk van te worden. Hun beeld van hem was sterk aan het wankelen. Voor hen was de kruisdood gewoon het einde. Zij hadden het niet begrepen.

Emmaus is in dit verhaal de plaats, de richting van capitulatie, opgeven waar ze in geloofd hebben. Schaamte, verdriet, boosheid. Waarschijnlijk ging van alles door hen heen en konden ze niet meer zien of horen wat het verhaal van de koning van de liefde was. Dat was immers ten einde. Jezus ziet dat – zo staat het er – hun ogen en oren gesloten waren. Zij kunnen zich niet voorstellen dat iemand niet weet wat er met Jezus gebeurd is. Hij komt als een vreemdeling tussen hen in, en biedt hen een herlezing van de schrift maar ook van hun eigen ervaringen. Hij opent hun ogen en hun hart voor een andere lezing van het hele verhaal van hun ervaringen. De oude weg als volgeling loopt dood. Het is nu aan hen. Dat inzicht wordt in hen geboren in de verwondering over het breken van het brood door deze vreemdeling. Dat Jezus in die herkenning onmiddellijk verdwenen is benadrukt dat het nu aan hen is om het verhaal voort te zetten. Ze staan er geen minuut bij stil, maar weten precies welke richting ze uit moeten: naar Jeruzalem, de stad van vrede. Naar hun broers en zussen om het nieuwe inzicht te delen. Zij worden Jeruzalemgangers!
Jeruzalemganger worden is nieuw durven worden. Zoals Pierre Claverie, zoals de 18 andere martelaren in de jaren 94 – 96.

Zij drongen bij hem aan: blijf bij ons, want het wordt al avond, en de dag loopt ten einde. Terwijl hij aanlag nam hij het brood, sprak de zegen uit, brak het en rekte het hen toe.

Precies daar waar alle zin verloren lijkt te gaan, wordt zij opnieuw geboren. In het gedenken, in het telkens weer breken van het brood ontstaan momenten waarin wij ons leven opnieuw kunnen verstaan. Want geen plaats waar mensen dichter bij elkaar zitten, dan aan tafel. Zoals Annemie me enkele dagen na de Paasviering vertelde: elke woensdag komen haar kleinkinderen eten. En als ze haar dan vragen wat het voor haar betekent om zondag na zondag hier samen te komen, maakt ze de vergelijking met de woensdagse maaltijd. Omdat de liefde voor elkaar in dit samenzijn zo sterk uitgedrukt wordt. Omdat de solidariteit met de ander, de Ander voltrokken wordt. Omdat breken en delen in het alledaagse leven betekent dat je niet op een eiland zit. Dat je tegenslag niet louter ziet als mislukking, maar dat je je er over kunt verwonderen en het vreemde opneemt in je beeld van de werkelijkheid, in je levensverhaal, je beeld van wie jij bent. Dat je je openstelt voor wat zich in elke ontmoeting aandient.

De tafel, -het Pesach maal van Jezus met zijn apostelen- is nog maar enkele dagen achter de rug – een dankbaar maar ook droevig samenzijn met die vreemde belofte ‘ik zal er zijn’ in brood en wijn, mijn lichaam en bloed. Maar hier aan de tafel in Emmaus breekt die betekenis pas door: ik zal er zijn… God is er, in Jezus, Jezus is verrezen, de dood heeft niet het laatste woord!
Aan de tafel in Dominicus, de betekenisrijke tafel die Thierry voor ons heeft gemaakt mogen wij ervaren dat de droom van God met deze wereld niet afgelopen is, maar gestalte krijgt in wat wij ervan maken.aan deze tafel zijn wij uitgenodigd, zondag na zondag om een eeuwenoud ritueel te voltrekken.

En ze herkenden Hem, maar hij verdween uit hun gezicht.

Ze stonden onmiddellijk op en keerden naar Jeruzalem terug.

De ontreddering, de droefenis van het begin heeft plaats gemaakt voor een nieuwe opdracht, een nieuwe uitdaging ook. Onze uitdaging ook om het paasgebeuren te laten plaatsvinden, daar waar we de ander ontmoeten. In het eenvoudige gebaar van breken en delen. Niets is krachtiger dat dat. Wat Pierre Claverie en zijn chauffeur ongewild symboliseren bij hun gewelddadige dood is het breken en delen op zijn sterkst. Geen heldendaad, maar gewoon een sterk teken van een verbond over de dood heen.

Wij zingen dit uit in het lied

Ontwaakt, gij die slaapt, staat op uit de dood.
Christus zal over u lichten.
Wij wachten op licht, maar dolen in duisternis.
Wij struikelen op klaarlichte dag

Wees hier aanwezig, kom ons bevrijden, Zoon van God.

 

TAFELDIENST

Jezus Messias, verzamel ons rond uw tafel zoals destijds in Jeruzalem, in Emmaus, in Oran-Algerije, Sri Lanka en waar ook ter wereld.
Rond brood en wijn, uw lichaam en bloed, vieren wij een diepe verbondenheid gesymboliseerd in het uitgedeelde licht van de paaskaars.
Met het kleine kaarsje verbinden we ons met alle christenen waar ook ter wereld en met hen die Jezus het meest heeft lief gehad: de uitgeslotenen, de vreemdelingen, de mensen in armoede en lijden.
Met de waaklichtjes in de doopschaal symboliseren wij onze verbondenheid over de grens van de tijd en de dood met onze geliefden, met de overledenen uit onze gemeenschap en uit de ruime Dominicaanse familie, vandaag in het bijzonder met Pierre Claverie en met alle slachtoffers van onrecht en geweld, vorige week nog in Sri Lanka, vanochtend in de synagoge van Californië.

 

*

Op internet vindt u video’s waar u Pierre Claverie aan het woord hoort. We kunnen ze hier niet weergeven.